• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

IX-13 Cornelia Adriana Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1788-1810),
dochter van Willem, VIII-20

Willem Neomagus en Judith van de Werk krijgen twaalf kinderen. Het tweede kind en de eerste dochter is Cornelia Adriana, geboren in Mierlo op 19 november, gedoopt in Stiphout  op 23 november 1788.1 Willem is dan koster en schoolmeester in Stiphout, dat met Mierlo een Nederduitse gereformeerde gemeente vormt. Naar wie Cornelia Adriana is vernoemd, is niet duidelijk. Beide namen komen amper voor in de wederzijdse families.

Lang ziek

In mei 1796 komt Cornelia met ouders, broer Antoon en zusje Mien naar Veghel. Enkele jaren later woont de familie, inmiddels uitgebreid met een tweeling, in Erp. Als de familie in 1800 naar Someren gaat, heeft zij al vier na haar gekomen baby’s binnen enkele maanden zien sterven. In Someren sterft nog een een kind, elf maanden oud. Cornelia is evenmin goed gezond. Uit de treurrede van vader Willem bij haar overleden in 1810 blijkt, dat ze lang ziek is geweest.
Op 12 oktober 1810 sterft de 22-jarige oudste dochter in Someren. Op 14 oktober wordt daarvan aangifte gedaan en op 15 oktober is ze begraven.2 Ze laat na ouders, drie broers en twee zusters, en woont in Someren ‘op den Kleyne Speelheuvel’. De dan in leven zijnde broertjes zijn Johannes, Godefridus en Daniel, haar zusters zijn Wilhelmina en Hendrica.

Treurrede

Begin van de treurrede van vader Willem op het overlijden van zijn dochter Cornelia.

Vader Willem schrijft een lange rede over het ‘afsterven’. Zijn kleindochter Maria, gehuwd met baron Dirk van Boetzelaer, bewaart het handschrift dat zodoende terechtkomt in het archief Van Boetzelaer.3 Gezien de goede kwaliteit van het schrift en het handschrift van vergelijkbare geschriften uit Maria’s tijd, is het aannemelijk, dat zij, of haar broer Willem Cornelis, de oorspronkelijke tekst – precies honderd versregels lang – heeft gekopieerd.

 

Treürreden over het afsterven van mijn waarde en geliefde dochter Cornelia Adriana Neomagus, oud tweeentwintig jaren, overleden den twaalfde october 1810.

 

Ik treur, ik zügt,4 ik schrei, mijn hert geneigt tot klagen
Mijn kind werd van mijn, Ach! in ‘t duister graf gedragen
Mijn oogen zien haar na, mijn herte haar geleid
Dat om dat droefgemis zonder op houwen schreit.

Zij legt in ‘t haren graf, ik moet haar bijzijn derven
Niets kan mijn troosten dan alleen haar vrolijk sterven
Zij had in ‘t aards vermaak voor lang al geen plezier
Om onz was ’t maar alleen zij wenscht te blijven hier.

Haar ziekte die nu had geduurd al veele jaren
Wierd op het laatst verzeld met smerten en gevaren
Al zoo zij menigmaal droef overvallen kreeg
Dat zij waar dat zij stond als dood ter aarde zeeg.

Het zien van deez ellend kwam ons veel droefheid geven
Wij stonden rond om haar te weenen en te beven
…..5  was zij wat hersteld of naauwlijk gedaan
Zag zij met blij gelaat onz weder vrolijk aan.

Sprak dikwijls Moederlief, ach wild geen traane storten
De Heere zal misschien mijn lijden haast verkorten
Omhelst onz allen en troost onz in haar verdriet
En sprak Kom laat onz saam zingen tot God een lied.

Als zij eens in haar hart bedroefd schijnt in haar noden
Zong zij met blijde stem ….6 rustplaats van Gods dooden
Ik denk altijd aan U met eene stille vreugd
O! Eindpaal van verdriet, rustplaats naar strijd en deugd.

Als zij den laatste reis den kerkhof passeerden
Zong zij dit vrolijk of haar niets, ja niets mankeerden
Schoons zij haar kwalijk en van den doctoor kwam
T’scheen of haar leven toen savons een einde nam.

Te vreden in haar lot zag men haar nimmer treuren
Neen maar in tegendeel kwam zij onz op de beuren
Met hare zachte stem ach! hare goede aard
Was bij onz hoog geacht, ja als een schat op aard.

Doch als op t’laast haar smert, haar hert vervuld met lijden
Zoo wou zij zelfs mijn als tot haar doel bereiden
Sprak als t’de Heer behaagd dat ik eens van u scheij
Laat toch u droefgetreur en denkt ik niet leij.

Want als ik in deez smert zou moeten blijve leven
Kan t mij niet als verdriet, en u veel droefheid geven
T’is beter bij den Heer als op dit traane dal
Ik troost mij ik u saam hier namaals vinden zal.

