XI-4 Engelbertus Theodorus Johannes Philippus Neomagus
(1858-1924), postdirecteur,
zoon van X-4, Engelbertus
Breda
Posterijen
Bertus volgt in Breda de Nutsschool. Op maandag 6 en dinsdag 7 november 1876 doet hij, 18 jaar oud, in een lokaal van het ministerie van Financiën examen voor de betrekking van surnumerair bij het vak der Posterijen.3 Een surnumerair is een boventallig ambtenaar die bij goede functievervulling in aanmerking komt voor een dienstbetrekking. Vermoedelijk is het examen met goed gevolg afgelegd, want Bertus treedt bij de Posterijen in dienst en werkt onder meer in Breda en Grave. In november 1879 slaagt hij voor het examen commies (krant van 12 november). Bij Koninklijk Besluit (KB) van 9 januari 1880 wordt hij commies 4de klasse op het postkantoor van Rotterdam, bij KB van 22 juni 1883 commies 3de klasse in Delft. De volgende standplaats is Meppel (krant van 8 oktober 1885). In januari 1892 slaagt Bertus voor het examen postambtenaar (krant van 27 januari), waarna hij per 1 februari 1893 wordt bevorderd tot commies 2de klasse en van Meppel naar het Stationspostkantoor nummer 4 in Zwolle. Hij is ambulant en vervangt in voorkomende gevallen postdirecteuren. Per 16 maart 1897 gaat Bertus naar Sneek en per 1 mei 1898 wordt hij, tot dan commies 2de klasse, directeur van het postkantoor in Wormerveer.
Kennismaking
Op de foto
Op 31 augustus 1897 is in Sneek de verloving van Bertus met Daatje.4 Bij gelegenheid van zijn afscheid, in hetzelfde jaar, als commies 2de klasse van het Spoorwegpostkantoor no. 3 te Zwolle, laat het personeel zich met Bertus fotograferen in het rijkspostrijtuig van het type P III.5 Dat afscheid heeft te maken met zijn benoeming in Sneek. Dochter Loes (1904-2005) schenkt de foto’s aan het archief van het PTT-museum in Den Haag, nu bekend als het Museum voor Communicatie.
Ondertrouw
Bertus is per 16 maart 1897 verplaatst van Zwolle naar Sneek. Hij is dan commies 2de klasse. Als hij eenmaal trouwplannen heeft, solliciteert hij naar vacante directiefuncties. Zo komt hij per 1 mei 1898 in Wormerveer terecht. Het bericht staat in het Nieuws van de Dag van 27 januari, maar zijn benoeming is dan al bekend. Van 25 januari 1898 zijn de telegrammen die hem met zijn benoeming gelukwensen. ‘Hartelijk gefeliciteerd. Aardige standplaats. Kwam zoo even pas te huis. Vandaar laat bericht. Johan, Heil’, aldus de tekst van broer Johan en diens vrouw Heil. Ook de familie Offerhaus laat zich niet onbetuigd en stuurt een telegram.6
De ondertrouw, die (ook) per advertentie bekendgemaakt wordt, is op 24 december 1898.7 Daatje woont volgens de huwelijksaankondiging in Joure, waar haar vader inmiddels directeur van het postkantoor is.
Huwelijk
Voor de volledigheid: Bertus is Nederlands hervormd, maar niet praktiserend. Arnoldina is doopsgezind en gaat in Wormerveer nog ter kerke. De kinderen worden niet kerkelijk opgevoed.
Uit het huwelijk worden drie meisjes geboren:8
1. Dederica Hermina (Mien), geboren Wormerveer 18 december 1899, overleden in Den Haag 15 december 1985. Zij trouwt 19 januari 1946 de weduwnaar Hendrik Willem Krop (1882-1975). Volgt XII-5.
2. Johanna Geertrui (Jopie), geboren in Wormerveer op 9 februari 1902, overleden in Utrecht op 29 september 1987. Zij trouwt op 4 december 1931 Henk van Steenis (1908-1964). Volgt XII-6.
3. Louise Engelberta (Wies, na de verhuizing naar Roosendaal: Loes), geboren in Wormerveer op 20 mei 1904, in Den Haag op 101-jarige leeftijd overleden op 27 september 2005. Zij is ongehuwd. Volgt XII-7.
Wormerveer
Bertus is dus in 1899, nog voor zijn huwelijk, directeur van het postkantoor in Wormerveer. Daar worden de drie dochters geboren en daar heeft het gezin vanaf 1910 de twee zoons (Bertus en Cor) van zijn broer Johan uit Aalsmeer in huis. Zij gaan vandaar naar de hbs in Zaandam. Bij de familie in Wormerveer woont ook een tante, Dederica Hermina Offerhaus (tante Died). Toen haar verloving met ene Jan Marees uitging, kreeg ze van haar zwager Bertus een baan als telefoniste op zijn postkantoor. Verder is er een dienstbode voor dag en nacht. Zodoende is men een aantal jaren met negen personen.
Gezinsleven
Bertus is een vrolijk man, laat vader geworden, maar gek op zijn kinderen, van wie er twee een zo ernstige heupafwijking hebben dat hen het lopen moeilijk valt. Omdat pa al carrière heeft gemaakt, hebben de kinderen een royale jeugd. Het gezin woont altijd in een rijkswoning, meestal grote huizen met soms zeven kamers. Op 15 oktober 1902 lezen we in het Nieuwsblad van Friesland dat mevrouw Neomagus, postkantoor Wormerveer, tegen november een flinke dienstbode vraagt, die koken en netjes werken kan, loon 100 gulden (bijna 1300 euro in 2015). Ze is zo vertrouwd met Friesland dat ze daar een dienstbode zoekt.
