• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

VII-21 Johanna Helena Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1748-1817), huishoudster en kamenier,
dochter van dominee Johannes, VI-12

Ida van de Werk geeft haar man Johannes Neomagus drie dochters achtereen. Nadat schoolmeester Duijtz op 13 juni 1747 weer een kind heeft gekregen, komt op 3 maart 1748 rond 10 uur ’s morgens op de pastorie op het Lanklaar bij Gerwen de domineesdochter Johanna Helena ter wereld. Vader Johannes doopt het kind op 6 maart, niet in Nuenen zoals alle voorgaande in Gerwen geboren kinderen, maar in de kerk van Gerwen.1

Voornamen

De vader/dominee noemt in het doopboek geen doopgetuigen of andere verwijzingen naar de naamgevers. Maar het is duidelijk, dat deze dochter naar vader en moeder zelf is genoemd. Vader heet Johannes. De tweede voornaam van moeder is Helena. Dat is ook de naam van Helena Nouwens, de tweede echtgenote van Bastiaan van de Werk. Helena is de stiefmoeder van Ida Helena van de Werk, die met dominee Johannes Neomagus trouwt.
Als kind behoort Johanna in de gereformeerde gemeente van haar vader bij de toehoorders. Nog voor ze wordt aangenomen als lidmaat gaat ze – in april 1768, 20 jaar oud – naar Tilburg. Broer Thomas en zus Judith wonen daar ook enige tijd. Aangenomen mag worden dat ze er bij hun oudere (stief)zus Elisabeth Meissonnier-Neomagus wonen. In september 1774 komen zij terug naar het ouderlijk huis in Gerwen.

Sint-Michielsgestel

Met attestatie van 8 september 1777 gaat Johanna naar Sint-Michielsgestel bij ‘s-Hertogenbosch,2 dan een relatief groot dorp met ruim 2100 inwoners, van wie er (in 1815) 58 protestant zijn. Ze woont op huize De Ruwenberg in Sint-Michielsgestel. Dat blijkt uit twee documenten uit het privé-archief van haar in 1794 als stadhouder van Steenbergen overleden broer Benjamin. Het ene is een briefje van Benjamin aan zijn zus over een verblijf in Maashees. Het briefje is sterk beschadigd en geeft daardoor verder weinig informatie. Het andere is de lijst van personen die de weduwe van Benjamin opstelt voor het toezenden van het overlijdensbericht. Daarbij staat ook een familie De Tombe te Sint-Michielsgestel, de familie waar Johanna huishoudster is.3

Ook zus en broer

Het register van lidmaten van Sint-Michielsgestel4 bevestigt de attestatie van Johanna. De dominee schrijft haar op 14 september 1777 in en voegt eraan toe: op huize Groten Ruwenberg gehoorende aan den WEG Heere Des Tombe. WEG staat voor WelEdelGeleerde. Zus Alida komt ook in het lidmatenregister voor omdat ze van september 1783 tot mei 1787 ook in Sint-Michielsgestel woont. Ze komt van Alphen en vertrekt ook weer daarheen, naar haar broer Bastiaan die er predikant is. Dat Thomas in 1784 ook naar Sint-Michielsgestel gaat, staat niet in het lidmatenboek.

Ruwenberg

Ruwenberg is in Sint-Michielsgestel de naam van twee buitenhuizen. Dominee B. Bruist schrijft dat Arnoldus des Tombe in 1763 met zijn vrouw Wendelina Borgesius zich vanuit Utrecht vestigt ‘op den grootsten Ruwenberg’. Maar consequent is hij niet. Want graaf Van Bijland woont volgens de dominee in 1768 ‘op de anderen Ruwenberg’ en tien jaar later ‘op den groten Ruwenberg’, terwijl in 1779 Des Tombe gewoon ‘op den Ruwenberg’ woont.

Des Tombe

Het blijkt om de Kleine Ruwenberg of Boekoop te gaan, in het begin van de 15de eeuw gesticht door Jan Pels, eigenaar van de Grote Ruwenberg. Ritmeester Arnoldus baron Des Tombe koopt de Kleine Ruwenberg in 1762. In dat jaar wordt het omschreven als een vermaakelijk, wel doorbouwt en seer gelegen adelijk kasteel. Een prent toont een echt kasteel met een hoge slanke toren. Hij komt er eind 1763 wonen en sterft er op 19 oktober 1804. De familie Des Tombe stamt uit het Noord-Franse Tourcoing. In de 17de eeuw gaat een Des Tombe als lakenkoopman naar Leiden. Arnoldus, in 1730 geboren in Rotterdam, is kapitein in Suriname en in de Nederlanden luitenant-kolonel der karabiniers (een karabinier is een cavalerist – militair van de ruiterij – bewapend met een karabijn, een handvuurwapen met een korte loop).

