X-4 Engelbertus Theodorus Johannes Philippus Neomagus
(1825-1895), klerk, zeepzieder, administrateur, president-kerkvoogd,
zoon van Johannes, IX-1
Voornamen
Handlichting
Zeepzieder
Een zeepzieder maakt zeep door een pot met olie en loog boven een kolenvuur aan de kook te houden. Als het ziedsel, kooksel, klaar is giet hij het in houten vaatjes. Het resultaat is zachte zeep die vanwege zijn kleur groene zeep heet. In de tijd dat Bertus Neomagus zeepzieder is, gaat de groene zeep behalve naar kleine huishoudens met name naar grote huishoudens, zoals weeshuizen, en naar de katoen-, wol- en linnenindustrie. In de 19de eeuw neemt de techniek een hoge vlucht en komt de stoommachine op de markt. Sommige zeepzieders gaan stoom gebruiken.
Theehandelaar
Bertus doet in zijn Leurse tijd ook in thee. In de Nieuwe Rotterdamsche Courant, de Opregte Haarlemsche Courant en andere dagbladen staan in de tweede helft van de jaren vijftig advertenties van Jan van Rees & Zoon uit Zwolle die theemagazijnen heeft en verspreid over het land depots van thee heeft. Een van die depots is gevestigd bij Bertus in Leur. In de depots worden de ’theeën verkocht in verzegelde pakjes, voorzien van prijs en nummer’.
Huwelijk
De getuigen bij het huwelijk zijn
- Marius van Pellecom, 34 jaar, burgemeester van ‘s-Graveland, Heer van Kortenhoef,4 broer van de bruid
- Julius Neomagus, 27 jaar, kandidaat-notaris te Asten, broer van de bruidegom
- Jan Schuyen, 60 jaar, kostschoolhouder te Oirschot
- Benjamin de Jong, 26 jaar, kandidaat-notaris te Oirschot.
Oirschot
- Petronella Elisabeth Cornelia van Pellecom, adres Kerkhof 148, in 1831 in Schiedam geboren uit het huwelijk van Abraham van Pellecom met Elisabeth Wuijster, in 1854 uitgeschreven naar ‘s-Hertogenbosch.
- Johanna Geertrui van Pellecom, zelfde adres, die met Bertus Neomagus trouwt.
- broer Marius Catharinus van Pellecom, in 1819 in Princenhage geboren, burgemeester van ’s Graveland, en zijn vrouw Sara Johanna Wilhelmina Frederika Bisdom, in 1824 in Bergen op Zoom geboren. Ze zijn op 29 oktober 1847 in Oirschot getrouwd.
- broer Abraham Nicolaas van Pellecom, in 1820 in Schiedam geboren, kantonrechter in Oirschot, op 21 juni 1845 in Oirschot getrouwd met Johanna Elisabeth Aletta Visser.
Leur
Op de huwelijksdatum wordt de bruid vanuit Oirschot ingeschreven in de gemeente Etten-Leur. Het paar woont vanaf dat moment op het adres B6. In het huis wonen ook drie rooms-katholieke personen: een tachtigjarige weduwe, in 1774 in Oosterhout geboren, een 36-jarige vrouw die in 1818 geboren is in Ath, het Franstalige deel van België, en de dertigjarige dienstmeid Adriana van Oirschot uit Oirschot, geboren in Oerle, die ruim een maand na de vestiging van Bertus en zijn vrouw, namelijk op 26 mei 1854 intrekt. Omdat ze ook uit Oirschot komt, ligt het voor de hand dat het jonge paar haar als hulp heeft, het andere geloof ten spijt. Het bevolkingsregister vermeldt niet hun vertrek, in 1861, uit (Etten-)Leur naar Breda.
Kinderen
- Johannes (Johan) Mechelinus, geboren 29 januari 1855, later notaris te Aalsmeer, volgt XI-3. Vader is dan geaggregeerd klerk en woont inmiddels op adres B7.
- Engelbertus (Bertus) Theodorus Johannes Philippus, geboren op 6 mei 1858, later postdirecteur. Volgt XI-4. Vader is nu zeepzieder en woont op B17.5 Dat is nu het pand Korte Leurstraat 17 dat Bertus in 1857 koopt en in 1868 (hij woont dan al in Breda) verkoopt aan suikerfabrikant S. Heerma van Voss.
