• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

VII-14 Godefridus Anthoni Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1726-1760), vorster en ingebieder,
zoon van Johannes, VI-12

Op 3 maart 1726 ziet in Bakel het tweede van in totaal dertien kinderen van dominee Johannes Neomagus het levenslicht. Later blijkt dat hij, Godefridus Anthoni, de enige is die de Brabantse tak van de familie Neomagus in mannelijke lijn voortzet. Bij het tweede huwelijk van zijn weduwe is sprake van de omgekeerde volgorde: Anthonius Godefridus. De roepnaam is vermoedelijk Godfried, zoals hij later ook een keer te boek staat.

Doopboek

Dominee Johannes schrijft in 1728 zijn eerste doop in zijn nieuwe standplaats Nuenen in. Die doop betreft Hermanus. Volledigheidshalve voegt hij er aan toe, dat in Bakel al twee zoons zijn gedoopt, te weten Jan Willem in 1724 en Godefridus Anthoni op 3 maart 1726. Het doopboek van Bakel is verloren gegaan, zodat er geen officiële doopinschrijving van Godefridus is.

.1 De hervormde (officieel: Nederduitse gereformeerde) dopen van Bakel ontbreken tussen 1720 en 1729 in het doopboek van de predikant. Dat is opmerkelijk, omdat Johannes er van januari 1724 tot en met december 1727 predikant is en geacht wordt het doopboek bij te houden.

Familienaam

De ouders noemen de tweede zoon, overeenkomstig de traditie, naar de grootvader van moederszijde. Dat is Godert van Bemmel, schoolmeester in Eindhoven. Godert is net als Godfried een roepnaam voor iemand die officieel Godefridus heet. De naam Godfried blijft sindsdien in de familie. De laatste is de in 1970 geboren Godfried.2 Een verklaring voor de herkomst van de tweede voornaam, Anthoni, is niet gevonden.

Dordrecht

Godfried wordt op 18 oktober 1744 in Nuenen lidmaat3 en komt op 30 maart 1747 met attestatie naar Dordrecht.4
Hij gaat twee keer in ondertrouw. De dominee van Ophemert schrijft in het trouwregister: den 1sten meirt5 (1752) hebben wij in ondertrouw opgenoomen Godefriedt Antonij Neomagus en Odilia de Jongh bijde tot Dordtrecht, hetgeen aangeeft dat ze in Dordrecht wonen. Getuigen bij de ondertrouw in Ophemert zijn haar moeder Niske de Jongh, Willem Willemse de Bie en Arien de Jongh, haar broer.

Inschrijving in het kerkelijk huwelijksregister van Ophemert: 1 maart 1752 de ondertrouw, 10 april de trouw.

Inschrijving in het burgerlijk huwelijksregister van Dordrecht.

Als Godfridus Anthonis gaat hij op donderdag 16 maart 1752 voor de Dordtse schepen mr. Johan de Roo, Heere van Wulverhorst, in ondertrouw met Udilia de Jongh, beijde laast alhier gewoond hebbende, volgens attestatie van ondertrouw van Ophemert in dato 15 maart 1752. In de kantlijn is bijgeschreven: den 2 april 1752 attest gegeven.6 Opmerkelijk zijn de slordigheden in de ondertrouwakte: Godfridus Anthonis in plaats van Godefridus Antoni, Udilia in plaats van Odilia, laast in plaats van laatst.

Reizen

Godefridus en Odilia trouwen op 10 april 1752 in de kerk van Ophemert.7 Odilia is dan ongeveer zeven maanden in verwachting. Odilia is in deze staat dus eerst van Dordrecht naar Ophemert gereisd om het voorgenomen huwelijk te laten aantekenen bij de dominee, vervolgens weer naar Dordrecht voor de ondertrouw op het stadhuis om daarna weer naar Ophemert te gaan voor de formele huwelijkssluiting. En na de geboorte van hun kind zijn ze kennelijk weer naar Dordrecht gegaan, alvorens zich tegen het eind van het jaar in Helmond te vestigen. We mogen aannemen dat ze tussen Ophemert en Dordrecht per schip hebben gereisd. Tussen Tiel en Dordrecht moet een frequente beurtschippersdienst hebben bestaan. Met een baby van Dordrecht naar Helmond reizen, is een ander verhaal. Dat gaat vermoedelijk eerst per schip naar ’s-Hertogenbosch, vandaar per rijtuig naar Helmond.

