• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

08
MRT
2010

18. Hervorming in het graafschap Moers

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off
Voor een beter inzicht in de geschiedenis van de familie Neomagus, is het nuttig kennis te hebben van hetgeen er op politiek en religieus gebied in de eerste helft van de 16de eeuw gebeurt in het graafschap Moers, uitspraak Meurs. Er is geen scheiding tussen kerk en staat. In dit deel van het Duitse rijk benoemt niet de keizer, maar de (keur)vorst van het prinsdom, graafschap of hertogdom de bisschoppen. Veel vorstelijke personen hebben tevens hoge kerkelijke functies. Zo is graaf Dietrich von Moers in 1414 ook aartsbisschop van Keulen, zijn broer Heinrich von Moers bisschop van Munster en een andere broer Walram von Moers bisschop van Utrecht. In 1510 heet de graaf van Moers: Wilhelm von Wied, terwijl zijn broer Hermann von Wied dan aartsbisschop van Keulen en keurvorst is.

Maarten Luther

De 34-jarige Augustijner monnik Maarten Luther kondigt op 31 oktober 1517 zijn 95 stellingen af op de deur van de slotkerk van Wittenberg. De stellingen zijn gericht tegen de leer en de praktijk van de aflaten, met name van de Pietersaflaat, bedoeld ter financiële ondersteuning van de nieuwbouw van de St. Pieter in Rome. Een aflaat geeft kwijtschelding van een kerkelijke straf. In een periode van verwatering van het geloofsleven kan men voor geld aflaatbrieven kopen. De aflaat wordt zo een middel om aan geld te komen. Kerk en staat verdelen de opbrengst.1

 

De pas uitgevonden drukpers2 zorgt voor een snelle verspreiding van de nieuwe leer. De paus doet Luther in de ban. Hij krijgt van keizer Karel V de gelegenheid zich in 1521 te verdedigen op de Rijksdag van Worms, waar de keurvorsten bijeen zijn. Hij kan de keizer niet overtuigen, maar veel keurvorsten – die zelf beslissen over de religie in hun gebied – voelen wel voor vernieuwing van de kerk. De van de keurvorsten afhankelijke keizer geeft Luther daarna een vrijgeleide. Zijn leer vindt ook weerklank in het graafschap Moers. Al in 1528 houdt de voormalige monnik Herman Staprade, afkomstig uit de Nederlanden, als eerste in Moers een hervormde preek.

Rijksdagen

In 1518 trouwt Anna, dochter van graaf Wilhelm von Wied, met graaf Wilhelm von Neuenahr-Bedburg. Hij is vanaf 1519 de graaf van Moers en noemt zich graaf Von Neuenahr und Moers. Er is geen eenstemmigheid in de familie over de te volgen lijn inzake de nieuwe leer. Wilhelm von Neuenahr neemt al vroeg een kritische houding aan ten opzichte van het katholicisme. Des te pijnlijker is het voor hem, dat zijn zwager aartsbisschop Hermann von Wied (1477-1552) van Keulen in 1529 twee lutheranen ter dood laat brengen. De naam protestant ontstaat in dat jaar, 1529, op de Rijksdag van Spiers, waar lutherse vorsten een ‘protestatie’ aanbieden tegen de handelwijze van de roomse keizer. Petrus Canisius Neomagus, student in Keulen, is een van de tegenstanders van Von Wied.

 

In dezelfde periode is Hermann von Neuenahr, broer van graaf Wilhelm, als proost verbonden aan de domkerk en als kanselier aan de universiteit van Keulen. Als humanist staat ook hij kritisch tegenover de kerk van Rome. Veel bijbelse humanisten zijn wegbereiders voor de hervorming. Desiderius Erasmus (1463-1536) is een van hen. Hij correspondeert onder meer met Luther en met Gerardus Geldenhauer Neomagus, geen familie.

