• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

VII-22 Benjamin Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1750-1794), schepen, klerk en stadhouder,
zoon van dominee Johannes, VI-12

Dominee Johannes uit Nuenen krijgt van twee vrouwen samen dertien kinderen, van wie er een jong sterft. Alle anderen bereiken de volwassen leeftijd. Nummer elf in de rij, het vijfde kind van de tweede echtgenote, is zoon Benjamin.

Jongste?

Doopinschrijving van Benjamin, 1750. Daaronder de inschrijving van zijn zus Judith, 1752. De doopinschrijvingen van Benjamin en Judith staan bij elkaar in het doopboek van Nuenen. Veel protestantse dopen zijn er niet. Dominee Johannes, de vader, is wat slordig, zoals deze teksten laten zien. 'Den 28. januarij (toegevoegd: woensdagh) 1750 gebooren om 7 uren namiddag en is in de kerke tot Gerwen gedoopt het vijfde kint van mijne huijsvrouwe Ida Helena, den 1. februarij na den middag en in zijn doop genaamt met name Benjamin'. De inschrijving van Ida: '1752. Den 21. april smorgens om 2 uren is gebooren het sesde kint van mijn huijsvrouw Ida Helena zijnde eene doghter en den 23. dito gedoopt in de kerk tot Gerwen namiddags met name Judith Jedida Jehinna'. De naam is bijna onleesbaar door de grote inktvlekken die Johannes met zijn ganzenveer maakt.

Benjamin is geboren in Gerwen op woensdag 28 januari 1750 om 7 uur in de namiddag, en in de kerk van Gerwen gedoopt op 1 februari.1 Doopgetuigen worden niet genoemd, evenmin de naamgever. Vader Neomagus geeft zijn kinderen wel vaker ‘vreemde’ namen. Mogelijk denkt de bijna 56-jarige dominee, gezien de naam Benjamin, aan zijn laatste kind toe te zijn. Er komen er nog twee!

Leiden

Benjamin is net 16 jaar als hij, in januari 1766, naar Leijde (Leiden) gaat. Dat is de voor de hand liggende universiteitsstad waar een dominee zijn zoon laat studeren. Benjamin houdt het er maar even vol, want in de loop van 1766 keert hij terug.2 Zijn oudere broer Bastiaan studeert ook in Leiden en maakt er zijn theologiestudie af. Op 12 juli 1769 neemt dominee Hanewinckel, de opvolger van zijn vader, Benjamin aan als lidmaat, samen met zijn zusters Christina en Judith en drie anderen. Zij communiceren voor het eerst op 16 juli.

Lieshout

Op 5 juli 1770 gaat de 20-jarige Benjamin met attestatie naar Lieshout voor zijn eerste baan. Hij tekent op 6 oktober 1775 – 25 jaar oud – een akte als schepen van ‘Dorp en Heerlijkheijdt Lieshout’. In die akte wordt ook zijn 20-jarige broer Thomas genoemd; hij wordt gemachtigd geldzaken te regelen in verband met de ‘zinneloosheid’ van een inwoner van Helmond. Verder zien we hem als getuige bij het huwelijk van zijn zuster Christina met Philippus de Rooy in 1777.3 Ook in 1777 wordt Benjamin benoemd tot waarnemer op de secretarie van Lieshout. Kennelijk gaat dat samen met zijn functie als procureur van de dingbank van Sint-Oednerode.

Sint-Oedenrode

Op 11 april 1775 legt Benjamin voor de dingbank van de Vrijheid van Sint-Oedenrode, hoofdplaats van het Quartier van Peelland, de eed af als procureur van het quartier. In die functie zien we hem op 13 november 1785. Hij treedt dan als procureur op voor een weduwe die een schuldbekentenis doet aan een koopman in ‘s-Hertogenbosch. Het gaat om 50 gulden en 20 stuivers ‘hollands geld’ (koopkracht in 2013: 458 euro).
Benjamin en zijn broer Thomas zijn betrokken bij de afwikkeling van de nalatenschap van de op 10 november 1789 overleden griffier Bergsland. Die afwikkeling is vervat op 250 vellen en betreft een kapitaal van 7196 gulden. Dat is in 2013 vergelijkbaar met 65.451 euro!
Bewaard is gebleven een declaratie van Benjamin als procureur over 1786. De declaratie is zeer gespecificeerd en beloopt 342 gulden, 15 stuivers en 8 cent! Dat is in 2013 ruim 2900 euro. Benjamin staat dan op het punt naar Steenbergen te vertrekken.
Opmerkelijk is dat Benjamin zijn functie van procureur van het Peelland kennelijk vervult naast die van klerk van Lieshout en stadhouder van Cranendonck, beide ook in het Peelland gelegen.

Stiphout

Handtekening van Benjamin Neomagus als klerk in Stiphout. Ook de handtekening van Daniël Zwaans (schepen) staat er op. Daniel is getrouwd met Dilia de Jongh, moeder van Benjamins broer Godfried.

