• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

VIII-20 Wilhelmus Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off
(1757-1836), koster-schoolmeester en belastingambtenaar,
zoon van Godefridus, VII-14
De jongste van de drie zoons van Godfried Neomagus en Dilia de Jongh is Wilhelmus, Willem. Hij blijkt later te zorgen voor de voortzetting van de Brabantse tak van de Neomagi. Zijn ’tegenhanger’ in de achtste generatie van de Hollandse tak is de Delftse apotheker Jan Hendrik Neomagus (1737-1770).1

Helmond

Doopinschrijving van Wilhelmus in 1757.

De komst van Johannes, Willems oudste broer, leidt in 1752 in Ophemert tot het gedwongen huwelijk van hun ouders. In 1755 komt in Helmond Cornelis ter wereld, die jong sterft.2

Willem is de derde en laatste in het gezin en op 30 oktober 1757 in Helmond gedoopt als Wilhelmus.3 De enige in de familie die Willem heet, is Godfrieds oudste broer Jan Willem (1724-1781) uit Amsterdam. Naar hem zal vader Godfried zijn zoon dus vernoemd hebben.

Jong halfwees

De jonge Willem verliest zijn vader vroeg. Godfried sterft in 1760 op 34-jarige leeftijd4 en Willem is dan nog geen drie jaar oud. De Brabantse tak zit, achteraf gezien, aan een dun draadje. Hoe redt moeder Dilia zich met twee jonge kinderen? Ze komt uit Ophemert en heeft in de buurt van Helmond geen eigen familie. Van de broers en zusters van haar man kan ze niet veel verwachten. Jan Willem is getrouwd en woont in Amsterdam, Hermanus is getrouwd en woont in Rotterdam, Elisabeth is getrouwd en woont in Tilburg, Samuelina is thuis hard nodig met een zieke vader, Bastiaan studeert in Leiden, de anderen zijn nog minderjarig.
Trekt Dilia in bij haar schoonouders op de pastorie van Gerwen? Als dat zo is, is het voor Johannes en zijn tweede vrouw Ida van de Werk niet gemakkelijk. Want er zijn in 1760 nog zeven kinderen thuis.

Erp

De kerk van Erp in 1788.

In 1777 woont Dilia kennelijk (weer) in Helmond, want zij krijgt dan een borg- en ontlastbrief voor de gemeente Erp, waar ze zich met haar zoon Jan en diens vrouw Arnolda vestigt. De borg- en ontlastbrief houdt in, dat Helmond zich garant stelt voor de onderhoudskosten als zij in Erp armlastig worden.5 De twintigjarige zoon Willem blijft in Helmond, waar hij in 1777 als lidmaat van de Nederduitse gereformeerde gemeente te boek staat.

In Erp woont ook het gezin van Ida’s broer Jan, die er commies van de tol is en in 1759 ook schepen, en zijn vrouw Elisabeth Nicolaas(dr). De twee kinderen van Jan die in leven blijven, zijn Bastiaan uit 1749 en Judith uit 1756. Bastiaan is later notaris in Erp, terwijl Judith er met Willem Neomagus trouwt.

Stiphout

Dilia blijft maar even in Erp want ze hertrouwt in 1778, bijna achttien jaar na het overlijden van Godfried, met de weduwnaar Daniël Zwaans, koster en schoolmeester te Stiphout, waar hij ook schepen is. Vanwege zijn zwakke gezondheid vraagt Daniël op 6 juli 1779 aan de Raad van State of Willem, dan 21 jaar, hem mag waarnemen. Dat verzoek wordt afgewezen. Maar Willem neemt het ambt toch zeven of acht jaar waar, zoals uit een resolutie van de Raad van State van 27 januari 1786 blijkt. Die resolutie is het antwoord op het rekest van Willem waarin hij solliciteert naar de schoolmeestersplaats. Die is vacant na het overlijden van Daniël Zwaans. Dominee Munnekemolen examineert Willem om zijn bekwaamheid te testen. Hij blijkt aan alle eisen te voldoen. Willem volgt zijn in januari 1786 overleden stiefvader in die functie op. Hij staat op 1 februari 1786 als schoolmeester van Mierlo en Stiphout te boek6 en komt er in 1788 te wonen. Wellicht is er niet eerder een woning voor hem beschikbaar. De Staten-Generaal hebben in januari 1649 een resolutie uitgevaardigd dat gereformeerde schoolmeesters recht hebben op een vrije woning.

