• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

08
MRT
2010

06. Familie met vijfenzeventig predikanten

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off
Leden van de familie Neomagus hebben zelden een ambachtelijk beroep uitgeoefend. In de negentiende eeuw is een Neomagus korte tijd koperslager. In de eerste helft van de twintigste eeuw zijn er in Antwerpen enkele (banket)bakkers Neomagus, later nog een diamantslijper. Het zijn leden van de Brabantse tak. Bij de Hollandse tak komen we, op een zeepzieder na, geen ambachten tegen.

Dienstverlening

De Neomagi zijn altijd actief in de dienstverlenende sector in ruime zin. Op geestelijk terrein vinden we twee priesters, een non en vooral een groot aantal predikanten onder de Neomagi. Voor het lichamelijk welzijn zorgen de artsen, apothekers en drogisten. Er is ook een kwakzalver met de naam Neomagus, geen familie. Dan zijn er door de eeuwen heen nog talloze ambtenaren, enkele notarissen en gemeentebestuurders met de naam Neomagus. Voor hen staat het maatschappelijk welzijn van de medeburgers – al of niet bewust – voorop.

Ruim 250 jaar

In deze bijdrage passeren de predikanten de revue. De eerste dominee Neomagus, Johannes Eusebius, treedt in 1556 aan in Nieder-Budberg in het Rheinland, de laatste, Sebastiaan, overlijdt in 1827 als emerituspredikant te Hilvarenbeek, in de Kempen. Ruim 250 jaar lang zijn er in aan elkaar grenzende delen van Duitsland en Nederland predikanten met de naam Neomagus, behorend tot dezelfde familie, vijftien in getal.

Verwante predikanten

Een aantal vrouwen uit de familie Neomagus trouwt een predikant en krijgt een nageslacht met tal van predikanten. Voorbeelden daarvan zijn te vinden in de families Nethenus, Peijpers, Keuchenius, Roosendael en Abbing. Ook onder andere familierelaties (schoonvaders, zwagers) komen predikanten voor, met name in de families Eilbracht, Verhorst, Ottersloh, Waterbeek, Mollius en Rappardus. Bijzonder is rond 1800 het huwelijk van Godefrida Neomagus, achterkleindochter van een dominee Neomagus (IX-9), met dominee Cornelius van Nimwegen, want dat is in feite de oorspronkelijke achternaam van de Neomagi. Met dominee Abbing uit Jisp sterft in 1902 de laatste predikant die gehuwd is met een Neomagus. Nu, in de eenentwintigste eeuw, zien we nog een Neomagus, Gerrit (XIII-9) met een schoonvader, vier zwagers en nog enkele verwanten als dominee! Er zijn zodoende wel vijfenvijftig tot zestig verwante predikanten. Daarmee komt het aantal predikanten in de familie op zeventig tot vijfenzeventig.

Moers en Kleef

De meeste predikanten Neomagus werken in huidige Duitse gebieden: het graafschap Moers en het Land van Kleef, en in huidige Nederlandse gebieden: het hertogdom Gelder (classis Nijmegen) en Staats-Brabant (classes van ‘s-Hertogenbosch en van Peel- en Kempenland).

De kerk van Baerl, in welke gemeente predikanten Neomagus hebben gestaan van 1599 tot 1785.

In het gebied van Moers en Kleef zien we dat de predikanten Neomagus en verwante predikanten in feite een klein gebied bestrijken. Hun standplaatsen zijn dicht bij elkaar en dus op loopafstand van elkaar gelegen dorpen rondom Moers, zoals Budberg, Homberg, Baerl, Hochemmerich, Repelen, Orsoy, Vluyn. Het zijn tevens de gemeenten waar vaak de partners vandaan komen. Een predikant trouwt bij voorkeur de dochter van een collega. De behoefte om bij elkaar in de buurt te blijven heeft verder te maken met de opvattingen over geloof en prediking in deze streek. De meeste Neomagi en verwanten zijn streng in de leer! Ze blijven de regio lang trouw. Tot 1785 staat een predikant Neomagus in Baerl. De trouw geldt ook de keuze van de voornamen. Twaalf van de vijftien predikanten Neomagus hebben maar twee verschillende voornamen: Johannes (8) en Samuel (4).

