De eerste van de dertien kinderen van dominee Johannes Neomagus is Jan Willem, geboren in Bakel op 4 mei 1724, ’s morgens om 4 uur.1 Vader Johannes schrijft zijn twee in Bakel geboren zoons later in het doopboek van Nuenen. Van de gereformeerde gemeente van Bakel is van die jaren geen doopboek bekend. Zijn vader staat in Bakel sinds 3 januari 1724. Johannes en zijn vrouw Johanna van Bemmel wonen daarvoor in haar geboorteplaats Eindhoven, waar ze in 1721 in ondertrouw gaan en waar Jan Willem kennelijk is verwekt.

Het is een traditie de oudste zoon te vernoemen naar de grootvader van de boreling van vaderskant. Dat is dominee Johannes uit Vessem. De tweede naam, Willem, is vooralsnog niet te verklaren. Vader Johannes maakt geen melding van de herkomst van de naam Willem, evenmin van doopgetuigen. De naam Willem wordt wel een Neomagusnaam. De laatste Willem sterft in 1896.

Jan Willem wordt op 3 juni 1744 lidmaat – vader Johannes schrijft in het lidmatenregister Johannes Wilhelmus, mijn oudsten zoon – en komt op 7 april 1746 met een attestatie uit Nuenen naar de Voorstraat in Dordrecht, de hoofdstraat van de stad. Hij is de eerste van drie broers die enige tijd in Dordrecht wonen. Na hem komen Godefridus (1747) en Hermanus (1751). In de lijst van uitgaande attestaties komt hij voor als Jan Neomagus. Hij woont dan bij de Munt, een zijstraatje van de Voorstraat. Op 29 maart 1750 wordt hij uitgeschreven naar Rotterdam.2

Tien jaar later, op 24 oktober 1760, zien we hem in Amsterdam (Spuikerk) in ondertrouw gaan met Johanna Hetwig Catharina Dahm of Daam. In de akte staat3 dat hij afkomstig is uit Nuenen, aan de Heeregragt woont, en 35 jaar is, hetgeen niet juist is, want hij is 36. Verder is te lezen dat zijn ouders ‘doot’ zijn, hetgeen ook niet klopt, want vader Johannes sterft in december 1761.

Over Johanna lezen we dat ze 34 jaar is, uit Solingen komt, aan de Runstraat woont, en dat ook haar ouders ‘doot’ zijn. Getuige voor Jan Willem is ene Tomas Jansen, voor Johanna getuigt bij het huwelijk haar broer Johannis Daam. De Amsterdamse ambtenaren maken op die dag, 24 oktober 1760, niet minder dan 45 ondertrouwaktes op!

Kort tevoren, op vrijdag 26 september 1760, figureert Neomagus, die dan als Johannes te boek staat, als getuige bij de doop van Johanna Elisabeth Dahm – dan toch zo geschreven! – van wie de vader Johannes Caspar Engelbert Dahm heet en de moeder Maria Meijer. Behalve Neomagus is Johanna Hedwig Catharina Dahm doopgetuige. Het gaat om een evangelisch-lutherse doop bij de ouders aan huis.4

Op 19 oktober 1763 laten ze hun testament opmaken. Als Johannes Wilhelmus Neomagus wordt hij op 3 oktober 1781 in Amsterdam, 57 jaar oud, begraven, terwijl zijn vader hem toch als Jan Willem bij de doop heeft ingeschreven. Zijn beroep is in geen van de stukken vermeld.

Op 24 mei 1802 wordt in Ter Aar Johanna Hetwig Daamh (weer een andere spelling!) begraven. Zij is de weduwe van Hendrik Jonker, eerder van Jan Willem Neomagus.