Op 2 april 1778 legt Benjamin de eed af als ‘gesworen’ klerk van Lieshout, Stiphout en Aarle-Rixtel.4 In Stiphout is dan Daniël Zwaans schepen, de tweede man van Dilia de Jongh, eerder weduwe van Godfried Neomagus, een oudere (half)broer van Benjamin. Op 5 mei 1778 treedt Benjamin voor het eerst als klerk op in de Heerlijkheid Stiphout en hij komt in die functie voor tot en met 27 juli 1779.5

In het voorjaar van 1779 wil de heer Gideon van der Brugghen, Heer van Croij en Stiphout, het Strijpts Heitje aankopen en in cultuur brengen. De schepenvergadering keurt deze aankoop goed. Op 14 juni 1778 ondertekent Benjamin Neomagus een stuk om een aantal ‘buitengebruikers’ op de Stiphoutse Heide op de hoogte te stellen van het besluit. Vorster Dirck Cleene van Rixtel brengt hen op de hoogte.6
Benjamin verschijnt in 1780 en 1781 ook enkele keren voor de schepenbank van Nuenen in zijn hoedanigheid van procureur te Lieshout.7 Hij is dus de vertegenwoordiger van de partij die het geding voert, bij voorbeeld een deurwaarder, zonder de verdediger te zijn. In één geval treedt hij op voor zijn zwager, notaris Philip de Rooij.

Budel

Dit is het schepenhuis in Budel. Benjamin Neomagus zetelt hier van 1781 tot 1784 als stadhouder en substituut-drossaard van de Baronie en Landen van Cranendonck

Als Benjamin stadhouder wordt van de Baronie en Landen van Cranendonck, geeft de schepenbank van Nuenen op 7 januari 1782 een ontlastbrief af. Dat is voor de schepenbank van zijn nieuwe woonplaats de garantie dat men Benjamin geen bijstand hoeft te geven als dat nodig is. Op 1 april 1783 wordt in Budel een stuk opgemaakt ten overstaan van Benjamin Neomagus, stadhouder.8 Budel is de hoofdplaats van de Baronie van Cranendonck,9 vallend onder de prins van Oranje en de Nassause Domeinraad. Volgens het ambtboek van de Nassause Domeinraad10 is Benjamin per 29 augustus 1781 substituut-drossaard van Cranendonk. Zijn opvolger treedt op 16 maart 1784 aan.

Anna van Egmond, de eerste vrouw van Willem van Oranje, is onder meer gravin van Buren en barones van Cranendonck. Zo komt Cranendonck in 1558 na haar overlijden bij de Oranje-Nassaus.

Stadhouder

De stadhouder, letterlijk: lieutenant of plaatsvervanger, is formeel de plaatsvervanger van de vorst. Zo benoemt de Spaanse koning Philips II die ook over de Nederlanden regeert, in 1559 bij zijn terugkeer naar Spanje een aantal edelen tot stadhouder. Willem van Oranje wordt stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. De stadhouder is dus benoemd door de vorst en bestuurt namens hem en in opdracht van hem. In de praktijk is de stadhouder zelf de vorst.
De (particuliere) bezittingen van de prinsen van Oranje kennen op hun beurt stadhouders. De drossaard, schout of ambtman is in feite degene die een bezit van de prins van Oranje namens hem bestuurt. De drossaard benoemt, met instemming van de prins, een plaatsvervanger, de stadhouder, voor bepaalde delen van het bezit. In dit geval voor Cranendonck. Het is meestal een gecombineerde functie. De benoemingen worden voorbereid in de Nassause Domeinraad, ook wel Raad en Rekenkamer, een adviescollege van de prins van Oranje. In het Ambtboek van de Nassause Domeinraad staat dat Benjamin per 29 augustus 1781 is aangesteld als drossaard van Cranendonk en Eindhoven, met dien verstande dat de functie in Cranendonk substituut (waarnemend) is.
In de stukken van de familie Spoor lezen we onder meer dat een Willem Lodewijk Joost Spoor (1749-1821) stadhouder is van het drossaardambt van Eindhoven en secretaris van Cranendonck. De Raad en Rekenkamer van de prins van Oranje besluiten op 16 maart 1784 op een verzoek van mr. A.G. Camper, drossaard van de baronie Cranendonck, stad Eindhoven en omliggende gebieden, om in plaats van Benjamin Neomagus genoemde Willem Spoor tevens als zijn stadhouder van de baronie Cranendonck in dienst te mogen nemen. Daarbij is rekening gehouden met het feit dat Spoor het secretariaat van Cranendonck door een ander laat waarnemen.

Gouden pistolen

Spoor krijgt als stadhouder van Cranendonck een jaarwedde van twaalf gouden pistolen (een pistol is een buitenlandse munt zoals de Spaanse kroon en de Franse louis d’or) plus een derde part van alle boeten en emolumenten die aan het drosambt toebehoren.11 Of Benjamin ook zo’n inkomen heeft, is niet bekend. De prins van Oranje benoemt Willem Spoor in 1790, als opvolger van zijn vader Jacob Spoor, ook nog eens tot rentmeester van de domeinen van de geestelijke goederen van Cranendonck en Eindhoven.