Modern
Het gezin Neomagus-Offerhaus is relatief modern. De geboorte van de kinderen wordt elke keer met advertenties bekendgemaakt. Moeder werkt voor haar huwelijk al bij de telegraafdienst in Amsterdam en op de postkantoren van Sneek en Joure. De dochters volgen voortgezet onderwijs en zitten op de hbs in Zaandam, Bergen op Zoom en Rotterdam (’s Gravendijkwal). Ze hebben daarna overheidsbetrekkingen. De gezinsleden zijn niet gelovig of praktiserend. Op de Rotterdamse gezinskaart staat voor Bertus: kerkgenootschap: geen, terwijl zijn vrouw en kinderen doopsgezind zijn.10
Roosendaal
In de jaren 1914-1916 – inschrijving in het bevolkingsregister op 12 november 1914 – is Bertus directeur van het postkantoor in Roosendaal, waar het gezin op de Markt boven het kantoor woont. Als eerste Neomagus heeft men er telefoon: nummer 100, een nummer dat niemand anders wil hebben.11 Nicht Jo, dochter van (ex-)notaris Johan, komt er haar verloofde Cornelis de Ruyter voorstellen. Een ander bezoek geldt de apotheker die een drankje wil bezorgen voor J. Neomagus, maar die is niet bekend en het drankje is niet besteld. Het blijkt om Julia Neomagus te gaan, de dochter van Eugène Neomagus uit Antwerpen, lid van de Brabantse familietak, die in de eerste wereldoorlog naar Roosendaal is gevlucht.12
Rotterdam
In 1916 volgt de benoeming van Bertus tot directeur van Spoorwegpostkantoor II, naast station Delftsche Poort te Rotterdam. Het Rotterdamsch Nieuwsblad van 18 oktober en de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 20 oktober maken melding van de benoeming per 16 november 1916. Hij is uitgenodigd naar die functie te solliciteren. De overschrijving vanuit Roosendaal is op 18 november 1916.13
Elektrisch licht
Omdat bij het postkantoor geen dienstwoning hoort, betrekt de familie Neomagus tot 1923 een huurwoning aan de Graaf Florisstraat 108,15 die bij de komst van de familie onder meer wordt voorzien van elektrische verlichting. Pas als de eerste elektriciteitsrekening komt, realiseert men zich dat de lampen beter niet altijd moeten blijven branden…. Vanaf 24 april 1923 woont de familie aan de Allard Piersonstraat 7a. Bertus’ broer Johan, de voormalige notaris, woont – na zijn pensionering als ambtenaar bij een militieraad in Amsterdam – enkele jaren bij zijn broer in Rotterdam.
Reizen
Afscheid
Ook het afscheid van Bertus op 1 juli 1923, na een bijna 47-jarige loopbaan, haalt de pers. ‘De verschillende sprekers roemden den heer Neomagus om de hem sierende, velerlei eigenschappen, hem toewenschend een welverdiende rust.’ Het personeel biedt hem een eikenhouten boekenkast en een palm met bijbehorende piëdestal, voetstuk, aan.19
Overlijden
Den Haag
Na zijn dood gaan moeder en dochters – ruim een jaar nog in gezelschap van oom Johan – naar Den Haag (uitschrijving in Rotterdam 26 april 1924), waar tot 1927 het adres Sneeuwklokjesstraat 9 is, van 192722 tot 1941 Azaleastraat 26, van 1941 tot 1969 de Tomatenstraat 148. In juni 1969 gaan moeder en Loes naar de Vlierboomstraat 245.
RAWB, geboorteakte 51 uit 1858.↩
Zie deel VI ‘Neomagus,verregaand lui’, hoofdstuk X-9.↩
FAJN, brief van de voorzitter van de examencommissie.↩
FAJN, origineel verlovingskaartje.↩
Guus Veenendaal, Spoorwegen in Nederland, p. 177. Kopie in FAJN.↩
FAJN, originele telegrammen.↩
FAJN, originele ondertrouwkaart met huwelijksaankondiging.↩
FAJN, originele knipsels met de geboorteadvertenties.↩
Foto van de 101-jarige Loes met het schilderijtje in FAJN.↩
BR Rotterdam, gezinskaart 84.↩
In het telefoonboek van 1915 staat ook drogist Frans Neomagus in Den Haag. Kopie in FAJN.↩
Zie deel VI, hoofdstuk XI-15.↩
FAJN, kopie inlichting bevolkingsregister Rotterdam.↩
www.rotterdammers.nl (2005)↩
FAJN, familiefoto van 14 juli 1920, gemaakt in de tuin van de woning.↩
FAJN, ansichtkaart van de nachtboot van de Flushing Line.↩
Oud-tantes van de auteur.Zie deel VI, hoofdstuk XI-10 en XI-12.↩
FAJN, voorbeeld van zo’n advertentie.↩
FAJN, krantenknipsels over het afscheid.↩
FAJN, kopieën van overlijdensadvertentie en dankbetuiging.↩
Akte notaris Kruyswijk, 1924, kopie in FAJN↩
Officieel 9 mei 1928.↩
FAJN, kopie overlijdensadvertentie.↩