Ik kon door deze troost mijn traane niet weerhouwen
Zij sprak ach Moederlief ik zal u weer aanschouwen
Hoe zalig is t’verschiet daar t’oog den Koning ziet
In zijne luisterweg dan stof en aards verdriet

Doch kon zij op het laast haar droefheid niet verbergen
Dat zij zoo lange tijd Gods huis had moete derven
Dus deez bedroefd wanneer wij stonden daar te gaan
En zag onz achter na met oogen vol getraan.

En sprak ach zal ik in Gods huis dan nooit meer wezen
Het is de regte plaats voor die de Heere vreezen
Ach hij weet hoe verheugd ik daar altijd verscheen
Hoe kwalijk dat ik kon en ging met zachte schreen.

Met vreügde hoorde ik daar s’Heere woord verkonden
Geen droefheid in mijn kwaal werd dan bij mijn gevonden
En ach hoe aangenaam zong ik zonder verdriet
Met de gemeente saam tot eer van God een lied.

Zij hoorde heel op t’laaste het avondmaal kwam naderen
Zij sprak ach mogt ik daar zoo mede ook vergaderen
Herhaalde dikwijls dit en vraagde menigmaal
Ach Moeder lief mag ik ook gaan aan t’avondmaal.

Ik sprak als t’God behaagt dan zuld gij daar verschijnen
Schoon hoop op haar herstel bij onz kwam te verdwijnen
Haar sterfüür die was ook kort daarna bepaald
Vrijdags voor t’avondmaal heeft God haar weg gehaald.

Hoe bitter, ach hoe hard viel mij dit droevig scheiden
Schoons dat het t’einde was van al haar smert en leiden
Treedt stout door t’schrikdal …..7
zij vreest geen kwaal of pijn
Door schaduwe des doods God zal daar bij haar zijn.

Zij was onz lief op aard geweest geheel haar leven
Zij heeft nooit reden tot misnoegen ons gegeven
Zij was altijd vol zorg, vol eerbied en ontzag
Voor onz altijd gereed zoo wel bij nacht als dag.

Zij zag aan d’oogen wat wij een van beide wilden
Terstond zag men haar wensch van d’onze niet verschillen
Geef tijds om standigheid mij droefheid in mijn lot
Zong zij tot op berg en ook een dal is God.

Ik zal mijn leven lang haar bij zijn niet vergeten
Neen neen ik zal dikwijls haar deugde af gaan meten
Want het herdenken baart mij dagelijks veel smert
Zij is uit mijn gezicht maar nimmer uit mijn hert.

Zij heeft haar wensch en is nu voor onz uitgetreden
Als ik ooijt klaagde sprak zij met bedroefde reden
Ik hoop niet Moederlief als dat gij voor mij gaat
Zo dit gebeurt wensch ik te sterven op …8 daad.

T’schijnd mij onmogelijk mijn oüders t’overleven
Het denken hier aan doet mij sidderen en beven
God heeft haar bee verhoord zij is onz voor gegaan
Zij zingd nu vrolijk daar haar oog is zonder traan.

De dood bevestigd nu haar smert en droevig leiden
Schoon zij niet klaagde veel t’haar hert als iemand zeide
Die kwaal is niet zoo erg want gij ziet schoon en rood
Deez opdragt bragt haar kwaal en eindelijk de dood.

Ik wil een einde aan mijn treürgedigt gaan maken
En wil zoo ver ik kan mijn droefheid ook gaan staken
Want het is alles wel t’geen doed de …..9 van God
Dus wil mij troosten wijl dat sterven is ons lot.

Ik verlaat mijn en vertrouw dan op dat Heere woorden
K’hoop hij mij trekken zal door zijn liefde koorden
Op t’hemels regte pad en eindelijk tot hem
Daar ik met haar dan zing Gods lof, met blijde stem.

 

Het noodlot blijft de ouders achtervolgen. In 1812, twee jaar na het overlijden van Cornelia, sneuvelt hun oudste kind, Johannes, tijdens de veldtocht van Napoleon naar Rusland. Vader Willem overleeft dochter Cornelia ruim 25 jaar, moeder Judith bijna 33 jaar.

  1. RANB, NH dopen Mierlo en Stiphout, ook in HIC Helmond, programma ISIS, ook in RAE, DTB Mierlo, inv.nr 65.9, f. 7v.↩

  2. RANB, NH register van begravenen Someren; het gequalificeerd register van aangegeven lijken meldt zondag 14 oktober, vermoedelijk de aangiftedatum. Die datum staat ook op de DTB-kaarten van het RANB. Dat 12 oktober de overlijdensdatum is, staat in de treurrede van vader Willem. Verder: HIC Helmond, DTB Someren, folio 58.↩

  3. RA Utrecht, archief Van Boetzelaer, dossier Dirk van Boetzelaer en Maria Neomagus. Kopie in FAJN.↩

  4. Zie voor het vreemde gebruik van het trema het artikel ‘Neömagus’ deel III, nummer VII-24a.↩

  5. Woord onleesbaar door vouw in het papier.↩

  6. Woord onleesbaar.↩

  7. Tussengevoegd woordje, onleesbaar.↩

  8. Onleesbaar woordje.↩

  9. Onleesbaar woord.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.