• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

X-12 Frederik Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1836-1910), commies,
zoon van Daniel, IX-17

Daniel Neomagus is in 1836 commies der belastingen in Leende. Daar ziet op 2 oktober zijn zoon Frederik, roepnaam Frits, het levenslicht. Overigens staat in het boek van de tienjaarlijkse volkstelling van 31 december 1869, als Frederik met zijn gezin en schoonmoeder in Diessen woont, 3 oktober 1836 als geboortedatum.1 En om het nog ingewikkelder te maken: op zijn bidprentje uit 1910 staat 4 oktober.

Zondagskind

In de geboorteakte van Frederik staat dan vader Daniel 34 jaar is, terwijl hij 39 is.

De derde oktober is een vergissing: het is de datum waarop vader Daniel  ’s morgens om negen uur aangifte doet bij de burgemeester, ambtenaar van de burgerlijke stand, Wijnants.2 Uit de aangifte blijkt onder meer dat Daniel 34 jaar is, van beroep commies der eerste klas, wonende en gestationeerd te Leende, dat de baby één voornaam krijgt: Frederik, en dat hij geboren is op zondag den tweden october dezes jaars te drie ure des morgens, een zondagskind dus. Vader Daniel is geen 34 maar 39 jaar oud; mogelijk heeft de burgemeester het niet goed verstaan…

Daniel brengt twee getuigen mee, wat dan verplicht is: de 36-jarige Henricus Raassens en de 41-jarige Henricus van Asten, beiden landbouwer in Leende.
Frederik is katholiek gedoopt, zo blijkt uit latere gegevens. De datum op het bidprentje geeft als geboortedatum 4 oktober; dat kan wel eens de doopdatum zijn.

Naam

Het is, tot niet zo lang geleden en vaak nog steeds, traditie om een jonggeborene te vernoemen naar een familielid. De oudste jongen krijgt de naam van zijn grootvader van vaderszijde, enzovoorts. Zo heet Willem, de oudste in het gezin, naar zijn grootvader Willem Neomagus, nummer twee Maria Johanna, heet naar haar grootmoeder Anna Maria van Maren. Frederik dient als tweede zoon de naam te krijgen van zijn grootvader van moederszijde; die heet Gerardus. Maar dat gebeurt niet.
Naar wie heet Frederik dan wel? Hij heeft van vaderskant geen (oud)ooms of (oud)tantes met die naam. Bij de (oud)ooms of (oud)tantes van moederskant – de familie Van de Werk – komt geen Frederik voor, of een naam die daarmee verwant is. Een plausibele verklaring lijkt, dat Frederik is vernoemd naar prins Frederik van Oranje-Nassau, de jongste zoon van koning Willem I, of naar een van diens twee zoontjes, beiden ook Frederik genaamd. Zie het artikel X-12d over prins Frederik.

Diefstal van aardbeien

De jonge Frits moet voor de rechter verschijnen voor de diefstal van aardbeien.

Bij Frits is het gissen naar zijn jeugdjaren en zijn scholing. Aannemelijk is dat hij mee verhuist naar Asten, Bladel, Chaam en Wouw, waar het gezin van Daniel in 1855 voorgoed neerstrijkt. Hij is pas 10 jaar als hij, op 2 september 1847, voor de (arrondissements)rechtbank van Eindhoven moet verschijnen. Frits verklaart in Strijp te zijn geboren. Daarmee moet Leenderstrijp zijn bedoeld, een dorpje op twee kilometer van Leende. Hij wordt, samen met een 14-jarig vriendje, aangeklaagd voor de diefstal van ‘aardbezien’ uit een tuin in hun woonplaats Bladel in de avond van 17 juni. Een getuige heeft het gezien en de marechaussee van Bladel maakt een proces-verbaal op. De officier van justitie eist tegen ieder een gevangenisstraf van veertien dagen. De rechtbank stelt vast dat ze uit de tuin ‘arglistelijk geplukt en zich toegeeigend hebben eenige aardbezien, welke hen, betrapt wordende, zijn ontvallen, zonder dat het is bewezen geworden dat den diefstal bij nacht hebbe plaatsgegrepen’. Maar een getuige verklaart onder ede dat hij het heeft gezien en daarmee is het wettig en overtuigend bewijs geleverd.

 

Frits en zijn vriendje hebben ‘klaarblijkelijk met oordeel des onderscheids gehandeld‘, maar omdat ze nog geen 16 jaar oud zijn, volstaat de rechter met een geldboete van één gulden (nu 8,65 euro) voor ieder, ‘en solidair in de kosten geliquideerd op twaalf gulden, twintig centen’. Met andere woorden, ze draaien ook op voor de proceskosten. De rechters die zich met deze zwaarwegende zaak hebben beziggehouden, zijn mr. jonkheer Van der Beken Pasteel, president van de rechtbank, en jonkheer Half Wassenaer van Onsenoort en Kuijl. Zo is te lezen in het verslag van de zitting dat bewaard wordt in de Citadel van ‘s-Hertogenbosch (Brabants Historisch Informatie Centrum). Het is anno 2016 niet denkbaar dat een 10-jarig aardbeiendiefje voor de rechtbank moet verschijnen.