 

De broers Hermann en Wilhelm von Neuenahr vergezellen hun zwager Hermann von Wied, de aartsbisschop en keurvorst van Keulen, in 1530 naar de Rijksdag in Augsburg, waar de godsdienstkwesties op de agenda staan. Luthers rechterhand Phillipp Melanchton stelt er de Augsburgse Confessie op. Hermann von Neuenahr sterft in Augsburg. Keizer Karel V vraagt Wilhelm te bemiddelen tussen de partijen. Graaf Wilhelm kiest opnieuw voor de hervorming en wordt een overtuigd protestant.

Luthersgezind

In 1531 laat de graaf een kerkstatuut opstellen voor de godsdienstbeoefening in de gemeenten van het graafschap. Hij laat de verkondiging van het ‘zuivere evangelie’ toe en stelt het grafelijk slot in Moers open voor mensen die voor hun lutherse geloofsovertuiging moeten wijken. In 1536 benoemt hij de uit Utrecht en Kleef verdreven luthersgezinde priester Heinrich Bommelius (Hendrik van Bommel, 1500-1570) tot hofpredikant. Hij is in de Nederlanden te kritisch en moet uitwijken. Hetzelfde geldt voor de voormalig secretaris van bisschop Filips van Utrecht, Gerardus Geldenhauer Neomagus, die in Marburg terecht komt. Bommelius wordt gezien als de werkelijke hervormer van het graafschap.

 

Aartsbisschop Hermann von Wied is inmiddels ook overtuigd, haalt de Straatsburgse hervormer en vriend van Calvijn Martin Bucer naar Bonn en stelt in 1543 een hervormde kerk- en godsdienstordening op. De paus doet de aartsbisschop in 1546 in de ban en zet hem uit zijn ambt, de keizer zet hem af als keurvorst. Het kapittel van de domkerk dwingt hem in 1547 afstand te doen. Hermann von Wied trekt zich terug en blijft het protestantisme trouw tot zijn dood in 1552.

Godsdienstvrede

Graaf Wilhelm von Neuenahr und Moers richt zich op een vreedzame overgang van katholiek naar protestant. Met Pasen 1543 is in Bonn de eerste hervormde kerkdienst. Vanaf hetzelfde jaar komen evangelisch gezinde predikers vier keer per jaar in Moers bijeen. De graaf ontneemt de Karmelieten hun kerk ten behoeve van de hervormde diensten. Ze blijven hun klooster bewonen, ook al worden ze in de uitoefening van hun godsdienst aan banden gelegd.

 

Standbeeld van graaf Hermann von Neuenahr in Krefeld.

De graaf van Moers sterft in 1553 en zijn zoon Hermann (1519-1578) volgt hem op. Die maakt van de doorvoering van de reformatie in het graafschap Moers zijn levenswerk. Bij de godsdienstvrede van Augsburg in 1555 wordt nog eens vastgelegd dat de landsheer beslist over de geloofskeus in zijn gebied. Vanaf 1558 worden aan het hof van de graaf geen katholieke kerkdiensten meer gehouden. Dat is ook het jaar dat Hermann de prior-monnik van de Karmelieten, Johannes Eusebius Neomagus, stamvader van de familie, overhaalt om de hervorming aan te hangen en hem benoemt tot eerste predikant in Budberg.

Protestants gebied

Graaf Hermann voert de nieuwe kerkordening in 1560 in – het jaar van de dood van Melanchton – en verklaart het graafschap tot ‘evangelischen territorium’, protestants gebied. Het gaat dan nog om de leer van Luther. In hetzelfde jaar doet de graaf zijn persoonlijke belijdenis in de Bonifatiuskerk van Moers.