De Neomagi die in het aangrenzende Gelderse gebied van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, kortweg de Republiek, beroepen worden, vinden we in feite alleen in het grensgebied van de classis Nijmegen, in dorpen aan de Rijn en de Maas: Millingen, Gennep, Batenburg, Dieden, Oijen, Maasbommel.

Werving predikanten

De Tachtigjarige Oorlog eindigt op 16 mei 1648 met de Vrede van Munster, afgekondigd op 5 juni. Het grootste deel van de huidige provincie Noord-Brabant gaat als Staats-Brabant deel uitmaken van de generaliteitslanden, bestuurd door de Staten-Generaal in ‘s-Gravenhage. Men spreekt ook wel van de Staatse Nederlanden en de Spaanse Nederlanden, het grootste deel van het huidige België dat bij de Vrede van Munster in Spaanse handen blijft. Op de in opdracht van de Staten-Generaal gehouden Grote Kerkelijke Vergadering van 21 juli tot 15 december 1648 in ‘s-Hertogenbosch, wordt een plan de campagne gemaakt voor de protestantisering van de Meierij. De deelnemers zijn vertegenwoordigers van de Staten-Generaal, van de prins van Oranje, van de provinciale synoden en daarnaast de vijf Bossche predikanten, de Eindhovense predikant en enkele ouderlingen, samen 25 personen.
Om predikanten te werven voor dit moeilijke karwei in een vijandige omgeving, verhoogt de Staten-Generaal het in Holland voor een predikant gebruikelijke honorarium van 600 gulden per jaar met eenderde 1 tot 800 gulden. In 2015 globaal overeenkomend met 8220 euro.
Per 15 mei 1649 komt er een kerkelijke structuur met een classis ‘s-Hertogenbosch en een classis Eindhoven, ofwel classis Peel en Kempenland, beide behorend tot de Gelderse synode. De kerken komen in handen van de protestanten. Op 1 april 1660 wordt het Reglement op de Politieke Reformatie van kracht, inhoudend de volledige uitsluiting van katholieken voor openbare ambten. Predikanten en ambtenaren kunnen met klachten terecht bij de drie maal per jaar rondreizende gecommitteerden van de Raad van State.

Staats-Brabant

In enkele gevallen staat een predikant Neomagus in het Hertogdom Gelre, zoals Samuel Neomagus die de gemeente van Maasbommel en Alphen bedient. Op de foto de kerk van Alphen (aan de Maas).

Tot 1648, het eind van de Tachtigjarige Oorlog, vinden we alleen predikanten Neomagus in de Duitse gebieden. Vanaf dat jaar is de gereformeerde kerk in Staats-Brabant de van staatswege bevoorrechte kerk en de behoefte aan predikanten is er groot. Al in 1648 treffen we de eerste predikant Neomagus aan in Sambeek. Sambeek ligt dan in de Baronie van de stad Grave en het Land van Cuijk, een van de vier eenheden waaruit Staats-Brabant bestaat. De andere eenheden zijn Stad en Meierij van ‘s-Hertogenbosch, Baronie van Breda en het Markiezaat van Bergen op Zoom. Enkele predikanten onder de Neomagi wisselen regelmatig van standplaats, ongeacht of die in het Rheinland, in het graafschap Gelder of in Staats-Brabant ligt. Maar de meesten blijven een eenmaal gekozen gebied als de Kempen trouw.

In veel Kempische gemeenten staat tientallen jaren een Neomagus of een predikant van een verwante familie. De dominee vindt ook hier zijn partner in een van de buurgemeenten, of binnen zijn familie. De partnerkeuze is beperkt omdat de protestantse gemeenschappen in Staats-Brabant heel klein zijn. De predikantenfamilies kennen bovendien een groot saamhorigheidsgevoel omdat het leven er zwaar is door de voortdurende beschimpingen en plagerijen van de primitieve katholieke boerenbevolking en de invallen en plunderingen van buitenlandse troepen.

