• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

VIII-19 Johannes Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1752-1811), schepen en vorster,
zoon van Godefridus, VII-14

Godfried, de in 1726 in Bakel geboren zoon van dominee Johannes Neomagus, trouwt ‘in onecht’ zoals dat wordt genoemd, met Dilia de Jongh. Zij wonen in Dordrecht waar ze hun huwelijk voor de schepenbank sluiten, maar ze doen het op 10 april 1752 kerkelijk over in Ophemert, waar Dilia’s geboortedorp Zennewijnen onder valt.

Boete

Daar, in Zennewijnen, komt hun oudste zoon Johannes ter wereld, gedoopt op 4 juni 1752.1 Arien de Jongh, grootvader van de jonggeborene, is een van de doopgetuigen. De dominee van Ophemert legt vast dat het kind te vroeg is geboren, soo is de vader daar over opentl. bestraft en tot boete aangesedt en heeft den leeraar gewilt, dat hij een onser gelijk getuijge soude nemen. We mogen aannemen dat de dominee tijdens een zondagse kerkdienst op deze manier schande heeft gesproken over het jonge stel, een vorm van openlijke bestraffing die ook nu nog wel in strenge geloofsgemeenschappen wordt toegepast.

Helmond

De ouders komen op 17 december 1752 met attestatie van Dordrecht naar Helmond, waar vader Godfried in zijn korte leven vorster – een soort deurwaarder – is. Als hij in april 1760 sterft, is zoon Johannes nog geen acht jaar oud. Hij heeft een broertje Willem van twee jaar. Hun broertje Cornelis is kort na de geboorte in 1755 overleden.
In hetzelfde jaar 1755 komt het laatste kind ter wereld van Godfrieds vader, dominee Johannes uit Nuenen. Deze Thomas is de bijna dertig jaar jongere (half)broer van Godfried. De in april 1755 geboren Cornelis heeft in de in januari 1755 geboren Thomas dus een oom van vier maanden. Dit terzijde, want het gaat over Johannes.

Huwelijk

Johannes, in 1770 lidmaat in Helmond, trouwt op 23-jarige leeftijd – ondertrouw in Helmond 22 juli 1775 – met de 21-jarige Arnolda Leonora van Onna, geboren in ‘s-Hertogenbosch en daar gedoopt op 10 mei 1754, dochter van Hendrick van Onna en van Christina van de Wer(c)k.2 Arnolda Leonora zijn ook de voornamen van haar tante Arnolda Eleonora van de Werk uit Sprang-Capelle, op 3 juni 1743 in Nuenen getrouwd met Gielis de Bruyn – weduwnaar van Agneta Braghshoven – uit Sprang-Capelle, schoolmeester te Veghel.3

Schepen

Uit stukken van de schepenbank van Erp blijkt dat Johannes in 1776 schepen is in Helmond. Hij leent tussen 1776 en 1779 zeven keer geld uit, te weten 50, vijf keer 100 en 225 gulden. Johannes is medio 1777 naar Erp verhuisd. Het is niet duidelijk waarom vijf transacties uit 1776 in het Erpse schepenregister staan, met als toevoeging ‘schepen Helmond’.

Van de Werk

Het is het tweede huwelijk van een Neomagus met een lid van de familie Van de Werk. Immers, Johannes’ grootvader Johannes, dominee van Nuenen, (her)trouwt in 1740 met Ida van de Werk. Johannes’  broer Willem trouwt in 1787 Arnolda’s nicht Judith van de Werk, en dat is het derde huwelijk Neomagus-Van de Werk. Het huwelijk van Johannes met Arnolda levert de volgende familieband op: Arnolda’s tante Ida van de Werk is ook de (stief)grootmoeder van Arnolda’s man Johannes Neomagus. Zie verder de genealogie Van de Werk.

Van Onna

Arnolda komt uit het gezin van vier kinderen. Hendrick van Onna, commies der convoyen en licenten, en Christina laten in de Grote Kerk van ’s-Hertogenbosch achtereenvolgens Nederduitsgereformeerd dopen:4
* Johanna Sofia op 5 juni 1750
* Hendrik Bastijaan op 28 november 1751 (Bastiaan is een echte Van de Werknaam)
* Christina Judith op 23 april 1753 (ook Judith is een Van de Werknaam), en
* Arnolda Eleonora op 10 mei 1754, die met Johannes Neomagus trouwt.
De familie Van Onna, van oorsprong vermoedelijk afkomstig van het dorpje Onna bij Steenwijk, is anno 2000 wijdvertakt.