Calvinisme

Hermann is in 1538 getrouwd met Magdalena von Nassau-Dillenburg, een zus van Willem van Nassau, beter bekend als Willem van Oranje (1533-1584), die dus zijn zwager is. Willem is in Dillenburg tot zijn elfde jaar luthers opgevoed en daarna rooms-katholiek grootgebracht aan het hof van keizer Karel V in Brussel. Willem van Oranje trouwt in 1561 (tweede huwelijk) met Anna van Saksen, dochter van de keurvorst van Saksen. Hij stemt in met het Duitse stelsel (godsdienstvrede van Augsburg), inhoudend dat de vorst de religie bepaalt. In 1564 pleit hij voor het stopzetten van de vervolgingen van niet-katholieken. Lutheranen en met name calvinisten gaan nu openlijk voor hun religie uitkomen.
Wanneer de namens koning Philips II optredende landvoogdes in 1566 draalt met haar antwoord op het verzoek van de lage adel om de maatregelen (plakkaten) tegen de andersdenkenden te verzachten, gaan de calvanisten hagepreken houden, gevolgd door de Beeldenstorm. In 1573 stelt Willem van Oranje zich openlijk op achter het calvinisme. Van Luther kan gezegd worden dat hij aan het hoofd staat van een ‘beweging’, terwijl Calvijn de grondlegger is van een ‘systeem’. Het is ook Calvijn die in 1559 een opleiding voor predikanten sticht.3

Gereformeerde kerk

Niet alleen door de keuze van de overigens gematigde Willem van Oranje, ook door de komst van uit de Nederlanden afkomstige vaak gevluchte predikanten, krijgt het calvinisme voet aan de grond in het Rheinland. De officiële naam is in 1571 bij de Synode van Emden vastgesteld: de Nederduitse gereformeerde kerk, kortweg de gereformeerde kerk. Tijdens deze synode wordt de Heidelberger Catechismus aangenomen als leidraad en wordt ook de organisatie van de kerk, de kerkorde vastgesteld.

 

De synode is gehouden in overleg met leden van (vluchtelingen)gemeenten in de Palts en het Rheinland. Predikanten en ouderlingen uit het Rheinland zijn zodoende aanwezig. De synode is in Emden in de week van de jaarmarkt (4 tot 13 oktober), zodat reizigers niet opvallen en de deelnemers aan de synode veilig reizen. Bij de Unie van Utrecht in 1579 wordt het calvinisme de bevoorrechte godsdienst in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

 

Meurs rond 1850. Rechts het gymnasium (foto Wikipedia).

Graaf Hermann heft het klooster van de Karmelieten in 1573 op en maakt er een ‘reformierten höhere Schule’ van, een Lateinschule. Adolf, burggraaf van Keulen, is getrouwd met Hermanns zus Amalia Walpurgis. Hij volgt de in 1578 kinderloos gestorven Hermann op en noemt zich voortaan ook graaf Adolf von Neuenahr und Moers (1545-1589). Onder graaf Adolf wordt de hogeschool in 1582 het nog steeds bestaande Gymnasium Adolphinum, een zogenaamde illustere school. Veel Neomagi krijgen er les alvorens naar een universiteit te gaan. Het Rheinland valt organisatorisch onder de Kleefse Synode met drie classes: de Classis Wesel waartoe Orsoy behoort, de classis Kleef waaronder Kervenheim valt en de classis Moers waartoe Budberg en Baerl behoren. Genoemde plaatsen kennen alle een Neomagus als predikant.

In het Rheinland is het graafschap Moers op de linker Rijnoever het enige geheel gereformeerde land en wordt een toevluchtsoord voor vervolgden.

Predestinatie

Afbeelding van graaf Adolf von Neuenahr.

De calvinistische leer verbreidt zich vanaf 1560 vanuit Wesel. Maar eerst in 1580 gaat het vorstendom Moers onder graaf Adolf, die ook stadhouder is van Overijssel, Gelder en Utrecht, officieel over op het calvinisme. Willem van Oranje’s zoon prins Maurits, vanaf 1600 tevens graaf van Moers, kiest ook nadrukkelijk voor de strenge leer. Dat blijkt uit zijn houding in de strijd tussen de ruimerdenkende remonstranten onder aanvoering van Johan van Oldenbarneveldt en de contraremonstranten die in Maurits een voorvechter vinden. De predestinatie of voorbeschikking, uitverkiezing, is het belangrijkste geschilpunt. De contraremonstranten menen dat God vooraf heeft bepaald wie zalig wordt en wie niet. De strijd eindigt in 1619 voor Van Oldenbarneveldt aan de galg. In hetzelfde jaar kiest de Dordtse Synode voor de strenge leer.

