IX-17b Militieregisters
Comments : Off
In 1811 wordt in Nederland de dienstplicht (conscriptie) ingevoerd. Omdat er met vrijwilligers alleen niet wordt voldaan aan de norm van één militair op honderd inwoners, bestaat de Nationale Militie (= krijgsmacht, leger) ook uit ingelote dienstplichtigen. Voor de loting dient iedere mannelijke inwoner, in het jaar dat hij negentien wordt, zich in januari in te schrijven in de woonplaats van zijn ouders. Er wordt publiekelijk geloot per kanton (groep gemeenten).
Vrijstelling
Wie ingeloot is kan eerst proberen vrijstelling te krijgen. Bijvoorbeeld omdat hij te klein is (onder 1.55 meter), een lichamelijk gebrek heeft of een of meerdere broers heeft die al in dienst zijn (geweest). Zo is Frits Neomagus (X-12) vrijgesteld omdat zijn oudere broer Willem (X-9) in dienst is geweest.
Remplaçant
Is er geen reden tot vrijstelling, dan kan de loteling een remplaçant (vervanger) proberen te vinden of een ‘nummerverwisselaar’. Dat is iemand die dat jaar is uitgeloot maar zijn nummer ruilt met iemand die is ingeloot. Het inzetten van een vervanger kost overigens wel geld. Het systeem heeft veel invloed op het aantal jongemannen dat als vrijwilliger in dienst gaat. Men verdient namelijk meer als men zich laat inkopen als vervanger dan zich aan te melden als vrijwilliger. Daarom is het remplaçantenstelsel in 1898 afgeschaft en vervangen door de persoonlijke dienstplicht.