• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

VIII-20d De gereformeerde dorpsschoolmeester, gerespecteerd en integer

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

Willem Neomagus is van 1786 tot 1796 de gereformeerde schoolmeester van Stiphout. Hij is de enige Neomagus die deze functie bekleedt. Tussen 1648, het einde van de Tachtigjarige Oorlog, en 1796, de komst van de Fransen en van de godsdienstvrijheid, is in de Meierij een twintigtal schoolmeesters werkzaam, gelieerd aan de familie Neomagus. Zij zijn leden van de families Van Bemmel, Bakker, Beijnen, Moll, Van Nimwegen, Peijpers, Stelt, Zwaans, Waterbeek, Van Flodorp, Puttekoffer, Van de Werk, Malherbe en De Bruyn. Voldoende reden om stil te staan bij het fenomeen van de gereformeerde schoolmeester. Henk Roosenboom uit Stiphout, oud-gemeentearchivaris van Helmond, maakt de schoolmeester zelfs tot onderwerp van zijn in 1997 verschenen proefschrift De dorpsschool in de Meierij van ‘s-Hertogenbosch van 1648 tot 1795. Veel van het navolgende is daaraan ontleend.

Grote Kerkelijke Vergadering

Het volksonderwijs op het platteland van de Meierij wordt tot de komst van de reformatie als regel gegeven op parochiescholen. In 1629 verandert de politieke situatie als Frederik Hendrik ’s-Hertogenbosch verovert op de Spaanse bezetter. Kort daarna treden de eerste predikanten aan en in 1634 benoemt de Staten-Generaal de eerste zes gereformeerde schoolmeesters. Direct na de Vrede van Munster in 1648 wordt in ’s-Hertogenbosch een Grote Kerkelijke Vergadering gehouden om de reformatie zo spoedig mogelijk in de Meierij  in te voeren. Eind 1648 zijn er al negenentwintig predikanten geïnstalleerd. Onder hen de Fries Bernardus Waterbeek, later schoonvader van dominee Theodorus Neomagus in Eersel.

Strenge eisen

De Staten-Generaal draagt de vergadering ook op te zorgen voor gereformeerde schoolmeesters, kosters en voorlezers/zangers. Uit de hele republiek melden zich hiervoor kandidaten. Nog in 1648 worden er 71 aan een standplaats geholpen. De nieuwe schoolmeesters komen in de plaats van hun katholieke collega’s. Een enkele ‘paapse meester’ kiest ervoor protestant te worden en het vereiste examen af te leggen. Er worden namelijk strenge eisen gesteld aan een gereformeerde schoolmeester, vastgelegd tijdens de Nationale Synode van Dordrecht (1618-1619). De opvattingen van de synode bepalen zodoende in hoge mate het karakter van het gereformeerde volksonderwijs. Het volksonderwijs heeft een positieve invloed op de ontwikkeling van de plattelandsbevolking. Omdat de ambachtelijke en agrarische gemeenschap lezen en schrijven niet het belangrijkste vindt, komt er toch veel analfabetisme voor.

Examen

De schoolmeester is over het algemeen een gerespecteerd burger. Hij legt een eed van trouw en een eed van zuiverheid af en wordt aldus geacht integer te zijn en geen giften aan te nemen. Hij behoort financieel en intellectueel tot de elite van het dorp. Van negentig procent van de schoolmeesters zijn geen klachten bekend. Hij heeft een voorbeeldfunctie. De Raad van State benoemt de schoolmeester. De predikant, de classis en de lokale overheid hebben daarin geen zeggenschap. De classis heeft wel het veto, want na zijn aanstelling legt de schoolmeester een proef af, waarna de toelating volgt. Vanaf 1728 wordt het examen afgenomen in Den Haag en vanaf 1733 wordt het examen afgenomen vóór de aanstelling. Het examen omvat lezen, schrijven, zingen, rekenen en godsdienst.
In de noordelijke Nederlanden is het anders geregeld. Daar benoemt het plaatselijk bestuur of de ‘heer’ al of niet op voordracht van de classis, in samenspraak met de kerkenraad en de predikant. In de Brabantse gebieden die onder de Nassause Domeinraad vallen, benoemt de prins van Oranje de schoolmeester. Dat is, wat de Meierij betreft, in Budel, Maarheeze en Soerendonk en in Eindhoven, Woensel en Gestel. Toch is het niet prins Willem III die in 1696 Godert van Bemmel tot schoolmeester in Eindhoven benoemt, maar het stadsbestuur. Hij is de schoonvader van dominee Neomagus uit Nuenen.