Koperslager?

Frits is of wordt in 1855 19 jaar, is koperslager3 en werkt onder meer in Antwerpen, waar familie van zijn moeder woont. Het op 17 mei 1861 opgestelde extract uit het geboorteregister kan nodig zijn geweest met het oog op een baan in Antwerpen. Als Frédric Neomagus staat hij ingeschreven in de Immigratie-index van de Antwerpse politie. Hij komt op 17 juli 1862 vanuit Antwerpen terug naar Wouw en gaat op 15 december 1862 naar Roosendaal. Frits oefent, kennelijk tot zijn 27ste, als een van de weinige Neomagi een ambachtelijk beroep uit. Althans hij is dan nog geen ambtenaar, maar volgens de overlevering heeft hij het vak van koperslager niet uitgeoefend. Vreemd, want volgens het inschrijvingsregister van dienstplichtige mannen te Wouw is hij…. koperslager van beroep

Loopbaan

Frits krijgt op 9 maart 1864 een benoeming tot commies der 4de klasse en gaat op 16 maart aan de slag in zijn eerste standplaats: Den Braam. Dat is een Nederlands-Duitse grenspost bij Haaksbergen in Twente.
Zijn loopbaan is terug te vinden op zijn stamlijst van het Departement van Financiën, directe belastingen, in- en uitgaande regten en accijnsen, te vinden in het Nationaal Archief. De lijst vermeldt onder meer dat Frits Roomscatoliek is. Het beroep van koperslager, dat hij uitoefent vóór hij in ’s Rijks burgerlijke dienst treedt, staat ook op de lijst.
Frits is van 16 maart 1864 tot 1 november 1896 ambtenaar, ruim 32 jaar dus. Hij begint als commies der 4de klasse, wordt op 1 september 1867 in Moergestel commies der 3de klasse, op 1 juli 1875 in Nispen commies der 2de klasse, en op 1 mei 1886, nog steeds in Nispen, commies der 1ste klasse.

Loting

Hij is blijkens zijn staat van dienst niet in militaire dienst geweest. In 1867 is Frits in Wouw ingeschreven4 voor de Ligting van het jaar 1855, dat hem bij de Loting is ten deel gevallen No. 33 en dat hij vervolgens door den Militie-Raad uithoofde van broederdienst van de dienst is vrijgesteld. Zijn oudere broer Willem redt hem dus. Willem is, blijkens diens stamlijst, zes jaar in militaire dienst geweest, van 26 augustus 1850 tot 26 augustus 1856.

Signalement

Bij de stamlijst zitten enkele signalementsstaten van Frits Neomagus. Op die manier leren we hem enigszins kennen.
Hij ondertekent op 1 februari 1870 in Diessen zelf de staat waarop zijn controleur aangeeft hoe hij over Frits denkt. Dit is het rapport:
Gedrag voldoende
Lichaamsgestel goed
Gezond oordeel, vlugheid van begrip voldoende
Algemene kennis voldoende
Administratieve bekwaamheid voldoende
IJver voor de dienst, behartiging van ’s Rijks belangen voldoende
Maatschappelijke positie, orde in de levenswijze voldoende
Geschiktheid in den omgang met het publiek en met collegien goed
Geschiktheid voor dienstgeleider onvoldoende
Verdient hij bevorderd te worden? nog niet
Andere bijzonderheden geen
Met andere woorden: De 34-jarige Frits krijgt wel een positieve waardering voor zijn gezondheid, klantgerichtheid en collegialiteit, iets minder voor kennis, bekwaamheid en dergelijke, maar hij is niet rijp voor een leidinggevende functie en een bevordering. Overigens, de kennelijk pas benoemde Provincialen Inspecteur ondertekent het stuk, maar zet achter de beoordeling van de controleur: mij nog onbekend.

Boete en gratificatie

Op 31 december 1895 ondertekent de 59-jarige Frits in zijn standplaats Wernhout weer een signalementsstaat. De waardering van de inspecteur is dan:
Gedrag goed
Lichaamsgestel middelmatig
Oordeel, vlugheid van begrip middelmatig
Algemene kennis goed
Kennis van administratieve wetten e.d. middelmatig
IJver voor de dienst, behartiging van ’s Rijks belangen goed
Maatschappelijke positie, orde in de levenswijze goed
Geschiktheid in de omgang met het publiek en met collegiën goed
Geschikt voor dienstgeleider neen
Bij boeten, bestraffingen en schriftelijke berispingen staat dat Frits bij schrijven van 21 mei
1895 beboet is met f 3 omdat hij niet tegenwoordig was bij de visitatie van een binnenkomenden tram. Een op zichzelf staand feit. Drie gulden is ruim een eeuw later, in 2015, vergelijkbaar met 41 euro.

