XII-1 Engelbertus Theodorus Johannes Philippus Neomagus
(1893-1972), procuratiehouder, directeur van een groothandel in ijzer en staal, zoon van Johannes, X-4
Wormerveer
Indië
Op 4 november 1912, Bert is 19 jaar jong, krijgt hij een aanstelling tot klerk bij de post in Nederlandsch-Indië met een aanvangsbezoldiging van 125 gulden (nu 1325 euro) per maand. 1 Officieel heet het dat hij bij resolutie van de minister van Koloniën ter beschikking is gesteld van de gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië teneinde daar te lande te worden benoemd tot klerk bij den post-, telegraaf- en telefoondienst. Zo staat het in de Amstelbode van 8 november. Op 7 december 1912 vertrekt het stoomschip Oranje van Amsterdam naar Batavia met Bertus als een van de passagiers. Hij begint op 17 januari 1913 (datum krantenbericht) als klerk op het hoofdbureau van de PTT-dienst in Batavia en gaat op 10 juli 1915 (datum krantenbericht) als commies 3de klasse naar Bandjermasin op het eiland Borneo. Hij is seincursusleider op het postkantoor van Bandjermasin als hij de daar werkzame Corrie Kok ontmoet.
Familie Kok
Huwelijk
In het Nieuws van de Dag voor Nederlandsch-Indië staat op 20 december 1915 een advertentie waarin het toekomstige echtpaar melding maakt van zijn ondertrouw op 19 december. Daarbij worden de plaatsnamen Weltevreden (waar Bertus woont) en Bandjermasin (woonplaats van Corrie) genoemd. Op 19 januari 1916 staat in een Nederlandse krant dat Bert en Corrie op 18 januari 1916 bij volmacht zijn getrouwd in Ban
djermasin. Die volmacht is nodig omdat de echtelieden nog geen dertig jaar zijn, op dat moment de leeftijd waarop men toestemming nodig heeft van de ouders.
Het paar krijgt twee zoons:
-
August Hendrik (Guus), op 20 december 1916 geboren te Bandjermasin, volgt XIII-1
-
Johannes Cornelis (Joop), op 27 maart 1920 geboren te Batavia, volgt XIII-2
Batavia
Verlof
Na twaalf jaar komen Bert, Corrie en de twee kinderen voor het eerst samen op verlof naar Nederland. De Nieuwe Rotterdamsche Courant van 24 maart 1925 noemt hen in de passagierslijst van het stoomschip Prins der Nederlanden, dat op 28 maart in Amsterdam wordt verwacht. Voor het vertrek verkoopt de familie de complete inboedel. De ‘vendutie’ is op vrijdag 28 november 1924 ten huize van de familie, Salembaplein 27, Weltevreden. De inboedel wordt in de advertentie nauwkeurig beschreven. Het is in acht maanden uit en thuis: een maand op de boot, zes maanden in Haarlem en weer een maand op de boot. 3Dagblad Het Vaderland meldt op 21 september 1925, dat de familie E.J.T.P. Neomagus op 19 september met het stoomschip Slamat vanuit Rotterdam weer is vertrokken en op 21 oktober in Priok wordt verwacht.
Het tweede Europese verlof is in 1930/1931. Dit keer is Amersfoort de plaats van bestemming. Corrie en de twee kinderen zijn vooruit gegaan omdat zij ‘ziek is van de tropen’ en de beide kinderen in de zomer van 1930 op een gunstig moment van school kunnen wisselen. Ze reizen met het mail-motorschip Sibajak dat op 20 mei 1931 uit Batavia is vertrokken. Daar gaat weer een vendutie aan vooraf, dit keer op donderdag 21 mei 1931 ten huize van de familie in de Tjiliwonglaan 5 in Batavia. De familie keert in oktober 1932 terug en gaat dan wonen in de straat Kebonsirih 17-19, zo meldt het Nieuws van den Dag voor Nederlands-Indië op 27 oktober.
Baloeran
De Baloeran is in de jaren dertig een van de vlaggenschepen van de Rotterdamse Lloyd, gebouwd op de werf van De Schelde in Vlissingen en in 1931 in de vaart gekomen. De Duitse bezetters hebben het in de Tweede Wereldoorlog gevorderd en ingezet als hospitaalschip Strassburg. In september 1943 loopt het voor de Nederlandse kust op een mijn. De geallieerden voeren daarna bombardementen uit om de berging te voorkomen. Een boei ter hoogte van Wijk aan Zee markeert sindsdien het bij sportduikers geliefde wrak.
Rotterdam
Oorlog
Heemstede
Familiecorrespondentie
Jacobs schrijft daarom op 6 januari 1953 een briefje aan de…. politie, die op 9 januari antwoordt dat Bert zelf contact zal opnemen. Dat doet hij al op 10 januari. Hij schrijft: Ik vraag mij evenwel af of er geen andere weg bestond om achter mijn adres te komen, tevens op grond waarvan u hiervoor (voor gegevens over het geslacht Neomagus) belangstelling heeft. Jacobs op zijn beurt schrijft op 12 januari terug en legt een en ander uit. Ik heb op de meest eenvoudige en doeltreffende wijze bedoelde papieren proberen op te sporen. Hij verzoekt ze per omgaande aangetekend terug te sturen. Dat doet Bert, bij wie de aanpak van Jacobs duidelijk niet goed is gevallen. Frits Neomagus heeft de auteur ooit beloofd het dossier te zijner tijd aan hem te geven. Jacobs heeft het dossier desgevraagd op 24 juli 1961 opgezonden aan de auteur. Het is in de jaren zestig de basis geworden voor de huidige Genealogie Neomagus. De correspondentie met Jacobs zit in het dossier.
Overlijdens
ARA, Ministerie van Kolonieën, ambtenaren Nederlandsch-Indië, deel II, letters H-O, U-1, 324.↩
Persoonskaart CBG, kopie in FAJN.↩
De zoons Guus en Joop hebben hun wetenswaardigheden begin jaren tachtig verteld aan de auteur.↩
GA Rotterdam, gezinskaart.↩
Deze functie staat op zijn persoonskaart. Kopie in FAJN.↩
deel VI, XII-9.↩