• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

XI-4 Engelbertus Theodorus Johannes Philippus Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1858-1924), postdirecteur,
zoon van X-4, Engelbertus

De tweede zoon van de zeepfabrikant Bertus Neomagus uit Leur heet ook Bertus en heeft dezelfde welluidende voornamen als zijn vader: Engelbertus Theodorus Johannes Philippus. Bertus jr. ziet het levenslicht in Leur op 6 mei 1858. Zijn vader is dan een 33-jarige zeepzieder, zijn moeder Naatje van Pellecom al 44 jaar, op een maand na. Bij de aangifte, op 8 mei, zijn een spooorwegbeamte en een klerk getuigen.1

Breda

Bertus woont tot zijn achttiende bij zijn ouders, sinds 1861 is dat in Breda, waar vader Bertus dan administrateur is geworden van de Maatschappij van Welstand. En ook na zijn vertrek in 1876 komt Bertus vaak thuis. In 1884, een jaar na het overlijden van moeder Jo, brengt Bertus jr. samen met zijn vader een bezoek aan de in Ginneken bij Breda wonende Dirk baron van Boetzelaer en zijn vrouw Miet Neomagus, een lid van de Brabantse tak van de familie. Dit is bekend uit de zakagenda van de baron.2

Posterijen

Bij gelegenheid van zijn afscheid in Zwolle, eind 1897, laat Bertus zich fotograferen in een postwagon.

Bertus volgt in Breda de Nutsschool. Op maandag 6 en dinsdag 7 november 1876 doet hij, 18 jaar oud, in een lokaal van het ministerie van Financiën examen voor de betrekking van surnumerair bij het vak der Posterijen.3 Een surnumerair is een boventallig ambtenaar die bij goede functievervulling in aanmerking komt voor een dienstbetrekking. Vermoedelijk is het examen met goed gevolg afgelegd, want Bertus treedt bij de Posterijen in dienst en werkt onder meer in Breda en Grave. In november 1879 slaagt hij voor het examen commies (krant van 12 november). Bij Koninklijk Besluit (KB) van 9 januari 1880 wordt hij commies 4de klasse op het postkantoor van Rotterdam, bij KB van 22 juni 1883 commies 3de klasse in Delft. De volgende standplaats is Meppel (krant van 8 oktober 1885). In januari 1892 slaagt Bertus voor het examen postambtenaar (krant van 27 januari), waarna hij per 1 februari 1893 wordt bevorderd tot commies 2de klasse en van Meppel naar het Stationspostkantoor nummer 4 in Zwolle. Hij is ambulant en vervangt in voorkomende gevallen postdirecteuren. Per 16 maart 1897 gaat Bertus naar Sneek en per 1 mei 1898 wordt hij, tot dan commies 2de klasse, directeur van het postkantoor in Wormerveer.

Kennismaking

Bertus verlooft zich in het begin van de jaren negentig met een nichtje Van Pellecom, maar zij overlijdt. Hij leert later zijn 18 jaar jonge en twintig jaar jongere toekomstige vrouw Daatje – ook wel Da – kennen als hij haar vader Jan Offerhaus wegens diens vakantie vervangt als directeur van het postkantoor te Zwartsluis. De familie Offerhaus wil niets weten van een verbintenis van hun dochter met een veel oudere man. Later ontmoeten Daatje en Bertus elkaar weer in Sneek, waar Daatje dan klerk is bij de posterijen. Haar ouders keuren de verbintenis dan wel goed.

Op de foto

Nog een foto van Bertus' personeel in een postwagon.

Op 31 augustus 1897 is in Sneek de verloving van Bertus met Daatje.4 Bij gelegenheid van zijn afscheid, in hetzelfde jaar, als commies 2de klasse van het Spoorwegpostkantoor no. 3 te Zwolle, laat het personeel zich met Bertus fotograferen in het rijkspostrijtuig van het type P III.5 Dat afscheid heeft te maken met zijn benoeming in Sneek. Dochter Loes (1904-2005) schenkt de foto’s aan het archief van het PTT-museum in Den Haag, nu bekend als het Museum voor Communicatie.

