19. Overeenkomsten in leer, liturgie en kerkorde
Comments : Off
In 1996 promoveert Fred van Lieburg aan de Vrije Universiteit van Amsterdam op het proefschrift Profeten en hun vaderland, de geografische herkomst van de gereformeerde predikanten in Nederland van 1572 tot 1618. Daarin komen voor de geschiedenis van de familie Neomagus zeer herkenbare situaties voor. Ik neem de vrijheid er een aantal zaken uit te lichten. Het zijn geen letterlijke citaten.
Iets gemeenschappelijks
De vorming van de Noord-Nederlandse staat is een onderdeel van de vorming van een omvangrijker netwerk van gereformeerde staten, dat ook een deel van het Duitse rijk omvat. Daarbij gaat het vooral om de strook langs de oostgrens van de Nederlandse gewesten. De gereformeerde kerk neemt in de Republiek der Zeven Provinciën, na de Vrede van Munster in 1648, een politiek bevoorrechte positie in. Het Duitse calvinisme heeft een minderheidspositie tegenover de rooms-katholieken en lutheranen. Toch bestaat er enkele eeuwen over de grenzen heen iets gemeenschappelijks.
Overeenkomsten
Zo ontlenen de calvinisten de Heidelbergse catechismus en een aantal formulieren voor de eredienst aan de in 1563 ingevoerde kerkorde van de Duitse Keurpalts. Het gereformeerde grensgebied van Duitsland levert predikanten aan de Noord-Nederlandse loot van het calvinisme. Dankzij de overeenkomsten in leer, liturgie en kerkorde vormt zich een gemeenschappelijke arbeidsmarkt waarin proponenten en predikanten over en weer worden beroepen. De opleiding van het predikantencorps geeft wellicht de opvallendste eenheid tussen de Nederlanden en de Duitse landen te zien. Willem van Oranje schenkt Holland in 1575 de universiteit van Leiden, zijn broer Jan de Oude sticht in 1584 de hogeschool van Herborn.
Eenheid in taal
De eenheid in het Germaanse taalgebied is daarbij een belangrijk gegeven. Predikanten kunnen zich door de vloeiende taalgrenzen gemakkelijk aanpassen aan het spraakgebruik in een ander gewest of land. Van Lieburg spreekt over de ‘glijdende schaal van Hoogduits naar Nederduits. Als gevolg van de gereformeerde oriëntatie op de Republiek, is in sommige Duitse grensgebieden het Nederlands de taal in kerk en school.
Moers
Het graafschap Moers – in het Nederlands Meurs – is een bijzonder onderdeel van het Rheinland. Het vormt een personele unie met de Republiek. De familie Oranje-Nassau is gelieerd aan de graven, die in 1580 officieel overgaan tot het calvinisme. In 1597 herovert prins Maurits het graafschap op de Spanjaarden en tot 1702 zijn de Hollandse stadhouders tevens graaf van Moers. Het is niet verwonderlijk dat door de relatie met de Republiek een aantal gereformeerde predikanten in Nederlandse gemeenten terecht is gekomen. Moers komt in 1702 onder Pruisen en verliest door de politieke en taalkundige verduitsing ook de culturele en kerkelijke band met de Nederlanden.
Verwevenheid
Van Lieburg gaat uitvoerig in op de geschiedenis van de predikantenfamilies Neomagus en Nethenus. Ze laten namelijk zien hoe nauw de domineescultuur in zuidoostelijk Nederland verweven is met die van het Rheinland, en hoezeer politieke, genealogische en religieuze factoren daarin meespelen. Van de predikanten die tussen 1650 en 1750 werkzaam zijn in de Generaliteitslanden, waartoe Staats-Brabant behoort, is 13,5 procent afkomstig uit het Rheinland en 4,8 procent uit aangrenzende delen van Duitsland, totaal 18,3 procent, bijna een op iedere vijf dominees.
JN