Attestaties

De ondertrouwakte in Dordrecht zegt niets over geboorteplaats, beroep en adres van de echtelieden, evenmin iets over eventuele getuigen. Dat is bij andere huwelijksinschrijvingen wel het geval. De overzichten van ingekomen en uitgaande attestaties van de kerk maken dit voor een deel goed. Ze vormen als het ware het bevolkingsregister van de protestantse bevolking. Zo zien we dat Godefridus zich bij zijn komst in Dordrecht vestigt aan de Groenmarkt en dat hij met zijn Odilia in de Wijnstraat woont als ze op 17 december 1752 worden uitgeschreven naar Helmond. Hun inmiddels geboren zoon Johannes wordt er niet bij genoemd. Alleen lidmaten zijn geregistreerd. Het beroep van de ouders is nergens genoteerd.
Terzijde, in de ondertrouwakte is ook vermeld dat schepen De Roo vervanger is van mr. Johan de Witt. Dat is een bekende naam in Dordrecht. Hij is een kleinzoon van Johan de Witt, raadspensionaris van Holland, die in 1672 tijdens een volksoproer in Den Haag is gelyncht, samen met zijn broer Cornelis de Witt, een Dordtse bestuurder.

Zennewijnen

Odilia de Jongh is in 1728 geboren in Ophemert en woont later in Zennewijnen. Wellicht woont Godefridus Neomagus er ook korte tijd. Hij staat in een enkele bron genoemd als wonend te Zennewijnen.8 Het is een dorpje dat in 2000 ongeveer 150 inwoners telt en in de middeleeuwen bekend is om het norbertinessenklooster Mariënschoot. De Mariakapel van het klooster trekt veel bedevaartgangers. In 1572 is het klooster verwoest. Zennewijnen is altijd gecombineerd met het naburige Ophemert, zowel op burgerlijk als kerkelijk vlak. Nu behoren beide dorpen, gelegen aan de rechteroever van de Waal, tot verschillende gemeenten: Neerijnen en Tiel.

Dienstmeid?

Aannemelijk is dat Odilia in Dordrecht bijvoorbeeld als dienstmeid werkt, daar Godefridus ontmoet en daar van hem in verwachting raakt. De ouders van Odilia wonen in die periode – rond 1750 – vermoedelijk in Zennewijnen en het aanstaande paar gaat kennelijk in het ouderlijk huis wonen om daar ook de geboorte af te wachten. Godefridus is nooit officieel in Ophemert of Zennewijnen ingeschreven. Hij komt niet voor in de lidmatenregisters en kerkenraadsnotulen. Zoals gezegd, in december 1752 gaat het jonge gezinnetje vanuit Dordrecht naar Helmond.

De Jongh

De ouders van de bruid zijn Cornelis Ariese (= zoon van Arie) de Jongh en genoemde Niske of Nieske. Het huwelijk van Cornelis en Niske is 32 jaar eerder gesloten. Hun ondertrouw is op 26 mei 1720.9 Cornelis de Jongh komt uit Herwijnen, dat voorbij Zaltbommel aan de Waal ligt, Nieske Lammerts uit Ophemert. Cornelis sterft op 17 juni 1751 in Ophemert, Nieske op 1 oktober 1758.10

Gedwongen

Het huwelijk van dochter Dilia blijkt een ‘gedwongen’ huwelijk te zijn. Op 4 juni 1752 ontvangt in Ophemert zoon Johannes het doopsel. Moeder Dilia is dus bij het huwelijk ongeveer zeven maanden in verwachting. De dominee tekent aan: Dit kind 8 à 9 maanden te vroegh koomende soo is de vader daar over opentl. bestraft en tot boete aangezedt. De dominee overdrijft dus, maar het blijft in de strenge geloofsgemeenschap van Ophemert niet ongestraft. De openbare bestraffing bestaat vermoedelijk uit een afkondiging van de preekstoel, zoals in zulke gemeenten ook in de 21ste eeuw nog gebeurt.11 Opmerkelijk: Ook Arie, een broer van Odilia, ‘moet’ (in 1751) trouwen omdat zijn vrouw in verwachting is.

Helmond

Godfried en Dilia gaan op 17 december 1752 met attestatie van Dordrecht naar Helmond.12 Daar worden ze op 20 december ingeschreven.13 Hij wordt volgens de commissieboeken van de Staten-Generaal per 25 juni 1753 vorster van Aarle-Beek (tegenwoordig Aarle-Rixtel en Beek en Donk) en ingebieder van Helmond.14 Van 18 april 1755 dateert een vermelding in het commissieboek van de Raad van State over de benoeming van Godfried tot deurwaarder in het kwartier Peelland, als opvolger van de overleden Michel van Schaijk.