Personeel

Ritmeester des Tombe heeft acht kinderen en veel personeel. Als protestant neemt hij vooral geloofsgenoten aan; ze zijn terug te vinden in het lidmatenregister van de gereformeerde gemeente. Het gaat om dienstmaagden, cameniers, keukenmeiden, lijfknegten, koetziers en personeelsleden die als domesticq of burger-domesticq (huisknecht) worden omgeschreven. Het personeel komt van heinde en verre, ook uit Duitsland, zelfs uit Paramaribo. De meesten blijven overigens maar enkele jaren.

Hoofd?

Johanna Neomagus is een grote uitzondering: ze komt als 29-jarige in 1777 en vertrekt eerst in 1807, dus na de dood van Des Tombe in 1804. In tegenstelling tot de andere personeelsleden, noemt de dominee in het lidmatenregister het beroep of de functie van Johanna niet. Gezien haar dertigjarige staat van dienst hoeft het niet te verbazen als ze hoofd van de huishouding is en een vertrouwelinge van de familie. Het feit dat Johanna op 21 december 1788 getuige is bij de doop van Wendelina Arnolda Henrietta des Tombe bevestigt dat.5 Het is een dochter uit het tweede huwelijk van Des Tombe, met Henrietta de Bons (Doornik 1755), overleden in 1799. De jonggeborene wordt vernoemd naar zijn eerste vrouw Wendelina Borgesius (overleden in 1771), naar hemzelf en naar zijn tweede vrouw.

Pensioen

Dat Johanna een goede band heeft met de familie Des Tombe blijkt uit twee stukken uit het register van schout en schepenen. Op 23 september 1799 is vastgelegd dat ze een jaarlijkse rente krijgt van 150 gulden, zolang ze leeft en bij Des Tombe in dienst is. Op 13 december 1803 blijkt het te gaan om een jaarlijks pensioen van 150 gulden. Dat is vergelijkbaar net 1330 euro in 2016. Ze heeft er tot haar vertrek in 1807 gebruik van gemaakt.
Johanna is kennelijk bemiddeld. Ze leent enkele keren geld uit, hetgeen ook wordt vastgelegd in een akte van schout en schepenen. Het gaat om bedragen van 100, 150 of 300 gulden, tegen een rente van 4 of 5 %, en binnen een jaar terug te betalen. De aktes zijn van 1791, 1793 en 1804. In dat laatste jaar staat er bij ‘in goed Hollands geld’. Het is kennelijk een periode met onzekerheid over de waarde van de gulden.

Van Bijland

De vrouw van Benjamin Neomagus, stadhouder van Steenbergen en zus van Johanna, stuurt in 1794 de familie Des Tombe een bericht over het overlijden van haar man. Zo’n bericht krijgt ook graaf Van Bijland te Nijmegen. Er is een graaf van die naam getrouwd met Antoinette van Brienen (1726-1801), volle nicht van dominee Johannes, de vader van Johanna. Het moet dezelfde graaf Van Bijland zijn die eerder op de Groten Ruwenberg woont. De dominee noemt hem enkele keren in relatie tot nieuwe personeelsleden. Misschien heeft de graaf Van Bijland zijn achternicht wel bij buurman Des Tombe voorgedragen…