Heidelberger Catechismus

Het calvinisme heeft als belangrijkste leerboek de Heidelberger Catechismus. Dit leerboek is geschreven door Zacharias Ursinus, hoogleraar dogmatiek aan de universiteit van Heildelberg, in opdracht van keurvorst Frederik III van de Palts. Aard en positie van het avondmaal vormen de aanleiding. Ook in het graafschap Moers wordt de Heidelberger Cathechismus de leidraad.

Sombere moraal

In feite wordt het graafschap Moers dus om politiek-staatkundige redenen calvinistisch. Andere Duitse vorsten kiezen op inhoudelijke gronden voor de calvinistische leer. Het calvinisme kent een strenger georganiseerd geloofsmodel en een krachtiger mogelijkheid om de bevolking ook op het gebied van de publieke zeden om te vormen. Johannes Calvijn en met name zijn opvolgers preken met een sombere moraal: soberheid, ernst, arbeid en wilstraining, dus geen dansen, spelen, fleurigheid en opschik. De predestinatie mag niet leiden tot een lijdelijke levenshouding. Calvijn neemt daarmee afstand van het steeds grotere verval op zedelijk gebied, levensstijl, kortom de algehele verruwing van het gewone leven onder de katholieken. Hij vindt de Neomaguspredikanten onder zijn volgers. Evangelische gemeenten als Budberg, Baerl en Orsoy, plaatsen die een Neomagus als predikant hebben gehad, zijn anno 2000 nog steeds relatief streng in de leer.

Fusies

Frederik Willem II van Pruisen brengt de gereformeerde (calvinistische) en lutherse kerk in 1817 samen in de Union.4 Sindsdien is sprake van Evangelische Gemeinden. Een jaar eerder, in 1816, komt in Nederland de Nederlandse Hervormde Kerk tot stand, waartoe ook de vroegere Nederduitse gereformeerde gemeenten behoren. Sindsdien is sprake van Hervormde gemeenten. De term gereformeerd is in Nederland bij een latere afsplitsing teruggekomen en staat los van begrip gereformeerd uit de periode vóór 1816. In december 2002 zijn hervormde, lutherse en gereformeerde kerk samengegaan in de Protestantse Kerk van Nederland, PKN.

Oranje-Nassau

Amalia Walpurgis von Neuenahr und Moers.

Van 1578 tot 1600 is Hermanns zus Amalia Walpurgis gravin. Voor de Nassause Domeinraad heet ze gravin Walburg van Nieuwenaar. Zij huwt eerst graaf Philip von Montmorency-Hoorn, in 1560 als Graaf van Hoorn in Brussel onthoofd, daarna de al genoemde graaf Adolf, die in 1589 sterft. De gravin wijst prins Maurits van Oranje-Nassau in 1594 aan als erfgenaam van het graafschap en de stad Moers (en van de heerlijkheid Krakau). Hij lijft het graafschap in 1597 in, na het verdrijven van Spaanse troepen die er elf jaar heersen en het calvinisme verbieden.

 

Het kasteel van Moers.

Prins Maurits, zoon van Willem van Oranje en de tweede stadhouder van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, woont vaak in Moers. Amalia sterft op 25 mei 1600. Maurits volgt haar dan op, wordt er op 12 augustus 1601 ingehuldigd en laat er de wiskundige Simon Stevin (1548-1620) tussen 1601 en 1609 een citadel met kasteel bouwen. De Oranjes zwaaien er in feite zo’n honderd jaar de scepter en het slot waarin zij wonen staat er nog. De koning van Pruisen neemt in 1702 bezit van het graafschap op grond van zijn aanspraken op de erfenis van stadhouder Willem III. Pas in 1712 erkent Moers de koning.

Generaliteitslanden

Na het einde van de Tachtigjarige Oorlog met de Vrede van Munster in 1648, is het calvinisme min of meer de staatsgodsdienst, zowel in de Republiek als in de Generaliteitslanden en in de Duitse gebieden die onder de stadhouders van Oranje-Nassau vallen. De Generaliteitslanden hebben geen stem in het landsbestuur en worden rechtstreeks door de Staten-Generaal in Den Haag bestuurd. Het zijn overwegend katholieke streken in het zuiden, die als het ware een buffer vormen met de Spaanse, later Oostenrijkse Nederlanden, globaal het huidige België. Tot de Generaliteitslanden behoren Zeeuws-Vlaanderen, delen van de huidige provincie Limburg en het grootste deel van Noord-Brabant, ook wel aangeduid als Staats-Brabant.