Gerwen

Als stadhouder wordt Benjamin ingeschreven als hij, met een attestatie van 13 mei 1785, van Budel terugkeert naar Gerwen. Dominee Hanewinkel noteert in het lidmatenboek dat Benjamin de attestatie eerst op 5 december overhandigt, waarna ze op 11 december is afgekondigd. Er zit nogal wat tijd tussen de benoeming van Benjamins opvolger in Budel (16 maart 1784), zijn daadwerkelijke vertrek uit Budel (attestatie van de dominee van 13 mei 1785) en zijn inschrijving in Nuenen-Gerwen (december 1785). Het lijkt er op dat Benjamin tussentijds elders zijn heil heeft gezocht.
In Gerwen woont op de oude pastorie inmiddels zijn oom, de vorster Johannes Neomagus met zijn gezin. Johannes is een zoon van Benjamins (stief)broer Godfried. Op 23 december 1785 tekent Benjamin een getuigenverklaring in het schepenprotocol van Stiphout over een koopcontract dat hij als klerk van Stiphout in 1779 heeft ingeschreven. Hij woont dan inderdaad in Gerwen, zoals in de verklaring is vermeld.12

Steenbergen

Vanaf eind 1786 zien we Benjamin in Steenbergen.13 Drossaard Jacob Marinus de Beaufort besluit op 27 november 1786 Neomagus aan te stellen als zijn stadhouder als opvolger van Hendrik Anemaat. In het Ambtboek van de Nassause Domeinraad, berustend in het Nationaal Archief, is zijn aanstelling te vinden als substituut ontvanger van de verpondingen, substituut schout, substituut dijkgraaf en substituut drossaard (= stadhouder), alles ingaande 1 december 1786, de datum dat de prins van Oanje (stadsheer van Steenbergen) ermee instemt. Zijn basissalaris is 600 gulden per jaar. De functie van (waarnemend-)dijkgraaf betreft de Kruislandse Polder14 Verder is Benjamin pachter of collecteur van de kleine specie (specie is door uitgraven of baggeren verkregen grond) over de Stad van Steenbergen, regent van het weeshuis, procureur en stadhouder, ook van de Baronie en Landen van Steenbergen. Bij zijn huwelijk wordt hij omschreven als stadhouder van het drossaardambt. Hij is dus de plaatsvervanger van de drossaard. Hij is bevoegd de drossaard in alle opzichten te vervangen, ook als aanklager (officier van justitie). Benjamin gaat vanuit de Nederduitse gereformeerde gemeente van Nuenen en Gerwen naar Steenbergen met een attestatie van 3 januari 1787.15

Vesting

Steenbergen is sinds 1458 een bezitting van de Nassaus. In de Tachtigjarige Oorlog herovert prins Maurits de vesting in 1590 op de Spanjaarden. In 1628 wordt de vesting verrijkt met zes bolwerken, zodat een volmaakte zeshoek ontstaat. Verder worden in de waterlinie tussen Steenbergen, een vesting van de genie, en Bergen op Zoom drie forten aangelegd, mede gefinancierd uit de ‘zilvervloot’, veroverd door Piet Hein. Na de Vrede van Munster in 1648 loopt het belang van de vesting terug. Op 2 februari 1795 valt Steenbergen in handen van de Fransen.16 Daarna confisqueert de Bataafse Republiek de bezittingen. De titels blijven. Vandaar dat de huidige koning nog steeds heer is van Cranendonck en Steenbergen. Benjamin Neomagus maakt dat niet meer mee. Hij sterft al op 6 augustus 1794.

Dienstmaagd

Dit is het laatste deel van de huwelijksinschrijving van Benjamin Neomagus, stadhouder van Steenbergen, en Johanna van Ransbeeck, zijn dienstbode. De ondertrouw voor de schepenbank is op 18 juni 1790, de bevestiging van het huwelijk op 13 september. In de tekst onderaan wordt het op 31 oktober 1788 geboren dochtertje Benjamina gewettigd. Johanna is bij het sluiten van het huwelijk overigens weer in verwachting, zoals achteraf blijkt. Ze ondertekent met J.C. Vanransbek, terwijl het volgens alle andere papieren Van Ransbeeck is.

Benjamin trouwt in 179017 in Steenbergen met de 21-jarige van oorsprong katholieke Johanna Catharina van Ransbeeck, bij zijne edele als dienstmaagd woonagtig, geboren in Ossendrecht, daar rooms-katholiek gedoopt op 17 april 1767, dochter van Adrianus van Ransbeeck en van Petronella Hertogs.18

Familie Van Ransbeeck

Vader Van Ransbeeck is op 24 september 1738 gedoopt in Sandvliet, het huidige Zandvliet aan het begin van het Schelde-Rijnkanaal in België. Zandvliet kent in de 17de en 18de eeuw een uitgebreide familie Van Ransbeeck die zich weinig aantrekt van de nabije grens tussen de noordelijke en zuidelijke Nederlanden, gezien de banden met het op vier kilometer gelegen Ossendrecht. Het paar ‘moet’ op 26 februari (ondertrouw 12 januari) 1764 in Zandvliet trouwen en vestigt zich daarna in Ossendrecht. Daar komen vier kinderen ter wereld: Anna Cornelia, gedoopt op 28 mei 1764, Joanna Catharina, gedoopt op 17 april 1767, Maria Elisabeth, gedoopt op 19 april 1769 en Cornelius, gedoopt op 16 december 1774. Joanna wordt later steeds geschreven als Johanna.
Petronella Hertogs, afkomstig uit Kalmthout, sterft in Ossendrecht op 2 mei 1777. Vader Adrianus geeft zijn vier jonge kinderen in hetzelfde jaar een tweede moeder. Hij trouwt namelijk op 10 augustus 1777 (ondertrouw 23 juli) in Ossendrecht met Anna Cornelia Bernard Zwanen uit het nabije Belgische Essen. Met haar krijgt hij drie kinderen die allen binnen tien jaar overlijden. Adrianus gaat terug naar Zandvliet, waar hij op 19 maart 1810 sterft.19