Het vroegere douanekantoor Wernhoutsburg.

Bij andere bijzonderheden staat onder meer dat Frits volgens de directeur rijp is voor pensioen. Later wordt hem, bij besluit van 26 augustus 1896, ingaande 1 november 1896 eervol ontslag verleend, met een gratificatie van  40 gulden. Dat is een ruim eeuw later ongeveer 555 euro.

Standplaatsen

Frits heeft in zijn 32-jarige loopbaan tien verschillende standplaatsen, wat evenzoveel verhuizingen betekent. De standplaatsen zijn volgens een opgave van het ministerie van Financiën:
  • Den Braam (gemeente Eibergen) vanaf 16 maart 1864
  • Bergeijksche Barrière vanaf 6 juli 1865
  • Reusel vanaf 1 september 1866
  • Moergestel vanaf 15 juli 1867 5
  • Diessen vanaf 1 april 1868
  • Bladel vanaf 1 november 1871. In Bladel woont het gezin Neomagus vermoedelijk in een dienstwoning. Eerder woont in hetzelfde huis namelijk een commies uit Groningen, na Frits woont er een marechaussee uit De Rijp en daarna een marechaussee uit Assen.
  • Nispen vanaf 1 januari 1872
  • Baarle-Nassau vanaf 1 mei 1887
  • Oosterhout vanaf 1 mei 1889
  • Wernhout vanaf 1 november 1893

Bergeijk en Reusel

Hij vestigt zich volgens het Bergeijkse bevolkingsregister6 op 2 augustus 1864 vanuit Nispen in Bergeijk, terwijl zijn benoeming aan de Bergeijksche Barrière volgens het ministerie pas op 6 juli 1865 ingaat. Een van beide overheidsinstanties moet een fout hebben gemaakt. Meestal is een ongehuwd rijksambtenaar bij iemand in de kost, maar Frits woont alleen in een huis. Op 3 april 1866 gaat hij van Bergeijk naar Reusel, waar hij per 1 september is benoemd. Gezien de geboortedata van zijn eerste kinderen, is Frits rond de jaarwisseling 1865/66 in Reusel te vinden in het café van Barbara Vosters-Torfs.

Diessen en Bladel

Ook andere standplaatsen zijn belangrijk voor de (familie)geschiedenis. In Diessen wordt zoon Polliet geboren. Op 28 oktober 1871 wordt het gezin Neomagus-Vosters ingeschreven in Bladel, inclusief zoon Polliet en (groot)moeder Barbara Torfs.7 Op 16 maart 1876 komt de familie Weijermans-Verhoeven naar Bladel, met dochter Adriana (Anna). Polliet en Anna8 treffen elkaar rond 1890 in Baarle-Nassau, waar beide families dan wonen. Ze trouwen in 1898.

Nispen, Baarle en Oosterhout

De Neomagi wonen maar kort in Bladel. Al op 30 december 1871 gaan ze naar de gemeente Roosendaal en Nispen. De vijftienjarige periode in het grensdorp Nispen geeft enkele kinderen de gelegenheid blijvende relaties op te bouwen. In Baarle-Nassau, vanaf 1 mei 1887 de standplaats, ontmoet Polliet zoals gezegd zijn latere vrouw Anna Weijermans. Oosterhout is de plaats waar vanaf 1900 het gezin van Polliet ontstaat en waar een deel van zijn nageslacht nog steeds woont.

Tweeling

Terug naar de jaren zestig in Reusel. Op 20 augustus 1866 bevalt Maria Juliana (Julia) Vosters, geboren te Eynthout (nu Eindhout) op 6 december 1840, in Reusel van een tweeling: Bertilia Ulalia (Tilly), genoemd naar een zus van Julia, en Louisa Florentina Frederika (Floor), mede genoemd naar een andere zus. Ze is 25 jaar en zonder beroep. De kinderen komen op die maandag ’s middags om vier uur en vijf uur ter wereld, zo meldt de Bladelse heelmeester Henricus Schoenmakers een dag later aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Ze krijgen de achternaam Vosters. Van een vader wordt niet gesproken.9

Vader

Die vader bestaat natuurlijk wel. Het is Frits Neomagus! En moeder Julia weet dat ook wel, anders geeft ze een van haar tweeling niet als (derde) naam Frederika. Frits ‘staat’ ten tijde van de conceptie aan de grenspost Bergeijksche Barrière, weliswaar zo’n twintig kilometer van Reusel maar dicht genoeg bij om er kort na haar 25ste verjaardag (6 december 1865) enige warmte te zoeken bij Julia Vosters, de dochter van een pas weduwe geworden caféhoudster. Het beroep van Julia’s moeder Barbara Vosters-Torfs is namelijk tapster.10

Huwelijk

De jonge vader verhuist op 3 april 1866 naar Reusel, waar hij officieel per 1 september 1866 is benoemd.