Ondertrouw

Bertus Neomagus en Arnolda (Daatje) Offerhaus verloven zich op 31 augustus 1897. Het kaartje 'Verloofd' is los bijgesloten.

Bertus is per 16 maart 1897 verplaatst van Zwolle naar Sneek. Hij is dan commies 2de klasse. Als hij eenmaal trouwplannen heeft, solliciteert hij naar vacante directiefuncties. Zo komt hij per 1 mei 1898 in Wormerveer terecht. Het bericht staat in het Nieuws van de Dag van 27 januari, maar zijn benoeming is dan al bekend. Van 25 januari 1898 zijn de telegrammen die hem met zijn benoeming gelukwensen. ‘Hartelijk gefeliciteerd. Aardige standplaats. Kwam zoo even pas te huis. Vandaar laat bericht. Johan, Heil’, aldus de tekst van broer Johan en diens vrouw Heil. Ook de familie Offerhaus laat zich niet onbetuigd en stuurt een telegram.6

Na de verloving en de bevordering kan er getrouwd worden. Familie en vrienden krijgen een ondertrouwkaart met de datum 24 december 1898. Het huwelijk is gesloten op 18 januari 1899.

De ondertrouw, die (ook) per advertentie bekendgemaakt wordt, is op 24 december 1898.7 Daatje woont volgens de huwelijksaankondiging in Joure, waar haar vader inmiddels directeur van het postkantoor is.

Huwelijk

De huwelijksvoltrekking is in Joure, gemeente Haskerland, op 18 januari 1899. De bruid heet volledig Arnoldina Stevendina Offerhaus, geboren in Amsterdam op 31 augustus 1876. Zij is een dochter van Jan Hendrik Louis Offerhaus (1852-1901) en Diderica Hermina van Delden (1851-1921).
Voor de volledigheid: Bertus is Nederlands hervormd, maar niet praktiserend. Arnoldina is doopsgezind en gaat in Wormerveer nog ter kerke. De kinderen worden niet kerkelijk opgevoed.
Uit het huwelijk worden drie meisjes geboren:8
1. Dederica Hermina (Mien), geboren Wormerveer 18 december 1899, overleden in Den Haag 15 december 1985. Zij trouwt 19 januari 1946 de weduwnaar Hendrik Willem Krop (1882-1975). Volgt XII-5.
2. Johanna Geertrui (Jopie), geboren in Wormerveer op 9 februari 1902, overleden in Utrecht op 29 september 1987. Zij trouwt op 4 december 1931 Henk van Steenis (1908-1964). Volgt XII-6.
3. Louise Engelberta (Wies, na de verhuizing naar Roosendaal: Loes), geboren in Wormerveer op 20 mei 1904, in Den Haag op 101-jarige leeftijd overleden op 27 september 2005. Zij is ongehuwd. Volgt XII-7.

Wormerveer

Gelukstelegram van broer Johan en zijn vrouw aan Bertus in verband met zijn benoeming in Wormerveer.

Bertus is dus in 1899, nog voor zijn huwelijk, directeur van het postkantoor in Wormerveer. Daar worden de drie dochters geboren en daar heeft het gezin vanaf 1910 de twee zoons (Bertus en Cor) van zijn broer Johan uit Aalsmeer in huis. Zij gaan vandaar naar de hbs in Zaandam. Bij de familie in Wormerveer woont ook een tante, Dederica Hermina Offerhaus (tante Died). Toen haar verloving met ene Jan Marees uitging, kreeg ze van haar zwager Bertus een baan als telefoniste op zijn postkantoor. Verder is er een dienstbode voor dag en nacht. Zodoende is men een aantal jaren met negen personen.