Trouwkerkje
Het is aannemelijk dat de familie Neomagus in Leur naar de hervormde kerk gaat en dat daar ook haar kinderen zijn gedoopt. Het gaat om het kerkje aan het Van Bergenplein 1, tegenwoordig ook wel bekend als het trouwkerkje, vlak bij de haven waar de zeepziederij van Neomagus is gevestigd. Het gebouw is in 1614 als protestants kerkje gebouwd nadat de oude (katholieke) kerk in 1584 is verwoest. Er zijn diverse verbouwingen geweest, zodat het kerkje niet meer in originele staat is. Wel bevat het interieur nog tal van oude stukken. De naam geeft aan dat het kerkje een officiële trouwlocatie is van de gemeente Etten-Leur.
Relaties
Pleidooi
Permanente Commissie
Profielschets
Voorstellen
Benoeming
Indiensttreding
Daags erna, op 8 juni 1860 is in Arnhem de jaarlijkse algemene vergadering, waarin meegedeeld wordt dat de voorlopig benoemde amanuensis in juli zijn aanstelling ontvangt en dat hij, in verband met de uitgestelde verhuizing naar Breda, in februari in dienst zal treden. Op 6 februari 1861 wordt in de PC meegedeeld dat Neomagus per 1 maart 1861 in dienst komt als administrateur, met de titel amanuensis.7
Dalend ledental
Bebossing
Breda
Huishouding
Functies
Neomagus is in Breda vanaf 26 oktober 1864 diaken, vanaf 1867 loco-secretaris van de Heeren Diakenen en als zodanig lid van de algemene kerkenraad. Vanaf 2 november 1883 is hij ook lid van het college van kerkvoogden van de Nederlandse Hervormde Gemeente van de Grote of Onze Lieve Vrouwe kerk.11 Van 7 augustus 1890 tot zijn dood in 1895 is hij president-kerkvoogd. Hij bemoeit zich dus zowel met het bestuur van de hervormde gemeente als met de financiën en het beheer van de eigendommen. Neomagus is ook nog eens rentmeester van het Gereformeerd Armenkinderhuis. Wanneer de scholen en het kinderhuis een vacature hebben, en dat komt vaak voor, dan plaats Neomagus een advertentie in een landelijke krant. Zie het aparte artikel hierna.
Cholera
Bede om hulp
Onder de kop ‘Brede om hulp’ verschijnen er in de jaren zeventig enkele advertenties waarin een aantal notbelen uit Breda een oproep doen aan de lezers om geld te geven voor een armlastig gezin. Er staat teeds een smartelijk verhaal in de advertentie over een overleden vader en een achterblijvende moeder met een groot aantal kinderen, zonder inkomen. Giften kunnen afgegeven worden bij, onder anderen, Neomagus. In andere advertenties wordt verantwoording afgelegd van de ontvangen giften.
Agent hypotheekbank
Bertus, financieel goed onderlegd, is ook geruime tijd agent voor de ’s Gravenhaagsche Hypotheekbank voor Nederland. Deze bank maakt op 29 november 1881 in de Tilburgsche Courant en ook op 24 november 1892 in een advertentie in het Nieuws van de Dag bekend dat ze op aannemelijke voorwaarden gelden ter leen verstrekt onder eerste hypothecair verband. Voor inlichtingen dient men bij E. Neomagus in Breda te zijn. Al eerder, op 24 augustus 1885, publiceert de bank in dezelfde krant een lijst van agenten, onder wie Bertus Neomagus in Breda.
De Nijverheid
Regentenkerk
Bakker
Executeur-testamentair
Reizen
Aankoop onroerend goed
Inspectieverslagen
Rondje Meijerij en Kempen
Dominee Vincent Van Gogh
Twaalf kinderen
Dominee Theodorus van Gogh
Niet opgewassen
Schilder Vincent van Gogh
Voor de volledigheid het leven van Vincent in kort bestek tot en met zijn vertrek uit Brabant: in 1864 gaat hij naar de kostschool in Zevenbergen, in 1866 naar de hbs in Tilburg, in 1869 naar kunsthandel Goupil in Den Haag, in 1873 naar Goupil in Londen, in 1875 naar Goupil in Parijs, samen met broer Theo. Daar gaat het werk hem tegenstaan. Hij wil predikant worden. In 1876 werkt hij in Engeland als onderwijzer en hulpprediker, in 1877 korte tijd als boekhouder bij een kunsthandelaar in Dordrecht. Daarna studeert hij een half jaar Latijn en Grieks in Amsterdam. In augustus 1878 gaat hij via Brussel naar de Borinage, de mijnstreek in zuidelijk België. Daar is hij ziekenverzorger en hulpprediker. Hij begint er ook te tekenen. Via Brussel keert hij in 1881 terug naar het ouderlijk huis, dat dan in Etten staat. Hij werkt vervolgens in Den Haag en in Drenthe om in december 1883 thuis te komen in Nuenen, sinds 1882 de standplaats van zijn vader. Na de dood van zijn vader in maart 1885 gaat hij in november 1885 via Antwerpen naar Frankrijk om nooit meer in Brabant terug te keren.19