Eigenschappen

Wat voor eigenschappen2 dient men te bezitten om predikant te kunnen worden? Ze zijn te vinden in de Dordtse Kerkorde van 1619: buitengewone gaven, godzaligheid, ootmoedigheid, zedigheid, goed verstand, discretie en uiteraard gaven van welsprekendheid. Die eisen worden gesteld omdat in de beginperiode in Holland veel gesjeesde priesters en schoolmeesters predikant willen worden. Later worden vooral theologiestudenten predikant. In 1575 krijgt Leiden door de bemiddeling van Willem van Oranje een universiteit, Franeker in 1585, gevolgd door Harderwijk in 1600, Groningen in 1614, Utrecht in 1636.
Op al deze opleidingen vinden we Neomagi terug, of aanverwanten. Ze studeren soms ook in Herborn, dat in 1584 van Jan de Oude – een broer van Willem van Oranje – een academie krijgt en bekend staat als centrum van hoogwaardig gereformeerd onderwijs3, of aan de theologische hogeschool van Hamm, een calvinistische kern in het luthers gebleven graafschap Mark, en met name in Duisburg, dat vanaf 1655 een universiteit heeft. Tussen 1667 en 1751 (jaren van inschrijving) studeren zes aanstaande predikanten Neomagus in Duisburg.4

Examens

Latijn is tijdens de opleiding de gemeenschappelijke voertaal. Het maakt dus niet uit waar men vandaan komt. In de periode tot 1816 maakt het predikantencorps een derde uit van de universitaire productie. De aspirant-dominee legt twee examens af. Eerst een preparatoir (voorbereidend) examen, afgenomen door de classis (regionale vergadering van predikanten) en de kerkenraad waarvan men lid is. De aspirant-dominee is daarna proponent (beoefenaar) en kan solliciteren naar een beroeping door een protestantse gemeente. Als de proponent beroepen is en het beroep heeft aangenomen, volgt het peremptoir (beslissende) examen ten overstaan van de classis. Dan wordt meer gelet op leer, leven, wetenschappelijke bekwaamheid op gebied van de bijbelse talen en de dogmatiek, en niet in de laatste plaats op de persoonlijke hoedanigheden. Tal van Neomagi leggen deze examens met succes af.

Overvloed

Tussen globaal 1670 en 1750 kent de Republiek, Staats-Brabant inbegrepen, een overvloed aan kandidaten, die vaak jaren moeten wachten op een standplaats. Soms kunnen ze invallen, helpen, vervangen of adjunct worden bij een vader of oom in de hoop hen op te volgen. Andere mogelijkheden zijn het ambt in de Hoogduitse gereformeerde kerk (Gosinus Verhorst, schoonvader van Petrus Neomagus (V-6), is predikant van de in 1626 opgerichte Hoogduitse gemeente in ‘s-Gravenhage, waarvan de lidmaten geloofsvluchtelingen zijn uit de Palts of ambassadepersoneel uit Midden- en Zuid-Duitsland, een ander Duits taalgebied dan oostelijk Nederland, waar men Nederduits spreekt), gasthuispredikant (Dat kan alleen in Delft en Amsterdam. De eerste apotheker Neomagus in Delft is gasthuisapotheker en heeft zodoende veel met de gasthuispredikant te maken. Zie deel II over de apothekers Neomagus, leger- of vlootpredikant, ambassade- of hofpredikant. De Neomagi vinden in het algemeen redelijk snel een standplaats. Deels omdat familierelaties een rol spelen, ook omdat ze genoegen nemen met onaanzienlijke plattelandsgemeenten. Na 1750 wordt de animo om theologie te gaan studeren en predikant te worden minder vanwege de hoge kosten van de studie, de examens en de beroepingen, de stijgende kosten van levensonderhoud, de lage predikantstraktementen en met name op het platteland de minachting voor het ambt.