Huwelijk

Doopinschrijving van Judith in 1756.

Op 29-jarige leeftijd trouwt Willem in 1787 met de één jaar oudere Judith van de Werk, in Erp gedoopt op 5 september 17567 en vernoemd naar haar grootmoeder Judith Cloosterman. Ida, de in 1783 overleden (stief)grootmoeder van Willem is een tante van Judith! Het huwelijk wordt op 3 februari gesloten in Erp, na de ondertrouw op 20 januari 1787 in Veghel. Veghel en Erp vormen sinds 1676 samen één Nederduitse gereformeerde gemeente.8

Handtekening van Willem in 1792.

Willem is ten tijde van zijn huwelijk dus koster en schoolmeester in Stiphout, maar zijn eerste kind komt eind 1787 nog in Erp ter wereld. Wellicht gaat hij aanvankelijk te paard of te voet op en neer tussen Erp en Stiphout, een afstand van zo’n tien kilometer. Het jonge gezin vestigt zich korte tijd later in Stiphout.

Inbraak

Als koster en schoolmeester te Stiphout komt Willem tal van keren voor in de stukken van de schepenen. De ene keer legt hij onder ede een getuigenis af over een ruzie, de andere keer meldt hij een inbraak, Dat gaat zo:
…dat hij zig in zijne voornoemde qualiteit (koster en schoolmeester) op den 5e dezes maand januari 1793 des voormiddags circa halve twaalf uuren heefd begeven na den thoorn alhier om na gewoonten het uurwerk op te winden, dat hij aldaar heeft bevonden dat er buiten en binnenthoorns deuren met (onleesbaar) waren geopend, en voorts in het choor van den kerk alwaar den Godsdienst word verrigt bevonden dat het zakje waarmeede de arme (onleesbaar) gecollecteerd worden van den beugel en stok was afgesneden dat hetzelve zakje weg was en eenig pluis van ’t zelve in ’t gen(oemd) choor verstrooid, terwijl aldaar ook een kerkboek op den grond lag welk boek niets beschadigt was, gelijk ook niets verders dan de kerkdeur, op de welke schoon nog geslooten ook zeer geforceerd, en eijndelijk dat hij van deszelves bevinding, direct heeft kennis gegeven aan den gerechte alhier.9
Dit stuk proza, opgeschreven met een ganzenveer, is mede door Willem Neomagus ondertekend. Een ander stuk in het schepenboek betreft de aankoop in 1790 – door Willem Neomagus – van een perceel nieuwland gelegen alhier omtrent de Molenbaan, groot twee lopen van agtien roeden d’eenen zijde.., enzovoorts.