Notaris Neomagus
Zilveren huwelijksfeest
In een woelige periode viert het echtpaar Neomagus-van Pellecom op 21 april 1879 zijn zilveren huwelijksfeest. Van die datum dateert een originele maar helaas niet ondertekende tekst20, mogelijk voorgedragen door zoon Bertus:
En spoedig was zijn keus bepaald
En Neo dacht als God Jupijn:
En hoe dat Huwlijk is geweest
Zoo zij ’t nóg vijfentwintig jaar
Kritiek
Vertrouwen
Onschatbare diensten
Stoomtramweg
Groot voordeel
Hij, de rekwestrant, heeft het voornemen aan te leggen en in exploitatie te brengen een stoomtramweg van Eindhoven naar Turnhout, lopende langs de dorpen Gestel, Blaartem, Veldhoven, Steensel, Eersel, Duisel, Hapert, Bladel, Reusel tot de Belgische grenzen. Verder over Arendonk naar Turnhout. De bekendheid van den rekwestrant met bovengenoemde plaatsen geven hem de verzekering, dat den aanleg van zoodanigen weg aan den handel, landbouw en industrie in die streken, waar het thans aan openbare middelen van vervoer geheel ontbreekt, groot voordeel zal aanbrengen. Vele fabrieken en bedrijven zijn er in genoemde gemeenten gevestigd, die in bloei zullen toenemen wanneer er geregelde en meer goedkoopen middelen van vervoer zullen zijn, en den handel tusschen Eindhoven en Turnhout, de uitgangspunten van den te leggen weg, zal er zeer mede gebaat zijn.
Concessie
Neomagus krijgt de concessie op 28 oktober 1880, nadat hij allerhande technische tekeningen en financiële stukken heeft overlegd. Zo wordt de lijn 28.370 meter lang, is de spoorwijdte 1,067 meter en de maximumsnelheid in de kom van de dorpen 7,5 km. per uur. Maar hij voldoet niet aan de voorwaarde om een bedrag van 12.750 gulden (in 2015 ruim 137.000 euro) te storten in een garantiefonds. Vandaar dat GS de vergunning op 25 augustus 1881 vervallen verklaren.
Nieuwe poging
Neomagus laat het er niet bij zitten en stuurt op 21 maart 1882 andermaal een brief, op gezegeld papier. Hij zegt nog steeds geen vergunning te hebben van de Belgen, waar de wet over de exploitatie van tramlijnen nog niet is aangenomen. Hij heeft met de borgsom gewacht omdat de lijn niet levensvatbaar is als ze niet wordt doorgetrokken tot Turnhout. GS zien echter geen aanleiding de vergunning opnieuw te vernieuwen. Het is de tweede vergeefse poging een tramlijn tot stand te brengen. In november 1880 heeft Bertus ook (vergeefs) een concessie gevraagd voor de aanleg en exploitatie van een stoomtram van Breda via Princenhage, Rijsbergen, Zundert, Hoogstraten naar Turnhout (Tilburgsche Courant van 25 november 1880). Zijn derde poging, om een stoomtramlijn aan te leggen van Tilburg over Hilvarenbeek, Diessen, Midde
lbeers, Oirschot en Best naar St.-Oedenrode, mislukt eveneens. GS verlenen Neomagus hiervoor een concessie op 19 mei 1882 en trekken die in augustus 1883 in. Bij herhaling werd aan den concessionaris uitstel verleend tot het voldoen aan de hem bij de gunning gestelde voorwaarden, zo staat in een openbare bekendmaking van 13 augustus 1883.25
Financiële plaatje
Proeven met mest
Zoals gezegd, de aanvoer van mest voor de ontginning van de woeste gronden in de Kempen vormt een probleem. Ruim voor Bertus met zijn plan voor een tramlijn komt, neemt hij in 1874 in de gemeente Bladel proeven met George Ville-mest en mineralenmest van Willemsdorp. Zo staat het in een verslag over 1875 van de directeuren van de Nederlandsche Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, ‘omtrent de ingekomen berigten over hulpmeststoffen’. Wat de proeven opleveren is niet bekend. George Ville (1824-1897) is een Frans landhuishoudkundige en natuurkundige die bekend is geworden om zijn onderzoek naar de opname van stikstof door planten. Willemsdorp is een dorpje tegenover Moerdijk aan het Hollands Diep. Mogelijk maakt men daar in die tijd mineralenmest, van dierlijke mest.