Kinderen

Johannes en Arnolda gaan na hun huwelijk in Erp wonen. Johannes is op zaterdag 29 juli 1775 in Helmond uitgeschreven en heeft een borgbrief meegekregen, ten teken dat Helmond borg staat voor eventuele bijstand als Johannes in financiële problemen komt.
Het echtpaar krijgt drie kinderen:
1. Hendrica, in Erp gedoopt op 4 augustus 1776.5 Volgt IX-9.
2. Anthonia Godefrida, gedoopt in Erp op 5 juli 1778.6 Volgt IX-10.
3. Johannes Cornelis, gedoopt in Nuenen op 2 oktober 1785.7 Volgt IX-11.

Erp

Kennelijk woont het jonge gezin in Erp samen met Johannes’ moeder Dilia Neomagus-De Jongh. Van 29 juli 1777 dateert een in Helmond opgestelde ontlastbrief voor Dilia en haar zoon met het oog op hun vestiging in Erp.8  Ook Arnolda’s zus Johanna Sofia van Onna blijkt op 9 juni 1768 vanuit Den Bosch een borg- en ontlastbrief voor vestiging in Erp te hebben. De ontlastbrief van Arnolda, komend uit ‘s-Hertogenbosch, dateert van 28 juli 1777.9 Judith en Bastiaan machtigen hun broer Thomas de verkoop af te wikkelen.

Vorster

Als vorster treedt Johannes in de voetsporen van zijn jong overleden vader. Een vorster is een functie die al voor 1400 bestaat. Het is een soort politieagent en deurwaarder. Overheidsdienaren zijn na de Tachtigjarige Oorlog in het katholieke Staats-Brabant meestal gereformeerd, weliswaar niet de staatsgodsdienst, maar wel de bevoorrechte ‘ware gereformeerde religie’. In de ”s Hertogenbossche Comptoir en Schryf Almanach’ van 1793, met een naamwijzer van de heren van de magistraat, gecommitteerden en bedienden, staan de functionarissen van de ‘heerlijkheden’. Van elke heerlijkheid worden de namen genoemd van de erfsecretaris, de tweede secretaris en de vorster.
Johannes Neomagus komt er drie keer in voor: als vorster voor Nu(e)nen, Gerwen en Wetten, als vorster van Tongelre en als vorster van Nederwetten. Hij komt als vorster voor in de rechterlijke archieven van de schepenbank van Nuenen. Zo lezen we dat hij op 3 oktober 1793 op last van Goswinus Hermanus van Nouhuijs beslag laat leggen op goederen van enkele met name genoemde belastingplichtigen die bij Van Nouhuijs in het krijt staan. Ook op 27 september 1796 schakelt Van Nouhuijs vorster Neomagus in om beslag te leggen op goederen.10

Uitmoeren en turfsteken

Van Nouhuijs, stammend uit een predikantengeslacht, is van 1733 tot zijn emeritaat in 1783 predikant van Son en Breugel en heeft kennelijk bezittingen in Nuenen. Zijn opvolger in Son en Breugel is Cornelius van Nimwegen, die daar trouwt met Godefrida Neomagus (IX-9), dochter van vorster Johannes Neomagus. Vorster is een veelzijdig beroep. Op 3 september 1791 stuurt de Raad en Rentmeester-Generaal van der Domeinen een brief aan Johannes in verband met het uitmoeren en turfsteken door Jacob den Ouden. Ze vragen de vorster om informatie.

Huishouding

De huishouding van Johannes en Arnolda heeft een wisselende samenstelling. Enkele kinderen van dominee Johannes zijn aanvankelijk in Gerwen blijven wonen. Oom Thomas (29) gaat in 1784 naar zijn zus Johanna in Sint-Michielsgestel, tante Judith (33) vertrekt in 1785 naar Utrecht. Oom Benjamin (35) trekt in 1785 in bij de familie en in hetzelfde jaar komt het derde kind van Johannes en Arnolda ter wereld, weer een Johannes, die op 2 oktober de doop krijgt.

Twee weduwes

Rond de jaarwisseling van 1786/1787 gaat Benjamin naar Steenbergen, maar zijn plaats wordt spoedig ingenomen door (schoon)moeder en oma Dilia de Jongh.11 Zij komt over uit de gereformeerde gemeente van Mierlo en Stiphout, waar haar man Daniël Zwaans schepen is geweest. Dilia is nu voor de tweede keer weduwe. De huishouding krijgt er in september 1789 nog iemand bij in de persoon van tante Elisabeth Meissonnier-Neomagus (59), ook weduwe geworden en overgekomen uit Tilburg. Zij gaat in 1791 bij haar zus Christina de Rooij-Neomagus in Someren wonen. Dat de tijdelijk terugkerende familieleden in het ouderlijk huis gaan wonen bij Johannes en Arnolda, is een zeker lijkende veronderstelling. De dominee schrijft ze in als lidmaten van Nuenen en Gerwen zonder daar het adres bij te zetten.