Fraaie krullen op het extract van de geboorteakte van Julia. Het uittreksel is afgegeven op 2 december 1866, terwijl het huwelijk pas op 2 mei 1867 is gesloten.

11.  Frits en Julia besluiten te trouwen. Dat gebeurt op 2 mei 1867 in aanwezigheid van de ouders van Frits (Daniel en Anna uit Wouw) en de moeder van Julia. De ouders van Julia zijn Peter Martinus Vosters, geboren in Reusel op 28 december 1812 en daar overleden op 18 juni 1865, en Anna Barbara Torfs, geboren in Tessenderlo op 18 juli 1815, overleden in Veerle op 11 maart 1894. Vader Vosters is dus een jaar tevoren over

De kerk van Eindhout, waar Julia Vosters is gedoopt. Van 1840 tot 1864 is dit de parochiekerk van de familie Vosters.

leden.12 Volgens de huwelijksakte woont Frits ten tijde van het huwelijk op 2 mei 1867 inmiddels in Moergestel, hoewel dat volgens de stukken van zijn ministerie pas op 15 juli 1867 zijn officiële standplaats is. Geen van de betrokkenen bij het huwelijk is in de bevolkingsregisters van Reusel te vinden. Moeder Barbara en haar dochter niet, Frits Neomagus niet die wel in Bergeijk is uitgeschreven naar Reusel, en ook daarna het gezin Neomagus-Vosters niet. Vermoedelijk heeft dat te maken met het feit, dat de stand van de bevolking eenmaal per tien jaar is geactualiseerd, in 1861 en 1871, en dat tussentijdse mutaties niet altijd zijn verwerkt. Zo staat Willem Neomagus, in 1871 commies in Reusel, wel in het bevolkingsregister.

De getuigen bij het huwelijk zijn bierbrouwer Kerkhofs, de gepensioneerde commies Schunterman, de commies Kuijpers en de fungerend visiteur Voerman, allen uit Reusel.

De handtekeningen onder de huwelijksakte van Frits en Julia.

Voor het eerst zien we nu ook de handtekeningen van het bruidspaar en van moeder Vosters-Torfs, die met haar meisjesnaam tekent. De handtekeningen van de ouders Neomagus-Van Maren kennen we al van hun eigen huwelijksakte.

Kantlijn

Op de geboorteakte van de tweeling staat in de kantlijn, dat beide kinderen bij het huwelijk van de moeder, op 2 mei 1867 met Frederik Neomagus, erkend en gewettigd zijn.13 Dat wordt op 6 mei nog eens vastgelegd door de griffier van de Arrondissementsrechtbank te Eindhoven. De kinderen heten vanaf dat moment officieel Neomagus. In het register van doopakten wordt de achternaam Vosters bij beide kinderen doorgehaald en gewijzigd in Neomagus.14

Kinderen

Frederik Neomagus en Julia Vosters worden gezegend met elf kinderen. Het zijn

1.Bertilia Ulalia (Tilly), geboren in Reusel, 20-8-1866, volgt XI-10.

2.Louise Florentina Frederika (Floor), geboren in Reusel, 20-8-1866, volgt XI-11.

3.Maria Godefrida (Marie), geboren in Diessen, 6-5-1869, volgt XI-12.

4.Josephus Hippolitus Daniel (Polliet), geboren in Diessen, 3-1-1871, volgt XI-13.

5.Victor Johannes (Victor), geboren in Nispen, 6-9-1872, volgt XI-14.

6.Pollidor Eugenius (Eugène), geboren in Nispen, 4-5-1874, volgt XI-15.

7.Emma Berthilia (Emma), geboren in Nispen, 3-12-1875, volgt XI-16.

8.Clementina Barbara Florentina (Clemence), geboren in Nispen, 4-12-1878, volgt XI-17.

9.Emerentia Ulalia (Emerence), geboren in Nispen, 12-9-1880, volgt XI-18.

10.Leonie Florentina (Leonie), geboren in Nispen, 26-2-1883, volgt XI-19.

11.Frederik Josephus, geboren in Baarle-Nassau, 30-6-1887, aldaar overleden 6-9-1887.

Bij de geboorte van nummer 11 is vader Frits 51 en moeder Julia 47 jaar oud. De tweeling met wie het begonnen is, is dan 21 jaar!

Vijftien jaar in Nispen

Zoals gezegd woont de familie ruim vijftien jaar in Nispen, gemeente Roosendaal en Nispen, pal aan de Belgische grens, waar Frits douanier is. Als ze in op 30 december 1871 in Nispen komen wonen, hebben Frits en Julia vijf kinderen. In Nispen worden er nog eens vijf geboren. Bij de geboorte van Leonie in 1883 varieert de leeftijd van de tien kinderen van 0 tot 16 jaar. Verder woont ook oma Barbara Vosters-Torfs bij hen in huis.15 Zij is sinds 1865 weduwe. De familie Neomagus woont in Nispen op drie adressen, vermoedelijk huurwoningen voor douaniers. Het eerste adres is N 105, in 1874 is het N 81 en in 1880 N 80. Volgens het boek Dorpskern Nispen Oostzijde van de heemkundekring uit 1979, komen N 80-81 overeen met de huidige adressen Essenseweg 17-19.