Kinderen

Het paar Neomagus-van de Werk wordt gezegend met tenminste twaalf kinderen:
  1. Johannes, gedoopt in Erp op 2 december 1787, in 1812 als grenadier in het leger van Napoleon omgekomen bij de Russische veldtocht. Volgt IX-12, deel V over de uitgestorven protestantse Brabantse tak.
  2. Cornelia Adriana, geboren in Mierlo op 19 november, gedoopt in Stiphout op 23 november 1788, overleden in Someren op 12 oktober, aangegeven 14 oktober, begraven op 15 oktober 1810. Volgt IX-13, deel V.
  3. Godefridus Antonie (Antoon), gedoopt in Stiphout op 13 december 1789. Hij zet de Brabantse protestantse tak voort. Volgt IX-14, deel V.
  4. Daniel, gedoopt te Stiphout 24 oktober 1790, begraven10 te Stiphout op 19 februari 1791.
  5. Daniel, gedoopt in Stiphout 11 november 1792, begraven in Stiphout op 27 november 1793.
  6. Wilhelmina, gedoopt in Stiphout 26 januari 1794, begraven in Stiphout 5 mei 1794.
  7. Wilhelmina (Mien), gedoopt in Stiphout 28 december 1794, overleden te Erp op 26 februari 1872 als weduwe van Hendricus van de Wijngaard. Volgt IX-15, deel V.
  8. Daniel, begraven te Stiphout 17 februari 1795.11 De vraag is wanneer deze Daniel is geboren. Gezien de opeenvolging van doopdata, die weinig afwijken van de geboortedata, lijkt de geboorte van nóg een kind vóór februari 1795 fysiek onmogelijk. Judith van de Werk krijgt haar eerste zeven kinderen met een tussenruimte van respectievelijk bijna een jaar, ruim een jaar, ruim tien maanden, ruim twee jaar, ruim veertien maanden en elf maanden. Deze Daniel zou eventueel de helft van een (eerste) tweeling kunnen zijn, maar mogelijk is sprake van een vergissing bij het ‘klapperen’ van de gegevens op basis van de vaak moeilijk leesbare doop- en begraafinschrijvingen. Bij het klapperen zijn dopen en overlijdens abusievelijk voorzien van het stempel ’trouwboek’.
  9. Hendrica Elisabeth, geboren te Veghel op 28 oktober, gedoopt te Veghel op 30 oktober 1796, overleden op 19 december 1868 te Erp als weduwe van Christiaan Clarindus Wenniger. Volgt IX-16, deel V.
  10. Daniel, geboren te Veghel op 28 oktober, gedoopt te Veghel op 30 oktober 1796, tweeling met Hendrica Elisabeth. De dominee van Veghel en Erp noteert steeds waar de doop plaatsheeft: ‘alhier’ is in Veghel, of ‘te Erp’. Bij de tweeling staat duidelijk ‘alhier’. Ook het laatste kind van Willem, Hermanus uit 1800, is in Veghel gedoopt. Daniel huwt de katholieke Anna Maria van Maren en is zo de grondlegger van de katholieke Brabantse tak. Volgt IX-17, deel VI over deze katholieke Brabantse tak.
  11. Hermanes, gedoopt in Erp op 29 april 1798, begraven te Erp op 20 september 1798.12
  12. Hermanus, gedoopt in Veghel op 18 mei 1800, begraven in Someren op 28 april 1801.13

Drie gezinnen

In de jaren negentig wonen in Erp drie verwante paren die in die periode veel kinderen krijgen: Willem Neomagus en Judith van de Werk, haar broer Bastiaan van de Werk en Anna Rietman, en haar broer Cornelis Rietman en zijn vrouw. De dominee hoeft in de kleine protestantse gemeenschap van Erp niet vaak een kind van een andere familie te dopen en in te schrijven.

Kindersterfte

Doopinschrijving van de tweeling Daniel en Hendrika Elisabeth in 1796.

Willem en Judith hebben wat je noemt een zwaar gezin. In de dertien jaren tussen 1787 en 1800 komen tenminste twaalf kinderen ter wereld van wie er vijf jong sterven. Judith is bijna 44 jaar als ze haar laatste kind krijgt. Haar broer Bastiaan, notaris te Erp, krijgt negen kinderen tussen 1791 en 1807, van wie er ‘slechts’ twee jong sterven. Grote gezinnen met veel kindersterfte zijn eigen aan de tijd.

Veghel

De kerk van Veghel, einde 18de eeuw.

Na zijn loopbaan als koster en schoolmeester in Stiphout is Willem tussen 1796 en 1798 woonachtig in Veghel,14 waar de dominee Daniel en zijn tweelingzus Hendrica doopt. Die dominee is Hendrik Kuypers, die de gemeente van Veghel en Erp – van 1659 tot 1802 samengevoegd – dient van 1771 tot zijn dood in 1801. De ontlastbrief van Stiphout voor de gemeente Veghel, een borg dat het gezin onverhoopt niet ten laste van haar komt, is van 7 mei 1796. Daarin staan de namen van vader Willem, moeder Judith en de kinderen Cornelia Adriana (7 jaar), Godefridus Anthoni (6) en Wilhelmina (1).15

Dat de tweeling in Veghel ter wereld komt, blijkt ook uit de ontlastbrief van Veghel naar Erp van 31 mei 1798.16

 

De familie bewoont in Veghel huis en hof genaamd De 3 Zwaantjes. Willem huurt het van de weduwe Martinus van Heyisberge. Door koop stopt de huur in 1797 met Pinksteren. Deze mededeling17 laat open of Willem een ander het huis huurt of koopt.
Willem staat in Veghel als ‘vervanger schoolmeester Stiphout’ op een lijst van mannen boven 18 jaar uit 1797.18

Weer in Erp

De familie woont vervolgens weer in Erp, gezien bijvoorbeeld de doop op 29 april 1798 van een zoontje Hermanes in Erp en de al genoemde overschrijving (ontlastbrief) van de anderhalf jaar jonge Daniel en zijn tweelingzus op 31 mei 1798 van Veghel naar Erp. In Erp ziet in mei 1800 het tiende en laatste kind het levenslicht.