Zijdeteelt

Arnoldus des Tombe sterft, zoals aangegeven, op 19 oktober 1804 op de Kleine Ruwenberg. Enkele kinderen blijven er nog korte tijd wonen. Zij verkopen het landgoed in 1806 aan Jacob Meurs. Het is later een bierbrouwerij, azijnstokerij en hoofdkantoor van een onderneming die de zijdeteelt in Nederland introduceert, waartoe het landgoed beplant is met moerbeibomen voor het telen van zijderupsen. In 1842 brandt het huis af. De herbouwde en als woning verhuurde Kleine Ruwenberg is sinds 1975 eigendom van de burgerlijke gemeente en ligt in een openbaar park, aan de rivier de Dommel.6
De zijdekweker is Corneille Hippolite Berail. Diens vrouw Henrica Struuck van der Stegen koopt de Kleine Ruwenberg in 1819. Berail leert het vak van zijn schoonvader Henri baron De Senarclens de Grancy die trouwt met Louise Berail, dochter van Corneille. Henri’s vader, baron Onno, onder meer heer van Haanwijk, is getrouwd met Frederica barones Van der Duyn, een dochter van baron Willem van Benthorn en van Susanna Jacoba Josina rijksgravin van Bijland (of Bylandt). En daarmee is de cirkel Neomagus – Des Tombes – Van Bijland rond.

Welstand

De Maatschappij van Welstand speelt ook nog een rol. Die koopt in 1838 vijf aandelen van honderd gulden van de Maatschappij tot uitoefening van de zijdeteelt. Welstand is een organisatie die de hervormde gemeenten in Brabant ondersteunt, zodat ze tenminste vijftig lidmaten houden en dan een predikant kunnen beroepen in geval van een vacature. Welstand is bang dat bij het eventuele vertrek van de protestantse familie Berail, met negen kinderen, de hervormde gemeente te klein wordt. Vanaf 1861 is Bertus Neomagus administrateur van Welstand.

‘s-Hertogenbosch

Handtekening van Johanna op een stuk uit 1815.

Wellicht blijft Johanna Neomagus op de Kleine Ruwenberg tot Meurs zijn nieuwe bezit daadwerkelijk gaat bewonen, in 1807. Op 6 juli van dat jaar gaat Johanna Neomagus, 59 jaar, ‘met vernieuwde attestatie’ naar ‘s-Hertogenbosch.7 Daar woont ze volgens het bevolkingsregister van 1814 in de Hinthamerstraat C2268 met als beroep kamenier, de persoonlijke bediende van de vrouw des huizes die haar helpt kleden en kappen en andere diensten verleent. In het huis verblijven elf personen die in deze volgorde worden genoemd:

– de weduwe Debora Johanna van de Niepoort-Gobius, rentenierster, gereformeerd, 65 jaar, geboren in Utrecht
– de weduwe Anna Maria Wuyster-van de Niepoort, 28 jaar, gereformeerd, geboren in Batavia. (Zij hertrouwt in 1822 de   40-jarige Petrus Seijff uit Maastricht).
– Gerardus Wuyster, 6 jaar, gereformeerd, geboren in ‘s-Hertogenbosch
– Johanna Helena Neomagus, kamenier, 56 jaar, gereformeerd, geboren in Nuenen
– Dirkje Wetsels, dienstmaagd, 26 jaar, gereformeerd, geboren in Arnhem
– Adriana Smits, dienstmaagd, 30 jaar, roomsch, geboren in St. Oedenrode
– Anette Bruijns(t), dienstmaagd, 28 jaar, roomsch, geboren in Cleeff (Kleef)
– Debora Johanna Gobius, 76 jaar, gereformeerd, geboren in Utrecht
– Adriana Smits, keukenmeid, 37 jaar, roomsch, uit St. Oedenrode
– Maria Keijm, werkmeid, 23 jaar, gereformeerd, uit ‘s-Hertogenbosch
– Anna Elisabeth Bruijns, 40 jaar, linnemeid, roomsch, geboren in Cleeff.

Hoogste functie

Hoofdbewoners zijn dus een 65-jarige weduwe, haar 28-jarige dochter, die ook al weduwe is, haar 6-jarige kleinzoon en haar 76-jarige schoonzus. Van het personeel heeft Johanna Neomagus als kamenier de hoogste functie. Verder zijn er drie dienstmaagden, een keukenmeid, een werkmeid en een linne(n)meid. Onder hen kennelijk twee zussen uit het Duitse Kleef en mogelijk twee zussen uit St. Oedenrode. Het is niet uit te sluiten dat de ambtenaar enkele fouten maakt bij de registratie. De twee dames Smits hebben dezelfde voornaam en geboorteplaats, evenals de twee dames Gobius. Alleen de leeftijden verschillen.