Weinig lidmaten

De Neomagi en hun verwanten oefenen het ambt in Staats-Brabant uit in overwegend katholieke gemeenschappen met een zeer klein aantal protestanten. Tijdens een dienst is het aantal toehoorders vaak op de vingers van een hand te tellen. Zo telt Bakel in 17915 slechts 5 lidmaten en 8 toehoorders, mensen die nog geen belijdenis hebben gedaan. Nuenen is met 20 lidmaten en 6 toehoorders een grotere gereformeerde gemeente. Vessem telt 14 lidmaten en 13 toehoorders, Eersel 6, respectievelijk 8. Een gemeente waaraan een Neomagus-verwante predikant is verbonden, is die van Alem en Maren met 3 lidmaten en 3 toehoorders, vermoedelijk het gezin van de predikant. Zo’n protestantse gemeente is (in 1649) ook Sambeek, waar dominee Samuel Neomagus, behalve zijn eigen gezinsleden, 0 (nul) lidmaten aantreft.
Men dient te bedenken dat ook de dominee, zijn vrouw en hun kinderen vanaf 18 jaar tot de lidmaten behoren. Hetzelfde geldt voor de soms gecombineerde functie van koster, schoolmeester en voorlezer, en in een groter dorp voor de vorster, een soort dorpsagent. Tal van kleine protestantse gemeenten tellen geen ‘gewone’ gereformeerde stervelingen. Menig dominee Neomagus preekt zondag aan zondag tweemaal in een grote lege kerk soms alleen voor vrouw en kinderen….

Plagerijen

De overgrote meerderheid van de Brabantse bevolking ziet in de predikanten vreemde indringers die bezit nemen van hun kerken en eigenlijk maar moeten vertrekken. Men laat in woord en daad duidelijk merken niet van de nieuwe religie te zijn. Ook al krijgt men een hoger traktement, ook al is er een landdrost met gewapende ruiterij, predikant zijn in de Meierij is geen sinecure.6
Behalve ernstige en grove inbreuken, zoals brandstichtingen, beschreven in de stukken van de classes, maken vooral de ontelbare dagelijkse plagerijen die niet strafbaar zijn, het leven van de gereformeerde inwoners zuur, zoals het sluiten van kerken, het afsnijden van klokkentouwen, het dichtgieten van deursloten, het binnendringen van kerken, het verstoren van de diensten, het uitschelden en naroepen van predikanten en het vervuilen van waterputten. Ook komen mishandelingen en molestaties voor, een enkele maal staat men de predikant naar het leven. Ondanks dit alles weten de meeste predikanten zich verbazingwekkend te schikken en aan te passen. Tot hen behoren de in Brabant werkzame predikanten Neomagus.

Armoede

Met name de streek de Kempen, waar vanaf het einde van de 17de eeuw meerdere predikanten Neomagus staan, verkeert langdurig in een malaise. Na 1648, het einde van de Tachtigjarige Oorlog met de Vrede van Munster, krijgt het economisch uitgemergelde Brabant als generaliteitsland – dit wil zeggen: vallend onder de Staten-Generaal – te maken met nieuwe belastingen. De belangrijkste zijn de verpondingen of grondbelastingen, en de gemene middelen, zijnde accijnzen op een groot aantal artikelen. De vrije handel met de gewesten ten noorden van de grote rivieren wordt beperkt door ‘convooien en licenten’, een soort in- en uitvoerrechten. En dan is er nog een steen des aanstoots: de Brabantse landtol, een interne wegenbelasting waarvan de opbrengst in de centrale kas vloeit zonder dat er veel wordt gedaan aan verbetering van het wegennet. Het Brabantse platteland zit een eeuw lang in een diepe depressie, ook als gevolg van plunderingen van buitenlandse troepen.

Plunderingen

In 1666, tijdens de Tweede Engelse Oorlog, plundert het krijgsvolk van de bisschop van Munster. In 1672, het ‘rampjaar’ met de oorlog van de Nederlanden en Engeland tegen de Fransen, kent Brabant veel plunderingen van Franse troepen. Ook in 1688 en 1694 is dat het geval. Vanaf 1697 krijgt Brabant opnieuw te maken met de legering van troepen als barrière tegen de Fransen en die troepen vallen de inwoners regelmatig lastig. Ze worden beroofd van broodwinning en bezittingen. Na het overlijden van Willem III in 1702 krijgt het gebied andermaal te maken met plunderende legers, nu van verschillende nationaliteiten. De bevolking vervalt tot bedelarij, roof en drankmisbruik. Weinig kinderen gaan naar (de protestantse) school. De keuterboeren hebben maar enkele hectaren grond. In 1713 steekt de veepest de kop op en ruïneert de veehouders. De plattelanders geven het gereformeerde Den Haag de schuld en reageren zich af op onder anderen de predikanten. Veel mensen redden het dank zij de aardappel, die vanaf 1730 snel grote delen van het boerenland verovert en als goede zetmeelleverancier geschikt is voor de eigen voedselvoorziening.7
De predikanten hebben het zodoende erg moeilijk. Daarbij komt dat de Meierij in die jaren een volkscultuur kent met godsdienstige rites en gewoonten waaraan de predikanten zich ergeren. De mensen laten zich vormen van vermaak als kermissen en danspartijen echter niet afnemen.