Kinderen

Uit het huwelijk van Godfried en Dilia worden drie kinderen geboren:
1. Johannes, gedoopt te Ophemert op 4 juni 1752. Volgt VIII-19.
2. Cornelis, gedoopt in Helmond op 6 april 1755, jong overleden.15
3. Wilhelmus, gedoopt in Helmond op 30 oktober 1757.16 Volgt VIII-20.
Bij de ondertrouw in Ophemert is de naam Godefriedt Antonij, bij de ondertrouw in Dordrecht Godfridus Antonis, bij de eerste doop heet de vader Godefridus Antony, bij de tweede doop in Helmond Godefridus Antonius. De moeder heet steeds Dilia de Jongh. Men is niet zo nauwkeurig met het inschrijven van namen.

Overlijden

Inschrijving van het overlijden van Godfried, 1760.

Godfried komt op woensdag 9 april 1760 in Helmond te overlijden, net 34 jaar oud. Op vrijdag de 11de is hij er begraven.17 Hij is een van de weinige volwassen Neomagi die op relatief jonge leeftijd sterft.

Er is belangstelling voor de functies die vacant zijn na Godfrieds overlijden. Zo is er een rekest van 22 juli 1760 van Nicolaas van Schayk aan de Raad van State over de vacante vorstersplaats en over het vacante ambt van ingebieder en exploiteur (onderzoeker) binnen Stad en Vrijheid van Helmond. De graaf van Arburg, Heer van Helmond, heeft Van Schayk al op 30 juni aangesteld en verzoekt om approbatie (goedkeuring door een hoger gezag). Daar is het rekest kennelijk voor bedoeld.

Naar de vacante functie van vorster te Aarle Rixtel solliciteert Bernardus de Ruyter uit Aarle. Hij vraagt de hoogschout van Stad en Meierij, graaf van Rechteren, om over zijn sollicitatie een bericht te sturen aan de Raad van State. De Ruyter heeft op 16 juni zelf al een rekest gezonden.

Tweede huwelijk

Zijn weduwe Dilia hertrouwt 18 jaar later, ruim 50 jaar oud, met Daniel Zwaans of Swaans, koster, van 1746 tot 1782 schoolmeester18 en later ook regerend schepen te Stiphout. De ondertrouw is op 21 maart 1778 in Helmond,19 het huwelijk op zondag 5 april in Mierlo.20 De eerste echtgenote van Dilia heet nu in de stukken Anthonius of Antony Godefridus Neomagus.
Daniel is weduwnaar van Isabella van de Beest en geboren in Dendermonde. Vermoedelijk trouwen ze omstreeks 1745, het jaar dat Daniel schoolmeester wordt in Stiphout. Zij krijgen een zoon Daniel, in Stiphout gedoopt op 6 mei 1747. De eerste doopgetuige is de vrouw van Gerardus Bokhorst, koster en schoolmeester te Mierlo. Deze zoon wordt op zaterdag 30 maart 1776 rooms-katholiek begraven in Stiphout. Moeder Isabella is dan al enige tijd dood. Ze wordt rooms-katholiek begraven op woensdag 14 oktober 1767 in Stiphout.21

Ontlastbrief

Dilia de Jongh is voor haar huwelijk met Daniel Zwaans nog kort woonachtig in Erp, waar haar zoon Willem woont. Dat blijkt uit een in Erp ingekomen ontlastbrief uit Helmond van 29 juli 1777. Een ontlastbrief geeft de overheid van de plaats van vestiging de zekerheid dat bij eventuele armoede de vorige woonplaats de onderhoudskosten vergoedt. Men spreekt officieel van een borg- en ontlastbrief: de plaats van herkomst staat borg, de nieuwe vestigingsplaats is ontlast.22

Geld uitlenen

Dilia komt tussen 1779 en 1783 zeven keer voor in de registers van de schepenbank van Erp; zes keer voor het uitlenen van geld (‘bekennen schuldig te zijn aan Odilia de Jong’), een keer vanwege de aankoop van een ‘groesveld’. Het geleende geld betreft bedragen van 150, 200 en 300 gulden. In 1779 is 200 gulden evenveel waard als 2058 euro in 2016.

Schepen

Handtekeningen van Daniël Zwaans, Dilia de IJongh onder hun testament, met ook de handtekening van Benjamin Neomagus als klerk., 1778.