Ontvanger

Na de komst van de Fransen in 1794/1995 en de stichting van de Bataafse Republiek in 1796 komt er vrijheid van godsdienst. De staatsinkomsten van predikanten, vorsters, kosters en schoolmeesters vervallen. Ook Willem dient naar een andere functie uit te zien. Een nieuw belastingstelsel vraagt om meer belastingambtenaren. Zo wordt Willem in Erp ontvanger der belastingen.19 Daarna is hij vanaf 1800 of 1801 in de rang van commies werkzaam in Someren en Westerwijk,20 officieel ontvanger der in- en uitgaande regten en accijnsen voorheen van de convoyen en de licenten.

Belastingen

Het belastingsysteem is in de jaren na de omwenteling van 1795 volop in beweging. Convooien en licenten zijn vanaf  16de eeuw en met name tijdens de Tachtigjarige Oorlog belastingheffingen, oorspronkelijk voor de financiering van de oorlogsvloot. De convooien – varen in een konvooi – beschermen de koopvaardij en zeevisserij tegen piraten en oorlogsgevaar, de licenten zijn vergunningen om het drijven van handel met bepaalde vijandige landen te beperken. Deze heffingen ontwikkelen zicht tot in- en uitvoerrechten. In Staats-Brabant worden enkele steden beschouwd als binnenland, het platteland als buitenland. Ook voor de doorvoer van producten door de Meierij moet belasting worden betaald (tollen). Zo worden er dan in het gebied van de huidige provincie Noord-Brabant in- en uitvoerrechten geheven.
Er is voor deze en vele andere belastingen een ambtenarenapparaat nodig. De tollen worden verpacht; de pachters heten commiezen. Vanaf de tweede helft van de 18de eeuw, gaan steeds meer leden van de familie Neomagus in overheidsdienst. Die functies zijn ook na 1800 veelal voorbehouden aan protestanten. Willem Neomagus is er een voorbeeld van.21

Someren

Behalve Erp is inmiddels ook Someren een dorp waar veel familieleden wonen en er openbare functies bekleden. Philip de Rooij (1740-1797), echtgenoot van Christina Neomagus, tante van Willem, is er president-schepen, deurwaarder, procureur en notaris. Willems oom Thomas is er in 1798 ook notaris. Verder woont Willems tante Elisabeth Meissonnier-Neomagus in Someren, evenals Willems tante Judith (Ditje). Willems zoon Antoon trouwt in Someren, is er van 1830 tot 1848 ontvanger der belastingen en sterft er in 1856. Zijn zoon Jan woont er en zijn kleinzoon Karel zien we in 1879/1880 nog in Someren wonen bij zijn 90-jarige grootmoeder Jacoba Neomagus-Beijnen.

 

Willem staat in de jaren 1801, 1803 en 1805 in Someren op de lijst van stemgerechtigden. Op 25 maart 1803 tekent hij de lijst tegelijk met Henricus Mattheus Beijnen, later de schoonvader van zijn zoon Godefridus Antonie.22 Het openbaar stemregister der gemeente van Someren is opgesteld op grond van een besluit van het Uitvoerend bewind der Bataafsche Republiek van 4 juni 1798. Op 13 januari 1801 wordt de 41-jarige Willem als laatste aan de lijst toegevoegd. Op 14 september 1801 staat ook zijn oom Thomas Neomagus op deze lijst van ‘apparente stemgerechtige burgers’. Thomas is in 1798 een jaar notaris in Someren. Op de lijst staan onder meer ook Christiaan en Zebulon de Rooij, kinderen van Thomas’ zuster Christina, weduwe van de in 1797 overleden notaris Philip de Rooij.