Huwelijk

De ondertrouw van Benjamin Neomagus en Johanna van Ransbeeck is op 18 juni, de huwelijkssluiting op 13 september 1790, niet bij de dominee, die ook rechtsgeldige huwelijken mag sluiten, maar voor de schepenen. In de (ondertrouw)akte wordt Benjamin omschreven als Stadhouder van het Drossaardampt alhier, Jonkman geboren te Nunen Gerwen, terwijl Johanna wordt omschreven als Jongedogter gebooren tot Ossendrecht. Uit de akte blijkt verder dat het voorgenomen huwelijk drie zondagen achtereen is afgekondigd, overeenkomstig het ‘placaat’ van 3 juni 1750, en daar staat tussen haakjes bij: (alsook de comparante heeft behoort tot de roomsen kerk en sedert 15 Juny 1789 lidmaat is der ware gereformeerde kerk). In het lidmatenregister staat overigens dat ze op die datum met attestatie van Gastel bij Roosendaal komt. Bij de bevestiging van het huwelijk op 13 september wordt ook hun verwekte kind genoteerd.

In onecht

Benjamin en Johanna hebben bij hun huwelijk dus al een kind, en het tweede is op komst. Op 31 oktober 1788 ’s morgens even na 8 uur, komt ‘in onecht’ in Steenbergen hun dochter Benjamina Johanna ter wereld, waarvan als vader benoemt is en sig selve heeft opgegeven Benjamin Neomagus, stadhouder der Baronny en Lande van Steenbergen, enz. terwijl bij moeder Johanna Catharina van Ransbeek wordt toegevoegd: van de roomsche religie, bij sijn E(dele) als dienstmaagd wonagtig.20 De stedelijke vroedmeester Allebes meldt de geboorte aan de magistraat met vermelding van de vader. De magistraat licht de drossaard in.
Benjamina wordt op 6 november Nederduits-gereformeerd gedoopt.21 Moeder Johanna komt er op 15 juni 1789 als lidmaat bij. De ouders trouwen dus bijna twee jaar na de geboorte van de dochter, die bij het huwelijk is geëcht.

Kerkelijke censuur

Op 8 november 1788 verklaren schepen Pieter van Loo, oud-diaken Dirk van der Beek, chirurgijn Jan Baptist Janssens en andere getuigen dat ze Neomagus op de avond van 7 november, dus daags na de doop, in de herberg van Thomas van Campen onder meer hebben horen zeggen
– dat de predikant (Jacob van Dongen) zich tijdens de doop gedragen heeft alsof hij de paus is, terwijl hij nog niet eens kardinaal is geworden. (De predikant heeft hem klaarblijkelijk bestraffend toegesproken).
– dat hij, Neomagus, ‘sich aan geene hoererij hadt schuldig gemaakt dewijl hij voor God getrouwt was en er aan sijn huwelijk niets meer ontbrak dan de plegtige solemnisatie (kerkelijke bevestiging) die hij moest nalaten om sijn ambt (van stadhouder) te (kunnen) behouden’.
– dat hij het kind zelf wel had gedoopt indien de predikant dit zou hebben geweigerd.
De kerkenraad toont zich hierover ontstemd, keurt de handelwijze van de predikant goed en informeert de in Den Haag wonende drossaard De Beaufort over het voorval middels een brief van 10 november 1788. Op 7 december besluit de kerkenraad unaniem om Neomagus de toegang tot de Avondmaal te ontzeggen vanwege de door hem gegeven ‘ergernis’. Op 21 maart 1789 verklaart Neomagus dat hij bereid is zich aan de opgelegde kerkelijke censuur te onderwerpen in de verwachting dat de straf wordt opgeheven als de gewraakte ergernis is verdwenen, dus nadat hij met zijn dienstmeisje te getrouwd, hetgeen pas bijna anderhalf jaar later een feit is. De censuur blijft bestaan. De reactie van de drossaard is niet bekend.
Op 20 december 1789 bepaalt de kerkenraad dat aan Johanna van Ransbeek, die inmiddels lidmaat van de gereformeerde kerk is, de toegang tot het Avondmaal wordt ontzegd totdat bewezen is dat zij haar ‘ontuchtig gedrag’ heeft gebeterd. Op 19 december 1790 besluit de kerkenraad voor beiden, inmiddels getrouwd, het verbod tot toegang tot het Avondmaal op te heffen.

Kinderen

De stadhouder en zijn vrouw krijgen in Steenbergen vijf kinderen:22
1. De eerder genoemde Benjamina Johanna, geboren op 31 oktober, daar gedoopt op donderdag 6 november 1788, genoemd naar beide ouders;
2. Een bij of kort na de geboorte gestorven kind, begraven op 13 januari 1790, met als toevoeging in het begraafboek ‘niet gedoopt’.
3. Ida Helena Petronella, geboren op 3 februari, daar gedoopt op donderdag 10 februari 1791, genoemd naar de beide grootmoeders. Volgt VIII-21;
4. Antonia, geboren op 30 juni ’s morgens om half negen, daar gedoopt op zondag 1 juli 1792, wier voornaam niet herleidbaar is; ze is op 24 augustus 1792 begraven.
5. Johannes Benjamin, gedoopt op zondag 26 januari 1794 (geboortedatum niet ingeschreven), genoemd naar beide ouders.