Als schepen komt Daniel Zwaans voor in tal van aktes van de schepenbank van de ‘Heerlijkheijd Stiphout, quartiere van peellant, meijerije van ’s Bosch’. Het gaat daarbij om het beschrijven van gebeurtenissen, transacties van onroerend goed en testamenten.23 In 1778, 1779 en 1785 is bij het opmaken van stukken ook aanwezig de ‘gesworen clerq’ Benjamin Neomagus, een (stief)broer van de overleden Godfried, de eerste echtgenote van Dilia. Enkele jaren later figureert in de schepenprotocollen van Stiphout Willem Neomagus, zoon van Godfried, die zijn stiefvader Daniel Zwaans opvolgt als koster en schoolmeester.

Dingbank

Als schepen maakt Daniel Zwaans deel uit van de openbare dingbank of schepenbank. Die bestaat meestal uit zeven schepenen, die geassisteerd worden door een secretaris of griffier en een vorster of gerechtsbode. De schepenen komen elke twee weken bijeen, zowel voor de gewone rechtspraak als voor ‘waarheden’, hoorzittingen waarvoor ingezetenen ontboden worden om vast te stellen wie regels heeft overtreden. Schepenen worden betaald door degenen die gebruik maakt van de schepenbank. Soms ontvangen ze een deel van de opgelegde boetes.24

Heulen met pausdom

Naarmate de 18de eeuw vordert wordt de verhouding tussen katholieken en gereformeerden in Brabant soepeler. De acta (notulen) van de classisvergaderingen zwijgen meestal over ‘het heulen met het pausdom’ van schoolmeesters, een enkel geval daargelaten. Zo gaat het de predikant van Mierlo en Stiphout in 1770 net iets te ver met het bericht dat schoolmeester Daniel Zwaans van Stiphout onderdak verleent aan de pastoor. Als Zwaans erkent dat de pastoor beter ergens anders kan wonen dan bij hem in het schoolhuis, laten de heren van de classis de kwestie voor wat ze is.25 Uit de begraafaktes van vader, moeder en zoon Zwaans blijkt dat ze rooms-katholiek zijn! Daniel werkt dus als katholiek voor en onder gereformeerden. De verhoudingen zijn vanaf de tweede helft van de 18de eeuw duidelijk minder gespannen.

Overlijden Daniel

Daniel ondertekent op 15 juni 1785 zijn eigen testament.26 Zijn bibberige handtekening geeft aan dat hij aan het eind van zijn krachten is. Hij ondertekent daarna geen stukken meer in de schepenprotocollen. Daniel wordt op vrijdag 27 januari 1786 rooms-katholiek begraven in Stiphout, nalatend vrouw en vaste goederen. Op 4 april 1786 wordt het goed getaxeerd op 2 gulden en 4 stuivers.27

Gerwen

Dilia, twee maal weduwe, komt in 1787 naar de oude pastorie in Gerwen, die dan op haar naam komt.28 Als Dilia de Jonch29 komt ze met attestatie van 14 augustus 1787 over van de hervormde gemeente van Mierlo en Stiphout. Haar zoon Johannes, sinds 1783 vorster van Nuenen en omgeving, woont bij haar in, zo mag worden aangenomen, gezien ook hun gezamenlijke vermelding in het lidmatenboek. Dat Dilia in Gerwen woont blijkt ook uit het bericht dat zij in 1794 krijgt over het overlijden van haar zwager Benjamin, dan stadhouder van Steenbergen.30

Son

Dilia’s kleindochter Godefrida gaat in 1796 naar Son. In 1801 gaat ook Dilia daar heen, zonder om attestatie verzocht te hebben.31 In 1802 worden haar zoon Johannes en zijn vrouw Arnolda zonder attestatie uitgeschreven naar Son. ‘Zonder attestatie’ is een mededeling die dominee Hanewinckel in zijn hele loopbaan in Nuenen en Gerwen alleen bij deze schoondochter van zijn voorganger en bij diens kleinzoon vermeldt. Hij geeft er mee aan, dat ze geen praktiserende gereformeerden zijn. Dat hoeft overigens geen verwondering te wekken, want op de geloofsbeleving van Johannes en Arnolda is in hun vorige woonplaats Erp al het nodige aan te merken. Ze krijgen daarom bij hun vertrek naar Nuenen in 1783 een ‘bepaalde’, dat is geen volledige, attestatie mee.32 Dominee Hanewinckel maakt in het lidmatenboek overigens geen melding van die beperking.

