09. Johannes Smetius over de naam Neomagus
Johannes Smetius, oorspronkelijk Smith (1590-1651), is een Nijmeegs predikant, oudheidkundige, verzamelaar en auteur over de geschiedenis van zijn stad. Zijn hoofdwerk is het in het Latijn geschreven Oppidum Batavorum, seu Noviomagum, vertaald als Nijmegen, stad der Bataven, geschreven in 1644/1645. Bij zijn dood is hij bezig aan een stadskroniek en een catalogus van zijn collectie Romeinse vondsten. Zijn zoon Johannes heeft beide voltooid en zijn broer Reinier heeft ze uitgegeven als de Chronyck van de oude stadt der Batavieren en Antiquitates Neomagenses, Nijmeegse antiquiteiten. Johannes’ grafzerk is in de Stevenskerk te bezichtigen. Daarop staat in het Latijn: de stad gaf hij terug aan de oude Bataven, de kerk aan de rechtzinnige gelovigen.
Keltische oorsprong
Bij gelegenheid van de opening van museum Het Valkhof is in 1999 een vertaling verschenen van Oppidum Batavorum.1 Smetius wijdt een heel hoofdstuk aan de oorsprong van de naam Noviomagus of Neomagus. Hij zegt dat vaststaat dat steden waarvan de naam op magum of magus eindigt een daarmee bewezen hoge ouderdom bezitten en van Gallische, kortom Keltische oorsprong zijn. Daar doet de toevoeging novio of neo niets aan af. Met een verwijzing naar geschriften van de Griekse geograaf Ptolemaeus uit de tweede eeuw, somt Smetius een tiental steden met de naam Neomagus op die al in het oude Gallië bestaan. De Galliërs zijn een Keltisch volk.