X-11a Familie Van Boetzelaer
Comments : Off
De familie Van Boetzelaer stamt van het slot Boetzlar onder Appeldorn, Kreis Kleve. Dat is tussen Kalkar en Xanten aan de Rijn, niet ver van Orsoy en Baerl, waar in de 16de en 17de eeuw veel Neomagi wonen. De oudst bekende is ridder Wessel (1180-1261). De huidige leden van de familie zijn van de 23ste, 24ste en 25ste generatie. De ridders krijgen in 1612 de titel baron. Tot de invoering van de burgerlijke stand in 1811 is de naam Van den Boetzelaer, sindsdien Van Boetzelaer. Veel leden van de familie vervullen belangrijke functies. Tal van steden kennen Van Boetzelaerstraten. Ze trouwen vaak met leden van andere adellijke geslachten. Veel gegevens over de familie komen uit:
- Het geslacht van den Boetzelaer van J.W. des Tombe (1921), bewerking door C.W.L. baron Van Boetzelaer (1976), Assen 1969.
- Nederlands Adelsboek, in 35 jaargangen tussen 1912 en 1939, met name 1936, blz. 173-175.
- Nederlands Patriarchaat, blz 227 t/m 254.
- Archief Van Boetzelaer in het RA Utrecht, inv.nr. 211.
De Ruyter
Twee bekende Nederlanders uit het verleden zijn verwant aan de familie: Hugo de Groot (1583-1645) en Michiel de Ruyter (1607-1676). Margaretha de Ruyter is een dochter van Michiel. Margaretha trouwt Bernard Somer. Zij krijgen een dochter Margaretha Somer. Deze Margaretha is de overgrootmoeder van vaderszijde van Aletta le Leu de Wilhem, getrouwd met Christiaan baron van Boetzelaer (1749-1810). Een kleinzoon van deze Christiaan is Dirk, die met Marie Neomagus trouwt. Een soortgelijke verre verwantschap bestaat er met Hugo de Groot. En ook in de afstamming van de Schotse koningin Mary Tudor komt de familie Van Boetzelaer voor.1
Andere Neomagi
Vòòr Marie Neomagus komt de naam Neomagus drie keer voor in de familie-annalen Van Boetzelaer. Het gaat dan om een verbintenis met adellijke families die de naam Neomagus enige tijd aan hun eigenlijke naam toevoegen. Dat is in de 17de en 18de eeuw een modeverschijnsel. Het gaat om families of personen die uit Nijmegen stammen. Immers, Neomagus kan omschreven worden als ‘afkomstig van Nijmegen’ of ‘Nijmegenaar’. Het gaat om deze drie families:
- Neomagus graaf Van Randwijck (wordt genoemd in 1758), geen familie,
- Neomagus Singendonk (wordt genoemd tussen 1727 en 1807), geen familie, en
- Neomagus graaf van Bijlandt (wordt genoemd tussen 1690 en 1785), wel familie. Een zus van dominee Neomagus uit Nuenen trouwt Jan van Brienen, graaf van Bijland(t).
Correspondentie
Carel Wessel Lodewijk baron Van Boetzelaer (1892-1984) te Lunteren correspondeert vele jaren met zijn achterneef Victor Neomagus (1872-1960). Carel van Boetzelaer is een kleinzoon van Marie Neomagus en heeft persoonlijke herinneringen aan haar.
De eerste brieven dateren uit 1936, maar de correspondentie komt pas echt op gang vanaf 1950. Carel is dan gepensioneerd en wijdt zich aan de familiegeschiedenis.2
In het familie-archief Van Boetzelaer zit een verklaring van Carel dat hij niet afstamt van joodse (groot)ouders, gedateerd 27 januari 1941. De bezetter eist van personen met een bepaalde functie – Van Boetzelaer is eerste luitenant bij de artillerie – dat ze de zogenaamde ariërverklaring tekenen. Zo niet, dan volgt ontslag. Volgens Wikipedia hebben ongeveer 200.000 Nederlanders zo’n verklaring getekend.
Manuscript
Uit de correspondentie blijkt dat Carel in het bezit is van een kopie van het geslachtsregister uit 1764. Er zijn meer kopieën in omloop. Carel van Boetzelaer correspondeert verder met E.T.J.P. (Bert) Neomagus te Heemstede, lid van de andere Neomagustak, en met de genealogen Kruimel en De Vries.3
Foto’s
In het familiearchief Van Boetzelaer zitten onder meer brieven van Dirk over zijn huwelijk met Marie Neomagus, poëziealbums van Marie, treurdichten en ander werk van haar broer Willem Cornelis, foto’s van Dirk en Marie en foto’s van leden van de koninklijke familie. Marie’s schoonvader Coenraad is vanaf 1814 kamerheer van koning Willem I en woont vlak bij de koninklijke familie op de Lange Voorhout in ‘s-Gravenhage (later Pulchri Studio).