• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

08
MRT
2010

3. Gerardus Geldenhauer Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

1482-1542, hervormer en historicus

Dit is de laatste pagina van een brief van Gerardus Geldenhauer Neomagus aan keizer Karel V in 1528, ondertekend met Noviomagus Gerardus.

Het bekendste niet-familielid Neomagus is Gerardus Geldenhauer. Die naam betekent volgens Hendriks iemand die munten slaat of bewaart. De schrijfwijze Geldenhauer van Prinsen en anderen is volgens Hendriks onjuist. Ook Bejczy gebruikt de schrijfwijze Geldenhouwer Neomagus. In dit artikel wordt Geldenhauer aangehouden, de schrijfwijze die Jacob Prinsen in 1898 gebruikt in zijn proefschrift. In enkele genealogische publicaties wordt hij ten onrechte gezien als de stamvader van de Neomagi. Er is zelfs een kwartierstaat waarin hij onjuist is opgevoerd. Pater Frits Neomagus (1903-1964), die zich enige tijd in de geschiedenis van zijn familie heeft verdiept, vertelt in de familiekring dat zijn stamvader hofkapelaan is van Karel V. Dat is Gerard Geldenhauer geweest.

Nijmegenaar

Hij komt in 1482 in Nijmegen ter wereld als zoon van Gerardus Geldenhauer en Richilda de Beijer. Gerardus jr. noemt zich later ook Gerardus Noviomagus. Zijn vader is kamerdienaar bij de hertogen van Gelder. In het poorterboek van Nijmegen komen in 1420 voor Dirck en Rycquyn Geldenhouer, mogelijk voorvaderen. Gerardus studeert in Deventer aan de Latijnse school, waar bekende humanisten les geven. Hij besluit priester-kloosterling te worden en zet zijn studie voort bij de Augustijnen in Asperen. Na het afleggen van zijn geloften stuurt zijn overste hem naar Leuven, waar de paters een huis hebben voor studenten aan de universiteit.

Hofkapelaan

In 1514 komt Geldenhauer in dienst van het Habsburgse hof. Karel II van Oostenrijk, de latere Karel V, benoemt Gerardus tot hofkapelaan. In 1515 wordt hij toegevoegd aan Philips van Bourgondië, een bastaardzoon van Philips de Goede, admiraal van de vloot van Vlaanderen, in wiens huis in Brussel of Middelburg hij vertoeft. Hij verblijft ook vaak in Leuven waar hij onder meer werkt met Dirk Martens uit Aalst, de eerste Belgische (boek)drukker. Hij verzorgt uitgaven van Erasmus, waaronder de eerste druk van diens Utopia, en van Thomas More en publiceert ook zelf. Gerardus uit scherpe kritiek op sommige kerkelijke toestanden, zoals dit onder humanisten gebruikelijk is. Hij kiest daarvoor de satire als zelfstandig genre in de letterkunde. In 1517 geeft keizer Maximiliaan hem in Tienen een lauwerkrans voor een lofdicht op de Germanen.

Secretaris

In mei 1517 wordt Philips bisschop van Utrecht. Geldenhauwer gaat als zijn secretaris met hem mee, vergezelt hem op zijn reizen en verzorgt als hofhumanist de drukke correspondentie. Gerardus blijft ook aan het hof van de bisschop in Wijk bij Duurstede actief schrijven en corresponderen, onder meer met Erasmus. Die moedigt hem in april 1518 aan om vooral te blijven zoals hij is. Maar Gerardus Geldenhauwer Neomagus kiest na een vergelijkende studie van de katholieke en de hervormde leer voor de laatste.

Luther

Op 7 april 1524 sterft Philips van Bourgondië. Gerardus neemt zijn intrek bij diens zoon in Antwerpen en treedt daarna in dienst van Maximiliaan van Oostenrijk, abt van Middelburg, neef van de overleden bisschop, een groot beschermer van de humanisten. Gerardus kan die post niet weigeren, maar speelt met de gedachte naar Luther te gaan. Op 17 september 1525 begint hij vanuit Antwerpen zijn (voet)reis via Deventer, Osnabrück, Brunswijk en Maagdenburg naar Wittenberg, waar hij Luther begin november ontmoet en sterk onder de indruk komt van diens leer.

Huwelijk

In Deventer bezoekt hij de Lutherse predikant Johan Lydius (Van Leiden), wiens zoon Johannes later in Wittenberg studeert en wiens kleinzoon Martinus Lydius hoogleraar is in Franeker.1 Rovers overvallen Gerardus op de terugweg; hij overleeft nauwelijks. Hij voelt zich bij zijn terugkeer als lutheraan niet veilig in de Nederlanden. In het voorjaar van 1526 gaat Gerardus naar Straatsburg en eind 1526 trouwt hij in Worms. Zijn zoon Eobanus Geldenhauer is later predikant in Emden.

