De eerste Delftse apotheker met de naam Johannes Neomagus is in 1763 gestopt als gasthuisapotheker. Zijn zoon Johannes heeft intussen een eigen apotheek aan de Koornmarkt, maar sterft al in 1770. Johannes sr. neemt de leiding van deze apotheek op zich tot zijn dood in 1784. Dan wordt het pand geveild. Kleinzoon Johannes, de derde apotheker, koopt het en zet de traditie voort. Met het oog op de veiling is de inboedel beschreven:

In ’t voorhuis een notebome hoekbank met zijn capel, ijke lessenaar, raam, mitsgaders 25 laaden met vakken. 3 koperen vijzelfs met derzelve stampers. Een grote metalen vijzel en ijzeren stamper met zijn houten voet. Een ijzeren vijzel met houten voet. Een steenen mortier en 2 kleine mortieren met houten voet. Vier paar koperen schalen met hun evenaars. 5 stuks koperen gewigt en een bakje met enig klein gewigt. Een doosje met enige nieuwe gewigten. 7 tinnen maten. Een koper pillebakje. Een snijmes met een voetbankje, 5 blikken trechters, 4 ijzeren spadels.

Opgeteld staan er in de winkel zo’n 750 potten, flessen, dozen en tonnen, ‘een hoop’ Delftse potten niet meegerekend…. Zo gaat de opsomming verder van de spullen in de gang, in de kelder, in de bottelarije, in het laboratorium en op de provisiekamer. De inboedel staat in 2008 op de website www.achterdegevelsvandelft.nl. Johannes betaalt voor de inboedel 700 gulden, overeenkomend met 6530 euro in 2015.