XI-2 Jan Lodewijk Neomagus
Comments : Off
(1850-1936), deurwaarder,
zoon van Marinus, X-3
Marinus Neomagus en Wilhelmina le Comte krijgen twee zoons, beiden in de eerste jaren van hun huwelijk geboren in hun Moergestelse periode. Zoon twee is Jan Lodewijk, geboren op 6 mei 1850. Hij krijgt de namen van zijn grootvader van moederszijde Jean Louis Francois le Comte (1815-1852).
Vader en zoon
Wat Jan in zijn leven doet is bekend uit zijn dossier van het departement van Financiën, want ook Jan wordt rijksambtenaar.1 Hij begint, 17 jaar jong, op 1 november 1867 als klerk in Gemert waar zijn vader met ingang van dezelfde datum als commies 1ste klasse is benoemd. Kennelijk is hij op kantoor bij zijn vader. Zijn standplaatsen en functies zijn achtereenvolgens:
01-11-’67 | klerk bij de directe belastingen te Gemert |
01-05-’68 | geaggregeerd klerk te Gemert. Hij gaat op 5 juli 1870 van Gemert naar Oss en op 23 augustus 1870 van Oss naar Zwijndrecht. Zijn vader staat van 1853 tot 1857 in Oss, zijn broer van 1866 tot 1868. Mogelijk wonen er in Oss vrienden waar hij in de zomer van 1870 een tijd verblijft.2 |
01-09-’70 | klerk bij de directe belastingen te Zwijndrecht |
14-01-’71 | geaggregeerd klerk te Zwijndrecht |
15-11-’76 | deurwaarder bij de directe belastingen te Epe |
01-03-’78 | deurwaarder te Vlaardingen |
01-11-’81 | deurwaarder te Schagen |
01-07-’82 | deurwaarder te Middelburg |
01-06-’83 | deurwaarder te Warmond |
01-08-’85 | deurwaarder te Katwijk |
01-01-’86 | deurwaarder te Delft |
01-09-’98 | deurwaarder te Dordrecht |
Of deze laatste benoeming is doorgegaan? De ingangsdatum van 1 september is doorgehaald en vervangen door ‘nader vast te stellen’, gedateerd 22 augustus 1898. Aangezien Neomagus in Delft met pensioen gaat, is hij vermoedelijk niet in Dordrecht werkzaam geweest.
Wel bekwaam….
De signalementstaat van 4 januari 1906 geeft een positieve beoordeling, maar bij de vraag ‘is de ambtenaar voldoende geschikt en bekwaam voor een belangrijker werkkring in zijn tegenwoordig ambt?’ geeft de ontvanger der directe belastingen als antwoord: ‘bekwaam: ja, geschikt: neen’. Onder ‘verdere bijzonderheden’ staat: ‘Werkt langzaam; eene met ’t klimmen der jaren gewoonlijk samengaande verminderde werkkracht’.
Pensioen
In de kantlijn schrijft de inspecteur ‘zal 1 mei (1906) den dienst met pensioen verlaten’. Op hetzelfde blad staat ook: ‘Verzoek om uitstel pensionering afgewezen’, gedateerd 3 februari 1906. Het (eervol) ontslag met ingang van 1 mei gaat door. Hij is dan bijna 56 jaar.
Neveninkomsten
Jan Neomagus heeft bij zijn ontslag als deurwaarder een bezoldiging van ƒ 2163 per jaar, tevens de pensioengrondslag (in 2015 is dat bijna 26.000 euro). Hij heeft daarnaast ‘veranderlijke inkomsten’, te weten
ƒ 54,40 voor beslagleggingen
ƒ 20,80 voor betekeningen processen-verbaal en bekeuringen
ƒ 5,31½ voor beschrijving
ƒ 33,65 voor reiskosten
ƒ 39,80 voor vergoeding gemis (verder onleesbaar)
Totaal heeft hij zo in 1905 aan extra inkomsten ƒ 153,96½ (1845 euro). Tot slot: Neomagus heeft nog een ambtelijke nevenfunctie: het ‘betekenen’ van stukken inzake plaatselijke belastingen. Dat levert hem in 1905 nog eens ƒ 13,50 op!
Verzoek aan Tweede Kamer
Een tiental keren komt de naam Neomagus voor in de stukken van de Tweede Kamer van de Staten-Generaal. De Koninklijke Bibliotheek digitaliseert de Kamerstukken en zet ze eind 2010 op een website. In de meeste gevallen gaat het om informatie over pensioentoekenningen aan rijksambtenaren Neomagus of hun weduwen. Jan Neomagus uit Delft brengt het tot de Handelingen, het verslag van de beraadslagingen in de Tweede Kamer. Het gaat over zijn pensioen waarover hij bij zijn pensionering in 1906 al niet tevreden is.
Op 30 december 1915 is zijn verzoekschrift aan de orde om hem een hoger pensioen toe te kennen. Hij is per 1 mei 1906 gepensioneerd en krijgt een pensioen van 884 gulden per jaar. Als hij in dat jaar een paar dagen langer had mogen dienen, komt zijn pensioen op 1442 gulden. Dat heeft te maken met zijn ‘zijdelingsche diensten’, zijn neveninkomsten. De ‘inkoop’ van die diensten, dus het laten meetellen voor zijn pensioen, is uitgesloten omdat hij voor 1 januari 1908 is gepensioneerd. De Commissie voor de Verzoekschriften van de Tweede Kamer honoreert het verzoek van Jan Neomagus niet, zoals uit de Handelingen van 18 februari 1916 blijkt.
Laatste
Jan Neomagus, volgens zijn dossier ongehuwd en protestant, blijft in Delft wonen tot zijn overlijden op 8 januari 1936, 85 jaar oud. Hij geniet dus ruim dertig jaar van zijn pensioen! Met hem sterft een deel van de Hollandse tak van de familie uit. Van de elf kinderen die de laatste Delftse apotheker Johan Neomagus (1761-1838) laat inschrijven, zetten in 1936 in de mannelijke lijn alleen nog de afstammelingen van Bertus Neomagus (1825-1895) uit Breda de protestantse Hollandse tak van de familie voort. Daarnaast is er nog de katholieke Brabantse tak van de familie.