Opmerkelijke figuren

Tal van predikanten onder de Neomagi en hun verwanten, zijn opmerkelijke figuren. Niets menselijks is hen vreemd. In hun ambtsvervulling zien we voorbeelden van zeer strenge geloofsverkondiging en piëtistische sessies, gevolgd door conflicten, schorsingen en afzettingen. Uiteraard hebben alle predikanten in de familie een academische opleiding in de theologie. Sommigen van hen worden bekende geleerden. In hun privé-leven komen we opmerkelijke huwelijken tegen, ook binnen de familie. Van een enkeling is bekend dat hij smartelijk aan zijn eind komt. Veel predikanten Neomagus bereiken overigens een voor die tijd hoge leeftijd. Het wel en wee van de onderscheiden Neomagi is, soms gedetailleerd, beschreven in hun in deze Genealogie Neomagus opgenomen biografische schetsen.

Overzicht

De hierna aangehouden Romeinse generatienummering van de predikanten met de naam Neomagus is gebruikt in de levensbeschrijvingen.

 

II Johannes Eusebius (ong.1515-1582)
Johannes is eerst prior van de Karmelieten in Moers. Met hem begint de feitelijke geschiedenis van de familie Neomagus.

 

III Johannes (1567-1664)
zoon van Johannes Eusebius,
theologiestudie niet bekend
rector van de Latijnse School in Wesel,
1599-1650 predikant te Baerl,
1601-1608 tevens predikant te Repelen,
in 1650 emeritus ten gunste van zijn schoonzoon Samuel Nethenus. In de kerk van Baerl staat nog de grafsteen van Johannes, die 97 jaar oud is geworden.

 

IV-4 Samuel (ong.1618-1684)
zoon van Johannes uit Baerl,
1640 theologiestudent te Utrecht,
1643 of 1648 predikant te Gennep,
1649 predikant te Sambeek.
Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen de Hollandse tak en de Brabantse tak. Samuels broer Hendrich, die geen predikant is, vormt het begin van de Hollandse tak, zo genoemd omdat enkele nazaten zich (als apotheker) in Holland vestigen. Samuels broer Johannes, evenmin predikant, staat aan de basis van de Brabantse tak. Samuel zelf heeft geen nakomelingschap met de naam Neomagus.

Hollandse Tak

 

V-5 Theodorus (ong.1635-1716)
1667 student te Duisburg,
1671 student te Utrecht,
1677 predikant te Dieden,
1681 predikant te Bergeijk, Riethoven en Westerhoven,
1693 predikant te Eersel, Duisel en Steensel.

 

VI-1 Johannes (1678-1740)
1694 student te Duisburg,
1704 predikant te Kervenheim,
1717 predikant te Dieden,
1720 predikant te Baerl,
1722 predikant te Vluyn.

 

VI-4 Samuel (1683-1743)
1699 student te Leiden
1708 predikant te Vessem, Hoogeloon, Casteren en Knegsel.

 

VI-5 Johannes Bernardus (1686-1711)
universiteit niet bekend (zijn vader studeert in Duisburg én Utrecht)
1710 proponent (adjunct-predikant) te Maastricht.

 

VII-3 Samuel Wolther Reinard (ong.1720-1790)
universiteit niet bekend (zijn vader studeert in Duisburg),
1745 predikant te Oijen en Teeffelen,
1749 predikant te Maasbommel en Alphen.

 

VIII-14 Willem (1758-1801)
1782 student te Leiden
1787 predikant te Maasbommel en Alphen als opvolger van zijn vader.