Overlijden

Concept van de rouwbrief opgesteld na het overlijden van Benjamin. Bovenaan staat een lijst van familieleden en relaties. Op de achterzijde staan nog enkele namen.

Stadhouder Benjamin overlijdt in Steenbergen op 6 augustus 1794 aan de gevolgen van een ‘zware borstziekte’, na een ziekbed van zeven dagen, zoals zijn weduwe het stadsbestuur meedeelt. Er is geen overlijdensakte, wel een begrafenisinschrijving van 11 augustus.23 De kosten van het begraven zijn 17 gulden, te weten 8 gulden voor het begraven in de kerk, 3 gulden voor het gebruik van de baar met 12 dragers, 3 gulden voor het gebruik van het beste baarkleed en 3 gulden wegens een ‘boete’ voor een tweede lijkebidder.

De weduwe stelt de volgende rouwbrief op, waarvan wel een in klad geschreven concept, maar niet de gedrukte versie bewaard is.24 De vraag is of het de tekst en het handschrift van de weduwe zelf zijn. Aan haar handtekening op de huwelijksakte te oordelen, is ze amper geletterd. Dienstbodes zijn in die periode meestal analfabeet.

Het heeft den almagtigen God na zijn onveranderlijk raadsbesluit behaagt mijnen teergeliefden echtgenoot Benjamin Neomagus den 6 dezer snamiddags tusschen 5 en 6 uren na een kort ziekbed van zeven dagen aan de gevolgen van eene zware borstziekte in den ouderdom van 41 jaren, 6 maanden en 6 dagen uit dit leven op te roepen en zo ik hoope in de gewesten der zaligheid over te brengen. Ik heb het van mijnen plicht geacht UwEd (= uw edele, dat wil zeggen de persoon aan wie ze dit schrijft) van dit voor mij en mijne drie kleyne kinderen smertelijk verlies kennis te geven – niet twijffelende of UwEd zullen in dit mijn grievend leed wel eenig deel gelieven te nemen, biddende God dat hij UwEd en aanhoorigen voor dergelijke droeve sterfgevallen nog lange jaren wil behoeden – na mij in de voortduuring uwer vriendschap te hebben aanbevolen heb ik de eer met alle hoogachting mij te noemen

UwEd bitterbedroefde dienares
J.C. van Ransbeek
wed. B. Neomagus

Geadresseerden

Op hetzelfde stuk staan, genummerd, de personen aan wie het overlijdensbericht dient te worden verzonden:25

1.den drost (drossaart) Beaufort

2.grave Van Bijland, lt-generaal in dienst, Nijmegen (Dat is Jacob Christoffel Otto rijksgraaf van Bylandt, Nijmegen 1720-1799, luitenant-generaal, chef van een regiment dragonders. Het is niet bekend wat de relatie met Benjamin Neomagus is. Er woont dan overigens ook een graaf Van Bylandt in Sint-Michielsgestel, waar Johanna Helena Neomagus woont)

3.De Tombe St.-Michielsgestel (bewoner van het buiten Ruwenberg, waar zus Johanna Helena huishoudster is)

4.Ds. S.J. Neomagus te Caam (Sebastiaan, broer van Benjamin)

5.Ph. de Rooy te Someren (zwager, gehuwd met zus Christina)

6.J.H. Neomagus te St.-Michielsgestel (zus Johanna Helena)

7.Juffr. J.J.T. Neomagus te Someren (ingesloten bij De Rooij: zus Judith Jedida Tehinna woont in bij haar zus en zwager)

8.Dross(aart) van Engelen te (onleesbaar)

9.A. van Ransbeek onder Ossendrecht (schoonvader)

10.J.A. van der Spijk in sHage (onbekend)

11.Johannes Neomagus te Amsterdam (apotheker Johannes Neomagus, een ver familielid)

12.Wassington Halsteren (Johan Washington (1752-1801) is kapitein van het regiment Palladon, in Bergen op Zoom getrouwd en in Halsteren overleden. Vermoedelijk heeft hij te maken met de vesting Steenbergen).

13.Mejuffrouw de wed(uw)e B. van de Werk (Benjamins grootmoeder Elisabeth) en deszelfs zoon B. v.d. Werk, Erp (Bastiaan)

14.DHr Wilhelmus Neomagus (zoon van Benjamins stiefbroer Godfried, gehuwd met Judith van de Werk)

15.DHr Johannes Neomagus (zoon van Benjamins stiefbroer Godfried, gehuwd met Arnolda van Onna)

16.Juffr. de wed Hermanus Neomagus (schoonzus te Rotterdam, weduwe van Benjamins stiefbroer Hermanus)

Verder ongenummerd:

– Mevrouw Neömagus, laatst wed(uw)e Van den Berg (Dat moet welhaast Elisabeth zijn, de twintig jaar oudere stiefzus van Benjamin uit het eerste huwelijk van diens vader. Elisabeth is weduwe van Jean Meissonnier. Dat ze weduwe is van een Van den Berg kan een vergissing zijn. De weduwe van Godfried Neomagus, Dilia de Jongh, die de brieven mede heeft verzorgd en in Gerwen korte tijd in hetzelfde huis woont, moet beter weten).