Gelderse Synode

De afkondiging van de Vrede van Munster is op 5 juni 1648. Al op 8 juni komt een aantal predikanten bijeen in de Stevenskerk van Nijmegen als vertegenwoordigers van de Classis Nijmegen van de Gelderse Synode. Op 1 juli 1648 nodigt de classis Samuel Neomagus, sinds 1643 predikant in Gennep, dan nog behorend tot Land van Kleef, uit om predikant te worden in Sambeek in het Land van Cuijk. Dat behoort tot het Generaliteitsgebied sinds prins Maurits in 1602 Grave heeft veroverd. Deze Samuel is de eerste predikant Neomagus in de Nederlanden.

 

Op de Grote Vergadering te ‘s-Hertogenbosch, van 23 juli tot 15 december 1648, besluit men in de Meierij en de Kempen gereformeerde gemeenten te vormen, predikanten te beroepen, schoolmeesters te benoemen, traktementen vast te stellen, reglementen te maken en regels op te stellen voor het examineren van de kandidaat-predikanten. De Gelderse Synode krijgt er twee classes bij: ‘s-Hertogenbosch en Peel en Kempenland met samen 64 gereformeerde gemeenten. In 1652 gevolgd door de classis Maastricht.

 

In 1648 is de uit Friesland komende Bernardus Waterbeek predikant in Bakel, een van de eerste predikanten in dit deel van Brabant. Hij is de schoonvader van de in Orsoy in het Rheinland geboren Theodorus Neomagus, die in 1677 het dan Gelderse Dieden als eerste standplaats heeft en daarna in de Brabantse Kempen terecht komt.

Pruisen

Met stadhouder Willem III sterft in 1702 de laatste graaf van Moers. In dat jaar komt het via vererving als vorstendom aan de koning van Pruisen, samen met het graafschap Lingen. Lingen legt zich hierbij neer, maar voor Moers is een militaire actie nodig. Ook de predikanten bieden verzet tegen het nieuwe bewind. De meesten schikken zich, vier Oranjegetrouwe predikanten moeten het veld ruimen en krijgen een beroep in de Nederlanden.5 Daartoe behoort niet Johannes Neomagus (VI-8), die uitgerekend in 1702 van Hooge en Lage Mierde naar Baerl komt en later tot ongenoegen van zijn collega’s in het graafschap het bewind van de Pruisische koning blijkt te steunen. Toch ligt het niet voor de hand hem weg te sturen, want hij neemt juist op verzoek van de Baerler gemeenschap de plaats in van een predikant die niet om zijn politieke maar zijn godsdienstige opvattingen het veld ruimt.

Moers en Oranje

Van de 12.580 predikanten die in de Nederlanden zijn beroepen tussen 1572, het jaar waarin Holland en Zeeland bevrijd worden van de Spaanse overheersing en de gereformeerde kerk het voor het zeggen krijgt, en 1816, het jaar waarin de Nederduitse gereformeerde kerk de Nederlandse hervormde kerk wordt, zijn er 1032, dat is ruim 8 procent, afkomstig uit de Duitse gebieden. Daarvan levert het Rheinland tot 1750 zo’n 13,5 procent van de in de Generaliteitslanden beroepen predikanten. Na 1750 zakt dat percentage om de hiervoor aangegeven redenen tot 8. Binnen het Rheinland neemt het graafschap Moers een bijzondere plaats in omdat het vanwege de band met het huis van Oranje een personele unie vormt met de Nederlanden. Vandaar ook dat heel wat jongens uit Moers en omgeving een roeping voor het predikambt volgen en dat een aantal van hen, waaronder Neomagi, in Nederlandse gemeenten terecht komt.6 Hetzelfde geldt ook voor het aangrenzende hertogdom Julich-Kleef-Berg, in 1632 op de Spanjaarden heroverd en tot 1672 Nederlands.