Son

Nadat de oudste dochter Henrica, inmiddels 17 jaar, in november 1793 naar Sint-Oedenrode gaat, bestaat de huishouding enkele jaren uit vijf personen: oma Dilia, vader Johannes, moeder Arnolda, dochter Godefrida en zoon Johannes. Godefrida (18) gaat in mei 1796 naar Son, Johannes gaat in 1801 als 16-jarige in Franse (krijgs)dienst. Vader, moeder en oma volgen dochter Godefrida in 1801 en/of 1802 naar Son. Er is geen staat van lidmaten van 1796 tot 1801. Het vertrek van Dilia is achteraf bijgeschreven op de visitatielijst van 23 september 1795; het vertrek van Johannes en Arnolda staat op de lijst van de visitatie van 1 augustus 1802. Bij Dilia staat 1801 als jaar van vertrek; bij de anderen is geen jaartal genoemd; mogelijk is dat 1802. Dominee Hanewinckel tekent aan dat Dilia vertrekt zonder attestatie verzogt te hebben. Ook Johannes – hij is volgens een zitting van de schepenen in Nuenen op 2 augustus 1798 ‘voormalig vorster’ – en Arnolda gaan zonder bewijs van goed godsdienstig gedrag weg. Hieruit blijkt dat zij in feite weinig of niets aan hun geloof doen, zoals ook de ‘beperkte’ attestatie vanuit Veghel en Erp in 1783 aangeeft.

Overlijden Dilia

Dilia de Jongh, omstreeks 1723 geboren12 in Ophemert, komt in Son te overlijden. Ze wordt er op 27 november 1802 begraven, nalatende haar kinderen en vaste goederen.13 Haar leeftijd wordt niet vermeld. Op 2 juli 1806 doet vader Johannes aangifte van het overlijden van zijn zoon Johannes, 22 jaar oud.14 Hij heeft in hetzelfde jaar, op 7 maart, ook al aangifte gedaan van het overlijden van zijn 71-jarige schoonzoon Cornelius van Nimwegen, getrouwd met dochter Anthonia Godefrida.

Bemiddeld

Johannes is, mogelijk door de nalatenschap van zijn moeder, niet onbemiddeld. Integendeel, getuige de notariële aktes met schuldbekentenissen aan Johannes: 1000 gulden (één duyzend guldens hollands hard gemunt geld) in 1801 (Johannes woont dan in Gerwen), 400, 550 en 1000 gulden in 1807 (Johannes woont nog in Best), 250, 400 en 100 gulden in 1808 (Sint-Oedenrode). Bij die 100 gulden staat dat het om Hollandse munt gaat, ‘goed gangbaar zilvergeld’. In 1811 sterft Johannes. Zijn weduwe neemt het uitlenen van geld over. Zie hierna. In 2013 zijn de 1000 gulden uit 1801 bijna 7000 euro waard, in 1807 ruim 7370 euro.

Sint-Oedenrode

Na de overlijdens in Best gaat de familie naar Sint-Oedenrode, waar hun dochter Henrica al sinds 1793 woont. Ze trouwt er op 23 mei 1811 met Willem den Otter uit Woensel15 en gaat daar ook wonen.

Overlijden Johannes

In hetzelfde jaar 1811, op 2 september, sterft Johannes, 59 jaar oud.16 Noord-Brabant is dan een deel van Frankrijk, departement Bouches du Rhin (Mondingen van de Rijn). De aangifte van het overlijden (acte de décès) gebeurt dan ook in de Franse taal. Johannes blijkt om twee uur ’s nachts (à deux heures de nuit) te zijn overleden, volgens de aangifte van vader Hendrik (61) en zoon Hendrik (21) Kluijtmans.
Overigens staat in de alfabetische lijst van overledenen (table alphabétique des décès) die op het eind van het jaar is opgesteld, de datum van 17 april als overlijdensdatum. Dat is duidelijk een vergissing, want volgens de huwelijksakte van dochter Henrica van 23 mei woont Johannes dan in Sint-Oedenrode.

