IX-11 Johannes Cornelis Neomagus
Comments : Off
(1785-1806), militair in Franse dienst,
zoon van Johannes, VIII-19
Johannes Neomagus is sinds 22 september 1783 vorster van Nuenen, Gerwen, Tongelre en Wetten. Hij woont er met zijn vrouw Arnolda van Onna, met wie hij in 1775 trouwt, en hun twee dochters in de voormalige hervormde pastorie nabij Gerwen, eerder bewoond door zijn grootvader Johannes (1694-1761), predikant van Nuenen en Gerwen en diens enkele weken tevoren overleden vrouw Ida van de Werk (1713-1783). De pastorie staat in 1791 op naam van hun (stief)kleinzoon Johannes,1 de vorster.
Namen
Tien jaar na hun huwelijk komt het derde en laatste kind van Johannes en Arnolda ter wereld, een zoon, die ook de echte Neomagusnaam Johannes krijgt. Cornelis, de tweede doopnaam, komt vermoedelijk van Cornelis de Jongh, de overgrootvader van de nieuwe wereldburger. Johannes is in Nuenen gedoopt op 2 oktober 1785.2 Dominee Herm. Chr. Hanewinckel – lid van een bekend predikantengeslacht en opvolger van Johannes Neomagus, overgrootvader van de jonggeborene – verricht de doop en schrijft de doop in het doopboek.
Doop
Het is in Nuenen in 1785 de enige gereformeerde doop. De protestantse gemeenschap is klein en bestaat, behalve uit de dominee en zijn gezin en de nakomelingen van zijn voorganger, in feite uit enkele protestantse overheidsdienaren. Andere dopen betreffen dan ook eigen kinderen van de dominee, kinderen van de erfsecretaris Johannes van Hoven en het kind van een ongehuwde moeder. Op de bladzijde in het doopboek waarop Johannes Neomagus is te vinden, staan in totaal slechts zeven dopen tussen 1784 en 1798!
Geloof
Johannes wordt overigens niet zeer gelovig opgevoed. Zijn ouders hebben in Erp al een reprimande gekregen van de kerkenraad omdat ze hun verplichtingen niet nakomen. Ze gaan daarom met een beperkte attestatie naar Nuenen, zodat de dominee daar weet dat ze niet recht in de leer zijn. De dominee vermeldt hen wel elk jaar in zijn lidmatenregister, maar als ze in 1801 of 1802 naar Son gaan, gebeurt dat zonder attestatie. Met andere woorden: de familie Neomagus vindt een bewijs van goed geloofsgedrag niet nodig.
Dienstplicht
Johannes is pas 16 jaar als hij het ouderlijk huis in 1801 verlaat om in ‘Franschen dienst’ te gaan, zoals de dominee in het lidmatenboek schrijft. Johannes is dan overigens nog niet als lidmaat aangenomen en staat bij het lijstje van ’toehoorders’. Het is in die tijd niet ongewoon om als kind in het leger te gaan. Het regiment is je thuis. We komen Johannes inderdaad tegen als militair, en wel als soldaat.3
Bataafse Republiek
Na de komst van de Fransen in 1795 komt de Bataafse Republiek tot stand. Het Ministerie van Oorlog van deze op Franse leest geschoeide republiek, voert in 1798 een algemene dienstplicht in voor mannen van 20 tot 26 jaar. De bewoners ervaren dat kennelijk als Franse dienst, zoals uit de aantekening over Johannes Neomagus blijkt. Het is toegestaan voor een remplaçant, plaatsvervanger, te zorgen. Vermogende jongeren ontlopen zo hun verplichting. Vermoedelijk is Johannes Neomagus, gezien ook zijn leeftijd, zo’n remplaçant. Hij dient op Walcheren als fuselier in het 4de regiment Infanterie van Ligne, 2de divisie, 2de bataljon.4
Zijn twee jaar jongere in Erp geboren neef Johannes,5 zoon van Willem Neomagus en Judith van de Werk, gaat op een later tijdstip ook onder de wapenen. Van hem is bekend dat hij in 1812 sneuvelt als grenadier, lid van de Keizerlijke Garde, tijdens de veldtocht van Napoleon naar Rusland, vermoedelijk op de terugweg bij de oversteek van de rivier Berezina.
Overlijden
Vader Johannes heeft de droeve taak om op 2 juli 1806 in Son aangifte te doen van het overlijden van zijn zoon:6 ….dat alhier overleden is Johannes Cornelis Neomagus, oud circa 22 jaaren te Son aan de straat. Met andere woorden: Johannes overlijdt thuis. Of hij is ziek naar huis gegaan, of – en dat is het meest waarschijnlijk – zijn vijfjarige diensttijd zit er op. Het kan ook zijn dat hij behoort tot degenen die de dupe zijn van een grote bezuinigingsoperatie van raadspensionaris Schimmelpenninck, die het Bataafse leger vanaf 1805 terugbrengt van 34.000 naar 22.000 manschappen. Zijn commandant laat in de rubriek ‘afgegane manschappen’ op 25 juli 1806 aantekenen: Johannes Cornelis Neomagus op 2 juli overleden.
Met Johannes sterft in 1806 – in de mannelijke lijn – een van de takken uit van de boom die dominee Johannes (1694-1761) met 13 kinderen heeft geplant. Uiteindelijk blijft van die boom één tak over, die van Willem Neomagus7 (1757-1836), een oom van de overleden militair.
Nuenense Predikanten↩
RANB, NH dopen Nuenen.↩
NA, Militairen in Bataafs-Franse Tijd 1795-1813, toeg.no 2.01.15, inv.no 81, folio no 84↩
NA, toeg.no 2.01.15, inv.nr. 218-43.↩
deel V, IX-12.↩
RANB, DTB Son en Bruegel, boek 10, registers van aangegeven lijken 1806-1811. Dat is ook de overlijdensdatum. Verder is de leeftijd wel erg ‘circa’ vermeld; Johannes is namelijk 20 jaar geworden.↩
VIII-20.↩