Als dochter Loes in 2005 sterft, hangt op haar kamer een schilderijtje van het postkantoor van Wormerveer, waar ze is geboren.9

Gezinsleven

De gezinnen van Bertus en Johan. Van links naar rechts Daatje, Johan, Heiltje en Bertus. Daatje heeft twee kinderen op schoot (Loes is nog niet geboren). Op de voorgrond de vier kinderen van Johan en Heiltje: Bertus, Jo, Gerda en Cor.

Bertus is een vrolijk man, laat vader geworden, maar gek op zijn kinderen, van wie er twee een zo ernstige heupafwijking hebben dat hen het lopen moeilijk valt. Omdat pa al carrière heeft gemaakt, hebben de kinderen een royale jeugd. Het gezin woont altijd in een rijkswoning, meestal grote huizen met soms zeven kamers. Op 15 oktober 1902 lezen we in het Nieuwsblad van Friesland dat mevrouw Neomagus, postkantoor Wormerveer, tegen november een flinke dienstbode vraagt, die koken en netjes werken kan, loon 100 gulden (bijna 1300 euro in 2015). Ze is zo vertrouwd met Friesland dat ze daar een dienstbode zoekt.

Op zaterdagavond wordt er met het hele gezin een kaartspel gedaan. De ouders zijn lid van een whistclubje (bridge bestaat nog niet) en het hoort bij de opvoeding dat ook de kinderen het spel leren. Moeder speelt piano, vader leest graag.

Modern

Mien, Jo en Loes Neomagus omstreeks 1906.

Het gezin Neomagus in Wormerveer, 1912.

Het gezin Neomagus-Offerhaus is relatief modern. De geboorte van de kinderen wordt elke keer met advertenties bekendgemaakt. Moeder werkt voor haar huwelijk al bij de telegraafdienst in Amsterdam en op de postkantoren van Sneek en Joure. De dochters volgen voortgezet onderwijs en zitten op de hbs in Zaandam, Bergen op Zoom en Rotterdam (’s Gravendijkwal). Ze hebben daarna overheidsbetrekkingen. De gezinsleden zijn niet gelovig of praktiserend. Op de Rotterdamse gezinskaart staat voor Bertus: kerkgenootschap: geen, terwijl zijn vrouw en kinderen doopsgezind zijn.10

Roosendaal

Ansichtkaart uit 1910 met in het midden het postkantoor (het pand bestaat nog), waar Bertus van 1914 tot 1916 directeur is. Het pand rechts is nu het gemeentearchief van Roosendaal.

 

In de jaren 1914-1916 – inschrijving in het bevolkingsregister op 12 november 1914 – is Bertus directeur van het postkantoor in Roosendaal, waar het gezin op de Markt boven het kantoor woont. Als eerste Neomagus heeft men er telefoon: nummer 100, een nummer dat niemand anders wil hebben.11 Nicht Jo, dochter van (ex-)notaris Johan, komt er haar verloofde Cornelis de Ruyter voorstellen. Een ander bezoek geldt de apotheker die een drankje wil bezorgen voor J. Neomagus, maar die is niet bekend en het drankje is niet besteld. Het blijkt om Julia Neomagus te gaan, de dochter van Eugène Neomagus uit Antwerpen, lid van de Brabantse familietak, die in de eerste wereldoorlog naar Roosendaal is gevlucht.12

Rotterdam

Het gezin op 14 juli 1920 in Rotterdam. Van links naar rechts Daatje, Loes, Bertus, Mien en Jo.