Inkomen

Het inkomen van de schoolmeester bestaat uit tal van emolumenten. Op de eerste plaats krijgt hij van de rentmeester van de geestelijke goederen een traktement. De rentmeester beheert de bezittingen die in 1648 zijn overgenomen van de katholieken. Verder is er schoolgeld: gemiddeld twee stuivers per maand. Voor het onderwijzen van arme kinderen die geen schoolgeld kunnen betalen, krijgt hij 24 vaten rogge van de Armentafel, een instelling voor de armenzorg. Het dorp zorgt ook voor stookmateriaal. Het komt voor dat de schoolmeester met de kinderen turf gaat steken. Verder krijgt de schoolmeester een vergoeding voor corporele diensten, dus diensten aan de gemeenschap.
Als koster krijgt hij wat geld voor de aanschaf van olie, het smeren van het torenuurwerk, het vegen van de kerk, het luiden van de klokken en het begraven van de doden. Een overleden volwassene levert zeven stuivers per begraving op, een dood kind de helft en arme personen tien stuivers per jaar. De zuidelijke Nederlanden kennen verder een traktement van ’s landswege: 200 gulden per jaar. De woning is meestal vrij.
Soms heeft de schoolmeester inkomsten uit (bestuurlijke) nevenfuncties. In kleine dorpen treedt hij ook op als secretaris, substituut-secretaris, schepen, gerechtsprocureur, notaris of deurwaarder.1
Gemiddeld  is het inkomen zo’n 400 gulden per jaar, niet slecht in die periode met een lage levensstandaard. Anno 2015 is dat vergelijkbaar met 4300 euro.

Schipperen

De gereformeerde dorpsschoolmeester stelt zich vaak soepeler op dan de predikant. De meester geeft op godsdienstig gebied vaak neutraal onderwijs. In veel dorpen wordt zelfs niet protestants gebeden voor en na de lessen. Soms worden zelfs katholieke boeken gebruikt. Zodoende gaan relatief veel (katholieke) kinderen naar school en dat bevordert ook het inkomen van de meester! De paapse bijscholen zijn in 1740 verdwenen. Hij wint ook het vertrouwen van de katholieken door zijn deelname aan het sociale leven, bij voorbeeld als lid van een schuttersgilde. Hij moet dus steeds schipperen en zorgt voor een toenemende ‘omgangsoecumene’ op het platteland. De predikanten maken er over het algemeen geen probleem van.

Katholieke elite

Niet alle kinderen gaan naar de gereformeerde dorpsschool. De katholieke elite stuurt haar kinderen soms naar scholen net over de grens, dit wil zeggen naar het Spaanse, later Oostenrijkse deel van Brabant (nu België), naar gebieden die behoren tot het Prinsbisdom Luik (zoals Bokhoven bij ’s-Hertogenbosch) en naar katholieke enclaves met een eigen ‘heer’ zoals Megen, Ravenstein, Gemert en Boxmeer.

Koster

De schoolmeester combineert zijn functie met die van koster. Hij zorgt voor de kerk en het kerkhof, voor het interieur en de schoonmaak, voor het onderhoud van het uurwerk en de voorbereiding van de diensten. Hij is ook voorlezer en zanger. In een kleine gereformeerde gemeente is hij vaak tevens ouderling of diaken, in feite onverenigbaar met zijn functie van koster. De protestantse gemeenten zijn vaak klein. Zo tellen Hooge en Lage Mierde en Hulsel in 1791 maar drie protestanten. In de hele Meierij is in dat jaar gemiddeld 2,3 procent protestants, in de Kempen 1,7 procent (451 personen), in Peelland maar 1,6 procent (653 personen).

Conflicten

In zijn functie als koster valt de schoolmeester onder de dominee. Als er conflicten zijn, komen die hieruit voort. Zo gaat het dominee Roget van Mierlo en Stiphout in 1770 net iets te ver als de schoolmeester van Stiphout, Daniël Swaans, aan de pastoor onderdak verleent in het schoolhuis.2 In 1734 hebben schoolmeester Christiaan Cleene en dominee Johannes Neomagus in Nuenen een conflict. De vrouw van Cleene beschuldigt haar man van ernstige mishandelingen. Ze komt een keer met bebloed hoofd bij Neomagus aan, die haar wegstuurt. De dominee is bang voor de dreigementen van Cleene. Die is later voor 25 jaar verbannen uit de Meierij. Roosenboom heeft in de archieven tientallen voorbeelden gevonden van problemen met schoolmeesters, maar, zoals gezegd, op verreweg de meeste schoolmeesters valt niets aan te merken. Alleen de uitzonderingen worden bekend.