Overlijden Dilia

Dilia sterft in Son als weduwe Swaans en wordt er begraven op 27 november 1802.33 Ze overleeft haar eerste man Godfried Neomagus ruim 42 jaar, haar tweede man Daniel Zwaans ongeveer 17 jaar. Haar leeftijd, geboorte- of doopdatum worden in het begraafboek niet vermeld. Haar geboortejaar 1728 is bekend, zodat we kunnen vaststellen dat Dilia 74 jaar is geworden, een hoge leeftijd in die dagen.

  1. RANB, DTB Nuenen, boek 9.↩

  2. Zoon van de auteur.↩

  3. SRE, Lidmatenboek Nuenen, inv.nr 30.9, f. 5v.↩

  4. DiEP (streekarchief Dordrecht), ingekomen attestaties 1725-1779, inv.nr. 239, fiche 1. Ook in brief van baron C.W.L. van Boetzelaer uit Bloemendaal aan H.L. Kruimel (CBG) van 11 februari 1950. Van Boetzelaers grootmoeder is een Neomagus; Kruimel houdt zich eveneens bezig met de genealogie Neomagus.↩

  5. Amateur-genealoog Marco Schelling uit Zennewijnen noemt 15 maart als ondertrouwdatum voor de kerk in Ophemert, evenals het (onder)trouwregister op de website geneaknowhow.net . In de genealogie Herweijnen Residents is ook sprake van 15 maart.↩

  6. DiEP, Schepenenregister Dordrecht, inv.no. 91, trouwboek 1752, fiche 61, folio 196. Kopie in FAJN.↩

  7. RA Arnhem, DTP Ophemert, p 39.↩

  8. Fragment-genealogie De Jongh in de zogenaamde HerwijnenResidents.↩

  9. RA Arnhem, DTB Ophemert, p 48.↩

  10. RA Arnhem, overlijdens NH Ophemert 174801808, p 38. Zie ook de afzonderlijke genealogie De Jongh.↩

  11. RA Arnhem, DTB Ophemert nr 1284.↩

  12. Brief Van Boetzelaer, 11 februari 1950, kopie in FAJN.↩

  13. GA Helmond, lidmatenlijst NHK Helmond 1688-1779. Opmerkelijk is dat het HIC, programma ISIS, meldt dat beiden eerst op 11 oktober 1753 met attestatie van Dortregt naar Helmond zijn gekomen.↩

  14. CBG, dossier De Vries, 35ste Opgave Prot. O.Brab.Fam. (Kruimel).↩

  15. GA Helmond, doopboeken Geref. Gemeente Helmond en Rixtel, doop 182.↩

  16. GA Helmond, doopboeken Geref. Gemeente Helmond en Rixtel, doop 186.↩

  17. GA Helmond, oud-rechterl. archief 1396-1810, inv.nr 377 (1742-1768), folio 219, 2de blad. Kopie in FAJN.↩

  18. Roosenboom, De Dorpsschool.↩

  19. GA Helmond, DTB 1614-1810, Kerkeraadsarchief Helmond, no. 10.↩

  20. SA Peelland, DTB Mierlo, trouwen 1623-1809, nr 5, f 3.↩

  21. GA Helmond, DTB Stiphout, begraven 1677-1810, nr 4, f 12 en 15.↩

  22. RANB, Ingekomen ontlastbrieven Erp 1768-1794, inv.no B20, 77.↩

  23. RANB, Schepenprotocollen Stiphout, R60, fol.56/60, 5 mei 1778.↩

  24. Van Asseldonk, De Meierij ontrafeld, p. 64 e.v.↩

  25. Roosenboom, De dorpsschool,  p 160.↩

  26. RANB, Schepenprocollen Stiphout, fol. nummer onleesbaar.↩

  27. GA Helmond, DTB Stiphout 1677-1810 en RA Stiphout invnr. 79, f 2.↩

  28. Nuenense Predikanten, p 201-202.↩

  29. RANB, DTB Nuenen, lidmatenboek. Dominee Hanewinckel schrijft de achternaam consequent als De Jonch in het lidmatenboek.↩

  30. RANB, Afgedwaalde archiefstukken, inv.nr. 56. Zie ook het hoofdstuk over Benjamin, VII-21.↩

  31. RANB, DTB Nuenen, lidmatenboek.↩

  32. SA Brabant-Noordoost, rayon Veghel, notulen kerkeraad Veghel-Erp 1783, pag. 13.↩

  33. RANB, DTB Son en Breugel, boek 4, registers van begravenen Son 1772-1805.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.