Brabantse Tak

 

V-7 Johannes (ong.1640-1707)
universiteit niet bekend,
1668 predikant te Millingen en Zeeland,
1691 predikant te Lommel,
1693 predikant te Vessem, Hoogeloon, Casteren en Knegsel, waar hij in 1708 wordt opgevold door achterneef Samuel.

 

VI-8 Johannes (1665-1709)
1681 student te Duisburg,
1693 predikant te Hooge en Lage Mierde en Hulsel,
1703 predikant te Baerl.

 

VI-12 Johannes (1694-1761)
1713 student te Leiden,
1723 predikant te Bakel en Gemert,
1728 predikant te Nuenen, Gerwen en Wetten (Op- en Nederwetten).

 

VII-8 Samuel (1701-1766)
1720 student te Duisburg,
1726 predikant te Nieder Budberg,
1748 predikant te Baerl.
Deze Samuel is de samensteller van een genealogisch handschrift uit 1764, later vele malen gekopieerd en uitgebreid.

 

VII-17 Bastiaan Johannes (1740-1827)
1763 student te Leiden,
1777 predikant te Alphen en Chaam.

 

VIII-14 Hendrik Ludwig (1735-1785)
1751 student te Duisburg,
1760 predikant te Sonsbeck,
1767 predikant te Baerl.

Zuidelijke Nederlanden

Negen predikanten Neomagus bedienen tussen 1648 en 1819 in de zuidelijke Nederlanden, inclusief het grensgebied met Gelderland, veertien verschillende Nederduitse gereformeerde gemeenten. In de opsomming hieronder staat de ‘hoofdplaats’, bij voorbeeld Hoogeloon. Dat is officieel de gereformeerde gemeente van Hoogeloon, Vessem, Casteren en Knegsel.
Alphen: Sebastiaan, VII-11, 1777
Bakel: Johannes, VI-12, 1723
Dieden: Theodorus, V-5, 1677
Dieden: Johannes, VI-1, 1717
Eersel: Theodorus, V-5, 1693
Gennep: Samuel, IV-4, 1648
Hoogeloon: Johannes, V-7, 1693
Hoogeloon: Samuel, VI-4, 1708
Lage Mierde: Johannes, VI-8, 1693
Lommel: Johannes, V-7, 1691
Maasbommel: Samuel, VII-3, 1749
Millingen: Johannes, V-7, 1668
Nuenen: Johannes, VI-12, 1728
Oijen: Samuel, VII-3, 1745
Riethoven: Theodorus, V-5, 1681
Sambeek: Samuel, IV-4, 1649
Twee predikanten Neomagus hebben zowel in de Nederlanden als in het Rheinland in een gemeente gestaan, terwijl twee andere predikanten Neomagus hun hele predikantenleven in het Rheinland hebben doorgebracht.

Verwante predikanten

De Neomagus-vrouwen die een predikant huwen of kinderen krijgen die predikant worden, zijn:

– Anna Neomagus, dochter van dominee Johannes (1567-1664), huwt met predikant Johann Nethenus, moeder van vier predikanten Nethenus: Johannes, Abraham, Samuel en Wilhelmus, stiefmoeder van Mathias. Zes dominees Nethenus staan in de Nederlanden. Zie IV-2.

– Sebilla Neomagus, dochter van dominee Samuel (ong.1620-1684), huwt met dominee Wilhelm Moll te Hisfeld. Zie IV-4.

– Catharina Peijpers-Neomagus (ong.1640-ong.1715), heeft een zoon Matthias Peijpers, predikant te Leende, Son en Bruegel, Dussen en Eindhoven. Zie V-1.

– Maria Neomagus (1695-1748), dochter van dominee Theodorus te Eersel, huwt met Wilhelmus Peijpers, predikant te Valkenswaard, Dommelen en Borkel en Schaft. Zie VI-7.

– Emilia Eusebia Neomagus (1717-1793), dochter van dominee Samuel, huwt Paulus Keuchenius, predikant te Hilvarenbeek. Ze is de moeder van Samuel Keuchenius, predikant te Heumen en Malden, Alem en Maren, en van Petrus Keuchenius, predikant te Hilvarenbeek en Geertruidenberg. Van Lieburg noteert elf predikanten Keuchenius.8 Zie VII-5.