VOC

Het feit dat de 28-jarige weduwe Anna Wuyster-van de Niepoort is geboren in Batavia, kan duiden op een relatie met de VOC, de Verenigde Oostindische Compagnie, waar haar man en/of haar vader (Rudolph Florentius van de Niepoort) wellicht een functie heeft vervuld. Kennelijk zijn zij op of rond 1800 teruggekeerd – de VOC is in 1802 opgeheven – op een moment dat Anna’s man nog leeft, want zoon Gerardus is rond 1808 in ‘s-Hertogenbosch geboren.

Obligaties

Ook in ‘s-Hertogenbosch doen mensen een beroep op Johanna’s financiën. Drie keer treffen we in 1814 en 1815 in notariële akten de uitgifte van een obligatie (schuldbrief) van 100 of 300 gulden aan ten behoeve van Johanna Helena Neomagus. Honderd gulden (1815) is vergelijkbaar met 740 euro (2016).

Overlijden

Johanna dient zo’n tien jaar bij deze familie en sterft op 69-jarige leeftijd op 26 juli 1817.9 De overlijdensakte van die dag meldt dat aangifte wordt gedaan door Johan Hegel, lijkbidder, 58 jaar, vriend van de overledene, en Cornelis Mulders, 50 jaar, stadsbode. Het overlijden heeft plaats heden half vier ‘s morgens. Johanna woont dan Hinthamerstraat wijk C nr 220, een ander huisnummer dan bij de inventarisatie van 1814. De in de akte opgegeven leeftijd van 63 jaar is in ieder geval niet juist. Huishoudster is volgens de akte het beroep.
De volkstelling van 1822 – Johanna is dan al overleden – noemt Debora Johanna Gobius de hoofdbewoonster van Hinthamerstraat C226. Ze is dan 76 jaar. Die leeftijd komt niet overeen met die in 1814, wanneer ze als 65-jarige te boek staat. Verder lijkt het er op dat bij de aangifte van het overlijden van Johanna nog een fout is gemaakt met haar adres: C220 in plaats van C226.

Claraklooster

Het huis in 's-Hertogenbosch waar Johanna Neomagus kamenier is.

Het pand 226 is in de Hinthamerstraat het derde pand voorbij de Clarastraat. Volgens het boekje ‘Oude namen van huizen en straten te ‘s-Hertogenbosch’ van J. en A. Mosmans uit 1907 is dit oorspronkelijk het kasteel van Ridder Geerling van den Bossche. Het heeft nu huisnummer 141 en er is anno 2012 een instelling voor

De woning is eertijds het kasteel van jonkheer Geerling van den Bossche.

verslavingszorg in ondergebracht. Willem, de in 1344 overleden enige en kinderloze zoon van Geerling, laat de grond achter zijn woning na voor de stichting van een klooster, gewijd aan de heilige Clara. In 1349 komen de eerste zusters naar het nieuwe Claraklooster. In 1650 moeten zij de stad verlaten, die sinds het eind van de Tachtigjarige Oorlog in het protestantse deel van de Nederlanden ligt. Het kloostercomplex raakt daarna in verval. In 1872 komt er een nieuwe kloosterorde naar die plek, de Ongeschoeide Karmelietessen van de heilige Theresia van Avila. Zij blijven tot 1970. Het kloostercomplex is in de volksmond het Claraklooster blijven heten. Het biedt sinds 1980 huisvesting aan kunstenaars.10


  1. RANB, DTB Nuenen, boek 9.↩

  2. RANB, DTB Nuenen, lidmatenboek.↩

  3. RANB, dossier Biljouw, inv.nrs 41 en 56.↩

  4. RANB, DTB Sint-Michielsgestel, boek 30 ‘Nieuw register der ledematen van de ware Gereformeerde Christelijke Kerke te Sint Michiels Gestel, Gemunden en Dungen’.↩

  5. BHIC, hervormd doopboek Sint-Michielsgestel.↩

  6. S.H.M. Jongmans, Enige historische notities van de buitenplaats ‘de kleine Ruwenberg’, 1977, uitgave Van Iersel bosbouw en cultuurtechniek.  Ook: Piet Gooyaers, Sint-Michielsgestel in den verleden tijd, Veghel 1983, BHIC.↩

  7. GA ‘s-Hertogenbosch, lidmaten NH Kerk, microfiches 1800-1853 nr 61.↩

  8. GA ‘s-Hertogenbosch, BR 1814, klapper II, B45.02.↩

  9. GA ‘s-Hertogenbosch, BS, akte nr 3392.↩

  10. Denise de Costa, Wonen in een klooster↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.