12. Uitspraak van de naam Neomagus
Comments : Off
De leden van de familie Neomagus spreken hun naam sinds jaar en dag uit met de klemtoon op de -a-, dus Neomágus. Maar is dat wel de juiste uitspraak? Immers, bij veel woorden uit de klassieke en verwante talen, ligt het accent op de twee-na-laatste lettergreep. Denk aan de filosoof Aristóteles, de stad Rímini, de wielrenner Vinókourov, de schrijver Fabrícius, de zesvoetige versregel hexámeter en niet in de laatste plaats aan de uitspraak van Noviómagus en Númaga. Waarom dan niet Neómagus?
Officiële uitspraak
Noviomagus en Numaga zijn, net als Neomagus, oude namen voor Nijmegen. Van Keltische oorsprong, maar later overgoten met een Latijns sausje. In het spraakgebruik ligt de klemtoon op de -a- , de voorlaatste, dus een-na-laatste lettergreep. Maar officieel dient de klemtoon te liggen op de twee-na-laatste lettergreep. In 2003, in een tv-uitzending van Teleac over de Romeinse tijd, spreekt de conservator van het Nijmeegse museum Het Valkhof bij herhaling van Noviómagus, met de klemtoon op de -o-. De leden van de historische vereniging Numaga leggen de klemtoon op de -u-, Númaga.1 Verberne2 houdt het overigens op Noviomágus met ook in de gedrukte tekst het accent op de letter -a-. Van Dale legt de klemtoon eveneens op de -a-.
Regels
De Nijmeegse dr. Vincent Hunink, universitair docent Latijn en Vroegchristelijk Latijn aan de Radboud Universiteit, zegt desgevraagd dat de accentueringsregels in het Latijn iets ingewikkelder zijn.3 De regel voor Latijnse woorden van drie of meer lettergrepen is als volgt:
* Als de voorlaatste lettergreep lang is, valt het accent daarop. Bijvoorbeeld: furiósus, razend.
* Is de voorlaatste lettergreep kort, dan schuift het accent verder terug naar de twee-na-laatste lettergreep. Bijvoorbeeld: amicítia, vriendschap.
De vraag is nu of de -a- in Neomagus lang is of kort. Dat is volgens Hunink niet gemakkelijk vast te stellen omdat het geen Latijns element is. ‘Maar de bronnen die mij ter beschikking staan, suggereren toch echt dat die -a- kort is’, zegt Hunink, met een verwijzing naar het grote woordenboek van Lewis & Short over Nivomagus, Neumagen. ‘In die naam is de -a- met zekerheid kort, omdat die voorkomt bij de vierde-eeuwse dichter Ausonius.’ Hunink citeert uit Mosella 10-11:
Et tandem primis Belgarum conspicor oris
Noiomagum, diui castra inclita Constantini.
eindelijk zie ik dan in het Belgisch grensgebied
Neumagen, de vermaarde vesting van de vergoddelijkte Constantijn.
Hexameter
Hunink: ‘Dat zijn twee hexameters, en de regels voor de metriek bewijzen hier met zekerheid dat de naam moet zijn gescandeerd als Noi-o-mag-um, lang-kort-kort-lang. Dat lijkt me een krachtig bewijs. Vermoedelijk zijn uit de Neolatijnse poëzie ook wel plaatsen te vinden waar Neomagus met korte -a- in de verzen is opgenomen. Het lijkt me trouwens’, zo schrijft Hunink verder, ‘dat die hele vorm Neomagus door Neolatijnse dichters is gemaakt als handig metrisch passende vorm, in plaats van het onmogelijk in een hexameter te stoppen Noviomagus, met drie korte lettergrepen in het midden. Maar dit zou nader uit te zoeken zijn. Kortom, ik denk dat de uitspraak volgens de oude Romeinse regels, en dus ook de Neolatijnse praktijk, inderdaad Neómagus moet zijn.’
Misplaatst
Hij voegt er aan toe dat niets of niemand ons dwingt de familienaam volgens Romeinse accentueringsregels uit te spreken. Als wij al generaties Neomágus zeggen, moeten we dat vooral blijven doen. Bij namen gelden ook lokale tradities en gewoonten. Het is in feite misplaatst om per se te willen teruggrijpen op zaken als etymologie, uitspraak in vroeger tijden, enzovoort, en die als leidraad te nemen om de praktijk van nu te corrigeren. We zeggen bijvoorbeeld voor Cicero en Caesar niet het correct-latijnse Kikero en Kaisar, maar Sisero en Sesar. Het advies van dr. Vincent Hunink: Blijf het zeggen zoals we gewend zijn, maar leg desgevraagd uit dat het in het Latijn oorspronkelijk anders is geweest.