 

In 1807 leent Willem het dan aanzienlijke bedrag van driehonderd gulden (nu 2250 euro), hetgeen blijkt uit een akte van borgstelling, die voor schout en schepenen wordt opgemaakt. Willem wordt daarin commies-expediteur ter recherge der convoyen en licenten genoemd.23 Willem en zijn gezin wonen ‘op den Kleyne Speelheuvel’, zoals bij de begrafenis van dochter Cornelia in 1810 is vermeld. Het lijkt er op dat het Willem in Someren als belastingambtenaar financieel beter vergaat dan in Stiphout als koster-schoolmeester.

Onroerend goed

Op 23 augustus 1805 treffen Willem Neomagus en zijn zwager Bastiaan van de Werk elkaar op het gemeentehuis van Erp om de goederen te verdelen die hun overleden (schoon)moeder Elisabeth van de Werk-Nicolaes heeft nagelaten. Bastiaan is dan klerk ter secretarie van Erp, later notaris. Willem staat te boek als commies expediteur der recherche in Someren. Willem (en zijn vrouw Judith van de Werk) komen in het bezit van een huis, stal, schuur en diverse landerijen. Het huis komt al voor op de huizenlijst van 1736 en wordt dan bewoond door de familie Van de Werk. Het is een van de mooiste huizen van het dorp en staat bekend als het pannenhuiis of de pastorije. Het bestaat nog steeds (Schansoord 23, voorheen Kerkstraat). Willem en Judith gaan er omstreeks 1813 wonen. Bij de erfdeling wordt  Willem ook eigenaar van twee aangrenzende woningen. De voor het huis staande lindeboom stamt uit de tijd van Neomagus. In de Nieuwsbrief Erthepe jrg 7, nr 3, december 2012, een uitgave van de Heemkundekring Erthepe uit Erp, staat een artikel van Marius Strijbos over Willem Neomagus, onder meer over zijn bezittingen met een foto en een kadastraal kaartje. Hieraan zijn enkele gegevens ontleend.

 

Vanuit Someren is Willem, na de erfdeling, actief met transacties in onroerend goed in Erp. Zo koopt hij bij notariële akte van 26 november 1810 voor 95 gulden een perceel teulland (teulen komt van telen, het gaat dus om bouwland) en groeze (grasland, weiland) in Erp. Drie weken later, op 17 december 1810 koopt hij voor 178 gulden (waarde in 2015: 1280 euro) een perceel bos in Erp. Vervolgens verkoopt hij op 13 december 1811 voor 413 francs en 55 centimes (het is de Franse tijd) aan bomen in Erp. Al deze transacties passeren bij de notaris.

Nageslacht

Van het nageslacht van Willem krijgen alleen Antoon en Daniel kinderen. Het nageslacht van Antoon sterft – wat de naam Neomagus betreft – in 1930 uit.24 Dat van Daniel leeft voort in de huidige katholieke Brabantse tak.25 Van de twaalf kinderen van Willem zorgt er maar één voor het voortbestaan van zijn tak van de Neomagi.

Katholiek

Daniel, net bezig aan zijn eerste baan als commies, trouwt op 12 juli 1824 in Mill met Anna Maria van Maren. Willem en Judith zijn getuigen, maar van harte? Moeder Anna is namelijk in verwachting en bovendien is ze degelijk rooms-katholiek! De boreling wordt katholiek gedoopt maar sterft na enkele dagen. Daarna krijgen ook de andere kinderen van Daniel het katholieke doopsel.

Terug naar Erp

De (sterk verbouwde) woning in Erp, waar Willem en Judith hebben gewoond.

In het bevolkingsregister van Eibergen staat in 1817 ene Willem Neomagus ingeschreven in de buurtschap Holterhoek. Dat is bij de Duitse grens. De vraag is of Willem daar bij de douane isc geweest. Hoe het ook zij, Willem en Judith keren voor hun levensavond terug naar Erp,26 Hun uitschrijving komt niet voor in de lidmatenregisters van Someren, terwijl die van andere familieleden daar wel in staat. Erp is het geboortedorp van Judith, waar ze elkaar leren kennen, waar ze trouwen, waar drie van hun kinderen ter wereld komen, waar Willem heeft gewerkt en waar een deel van de wederzijdse familie woont, onder wie twee dochters.