Woensel

De weduwe, Arnolda Eleonora van Onna gaat daarna kennelijk bij haar dochter Hendrica in Woensel wonen. Van 8 mei 1813 is een schuldbekentenis, opgemaakt door notaris Jan Aelders in Gemert, waarin landbouwer Henri Kandelaers uit Erp verklaart 609 francs schuldig te zijn aan Arnolda Eleonora van Onna, rentenierster te Woensel, weduwe van Jean Neomagus. Het is nog net in de Franse tijd, gezien de vermelding van francs en Jean. Van 8 juni 1813 dateert een schuldbekentenis van timmerman Gerardus van de Wijngaart uit Erp van 203 francs. Op 3 juli 1818 verklaart landbouwer Dirk Versteegde uit Boerdonk haar 200 gulden schuldig te zijn en een week later, op 10 juli 1818, doet landbouwer Jan Peter Rovers uit Veghel hetzelfde voor 100 gulden. De rentenierster uit Woensel staat kennelijk bekend om haar vermogen, want op 22 januari 1819 treffen we strodekker Gerrit Beekmans uit Erp bij de notaris om vast te leggen dat hij haar 100 gulden schuldig is. Op 27 november 1819 gevolgd door een schuldbekentenis van Hendrikus van Haandel, landbouwer te Erp, voor een bedrag van 500 gulden. Tot slot treffen we in de notariële akten op 6 maart 1820 een schuldbekentenis van 100 gulden aan van Cornelus van den Boogaart, landbouwer te Boekel. In alle gevallen stellen zich een of twee personen garant met precies omschreven opstallen en landerijen.

Overlijden Arnolda

Arnolda sterft in Woensel, 67 jaar oud, op 21 november 1821.17 Hendrica den Otter-Neomagus doet op 18 mei 1822 aangifte voor de eventuele successierechten. Op 15 november 1821, een week voor haar dood, laat Arnolda door notaris Spoorenberg haar testament opmaken, waaruit blijkt dat ze Hendrica ‘mij haar eenig kind‘ tot universeel erfgename benoemt. Er is voor de dochter een legaat van 275 gulden. Dat legaat heeft op grond van het prijsindexcijfer in 2015 een waarde van 2714 euro, waarover ze tien procent successierecht dient te betalen.18

Zus Johanna

Arnolda’s zus Johanna Sophia van Onna, getrouwd met Heinrich Klein, legateert in haar testament van 17 oktober 1810, tweehonderd gulden aan Jan Neomagus, zoon van Arnolda’s  zwager Willem Neomagus, ’thans in dienst’, te voldoen binnen een half jaar na hun beider overlijden (dus na het overlijden van Johanna van Onna en Heinrich Klein). Ze benoemt haar man Heinrich tot enige erfgenaam. Na hun beider overlijden dienen hun goederen te worden verdeeld over de drie kinderen van haar overleden broer Hendrik Bastiaan van Onna en Hendrika, dochter van Jan Neomagus en Arnolda van Onna. Dus ieder voor een vierde deel. Jan Neomagus heeft zijn tweehonderd gulden nooit ontvangen, want hij sneuvelt in 1812 in het leger van Napoleon in Rusland. Johanna sterft in 1821, Heinrich in 1834. Henrica sterft in 1825 en heeft zodoende ook niet van haar tante kunnen erven.

  1. RA Arnhem, DTB Ophemert nr 1284.↩

  2. Taxandria 1928, extracten uit de ondertrouwboeken der NH Kerk te Helmond 1775. De achternaam is gespeld als Neomogus. Van Onna is geschreven als Van Onnai.↩

  3. SRE, DTB Nuenen, invnr 11.↩

  4. SAH, DTB ’s-Hertogenbosch, dopen 1686-1810, inv.nr. 72-75.↩

  5. RANB, NH doopboek Erp 1649-1809, Veghel boek 4.↩

  6. idem.↩

  7. RANB, DTB Nuenen, boek 9.↩

  8. RANB, Ingekomen ontlastbrieven Erp 1768-1794, boek SZ 46.4, code 24-76 en 24-77, pag. 263.↩

  9. Het ambtelijke stuk komt kennelijk veel later dan de daadwerkelijke vestiging in Erp, die – blijkens de doopdatum van het oudste kind – vóór 4 augustus 1776 plaatsheeft. Ook Johannes’ broer Willem woont (en trouwt) later in Erp, een van de dorpen waar leden van de familie enkele generaties achtereen voorkomen. De laatste Neomagus in Erp – Willems dochter Mien – sterft er in 1872.

Getuige

Op 28 augustus 1777 legt Johannes voor de schepenen van Erp een verklaring af over een twist met scheldpartijen, waarvan hij ’s nachts getuige is geweest. De twist ontstaat als Johannes Rietman, commies van de tol, aan ene Hendrik Vissers die met paard en kar onderweg is, vraagt waarheen hij gaat. Daar komt kennelijk geen bevredigend antwoord op…

Onroerend goed

Het lijkt er op dat Johannes in Erp speculeert met onroerend goed. Hoe is anders te verklaren dat hij op 19 november 1781 een huisje, hof en erf koopt, gelegen naast het kerkhof. En dat hij dit op 1 november 1783 weer verkoopt, voor 500 gulden. Wat twee jaar eerder de koopprijs is staat niet in de desbetreffende akte van schout en schepenen. Terzijde: op 15 september 1780 koopt Johannes een perceel ’teelland’.