Essen

Nispen heeft in die tijd wel een eigen katholieke kerk, maar geen katholieke lagere school. Die komt er pas in 1926. Vandaar dat Frits en Julia hun kinderen vermoedelijk in Essen naar school laten gaan. Dat ligt amper een kilometer van Nispen (het centrum van Roosendaal is vijf kilometer). Er bestaan vanouds hechte banden tussen beide dorpen, die tot de afscheiding van België in 1830 één parochie vormen. Na de Vrede van Munster in 1648 gaat de staatsgrens dwars door de parochie lopen. Nispen ligt voortaan in Staats-Brabant en wordt geregeerd vanuit Den Haag. De kerk komt in protestantse handen. Essen valt onder de katholiek georiënteerde Spaanse, later Oostenrijkse Nederlanden. De pastoor van de parochie Nispen-Essen woont in Essen en bouwt er pal tegen de grens een katholieke kerk, bekend als de grenskerk. Daar kunnen de katholieken uit Nispen gebruik van maken. De grenskerk is bij een bombardement in 1944 verloren gegaan. Op die plaats is een douanekantoor gebouwd dat in 2010 het kantoor is van OCMW, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van de gemeente Essen. 16

 

Het vermoeden dat Frits en Julia hun kinderen in Essen naar school laten gaan, is gebaseerd op het feit dat dochter Maria Godefrida (Marie, 1869-1937) blijkens een aantekening op het formulier over haar voorgenomen huwelijk in 1900, in Essen haar Eerste Communie heeft gedaan. En wellicht gaan de gezinsleden ook in de grenskerk naar de mis.
Wat de andere kinderen betreft: Clemence trouwt later met een man uit Essen, Emerence met een man uit Roosendaal, Leonie met een man uit Nispen. Dat is opmerkelijk omdat het gezin in 1887 naar Baarle-Nassau verhuist, als de oudste van deze dochters, Clemence, nog geen tien jaar is. In de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) keren enkele kinderen als vluchteling vanuit België tijdelijk terug naar Roosendaal!

Verkoping

Op 25 april 1887 om twee uur ’s middags heeft ten huize en op verzoek van Frits Neomagus een openbare verkoping van roerende goederen plaats onder leiding van de Roosendaalse notaris Arnoldus van Mens.17 De notaris gebruikt niet de doopnaam Frederik maar de roepnaam Frits. Alvorens na vijftien Nispense jaren naar Baarle-Nassau te vertrekken, doet de familie afstand van een aantal kennelijk overbodig geworden zaken. Of is het wellicht nodig wat extra geld te hebben voor de verhuizing en herinrichting? De verkoping levert 111,40 gulden op, hetgeen in onze dagen (2015) overeenkomt met ruim 1400 euro. Daar moeten de notariskosten nog af.

Vetpot en doofpot

De notariële akte van de verkoping geeft een goed inzicht in de huishoudelijke inventaris van de commies Neomagus: schilderijen, keteltjes, kannetjes, casseroles (braadpannen), koekpan, wafelpan, ijzeren potten, vetpotten (voor verlichting), lantaarns, lampen, vuurgerief, ovengerief, doofpot (waarin men turven of kolen dooft), koffijkannen, koffijpotje, theepotje, schalen, zeefje, kruiken en bloempotten. Tot het aangeboden meubilair behoren stoelen, tafels, schraag, lessenaar, buffetkastje, andere kastjes, latafel, cuisinière (fornuis), kachel, ledikant, ledikantenbak en twee klokken, waarvan er een 12,50 gulden opbrengt (nu 158 euro).

Varken

Tot het ‘buitengebeuren’ behoren stijgbeugels, ladder, rieken, boomstronken en stro, terwijl de levende have bestaat uit een merel in een kooi, duiven in een hok, kippen en een varken. De merel en de duiven brengen niet meer dan 50 cent op (6,33 euro), het varken is het topstuk van de verkoping met een opbrengst van 21 gulden (266 euro). Elk gezin op het platteland heeft een varken in huis dat na geslacht te zijn deels in de eigen behoefte aan vlees en vet voorziet. Tot slot staat er nog acht keer niet nader omschreven ‘rommel’ op de lijst, samen goed voor ruim een gulden (12,66 euro).

