IX-3 Engelbertus Theodorus Neomagus
Comments : Off
(1769-1844), apotheker,
zoon van Johannes, VIII-1
De op 33-jarige leeftijd overleden en op 20 april 1770 begraven Delftse apotheker Jan Hendrik Neomagus, laat als jongste kind de elf maanden oude Engelbertus Theodorus na, gedoopt in de Nieuwe Kerk van Delft op 21 mei 1769.1 Het laatste van de zeven kinderen die hij met Anna Verbruggen heeft, komt vijf maanden na zijn dood ter wereld.
Voornamen
Engelbertus Theodorus heeft voornamen die tot voor kort in de familie bestaan. Engelbertus (Bertus) is mogelijk een verwijzing naar dominee Engelberts van de Gasthuiskerk in Delft. Hij doopt de kinderen van grootvader Jan, de gasthuisapotheker, te beginnen met vader Jan Hendrik.
Theodorus is een oude Neomagusnaam. De laatste Theodorus is predikant van Eersel, Duizel en Steensel en leeft van ongeveer 1635 tot 1716. Men kan zich wel afvragen waarom iemand zijn zoon vernoemd naar een familielid dat al meer dan een halve eeuw dood is. Er kan dus ook een andere verklaring zijn voor de naamgeving Theodorus.
’s Gravenhage
De beide volwassen geworden zoons van Jan Hendrik worden ook apotheker. De oudste, Jan (1761-1838), koopt in 1785 de apotheek van zijn grootvader Jan (1705-1784). De jongste, Bertus, vestigt zich als apotheker in ‘s-Gravenhage. In 1824 is hij getuige bij de aangifte van het kind Jacobus van Essen. Hij wordt dan omschreven als apothecur. In ‘Berigt wegens de geconstitueerde magten en ambtenaren residerende in de stad ’s Gravenhage’ uit 1828 staat onder het kopje ‘commiessen-griffiers’ deze vreemde zin: ‘1820 mr. J.L.T.C. van Oldenbarneveld, genaamd Witte Tullingh, in het Lange Voorhout, bij den apotheker Neomagus’. Mogelijk woont Van Oldenbarneveld bij Neomagus in. Van Oldenbarneveld genaamd Witte Tullingh is een officiële familienaam sinds in de 17de eeuw een Van Oldenbarneveld trouwt met een Tullingh. Het geslacht is uitgestorven. In Neomagus’ tijd is de shrijfwijze van de hofstad ’s Gravenhage, zonder koppelteken.
Laatste apotheker
Bertus Neomagus overlijdt in ’s-Gravenhage op 11 december 1844 zonder nakomelingen, 78 jaar oud, wonend aan de Houtweg, wijk H, nr. 299. Een 31-jarige bidder en een 24-jarige bediende doen op 12 december aangifte, zijnde de namen der ouders niet bekend, beiden overleden.2 Notaris Verwoert plaats op 10 maart 1945 een oproep in het Dagblad van ’s Gravenhage met het verzoek of ieder die nog meent iets van de overledene tegoed te hebben, zich wil melden.
De ondertitel van dit tweede deel van de Genealogie Neomagus is Drie generaties apothekers en hun verwanten, 1733-1844. Het jaar 1733 duidt op het jaar waarin Johannes Neomagus in Delft als gasthuisapotheker begint. Het jaar 1844 duidt op het overlijden van de laatste apotheker Neomagus van deze tak van de familie, de in dit hoofdstuk besproken Bertus.