Breuk met Erasmus

Pas op 13 november 1526 legt hij persoonlijk getuigenis af. Daaruit blijkt, dat hij al acht jaar tevoren is gaan nadenken. Hij geeft toe een aantal mensen te hebben bedrogen omdat hij al die tijd naar buiten toe het humanisme heeft gesteund. Met kerstmis 1527 gaat hij weer naar Straatsburg om als leraar de kost te verdienen. Hij publiceert enkele fragmenten uit het werk van Erasmus als propagandamateriaal tegen de doodstraf voor ketterij. De humanist Erasmus heeft veel te stellen met katholieke tegenstanders die hem lutherse sympathieën aanwrijven. De overgang naar de hervorming leidt tot een breuk tussen Geldenhauer en Erasmus, die hem in een geschrift van 4 november 1529 de spotnaam Vulturius Neocomus geeft. Vultur staat voor gieraard en comus voor dwaas. Er vloeit een polemiek tussen tal van godgeleerden uit voort die jarenlang aanhoudt. Geldenhauer blijft Erasmus niettemin ook in zijn latere jaren eren en publiceert in 1838 een vleiende lijkrede voor de twee jaar tevoren gestorven Rotterdammer.

Marburg

Philips I, bijgenaamd de Grootmoedige, landgraaf van Hessen, aanvoerder van de protestantse vorsten in het Duitse Rijk, sticht in 1527 een universiteit in Marburg, de eerste protestantse universiteit in Duitsland. Hij weet Geldenhauer aan zich te binden. In oktober 1531 wordt Gerardus Geldenhauer Neomagus rector en docent poëzie in Augsburg, een jaar later, in oktober 1532, in Marburg hoogleraar geschiedenis. Philips van Hessen benoemt hem op 16 augustus 1534 tot professor in de nieuwtestamentische theologie. Hij voert met regelmaat politieke missies uit voor zijn vorst, met name als de zaak van het protestantisme op het spel staat.
In 1538 wordt Willem van Kleef hertog van Gelre. De met heimwee kampende Geldenhauer hoopt vergeefs als gezant van Hessen naar Gelre te worden afgevaardigd. Hij is de laatste jaren van zijn leven lichamelijk en geestelijk zwak, draagt zijn ambt over en sterft op 10 januari 1542 aan de pest.

Historicus

Gerard Geldenhauer Neomagus vestigt zijn naam als historicus met twee werken over het Bataafse verleden, waaronder Historica Batavica uit 1530. In 1529 verschijnt zijn biografie van Philips van Bourgondië. In 1538 schrijft hij twee ‘vorstenspiegels’, verhandelingen over hoe de vorst zich als persoon en als bestuurder heeft te gedragen, en draagt ze op aan Willem van Kleef. Maar hij schrijft bijvoorbeeld ook een boekje over de opvoeding in het huisgezin en op school.2

Straatnaam

Op het eind van de 19de eeuw breidt Nijmegen sterk uit. Er komen nieuwe straten en die hebben een naam nodig. Het college van burgemeester en wethouders kiest onder meer voor de vernoeming van bekende inwoners uit de historie. Van 29 mei 1891 is het voorstel aan de gemeenteraad om ook Geldenhauer met een straat te eren. In de toelichting staat: ‘Gerard Geldenhauer, Gerardus Neomagus, geboren te Nijmegen, bekend geleerde, vriend van D. Erasmus’.
In de raadsvergadering van 6 juni zegt de heer Berends dat dit de enige naam is waartegen hij iets in te brengen heeft, vooral wegens den grond waarop hij wordt voorgesteld, dat Geldenhauer namelijk een vriend van Erasmus zou zijn geweest. Het raadslid blijkt zich in Geldenhauer te hebben verdiept: hun vriendschap heeft alleen hierin bestaan, dat Geldenhauer afzonderlijke gedeelten uit de geschriften van Erasmus zoo heeft voorgesteld, dat hij daaruit Erasmus gevoelens kon toedichten die deze nooit heeft gekoesterd, waarop Erasmus hem op zijne gewone scherpe en dikwijls kwetsende manier op zijn plaats heeft gezet.
De gemeenteraad besluit de straat Straalmansweg te noemen, in 1896 veranderd in Straalmanstraat, genoemd naar de Nijmeegse burgemeester Paulus baron Straalman (1753-1828). De Straalmanstraat is een zijstraat van de Berg en Dalseweg.

Jacob Prinsen

In 1898 promoveert de neerlandicus Jacob Prinsen (1866-1935) op een proefschrift, getiteld Gerardus Geldenhauer Noviomagus, bijdrage tot de kennis van zijn leven en werken. In 1901 volgt nog een uitgave over Geldenhauer. Prinsen geeft meer dan twintig jaar Nederlands aan de rijkskweekschool in Nijmegen. In 1919 volgt zijn benoeming tot hoogleraar in Amsterdam.

Bronnen:

  • Olaf Hendriks, artikel in De Katholiek, Nijmegen, juni 1956
  • Jacob Prinsen, Gerardus Geldenhauer Noviomagus, proefschrift, ’s-Gravenhage 1898, kopie in FAJN.
  • L. Knappert, Het ontstaan en de vestiging van het protestantisme in de Nederlanden, Utrecht 1924
  • B. Glasius, Biografisch woordenboek van Nederlandse godgeleerden, deel I, ’s-Hertogenbosch 1851
  • Istvan Bejczy e.a., Gerard Geldenhouwer van Nijmegen, Historische werken, Hilversum 1998.

  1. Gens Nostra 64 (2009), p. 715.↩

  2. Veel van zijn werken in de KB↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.