Overlijdens

Willem en Judith maken mee dat zoon Daniel toch nóg een zoon Willem (1826) krijgt, een dochter Maria (1832) en een helaas als baby overleden dochter Jacoba (1835). Zoon Antoon krijgt in 1827 (in Erp!) zijn enige zoon: Jan. Daniels zoon Frits (2 oktober 1836), die de katholieke Brabantse tak voortzet, komt ter wereld na Willems overlijden in Erp op 2 maart 1836, 78 jaar oud.
Op 21 mei 1836 ondertekenen de weduwe Judith en de kinderen Wilhelmina uit Erp, Elisabeth uit Erp, Godefridus Antonie uit Someren en Daniel uit Bergeijk de memorie van successie, opgesteld na het overlijden van Willem. Hij heeft volgens deze memorie geen onroerende goederen nagelaten.27
 Op 3 april 1838 laat Judith een testament opmaken, maar op 16 augustus 1840 laat ze het vernietigen. Haar nalatenschap is dan ‘ab intestato’, zonder testament. Judith komt, 87 jaar oud, te overlijden op 15 juni 1843, ook in Erp.28 Zij heeft het gezin van Daniel compleet zien worden, want na Frits wordt er, in 1840, nog een Godfried geboren.

Nalatenschap

Willem en Judith laten drie huizen, schuren, erven, tuinen, een bleekveld, bouw- en weiland na aan de Schans en in de Kerkstraat. Opmerkelijk, want na het overlijden van Willem in 1836 is vastgelegd dat hij geen onroerende goederen heeft nagelaten. Misschien staat alles op naam van zijn vrouw…. De bezittingen in de Kerkstraat dienen als waarborg voor landbouwknecht Goort Hurkmans uit Erp, bij wie Judith in 1842 300 gulden (waarde in 2015: 2855 euro) leent en daarvoor op 14 mei 1842 bij een notaris een schuldbekentenis tekent.

 

De kinderen besluiten, twee maanden na het overlijden van hun moeder, de onroerende goederen te verkopen, hetgeen op 18 en 25 augustus 1843 bij een notaris wordt geregeld. De kinderen zijn  Godefriedus Antonie uit Someren, Daniel die dan in Budel woont, Wilhelmina uit Erp en Hendrika, die in 1843 Vught als haar woonplaats opgeeft. De verkopen worden aangehouden! In 1850 heeft alsnog de verkoop plaats op verzoek van Wilhelmina (Erp), Godefridus (Neeritter), Daniel (Chaam) en het echtpaar Chr. Wenniger (te Neuzen, nu Terneuzen) en Hendrika Neomagus.

Hervormde kerk

In 1798 moeten de protestanten van Erp de parochiekerk teruggeven aan de rooms-katholieken. Vanaf 1838 worden in Erp pogingen ondernomen om weer een eigen protestantse kerk te krijgen. Koning Willem II staat in oktober 1840 toe om ‘op hunne plaats de openbare eredienst in een door hen tot dat einde in te rigten gebouw weder te moge uitoefenen’. De notarisweduwe Van de Werk stelt een deel van het notarishuis voor de kerkdiensten beschikbaar, maar de familie verzet zich tegen dit voornemen, zodat dit niet doorgaat.

 

Het duurt tot 1855 voor de plannen voor de nieuwbouw gestalte krijgen. Van 8 mei 1857 dateert een akte waaruit blijkt dat de

De gesloopte protestantse kerk van Erp.

ongehuwde zussen Hendrika Elisabeth (1805-1866) en Johanna Casperdina (1807-1857) van de Werk (dochters van Judiths zus Bastiaan) ‘om niet’ een stukje grond van acht Nederlandsche Roeden (are) overdragen, een deel van het perceel waarop de kerk al is gebouwd. De grond grenst aan het bezit van Adrianus van de Werk (1800-1881), broer van beide zussen. Hij is dan notaris in Zevenbergen en bij hem woont Willem Neomagus, kleinzoon van Willem en Judith uit Erp. Namens de hervormde gemeente van Veghel en Erp treedt diaken Christiaan Rietman op, ook gelieerd aan de familie. De moeder van beide zussen is ook een Rietman.29 Een en ander is op 28 augustus 1857 vastgelegd in het Hulpregister Hypotheken nummer 4, register voor de overschrijving der akten van eigendomsovergang enz., bestemd voor de bewaarder van de hypotheken en het kadaster.