– Drossaard Kuijlenborgh, Wouw

– Drossaard de Vos te Gestel (mogelijk is bedoeld St. Michielsgestel, waar Benjamins zus Johanna woont)

– Drossaard Pannenboeter, Rosendaal

– Raadsheer Notman, Rosendaal

– Dominee te Gestel

– Ekema (onbekend)

– Adr(ianu)s van Heusden, Breda

– N. Bles, Heere van Gestel

– Rentm(eeste)r E. de Weert

Aan de achterzijde staan:

– J.N. de Bruijn, advocaat te Wouw

– Grave van Bijland, Nijmegen (zie ook nummer 2)

– juffrouw weduwe Godefridus Neomagus, Gerwen (Benjamins schoonzus Dilia de Jongh).

Dit drietal heeft de gedrukte brieven verzorgd.26 Mogelijk heeft een van hen de tekst opgesteld.

Overlijden kinderen

Johanna Neomagus-van Ransbeek is 26 jaar als ze er alleen voor komt te staan. Haar drie overgebleven kinderen zijn 5 en 3 jaar, de jongste 6 maanden oud. De oudste dochter Benjamina, omwille van wie zij zich heeft laten dopen en in het huwelijk is getreden, sterft op 17-jarige leeftijd in Steenbergen, op 31 maart 1806.27 Haar jongste zoon Johannes Benjamin overlijdt in Steenbergen op 29 april 1812 om 11 uur ’s ochtends, 18 jaar en 3 maanden oud, ongehuwd, timmerman.28. Alleen Ida Helena Petronella zorgt voor nageslacht 29.
Benjamin Neomagus is de laatste stadhouder van Steenbergen. Tussen zijn overlijden op 6 augustus 1794 en de machtsovername door de Fransen op 2 februari 1795 heeft de president-schepen de functies van Neomagus waargenomen. Steenbergen telt bij het overlijden van Benjamin 2590 katholieke inwoners en 583 protestanten.

Tweede huwelijk

De jonge weduwe hertrouwt op 10 december 1795 in Steenbergen met de daar gelegerde militair Henricus Bach. Hij staat in de huwelijksinschrijving van de dominee als bombanier onder het 1e bat. artill. 5e comp. van den captn Narich (Matthijs Narings) Beiden zijn gereformeerd en de dominee voegt in de kantlijn toe: voor den armen. Met andere woorden: zij hoeven niet te betalen voor de huwelijkssluiting.30 Henricus is geboren in Deventer als zoon van Jan Christian Bach en Jenneken Hendriks Batzman. Ook vader Bach is militair en woont met zijn gezin onder meer in ‘s-Hertogenbosch.

Overlijden Johanna

Het heeft Johanna in haar leven niet meegezeten. Ze verliest twee kinderen als baby. Haar huwelijk met Benjamin Neomagus duurt maar vier jaar, haar huwelijk met Hendricus Bach minder dan zeven jaar. Ze is op 9 juli 1802 in Steenbergen begraven, 35 jaar jong. Haar man blijft achter met drie jonge kinderen, de jongste nog geen jaar oud.

Middelburg

In 1813 verhuist Hendrik Bach met zijn kinderen naar Middelburg. Vermoedelijk omdat hij daar een aanstelling krijgt.
Bij het huwelijk van Ida in 1815 in Middelburg wordt de naam van Johanna’s tweede echtgenoot geschreven als Hendrikus Back. Hij heeft dan nog steeds dezelfde functie bij de 5e compagnie, alleen heet hij nu bombardier. Hoe het ook zij, hij is kennelijk opgeleid om bommen af te vuren.

Nageslacht eerste man

Dochter Ida Helena Petronella, als achttienjarige kerkelijk aangenomen op 8 juli 1809, gaat met attestatie op 14 april 1813 naar Middelburg31 en zorgt daar voor nageslacht. Ook haar in 1857 geboren kleindochter heet Ida Helena Petronella (Knetemann). De naam Ida blijft zodoende bijna drie eeuwen in de familie. De oudst bekende is de rond 1600 geboren Ida Marcelisdr. Zie verder VIII-20.