Gelieerde schoolmeesters

Tot de gereformeerde schoolmeesters, gelieerd aan de familie Neomagus, behoren in alfabetische volgorde:
– Willem Bakker, van 1720 tot 1771 schoolmeester in Oostelbeers, eerst getrouwd met Johanna van Flodorp, zus van Jacoba, daarna met Dorothea Beijnen. Beide schoolmeestersfamilies zijn gelieerd aan de Neomagi. Zie hierna Beijnen en Van Flodorp.
– Hendrikus Mattheus Beijnen, sinds 1782 schoolmeester in Someren. Zijn dochter Jacoba trouwt in 1826 met Godefridus Anthonie Neomagus (IX-14). Beijnen is een geslacht van gereformeerde schoolmeesters. We kennen Laurens (1706-1749 in Helvoirt), Jacobus (1749-1788 in Helvoirt), Govert (1788-1797 in Helvoirt), Christiaan (1740-1804 in Nistelrode) en Petrus Beijnen (1785-1805 in Alem). Hendrikus uit Someren is een zoon van Christiaan uit Nistelrode.
– Godert van Bemmel, van 1696 tot 1715 schoolmeester in Eindhoven. Zijn dochter Johanna trouwt in 1721 met dominee Johannes Neomagus (VI-11), predikant in Bakel en Nuenen.
– Johannes, Johan en Gerard van Flodorp (of Vlodrop), drie generaties die tussen 1666 en 1789 schoolmeesters zijn in Oerle. Jacoba van Flodorp, vermoedelijk een zus van Gerard, is de eerste echtgenote van Johannes van Nimwegen, die daarna trouwt met Anthonia Neomagus.
– Gerard Moll, van 1758 tot 1774 schoolmeester in Duizel, daarna van Eersel. Omstreeks 1640 trouwt Hendrich Neomagus (IV-1) met Margaretha Moll. Hun zoon Theodorus Neomagus trouwt rond 1681 in Eersel met Emilia Waterbeek. Het is niet aangetoond dat schoolmeester Moll familie is.
– Johannes Cornelis van Nimwegen, van 1771 tot 1816 schoolmeester in Oostelbeers. Hij is vermoedelijk een neef van zijn naamgenoot Johannes Cornelis van Nimwegen, die van 1770 tot 1783 predikant is in Bakel en daarna tot 1806 in Son en Breugel. Deze predikant is als weduwnaar van Jacoba van Flodorp getrouwd met Anthonia Godefrida Neomagus (IX-10).
– Nicolaas en Hendrik P(e)ijpers. Nicolaas is in 1728 en 1729 schoolmeester in Hulsel als opvolger van Nicolaas Stelt. Hendrik is in 1750 schoolmeester in Eymerik en vanaf 1758 in Leende. De familie Peijpers is enkele malen verbinden aan de familie Neomagus. Zo trouwt Catharina Neomagus (V-1) rond 1660 met Johannes Peijpers. Hun zoon Wilhelmus Peijpers trouwt in 1714 met zijn nicht Maria Neomagus (VI-7).
– Jan Jacob Puttekoffer, van 1747 tot 1750 schoolmeester in Middelrode, van 1750 tot 1790 in Helmond (tevens koster in Rixtel) en van 1792 tot 1796 in Empel. Hij is de grootvader van Jacoba Beijnen die met Godefridus Neomags trouwt. Zie bij Beijnen.
– Nicolaas Stelt die deze functie van 1678 tot 1693 bekleedt in Duizel en van 1693 tot 1728 in Hulsel. Hij is van 1693 tot 1728 tevens secretaris van Mierde en Hulsel. Zijn dochter Maria trouwt in 1713 met Samuel Neomagus (VI-4), predikant van Vessem, Hoogeloon, Casteren en Knegsel.
– Daniël Swaans, van 1776 tot 1786 schoolmeester in Stiphout. Hij trouwt als weduwnaar met Dilia de Jongh, die weduwe is van Godefridus Neomagus (VII-14). Daniels opvolger in Stiphout, Willem Neomagus, is een zoon van Godefridus en Dilia en dus een stiefzoon van Daniel.
– Petrus en Wilhelmus Waterbeek. Petrus is in 1681 schoolmeester in Steensel, wellicht een zoon van de hiervoor genoemde Bernardus Waterbeek. Wilhelmus is in 1732 en 1733 schoolmeester in Hoogeloon, in 1732 als vervanger van de zieke D. Sauvé. Deze Waterbeek is mogelijk een (klein)zoon van Bernardus Waterbeek, schoonvader van dominee Theodorus Neomagus (V-5) uit Eersel.

  1. Gebaseerd op de gegevens over Veghel in 1775, ontleend aan Van Asseldonk, De Meierij ontrafeld,  Tilburg 2003, p. 129.↩

  2. BHIC, arch. classis Peel- en Kempenland, inv. 5: acta 1, mei 1770.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.