Baarle-Nassau

Per 1 mei 1887 staat commies 1ste klasse Frits Neomagus in Baarle-Nassau, waar het gezin is ingeschreven van 1 juni 1887 tot 26 april 1889, adres Dorp A47.18 De huishouding bestaat uit de ouders, tien kinderen en de ongehuwde hervormde oom Willem. Alleen dochter Florence (20) woont dan niet meer thuis. Na haar verlaten ook Maria (in juni 1887 naar Antwerpen) en Victor (in juni 1888 naar Schoonhoven) het ouderlijk huis. Het elfde kind, Joseph Fredericus, leeft maar kort: van 30 juni tot 6 september 1887. Oma Barbara gaat niet mee naar Baarle-Nassau, maar verhuist naar haar jongste zus Clemence, die in 1886 is getrouwd en in het Belgische Veerle woont.

Oosterhout

In de bevolkingsboekhouding van Oosterhout is de gezinssamenstelling per 23 mei 1889 terug te vinden.19 Dat is de datum van inschrijving vanuit Baarle-Nassau. Het huis aan de Boschstraat (het huisnummer ontbreekt) wordt dan bewoond door Frederik (52) en Juliana (48), de kinderen Tilly (22), Polliet (18), Victor (16), Emma (13), Clemence (10), Emerence (8), Leonie (6) en oom Willem (63). Allen worden aangeduid als RC (rooms-catholiek), behalve oom Willem, die als NH (Nederlands hervormd) te boek staat.

 

De Boschstraat is nog tot in de jaren zestig van de twintigste eeuw een straat met vooral lange rijen kleine van bedsteden voorziene arbeiderswoningen uit de tijd dat Oosterhout een pottenbakkersdorp is.20 Het moet er ‘vol’ zijn in het gezin van Frits met zijn opgroeiende kinderen en nog een inwonende oom met een matige gezondheid. Op papier is in 1889 ook de 16-jarige Victor lid van het gezin. Hij schrijft later dat hij goed 15½ jaar oud de deur is uitgegaan. Wel is duidelijk dat Victor veel van zijn kennis over de familie vooral ook van zijn inwonende oom Willem heeft.
Voor de katholieke Brabantse tak van de Neomagi is 23 mei 1889 de eerste kennismaking met Oosterhout, welke gemeente de familie tot nu toe, dus al ruim een eeuw, trouw is.

Princenhage

Na zijn pensionering in 1896 – hij krijgt een pensioen van 426 gulden per jaar – gaan Frits en Julia eerst naar Princenhage (’s Prinsenhage) bij Breda. Het gezin woont op het adres E170. Dat is kennelijk een eenvoudige huurwoning, een ‘doorgangshuis’, gezien de korte bewoningsperiodes van de achtereenvolgende bewoners. In de jaren negentig zijn dat
  1. de familie Span (smid), die in november 1895 naar Breda gaat
  2. de familie Van Nieuwenhuyzen (metaalslijper), die in april 1896 naar Breda gaat
  3. het echtpaar Feijen (gepensioneerd militair), dat in september 1896 naar Breda gaat
  4. de familie Neomagus (zonder beroep), die op 1 oktober 1898 wordt uitgeschreven naar Eeckeren
  5. de familie Boog (letterzetter).
In de twee jaar Princenhage bestaat het gezin Neomagus uit:
  • vader Frits en
  • moeder JuliaVosters die op 30 juli 1998 worden uitgeschreven naar Ekeren,
  • dochter Florentina, die op 28 april 1898 naar Breda gaat,
  • dochter Emma, die op 3 februari 1897 naar Antwerpen gaat,
  • dochter Emerentiana, die op 24 november 1896 uit Zundert ’thuis’ komt en – het bevolkingsregister zegt er niets van – wellicht mee naar Ekeren gaat,
  • dochter Leonie, die haar ouders op 16 oktober 1898 naar Ekeren volgt,
  • zoon Josephus (Poliet) die op 13 april 1898 naar Oosterhout gaat, en
  • zoon Victor, die al op 16 april 1898 is uitgeschreven naar Ekeren.21

Ekeren

Frits, Julia en dochter Tilly op een foto die op 27 september 1899 als ansichtkaart is verzonden aan Tilly's broer Victor in Terheijden bij Breda. Het is in die jaren niet ongebruikelijk een familiefoto als ansichtkaart te gebruiken.

Van Princenhage gaat de familie dus op 30 juli 1898 naar Ekeren, nu een deelgemeente van Antwerpen, dan officieel Donck-Eeckeren genoemd. Overigens blijkt uit de huwelijksakte van zoon Poliet in november 1898,22 dat de ouders dan in St. Mariaburg wonen, een dorp bij Ekeren, mogelijk een ’tussenstation’. Zij hebben daar, in Ekeren, aan de Hofstraat 47, thans Schriekstraat 3, een kruidenierswinkel. Antwerpen en de randgemeenten ’trekken’ omdat er familie van Julia woont. In Nederland heeft Frits alleen nog een zus in Breda. Zijn broers zijn overleden. Bovendien, het gaat België economisch voor de wind, het is er relatief goedkoop en het Nederlandse overheidspensioen is laag.