Nageslacht tweede man

Johanna van Ransbeek en Hendrik Bach krijgen in Steenbergen drie kinderen, voor Johanna de nummers:
6. Jannetie Bach, gedoopt op 28 augustus 1797, wellicht genoemd naar grootmoeder Jenneken Batzman.
7. Jan Christiaan Bach, gedoopt op 28 februari 1799, genoemd naar grootvader Bach.
8. Judith Bach, gedoopt op 20 oktober 1801, mogelijk genoemd naar de in 1797 overleden jongere zus van Benjamin Neomagus.32
Jan Christiaan Bach is dagloner als hij op 30 december 1824 in Middelburg trouwt met Janna Adriana Willemse, in 1799/1800 in Tholen geboren als dochter van Leendert Willemse en Pieternella van Oost. Jan Bach sterft op 12 oktober 1852 als gepensioneerd commies, zijn vrouw Janna Willemse op 23 april 1871, beiden in Haamstede. Op latere leeftijd is Janna vroedvrouw. Het paar krijgt tenminste negen kinderen. De kinderen zijn:
* Johanna Catharina, in Middelburg geboren in 1825, sterft op 13 april 1839 in Terneuzen.
* Leendert Henricus, op 28 maart 1826 in Middelburg dood geboren.
* Pieternella, in Middelburg geboren op 17 maart 1827, sterft op 7 april 1828 in Domburg.
* Ida Helena Petronella, in Domburg geboren 23 oktober 1828.
* Hendricus Leendert, in Domburg geboren op 20 oktober 1832, sterft daar op 30 januari 1833.
* Pieternella Helena, geboren in 1834, sterft in Terneuzen op 8 april 1835.
* Hendricus Leendert, geboren in 1836, sterft vijf maanden oud op 29 maart 1837 in Terneuzen.
* Pieternella Helena, in Middelburg geboren op 26 april 1834, sterft in Terneuzen op 31 maart 1837, twee dagen na haar vijf maanden oude broertje Hendricus Leendert.
* Anna Pieternella, geboren in 1838, sterft in Terneuzen op 5 mei 1839.\
Ida Helena Petronella Bach overleeft de door pestepidemieën getroffen jaren dertig en trouwt op 20 november 1857 als 29-jarige naaister in Oud-Vossemeer met de 25-jarige melkboer Cornelis Oudesluijs uit Poortvliet. Hij is een zoon van Pieter Oudesluijs en Neeltie Mol. Behalve twee jong overleden kinderen kennen we uit dit huwelijk Janna Adriana Oudesluijs, die op 27 maart 1885 in Zevenbergen trouwt met Adriaan Dick uit Willemstad.33 Het is ook Ida niet gegeven oud te worden. Ze is pas 34 als ze op 25 juli 1863 in Haamstede sterft.
Moeder Janna moet meemaken dat al haar negen kinderen vóór haar sterven.
Het is niet bekend wanneer Johanna van Ransbeek en Hendrik Bach overlijden. In de archieven is daarover niets te vinden. Mogelijk is Hendrik Bach nog een keer overgeplaatst en zijn z’n vrouw en dochters Jannetie en Judith meegegaan.

Broer Thomas

Stuk over de liquidatie van de bezittingen van de broers Benjamin en Thomas met een beschrijving van hun eigendommen.

Nagenoeg in dezelfde jaren dat Benjamin stadhouder van Steenbergen is, is zijn ongehuwde broer Thomas (VII-23) er procureur of procureur-notaris. In het archief van Benjamin zitten ook tal van stukken gericht aan Thomas of geschreven door of namens Thomas. Een bijzonder stuk is de Liquidatie tusschen den wel
Edelen Gestrengen Heer Benjamin Neomagus, stadhouder der stad en landen van Steenbergen, en Thomas Neomagus, bestaande in..
‘, waarna een uitputtende opsomming volgt van ‘credit T. Neomagus’ en op de rechterzijde van het papier op A3-formaat ‘debet B. Neomagus’. Kennelijk heeft Thomas bij Benjamin ingewoond.

Paard en sjees

De opsomming geeft een beeld van de status van Benjamin en Thomas in het stadje Steenbergen. Behalve veel (uitstaande)

Detail uit bovengenoemd stuk.

leningen vinden wij bij Benjamin een paardje en chees (sjees), raapkoeken, een haas, enkele koppels patrijzen, een koppel houtsneppen, een paardentoom, geele gordijnen van het groen ledikantje, een hoed met een hogen bol en een paar laarzen. Het totaal is 669-1-4. Dat betekent 669 guldens, 1 stuiver en 4 duiten of penningen.

Muntstelsel

Bij Thomas zien we in de opsomming nog staan linne of neeteldoek a 16 el, rogge en witbrood. Bij Thomas gaat het samen om 399-8-12. De waarde van de inventaris van Benjamin, ruim 669 gulden, is in 2015 te vergelijken met 6180 euro. Thomas heeft voor ruim 399 gulden, vergelijkbaar met bijna 3700 euro. Een gulden bestaat, sinds 1606, uit 20 stuivers, een stuiver uit 8 duiten. In 1816 wordt het decimale stelsel ingevoerd en de gulden verdeeld in 20 stuivers en een stuiver in 5 centen, zoals tot 1 januari 2002, de datum van de invoering van de euro, het geval is.34

Honderd

Het Neomagus-archief uit Steenbergen omvat zoveel stukken dat meer dan honderd inventarisnummers nodig zijn om ze te rangschikken. Voor het merendeel zijn het zakelijke stukken: schuldbekentenissen, rekesten, rekeningen, kwitanties, aanzeggingen, notities, bevelschriften, declaraties, huurovereenkomsten, akten, bevelschriften, proclamaties, boedelbeschrijvingen, extracten, afschriften, missives, minuten, registers en brieven over verpachtingen, pachtbelastingen, en allerhande andere onderwerpen. Kortom, stukken die thuishoren bij functionarissen als een procureur en een stadhouder.

Porto

In Benjamins tijd bestaat een brief uit een in vieren gevouwen vel dat aan de binnenzijde is beschreven met de boodschap. Een zijde van de opgevouwen brief bevat het adres, in dat geval voorzien van informatie over de portokosten die de ontvanger dient te betalen. Om te voorkomen dat de brief door onbevoegden wordt gelezen heeft de afzender haar voorzien van zijn lakzegel.

Een brief zit in die tijd niet in een envelop, maar in een ‘briefomslag’. Dat is in feite hetzelfde, maar een briefomslag is een vel papier dat om de brief is gevouwen en dichtgemaakt is met een lakstempel. Enkele briefomslagen zitten bij de correspondentie van de Neomagi uit Steenbergen. Ze laten ook zien hoe het dan met de portokosten gaat, want de postzegel bestaat nog niet. Die dateert in Nederland uit 1852. Op een briefomslag aan J.B. Neomagus, Proc & Notaris te Steenbergen heeft de ontvanger geschreven: ontv. met schipper Paasse den 12 fbr 1793. port f 0-2-. Met andere woorden, niet de zender betaalt de brief zoals nu, maar de ontvanger. In dit geval 2 stuivers, anno 2002 te vergelijken met 2,75 gulden of 1,25 euro.