1558, de eerste predikant Neomagus

De eerste evangelische gemeente is in 1547 Orsoy, in 1558 gevolgd door buurgemeente (Nieder-)Budberg. De pastoor van Moers gaat in 1560 met zijn gemeente over naar de nieuwe religie. In hetzelfde jaar wordt Repelen evangelisch,  Baerl en Hoch-Emmerich volgen in 1561, Sonsbeck in 1564, Halen en Homberg (1571) en Neukirchen (1574) en Vluyn (1580) bieden nog lang tegenstand.7 Het nabije Rheinberg volgt ook in 1580. Johannes Eusebius Neomagus is van 1558 tot 1571 de eerste predikant in Budberg en van 1571 tot zijn dood in 1582 de eerste predikant van Halen en Homberg. Hij is daarmee de eerste predikant Neomagus. Tot omstreeks 1580 zijn de protestantse gemeenten in het graafschap Moers luthers, daarna onder invloed van de Oranjes calvinistisch van leer en organisatie.

1648, de eerste predikant Neomagus in Brabant

Als in 1648 de Tachtigjarige Oorlog eindigt met de Vrede van Munster, zwaaien de Oranjes de scepter over de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, over Staats-Brabant, én onder meer over het graafschap Moers. In het rooms-katholieke Staats-Brabant, voor een belangrijk deel overeenkomend met de huidige provincie Noord-Brabant, is behoefte aan predikanten van wat dan officieel de Nederduitse gereformeerde religie is.
De eerste Neomagus die in deze contreien aan de slag gaat is, zoals gezegd, in 1643 Samuel Neomagus, die dan naar Gennep gaat, nu gelegen in Limburg dan in het hertogdom Kleef, en vanaf 1648 predikant is in Sambeek, in het Land van Cuijk. Samuel, in 1640 theologiestudent in Utrecht, is daarmee de eerste uit het Rheinland afkomstige predikant Neomagus in het huidige Noord-Brabant.

Opkomst en ondergang

Het jaar 1693 is een opmerkelijk hoogtepunt als het om predikantsbenoemingen gaat. Drie (achter)kleinzoons van de legendarische Johannes Neomagus uit Baerl worden dan beroepen in drie aan elkaar grenzende hervormde gemeenten:
  • Theodorus (V-5), zoon van Hendrich (IV-1), wordt beroepen in Eersel,
  • Johannes (V-7), zoon van Johannes (IV-3), komt naar Vessem,
  • Johannes (VI-8), zoon van Petrus V-6), krijgt Hooge en Lage Mierde als standplaats.
Vijftig jaar na de Vrede van Munster bezetten tal van leden van de familie Neomagus en verwante families predikantsplaatsen in Staats-Brabant. Nog geen honderd jaar later is niets van hun invloed over en is er nog één dominee Neomagus: Sebastiaan, die in 1827 in Hilvarenbeek overlijdt. Hij is een kleinzoon van Johannes uit Vessem. In de Nationale Vergadering van 5 augustus 1796 wordt de scheiding tussen kerk en staat uitgesproken en komt een eind aan de bevoorrechte positie van de protestanten.

 

In totaal levert de familie Neomagus 15 dominees, terwijl er zo’n 60 met de familie verwante dominees zijn: schoonvaders, schoonzoons, kleinzoons, zwagers, neven en ‘verre’ verwanten.8

  1. De Jong, p 80.↩

  2. Johannes Gutenberg uit Mainz wordt gezien als de uitvinder van de boekdrukkunst in 1473.↩

  3. De Jong, Nederlandse Kerkgeschiedenis, FAJN.↩

  4. Van Lieburg, p 237.↩

  5. Van Lieburg, p. 221.↩

  6. Van Lieburg, p 220. ↩

  7. Rotscheidt, Monatshefte 1911, p 3 tot 14.↩

  8. Zie verder artikel 06 ‘Familie met vijfenzeventig predikanten’.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.