Gezin

In Ekeren wonen regelmatig enkele dochters thuis23 te weten
  • Clemence, die aanvankelijk in Breda blijft, daarna naar Ekeren komt en in 1907 naar Essen (bij Nispen) gaat, waar haar man Victor Denissen vandaan komt;
  • Leonie, die in 1904 naar Anderlecht (Brussel) gaat, in 1906 vanuit Veerle (bij Eynthout, geboortedorp van haar moeder) terugkomt naar Ekeren, in 1908 naar St.Joost ten Node (Brussel) gaat en later trouwt met George van Ginderen uit Roosendaal;
  • Emerence, die in 1902 terugkomt uit Sint-Gillis (Brussel), in 1903 naar Antwerpen gaat en uiteindelijk ook trouwt met een man uit Roosendaal: Cor Heynen;
  • Tilly, die in 1906 samen met Leonie vanuit Veerle weer bij haar ouders komt wonen;
  • Marie, die in 1908 vanuit Antwerpen naar Ekeren komt.
Al deze dochters zijn ‘zonder beroep’. De jongens weten zich kennelijk elders te redden. In de beginperiode wonen overigens ook de zoons Victor en Eugène thuis. Victor wordt eind 1898 uitgeschreven naar Ossendrecht, Eugène komt in november 1898 vanuit Antwerpen terug naar huis, trouwt op 7 augustus 1900 met Adolfina Vermeiren en blijft met haar tot medio 1901 thuis in Ekeren wonen, alvorens zich weer in Antwerpen te vestigen.

Immigratie-index

Iedereen die België binnenkomt wordt geregistreerd in de Politie Immigratie-index. In de index van 1901-1915 komen ook de weduwe Neomagus-Vosters voor en vijf van haar kinderen. De vermelding van Julia Vosters is opmerkelijk want zij blijft na de dood van haar man in België wonen. Mogelijk is ze er even tussenuit geweest… De registratie van de immigranten is niet secuur. Zo heet Bertilia Ulalia nu Bertina Eulalia Frederica, terwijl haar tweelingzus Louise Florentina Frederica wel juist is ingeschreven. Die komt als vrouw van Jan Kusters naar Antwerpen. Maria Godefrida heet Maria Godeliva en Emerentia Ulalia is Emerence Eulalie geworden. Leonie Florentine staat wel weer goed in de boeken. Ze zijn kennelijk allemaal een tijdje het land uit geweest.

Overlijdens

De familie Neomagus-Vosters in Ekeren met de dochters Tilly en Marie. De foto is genomen vóór 23 september 1910, de sterfdag van vader Frits. Tilly en Marie gaan in januari 1911 met moeder Julia naar Borgerhout, waar ze de kruidenierswinkel voortzetten.

Frits overlijdt op 23 december 1910. Zijn vrouw Julia en de dochters Tilly en Marie gaan op 16 januari 1911 naar Borgerhout, ook een randgemeente van Antwerpen. Zij zetten daar de winkel voort. Moeder Julia blijft vermoedelijk bij haar dochters wonen tot haar dood op 26 maart 1920. Julia Vosters geniet daar van een pensioen. Bijvoorbeeld in 1913 is dat 232 gulden (2458 euro in 2015). Dat blijkt uit de Regeling Pensioenfonds Weduwen en Wezen van burgerlijke ambtenaren, in de zittingsperiode 1912-1913 aangeboden aan de Tweede Kamer van de Staten-Generaal.

Karakters

De kinderen van Frits en Julia, in de jaren '30 vastgelegd op een kiekje dat hier sterk vergroot is weergegeven. De foto is gemaakt bij gelegenheid van het bezoek van Emma (XI-16) die als slotzuster het klooster zelden mag verlaten. Op de bovenste rij van links naar rechts Eugène (XI-15), Victor (XI-14) en Poliet (XI-13). De zussen zijn van links naar rechts Clemence (XI-17), Floor (XI-11), Emma, Tilly (XI-10) en Leonie (XI-19). Voor hen zittend: links Marie (XI-12) en Emerence (XI-18)

 

Emma de Jong-Neomagus in Rotterdam is een van de kleinkinderen van Frits en Julia. Emma heet officieel Julia Emma Paulina, naar haar bonmama. Frits is volgens haar een streng man. Zo mag er aan tafel niet gesproken worden. Julia is erg trots. De meisjes gaan met gesteven schortjes naar school. De gezinswas wordt in het weekend gedaan, maar pas op maandag buiten opgehangen. Want dat hoort niet op zondag. De auteur praat in 1984 en 1985 met Emma, voor wie hij een achterneef is. Ze heeft haar kennis over haar bonpapa en bonmama vooral van haar vader Victor, want zelf is ze van 1906 en haar bonmama overlijdt als ze 13 jaar is.

Bidprentjes

De bidprentjes van Frits en Julia.

Met blaadjes versierde bidprentjes met foto van Julia.