Diaken Rietman  draagt de nieuw gebouwde hervormde kerk op 26 september 1857 over aan de kerkvoogd en notabelen van de gecombineerde gemeente van Veghel, Erp en Gemert. Drie dagen tevoren, op 23 september, is een van de schenksters, Johanna Caspardina van de Werk overleden. Op 1 november volgt de inwijding. Het kerkje staat aan het Schansoord, nu de kruising van deze (provinciale) weg met de Julianasingel.

 

Het aantal (betalende) kerkgangers neemt almaar af en de ‘eigen’ kerk dreigt een financieel debacle te worden. In 1930 wordt het kerkgebouw voor 250 gulden (koopkracht in 2015: 1990 euro) verkocht aan ene J. Hoekstra die de grond uiterlijk in oktober 1931 schoon moet opleveren. Alleen de kanselbijbel is bewaard en ligt nu op de kansel in Veghel. Een afbeelding van de gesloopte kerk staat in het boekje ‘Erp in oude ansichten’.

Van de Werk

Willems kleinzoon Willem (1826-1894), zoon van Daniel, komt als kind in huis bij notaris Adrianus van de Werk in Zevenbergen, voor wie Judith Neomagus-van de Werk een tante is. Het overlijden van kleinzoon Willem maakt in 1894 een eind aan een langdurige relatie tussen de families Neomagus en Van de Werk, in 1740 begonnen met het (tweede) huwelijk van dominee Johannes Neomagus uit Nuenen met Ida van de Werk, een tante van Judith. Zie verder de genealogie Van de Werk.

  1. Zie deel II, VIII-1.↩

  2. GA Helmond, NH dopen 1755. Het overlijden niet gevonden.↩

  3. GA Helmond, NH dopen 1757.↩

  4. GA Helmond, NH begraafboek 1760.↩

  5. RANB, Borg- en ontlastbrieven 1779-1804, boek SZ 46.4, 24-77, pag. 263, gedateerd Helmond 29 juli 1777.↩

  6. CBG, Dossier De Vries, losse aantekening.↩

  7. RANB, NH doopboek Erp 1756.↩

  8. De Jongh, Naamlijst der Predikanten.↩

  9. RANB, Stiphout, recht. archief R48, fol 171, 221, 222 en 233, 1790 en 1791, R61 fol 63, 124, 129 en 157, 1791, 1792 en 1793.↩

  10. HIC Helmond, programma ISIS, vermeldt ‘r.k. begraven’.↩

  11. RANB, DTB Mierlo, NH Trouwboek 1775-1810↩

  12. RANB, begraafboek Erp 1744-1805.↩

  13. RANB, Someren boek 4, lijst gereformeerde gezinnen, lidmatenboek, kerkenraadnotulen.↩

  14. SA Brabant-Noordoost, rayon Veghel, Lidmatenregister Veghel: uit Stiphout ingekomen op 7 mei 1796.↩

  15. RANB, Borg- en ontlastbrieven, boek SZ 46.4, nummer 106-157.↩

  16. Idem, nummer 135-180.↩

  17. SA Brabant-Noordoost, rayon Veghel, RA 85 Veghel, folio 96 verso.↩

  18. SA Brabant-Noordoost rayon Veghel.↩

  19. CBG, dossier De Vries. Dit is de enige bron die melding maakt van deze functie van Willem in Erp.↩

  20. NP XVIII pag 238. De naam Westerwijk is niet bekend in Someren. Er ligt een buurtschap Westerwijk bij Hilvarenbeek, maar het is uit de levensgeschiedenis van Willem duidelijk dat hij daar niet in functie is geweest.↩

  21. Sanders, p 128.↩

  22. SA Peeland, Someren boek VI 14↩

  23. SA Peelland, oud rechterlijke archieven van de schepenbank, R 156, akte van 24 maart 1807: Jan Rooijmans verklaart zich borg te stellen.↩

  24. Zie deel V, geschiedenis van de uitgestorven protestantse Brabantse tak.↩

  25. Zie deel VI, geschiedenis van de katholieke Brabantse tak.↩

  26. SA Peelland, Lidmatenregister Someren↩

  27. RANB, MvS Sint-Oedenrode, toegangsnr. 036 03 09, inv.nr. 36, mem. nr. 285.↩

  28. RANB, BS Erp.↩

  29. BHIC, archief hypotheekbewaarder ’s-Hertogenbosch, register 4, deel 399, nr. 12.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.