Overigens: de tenaamstelling is fout, want een J.B. Neomagus bestaat dan niet in Steenbergen, de procureur en notaris is Thomas, terwijl Benjamin de stadhouder is. Eerst in januari 1794 komt een Johannes Benjamin (J.B.) ter wereld; die kan het niet zijn. Een enkeling heeft moeite met de achternaam. Uit 1794 dateert een stuk over stadhouder Neijomagus.

Regent

Handtekening van Benjamin Neomagus als regent van het weeshuis, 13 november 1793.

Dat Benjamin ook regent is van het weeshuis, blijkt uit een verklaring met de handtekeningen van de regenten Benj. Neomagus en D. Schindler, dat Adriaan van Gastel twee pinten lampoly en drie pond siroop heeft afgeleverd.

Op 30 november 1792 verzoekt de procureur-generaal van de Raad van Brabant aan raad en schepenen van Steenbergen om twee leden uit hun midden te benoemen om Cornelis Govers te bezoeken en ondervragen over diens behandeling in detentie op order van den stadhouder Neomagus. Govers zegt in de cel mishandeld te zijn. Hieruit blijkt dat de stadhouder ook de bevoegdheid heeft om mensen vast te zetten.35

  1. RANB, DTB Nuenen, boek 9.↩

  2. RANB, DTB Nuenen, lidmatenboek.↩

  3. RANB, DTB Nuenen, trouwboek, 4 en 20 april 1777.↩

  4. RANB, Raad van Brabant, inv 1273, fol. 14 en 20.↩

  5. RANB, Schepenprotocol Stiphout, R60, folio 56.↩

  6. Register Raad en Rentmeester-Generaal van de Domeinen, inv.nr. 296.↩

  7. SRE, rechterlijke archieven, Schepenbank Nuenen, inv.nr. 69, fol. 86v, 134v, 138v.↩

  8. Biljouw, Afgedwaalde archiefstukken..↩

  9. Per 1 januari 1997 bestaat er, na een gemeentelijke herindeling in Zuid-Oost Brabant, en grenzend aan Nederlands en Belgisch Limburg, een gemeente Cranendonck, bestaande uit de kernen Budel, Budel-Dorplein, Budel-Schoot, Maarheeze en Soerendonk.↩

  10. NA, 4.Nado, 1.08.11 en 1.08.12, folio 251v.↩

  11. RHC Eindhoven, collectie Spoor, A-0534, stukken 33 en 37.↩

  12. RANB, schepenprotocol Stiphout, f 163.↩

  13. RANB, rechterlijke archieven Roosendaal, schoutsarchief nr 54A.↩

  14. mededeling van drs H. Buijks, directeur SA Brabant-Noordoost, 18 april 1985.↩

  15. RANB, DTB Nuenen, lidmatenregister.↩

  16. Sanders, Noord-Brabant tijdens de Republiek, p. 176.↩

  17. RANB, Register Huwelijkse Zaken van de schepenen van Steenbergen, 1783-1799, DTB 22, kopie in RAWB Zevenbergen.↩

  18. RANB, rk dopen Woensdrecht, Ossendrecht e.o., boek 6.↩

  19. De gezinsgegevens uit Zandvliet zijn in 2007 ontleend de website van Victor Meeussen: www.meeussen.nl/genealogie.↩

  20. RAWB Zevenbergen, DTB Steenbergen, boek 13.↩

  21. RAWB, archief Hervormde gemeente Steenbergen, boek 35, lidmaten vanaf 1787↩

  22. RAWB, DTB Steenbergen, boek 13.↩

  23. RAWB, DTB Steenbergen boek 36, lijst van dooden der Stad en Landen van Steenbergen en binnen de stad begraven in de maand augustus 1794, origineel in RANB.↩

  24. Biljouw, Afgedwaalde archiefstukken.↩

  25. Tussen haakjes de toelichting van de auteur.↩

  26. Biljouw, Afgedwaalde archiefstukken, stageverslag, p. 7.↩

  27. RANB, DTB Steenbergen↩

  28. RANB, BS Steenbergen. De burgerlijke stand is in 1811 ingevoerd.↩

  29. De gegevens zijn deels ontleend aan ‘De stadselite van Steenbergen, 1590-1795’ van Han Leune, die op zijn beurt gebruik heeft gemaakt van de gegevens op deze website↩

  30. BHIC, DTB Steenbergen en Kruisland, boek 20, huwelijken 1780-1799.↩

  31. GAWB, lidmatenregister hervormde gemeente Steenbergen.↩

  32. BHIC, NG doopboeken van Steenbergen en Kruisland 1698-1810, resp. folio 189vo, 192 en 194vo. Over het leven van de twee dochters is verder niets bekend. Ze komen onder deze namen verder niet voor in de Brabantse en Zeeuwse archieven.↩

  33. De gegevens over de families Bach en Oudesluijs komen uit het internetprogramma ISIS van het Zeeuws Archief in Middelburg.↩

  34. Vennik, Handleiding voor stamboomonderzoek, p. 144 e.v.↩

  35. RANB, Raad van Brabant, resolutie 3864/5.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.