– Jacoba Godefrida Roosendael-Neomagus (1727-1797), dochter van dominee Samuel, heeft een zoon Wolfert Abraham Johannes Roosendael, predikant in Dalfsen. Zie VII-6.

– Hendrica Wilhelmina Neomagus (1757-1829), dochter van apotheker Hendrik Willem, huwt Christiaan Prillevitz, predikant te IJzendoorn, Gellicum, Op- en Neer-Andel. Zie VIII-9.

– Philippina Neomagus (1770-1843), dochter van apotheker Johan Hendrik, heeft een zoon Karel Hendrik ter Winkel, predikant te Sas van Gent. Zie IX-4.

– Godefrida Neomagus (1778-1807), dochter van vorster Johannes Neomagus, huwt Cornelius van Nimwegen, predikant te Son en Breugel. Er zijn vier predikanten Van Nimwegen. Zie IX-10.

– Johanna Philippina Christina Wilhemina Neomagus (1831-1912), dochter van apotheker Johannes, huwt Johan Christiaan Carel Abbing, predikant te Helenaveen, Heeze en Leende, Zundert, Wervershoof en Jisp. Zie X-6

Andere verwante predikanten zijn:

– Goswinus Verhorst, predikant te ‘s-Gravenhage, zwager van Petrus Neomagus (ong.1635-ong.1695).

– Gerhard Ottersloh, predikant in Mörmter en Mühlheim, zwager van Petrus Neomagus.

– Henricus Jacobus Peijpers, kleinzoon van Catharina Neomagus, predikant te Schijndel.

– Bernardus Waterbeek, predikant te Bakel en Eersel, schoonvader van dominee Theodorus Neomagus (ong. 1647-1716) en van dominee Johannes Neomagus te Vessem c.a.(ong. 1640-1706).

– Peter Waterbeek, predikant in Lommel en Bladel c.a., zwager van dominee Theodorus Neomagus te Eersel.

– Francois Waterbeek, predikant te Waalre, achterneef (?) van dominee Theodorus Neomagus te Eersel.

– Petrus den Engelzen, predikant te Bakel, achterneef van dominee Johannes Neomagus te Nuenen.

– Henk Talsma, predikant in de Den Haag, vader van Corrie Neomagus-Talsma, schoonvader van Gerrit Neomagus, huisarts te Overschie.

– Piet Talsma, legerpredikant in Middelburg en Breda, broer van Corrie Neomagus-Talsma.

– Ad Talsma, predikant in Brandwijk en Veenendaal, broer van Corrie Neomagus-Talsma.

– Henk Talsma, predikant in Kollumerzwaag en Capelle aan den IJssel, zoon van dominee Ad Talsma.

– Henk Talsma, predikant in Kampen, Nijkerk en Putten, broer van Corrie Neomagus-Talsma.

– Laurens Talsma, predikant te Wilsum, Rouveen en Wapenveld, broer van Corrie Neomagus-Talsma.

– Klaas Talsma, predikant in ……, neef van Henk Talsma.

Universiteiten

Alle 15 predikanten Neomagus hebben een theologische studie gevolgd aan een universiteit:
* Duisburg: 6
* Leiden: 4
* Utrecht: 2
* Harderwijk: 1
* Franeker: 1
* Groningen: 1
Van verwante predikanten zijn, vóór 1800, dezelfde zes universiteiten bekend.

  1. Van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant, deel 1, p 48.↩

  2. Van Lieburg, Profeten en hun vaderland, hoofdstuk 2.↩

  3. Van Lieburg, p. 229.↩

  4. Zie www.uni-duisburg.de. De namen en exacte inschrijvingsdata zijn bij de onderscheiden predikanten genoemd.↩

  5. De Wit, Schets van de organisatie…, p. 89.↩

  6. Henkel, Drie eeuwen protestantisme, p. 18.↩

  7. Jansma, Tweeduizend jaar geschiedenis van Noord-Brabant, p. 260 e.v.↩

  8. Van Lieburg, Repertorium. Ook andere gegevens in dit hoofdstuk zijn aan Van Lieburg ontleend.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.