Nalatig

Op 17 oktober 1783 krijgen Johannes en Arnolda een ‘bepaalde’ kerkelijke attestatie naar Nuenen. De kerkenraad van Veghel en Erp heeft wel wat aan te merken op de jonge familie Neomagus – van Onna:
Verder wierd besloten om Joh. Neomagus en des selfs vrouw Arnolda Leonora van Onna, leden deser gemeente geweest zijnde dog nu naar Nunen vertrokken, om haar veelvuldigen nalatigheid omtrent den openbare godsdienst en daar onder ook bysonder omtrent het gebruik van ’t H. Avondmaal, alleen een bepaalde en geen volledige kerkelijke attestatie te geven in deze bewoordingen: Dat zij bijden ledematen zijn van onze waare Hervormde Kerk regtzinnig omtrent onze geloofsbelijdenis, en ook wel onbesproken van gedrag, dog niet omtrent een getrouw waarnemen van den openbare godsdienst, en daar onder ook niet omtrent het gebruik van het H. Avondmaal wegens veelvuldige nalatigheid, alswaarom wij hun beide aan het nauwkeurig opzigt van den E. Broeder opziender der gemeinte J. Chr. van Nunen, Gerwen en Wetten aanbevolen.
Deze tekst, met tal van onderstreepte passages, is ondertekend door H.E. Kuijpers.

Opzien gebaard

De houding van Neomagus en zijn vrouw zullen opzien gebaard hebben in het kleine Erp. De hervormde gemeente van Veghel en Erp telt in dat jaar 42 leden en 30 toehoorders, samen 72 zielen. De meesten van hen wonen in het veel grotere Veghel. In Erp wonen maar enkele protestanten.

Gerwen

Het is niet bekend wat voor beroep Johannes in Erp uitoefent. Wel dat hij vanaf 22 september 1783 – hij is dan 31 jaar – vorster is van Nuenen, Gerwen, Tongelre en Wetten. Zijn aanstelling, terug te vinden in de Commissieboeken van de Staten-Generaal in het Nationaal Archief, dateert van 22 september 1783. Hij komt naar Gerwen kort na het overlijden van Ida Neomagus – van de Werk, zijn (stief)grootmoeder, tevens tante van zijn vrouw. Zij is op 13 augustus in Gerwen begraven. De dominee van Nuenen noteert dat de dochters Henrica en Godefrida in november overkomen uit Erp, de ouders met een attestatie van de hervormde gemeente van Veghel-Erp van 6 december. De eertijds katholieke, later gereformeerde (hervormde) pastorie blijft op dat moment in de familie. In 1786 verkopen de kinderen Neomagus (dat wil zeggen: de kinderen van dominee Johannes en van Ida Helena van de Werk) het pand. [footnote]Biljouw, inv. nr. 95↩

  • SRE, RA, Schepenbank Nuenen, inv.nr. 70a, f. 82v en 156.↩

  • Dominee Hanewinckel schrijft in het lidmatenboek steeds De Jonch.↩

  • Haar ouders trouwen in mei/juni 1720, de bewaard gebleven doopinschrijvingen van Ophemert beginnen in 1727 en daarbij komt zij niet voor; haar geboorte ligt dus tussen 1720 en 1727.↩

  • RANB, DTB Son en Breugel, boek 4, registers van begravenen in Son 1772-1805.↩

  • RANB, DTB Son en Breugel, boek 10 registers van aangegeven lijken, 1806-1811.↩

  • RANB, BS Sint-Oedenrode.↩

  • RANB, BS Sint-Oedenrode.↩

  • RANB, BS Eckaert en Woensel, een voormalige gemeente die nu een deel is van de gemeente Eindhoven.↩

  • RANB, MvS Eindhoven, inv.nr 5, mem.nr. 102, Woensel 12-9-1822.↩

  • About the Author

    Social Share

      Categorieën

      • Inleidend deel
      • Eerste generaties
      • Delftse apothekers Neomagus
      • Nuenese predikant Neomagus
      • Protestantse Hollandse tak
      • De protestantse Brabantse tak
      • De katholieke Brabantse tak
      • Neomagus, geen familie

      Recente aanvullingen

      • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
      • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
      • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
      Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.