Op het bidprentje van Frits wordt niets over zijn karakter gezegd.24 Op het bidprentje van Julia staat onder meer: Zij heeft haar huis zorgvuldig bestuurd en haar brood in ledigheid niet geëten. Zij was een teedere moeder. Zij vraagt op het bidprentje: blijft onder elkanderen vereenigd. Dat gebeurt ook. Er is een hechte band tussen de gezinsleden. Zoon Victor bijvoorbeeld gaat vaak naar zijn moeder, ook al heeft hij een eigen gezin en woont hij niet dichtbij.

Volmacht

Behalve een akte van erfrecht zijn er na het overlijden van Frits twee volmachten opgesteld. Uit de akte van erfrecht blijkt dat zijn vrouw en zijn tien kinderen zijn erfgenamen zijn. De volmachten zijn nodig om Bertilia te machtigen het pensioen van de Staat der Nederlanden over het vierde kwartaal van 1910 in ontvangst te nemen. De ene volmacht is getekend door weduwe Julia en de zeven in België wonende kinderen. De tweede volmacht door de twee in Nederland wonende kinderen Victor en Polliet. De stukken zijn ruimschoots voorzien van gemeentestempels en verklaringen van echtheid van de handtekeningen. De stukken vertellen verder wat het beroep en de woonplaats van de kinderen is.25

Schilderij

Schilderij van Frits Neomagus, vermoedelijk gemaakt omstreeks 1866.

Het bidprentje zegt in feite niets van Frits Neomagus. Kennen we hem dan niet? Jawel. Frits is in olieverf geschilderd op een houten paneel van ongeveer 28 bij 38 centimeter. Het schilderij is via zijn zoon Victor bij haar dochter Emma de Jong-Neomagus terecht gekomen. En zij schrijft op 21 december 1986 dat ze het aan haar zoon Jack de Jong heeft gegeven met de bedoeling om het aan de auteur door te geven. Zo gebeurt het ook. Frits kijkt met opgetrokken wenkbrauwen, heeft een snor en leunt, zittend op een stoel, met de linkerarm op een tafel. De rechterarm ligt op het rechterbovenbeen. In de linkerhand heeft hij een sigaar, de rechterhand leunt op een stok. Het kan een peilstok zijn die hij als belastingambtenaar gebruikt. Hij draagt een horlogeketting en het witte overhemd met stijve opstaande kraag wordt gesierd door een grote vlinderstrik. Hij lijkt een normaal postuur te hebben.

Het is jammer dat er geen bewijs is dat het inderdaad om een schilderij van Frits gaat. Er zijn wel enige overeenkomsten met foto’s van zo’n veertig jaar later. Het schilderij is ook niet gesigneerd. Grootvader heeft er drie dagen voor moeten zitten. Hij was toen 32, schrijft Emma in een brief van 21 december 1986 aan haar zoon Jack. Dat is de periode dat hij in Bergeijk en in Reusel staat en zijn eerste kinderen verwekt. Doet hij zijn aanstaande vrouw als troostprijs een geschilderd portret van zichzelf cadeau?

  1. GA Diessen, thans gemeente Hilvarenbeek, door de auteur bezocht in 1973.↩

  2. RANB, BS Leende.↩

  3. FAJN, brief van de gemeentesecretaris van Wouw uit 1936.↩

  4. Dit blijkt uit de bijlagen bij de huwelijksakte, RANB BS Reusel, kopie in FAJN.↩

  5. In het bevolkingsregister van Moergestel komt hij niet voor.↩

  6. SA Regio Eindhoven, BR Bergeijk 1860-1874, inv.nr. 4, fiche 4.↩

  7. SA Regio Eindhoven, BR Bladel 1860-1870 (dat had 1870-1880 moeten zijn!).↩

  8. Grootouders van de auteur.↩

  9. RANB, BS Reusel.↩

  10. RANB, huwelijksbijlagen Reusel.↩

  11. SA Regio Eindhoven, BR Reusel↩

  12. Zie verder hierna ‘Familie Vosters’.↩

  13. RANB, BS Reusel, kopie in FAJN.↩

  14. RANB, BS Reusel, kopie in FAJN.↩

  15. SA Regio Eindhoven, BR Bladel 1860-1870.↩

  16. Nispen flitst, de kerken van Nispen belicht, Gemeentearchief Roosendaal 2007, FAJN ↩

  17. GA Roosendaal, notarieel archief, inv.nr. 2547, akte 117.↩

  18. SA Kring Oosterhout, BR Baarle-Nassau 1880-1900, fiche 85.↩

  19. GA Oosterhout, tienjaarlijkse volkstellingen.↩

  20. De auteur kent de Boschstraat uit zijn jeugd. Antonia Willart, hulp in de huishouding bij zijn ouders, en haar familie wonen in de jaren veertig en vijftig in de Boschstraat.↩

  21. GA Breda, BR Princenhage 1890-1899, E/170.↩

  22. RANB, BS Breda.↩

  23. GA Ekeren, gezegeld stuk in FAJN.↩

  24. FAJN.↩

  25. Daarover meer in de hoofdstukken die aan hen zijn gewijd.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.