Overlijden Naatje
Zeventien jaar later
Jubileum
Boekhouder
Koninginnenbezoek
Overlijden Bertus
Emotionele periode
Herdenkingen
Zuylen
Brief
Almanak
Bezoek
Neef
RAWB, bevolkingsregister Etten-Leur.↩
SRE, BS Oirschot, huwelijken, akte 5 1854. Verder: BR Oirschot 1850-1860, fiche 187.↩
Naatjes achterkleinzoon Gerrit Neomagus te Rotterdam-Overschie is in het bezit van papieren, tekeningen en foto’s van de familie Van Pellecom, waaronder een reisverslag van dominee Van Pellecom uit 1812.↩
Deze titel is niet vermeld in de huwelijksakte.↩
RAWB, akte 14 uit 1855 en akte 51 uit1858.↩
BHIC, archief Welstand, ing. st. 1849 nr 12. Vincent van Gogh bewaart alle correspondentie zorgvuldig. Hij ontvangt jaarlijks wel tweehonderd brieven over Welstand-aangelegenheden.↩
BHIC, archief Welstand, toeg.no. 212, inv.nr 7 (jaarvergaderingen), 18 (permanente commissie) en 27 (hoofdbestuur).↩
150 jaar Welstand, p. 219.↩
GA Breda, bevolkingsregisters 1860 tot 1900. Bis staat voor beneden, de benedenwoning.↩
GA Breda, BR 1870-1879, boek 15, blad 186, fiche 563; BR 1880-1889, boek 1, blad 40.↩
GA Breda, archievan kerkenraad en kerkvoogdij, I-20 en 23, III-8.↩
FAJN, almanak van 1884. Zie hierna.↩
RANB, Strafzaken AR Breda, index 116.01.02, inv.no. 116, rol 106, delict 03.↩
RANB, Audientiebladen RA Breda, code 116.01.02, inv. nr. 841, vonnis 5607.↩
CBG, familieadvertenties Neomagus tot 1970.↩
BHIC,archief Welstand, toegangsno. 212, inv.nr 172 (inspectieverslagen 1856-1891), inv.nrs 17 t/m 20 (notulen PC), inv.nrs 27 t/m 29 (notulen hoofdbestuur), inv.nrs 6 t/m 10 (verslagen jaarvergaderingen).↩
Het in 1866 geopende station Nuenen is in 1938 gesloten en in 1972 gesloopt. Het station ligt bij het gehucht Eeneind, ruim twee kilometer van het dorpscentrum. Het heet ook wel station Nuenen-Tongelre. Het vroegere dorp Tongelre, nu een wijk van Eindhoven, ligt ook ongeveer twee kilometer van het station. Bron: www.stationsweb.nl (2006).↩
Gegevens en citaten van schoondochter J. van Gogh-Bronger in 1913 in Inleiding tot de verzamelde brieven van Vincent van Gogh. Zie ook voetnoot 113 in 150 jaar Welstand.↩
De gegevens over de familie Van Gogh zijn mede ontleend aan Van Gogh in Brabant. De auteur heeft foto’s gemaakt van de grafstenen van dominee Vincent van Gogh (1789-1874) en diens zoon Vincent (1820-1888) – oom Cent voor de schilder Vincent – op de begraafplaats te Breda-Princenhage.↩
FAJN, originele versie.↩
BHIC, archief Welstand, jaarvergadering 1872, p. 11 en 1886, p. 8 en 9.↩
Provinciaal blad 37.↩
RANB, toegang 17, inventaris provinciaal archief, II Gedeputeerde Staten, hoofdstuk 12 verkeer en vervoer, nummers 11302 tot 11308 concessies 1879-1917 voor spoor- en tramwegen, bijlage 52, pagina 364, nummer 11302, Eindhoven-Reusel. Het dossier omvat een twintigtal (originele) brieven.↩
CBG, advertenties Neomagus tot 1970. De auteur treft deze advertentie in april 2003 aan. Ze werpt een nieuw licht op de activiteiten van Bertus Neomagus, waarvan in de familie tot dan niets bekend is.↩
Opmerkelijk dat het provinciaal archief over deze concessie geen dossier bevat.↩
W.J.M. Leideritz, De tramwegen van Noord-Brabant, Leiden 1978. Leideritz noemt ook het initiatief van Neomagus.↩
GA Breda, akte 1895 nummer 90, kopie in FAJN. CBG, familieadvertenties, kopie in FAJN.↩
BHIC, dossier De Jonge van Zwijnsbergen, toegang 319, inv.nr. 179.↩
FAJN, originele brief, met dank aan kleindochter Loes Neomagus.↩
Zijn dochter Loes vertelt dit in 1984 aan de auteur.↩
GA Breda, overlijdensakte 1884 nummer 60, kopie in FAJN.↩