In 1916 volgt de benoeming van Bertus tot directeur van Spoorwegpostkantoor II, naast station Delftsche Poort te Rotterdam. Het Rotterdamsch Nieuwsblad van 18 oktober en de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 20 oktober maken melding van de benoeming per 16 november 1916. Hij is uitgenodigd naar die functie te solliciteren. De overschrijving vanuit Roosendaal is op 18 november 1916.13

Nederland kent in die tijd vier zogenaamde Spoorwegpostkantoren: nummer 1 in Amsterdam, nummer 2 in Rotterdam, nummer 3 in Arnhem en nummer 4 in Zwolle, waar Bertus in het begin van zijn loopbaan werkt. Het spoorwegpostkantoor van Rotterdam ligt links naast het station en is gevestigd op de eerste verdieping. Op de begane grond huist Van Gend en Loos.
Het in 1848 gebouwde station Delftse Poort is aanvankelijk een kopstation op de lijn vanaf Haarlem. In 1885 wordt het vernieuwd omdat het spoor dan is doorgetrokken richting Antwerpen. In 1957 wordt het vervangen door het nieuwe Centraal Station, dat op zijn beurt in 2010 weer is vervangen.
De Telegraaf van 9 maart 1940 maakt de plannen van de gemeente Rotterdam bekend voor een nieuw stadshart met onder meer een centraal station en een nieuw spoorwegpostkantoor. Twee maanden later verwoesten bombardementen en branden het stadscentrum. Na de oorlog is het fenomeen spoorwegpostkantoor opgeheven.14

Elektrisch licht

Dat Bertus directeur is van het postkantoor, is mede bekend door de advertenties die hij soms moet laten plaatsen. Hij is vanaf 1916 directeur van wat officieel heet ‘Spoorwegpostkantoor nummer 2’, naast station Delftse Poort. Dat station uit 1848 is in 1957 vervangen door het Centraal Station, dat op zijn beurt in 2011 is vervangen door nieuwbouw.

Omdat bij het postkantoor geen dienstwoning hoort, betrekt de familie Neomagus tot 1923 een huurwoning aan de Graaf Florisstraat 108,15 die bij de komst van de familie onder meer wordt voorzien van elektrische verlichting. Pas als de eerste elektriciteitsrekening komt, realiseert men zich dat de lampen beter niet altijd moeten blijven branden…. Vanaf 24 april 1923 woont de familie aan de Allard Piersonstraat 7a. Bertus’ broer Johan, de voormalige notaris, woont – na zijn pensionering als ambtenaar bij een militieraad in Amsterdam – enkele jaren bij zijn broer in Rotterdam.

De functie van Bertus houdt onder meer in dat hij conducteurs van de post begeleidt in de spoorwegpostrijtuigen, tot in Antwerpen, tot in Goch in Duitsland en op de boot van Vlissingen naar Folkstone. Hij is een van de gasten op een overtocht bij de ingebruikneming van een ‘nightboat of the Flushing Line’.16

Reizen

Hoewel de functie van Bertus wellicht anders doet vermoeden, is het reizen voor het gezin niet gratis. Maar als onderdeel van de opvoeding wordt er toch veel gereisd, ook na het overlijden van vader Bertus. Zo gaan de drie zusters omstreeks 1922 alleen per trein naar Brussel, waar ze in een hotel verblijven en vanwaar ze een week lang per trein in België rondreizen.
In 1935 gaat de reis andermaal naar Brussel, nu voor een bezoek aan de wereldtentoonstelling. Bij Antwerpen ziet de familie vanuit de trein de tekst Laiterie Neomagus op een winkel staan. Het is de melkzaak en kruidenierswinkel van de gezusters Tilly en Marie Neomagus, leden van de katholieke Brabantse tak van de familie.17
De naam Neomagus is in Rotterdam bekend, al is het alleen maar van de advertenties van het postkantoor die af en toe verschijnen om, bij gelegenheid van tweede kerstdag bijvoorbeeld, een afwijkende openingstijd bekend te maken. Daar staat dan onder: ‘De Directeur voornoemd, NEOMAGUS’.18

Afscheid

Bertus in 1924, kort voor zijn overlijden.

Ook het afscheid van Bertus op 1 juli 1923, na een bijna 47-jarige loopbaan, haalt de pers. ‘De verschillende sprekers roemden den heer Neomagus om de hem sierende, velerlei eigenschappen, hem toewenschend een welverdiende rust.’  Het personeel biedt hem een eikenhouten boekenkast en een palm met bijbehorende piëdestal, voetstuk, aan.19

Overlijden

Bertus sterft onverwacht op 28 maart 1924, ruim 65 jaar oud.20 Hij is in 1921 al eens ernstig ziek door een niet goed functionerende hartklep. Die lijkt hem later fataal te worden. Zijn pensioen bedraagt zo’n 4000 gulden per jaar (nu bijna 29.500 euro); zijn weduwe moet het daarna met 1400 gulden (10.230 euro) doen. In de krant verschijnt een enige en algemene kennisgeving en een dankbetuiging. Notaris Kruyswijk21 stelt de verklaring van erfrecht op, waaruit blijkt dat moeder en de drie dochters de erfgenamen zijn.

Den Haag

Den Haag, 1954. Staand van links naar rechts Mien Krop-Neomagus, Els en haar moeder Jo van Steenis-Neomagus. Zittend van links naar rechts Loes, Daatje Neomagus-Offerhaus en Hendrik Krop. Op de voorgrond Flip van Steenis. Op de foto ontbreken Henk van Steenis en zoon Hans.

Na zijn dood gaan moeder en dochters – ruim een jaar nog in gezelschap van oom Johan – naar Den Haag (uitschrijving in Rotterdam 26 april 1924), waar tot 1927 het adres Sneeuwklokjesstraat 9 is, van 192722 tot 1941 Azaleastraat 26, van 1941 tot 1969 de Tomatenstraat 148. In juni 1969 gaan moeder en Loes naar de Vlierboomstraat 245.

Moeder Daatje sterft er na 6 weken, op 19 augustus 1969, bijna 93 jaar oud.23 De kinderen maken haar overlijden via dagbladadvertenties bekend. De crematie is op 22 augustus op Ockenburgh. Zij overleeft haar man 45 jaar. De vele persoonlijke herinneringen en anekdotes heeft Loes Neomagus (1904) aangetekend op een gezinsblad en aangevuld in drie gesprekken met de auteur: op 26 juni 1984, 23 augustus 1996 en 29 juli 2000. Tot aan haar overlijden is Loes buitengewoon scherp van geest.

  1. RAWB, geboorteakte 51 uit 1858.↩

  2. Zie deel VI ‘Neomagus,verregaand lui’, hoofdstuk X-9.↩

  3. FAJN, brief van de voorzitter van de examencommissie.↩

  4. FAJN, origineel verlovingskaartje.↩

  5. Guus Veenendaal, Spoorwegen in Nederland, p. 177. Kopie in FAJN.↩

  6. FAJN, originele telegrammen.↩

  7. FAJN, originele ondertrouwkaart met huwelijksaankondiging.↩

  8. FAJN, originele knipsels met de geboorteadvertenties.↩

  9. Foto van de 101-jarige Loes met het schilderijtje in FAJN.↩

  10. BR Rotterdam, gezinskaart 84.↩

  11. In het telefoonboek van 1915 staat ook drogist Frans Neomagus in Den Haag. Kopie in FAJN.↩

  12. Zie deel VI, hoofdstuk XI-15.↩

  13. FAJN, kopie inlichting bevolkingsregister Rotterdam.↩

  14. www.rotterdammers.nl (2005)↩

  15. FAJN, familiefoto van 14 juli 1920, gemaakt in de tuin van de woning.↩

  16. FAJN, ansichtkaart van de nachtboot van de Flushing Line.↩

  17. Oud-tantes van de auteur.Zie deel VI, hoofdstuk XI-10 en XI-12.↩

  18. FAJN, voorbeeld van zo’n advertentie.↩

  19. FAJN, krantenknipsels over het afscheid.↩

  20. FAJN, kopieën van overlijdensadvertentie en dankbetuiging.↩

  21. Akte notaris Kruyswijk, 1924, kopie in FAJN↩

  22. Officieel 9 mei 1928.↩

  23. FAJN, kopie overlijdensadvertentie.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.