• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

08
NOV
2010

XII-16 Julia Emma Paulina de Jong-Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1906-1999), gezelschapsdame, hotelhoudster, winkelierster en pensionhoudster,
dochter van Victor, XI-14

Julia Emma Paulina Neomagus, roepnaam Emma, komt op 12 oktober 1906 in Terheijden bij Breda ter wereld als het derde kind van rijksambtenaar Victor Neomagus en Anna Baudoin. Ze krijgt de namen van haar grootmoeder van vaderszijde, Julia Vosters, van haar tante Emma Neomagus, en van haar tante Paulina Baudoin. Emma ondertekent haar brieven later overigens alleen met de voorletters J.E.

Gezin

Emma heeft bij haar geboorte een ruim twee jaar oud broertje, Frits, en een zusje van precies één jaar, Maria (Marietje), op 8 oktober 1905 ook in Terheijden geboren. Dat zusje sterft als Emma vijf jaar oud is, in november 1911 aan de gevolgen van een hersenvliesontsteking. Ze krijgt er binnen een jaar, in oktober 1912, een nieuw zusje Maria (Mimi) voor in de plaats. Emma krijgt later nog vier broers: Pierre (1908), Victor (1909), Pol (1911) en Cor (1920).

Peettante

Peettante Emma heeft tot in de eerste wereldoorlog een tearoom met winkel in Brussel. Als achtjarige logeert petekind Emma een jaar bij haar peettante in de Belgische hoofdstad.1 Tante Emma is later kloosterzuster in Oosterhout, krijgt daar na de oorlog vaak bezoek van haar petekind en schenkt haar een ring met familiewapen.

Huishouding

Emma woont met haar ouders, broers en zus achtereenvolgens in Oudenbosch, Terneuzen, Vlissingen en Rotterdam, de standplaatsen van vader Victor. Ze gaat in Middelburg en Vlissingen naar school en komt in Rotterdam, waar het gezin op 30 oktober 1922 wordt ingeschreven in de Hortensiastraat 33a, voor 2,50 gulden per maand (nu 15 euro) op een nonnenschool in Rotterdam-Overmaas (= Zuid), tuindorp Vreewijk, waar ze de ulo volgt. Vader Victor wil graag dat ze onderwijzeres wordt, maar moeder Anna kan haar niet missen in de huishouding van het kinderrijke gezin, waar nog in 1920 nakomertje Cor is geboren. Emma vindt dat haar jongere zus Mimi vaak wordt voorgetrokken2 en gaat het huis uit.

Emma Neomagus eind jaren '20.

Ze wordt gezelschapsdame bij een minder-valide vrouw: R. Swinkels, Asterstraat 80a, Rotterdam-Bloemhof. Emma schrijft het adres achterop een foto van haar uit die tijd. Haar broer Victor, dan bediende op de grote vaart, is volgens de gezinskaart uit het gemeentearchief van Rotterdam, van 19 oktober 1927 tot 28 augustus 1928 (ook) op dat adres ingeschreven.

Joop de Jong

Victor gaat in 1927 met pensioen en verhuist naar Antwerpen. De bijna 21-jarige Emma gaat niet mee. Ze wordt nu gezelschapsdame/verzorgster van mevrouw Kolthoff, in hotel Kolthoff aan de Kruiskade 14, waar ze op 19 oktober 1927 is ingeschreven.3 Emma ontmoet daar Joseph de Jong, roepnaam Joop, die vanaf 24 februari 1928 op nummer 14a woont en in het hotel komt kaarten. Emma vertelt in 1984 en 1985 over haar leven aan de auteur, een achterneef. Die leert haar kennen als  een innemende en hartelijke vrouw, die graag bridge speelt. Ze heeft veel jeugdherinneringen, met name  aan logeerpartijtjes bij haar tantes in Brussel.

Hotel Kolthoff

In het Nieuw Israëlitisch Weekblad van 17 februari 1928 zien we een advertentie van hotel-restaurant Kolthoff, met ‘mooie kamers, nette bediening, billijke prijzen, diners vanaf f 1,30′. De eigenaar is Israël Kolthoff, in 1865 in Hoogeveen geboren. Hij is aanvankelijk pensionhouder en bakker en begint in 1928 het hotel. Hij trouwt in 1896 met de Maastrichtse Eva Schepp, met wie hij vijf kinderen krijgt. (De oudste overlijdt als baby, de jongste, Jacob Jozef, overleeft de oorlog. De andere drie komen om in de concentratiekampen Sobibor en Mauthausen. Vader Israël komt om in Auschwitz). Eva sterft in 1919, waarna de 55-jarige Israël in 1921 hertrouwt met de even oude Leentje Heumans, weduwe van de in 1920 overleden Joseph van Poppes. Leentje sterft op 2 januari 1928. Emma Neomagus is dus maar enkele maanden haar verzorgster geweest. Tijdens het bombardement op Rotterdam in de meidagen van 1940 is nagenoeg de hele Kruiskade vernietigd, inclusief hotel Kolthoff. Zie ook www.joodsrotterdam.nl.

Familie De Jong

Joop stamt uit een joodse familie van kooplieden. Moses Samuel de Jong (1827)4 trouwt rond 1850 Jannetje Been (1830), uit welk huwelijk op 10 augustus 1851 als oudste een zoon Jacob is geboren. De anderen kinderen uit dit huwelijk heten Michel (1855), Henriette (1857), Engeltje (1860), Rosetta (1862, jong gestorven), Margaretha (Grietje, 1863), haar tweelingbroer Moses Samuel (1863), Abraham (1865) en Rosetta (1868). Moeder Jannetje en de kinderen Michel, Henriette, Grietje, Abraham en Rosetta gaan in 1871 naar Brussel.5

Jacob en Truitje

Jacob blijft in Rotterdam6 en trouwt er op zijn 23ste op 14 april 1875 met Geertruida (Truitje) Hofman, een 21-jarige geboren en getogen Rotterdamse, koopvrouw van beroep.  Zij is de dochter van Abraham Joseph Hofman en Sara Brandel, koopman en koopvrouw. De vier getuigen – Raphael Hofman, Elias Brandel, Salomon van Kleef en Moses van Buren – zijn eveneens kooplieden.7 Het kerkgenootschap van alle betrokkenen is ‘israëlitisch’.

Het nieuwe gezin woont onder meer aan de Zandstraat en de Steiger, straatjes aan de achterzijde van het stadhuis aan de Coolsingel. In die buurt – Raamstraat – woont eerder ook het ouderlijk gezin De Jong-Been, met aanvankelijk inwonend het gezin De Jong-Hofman met kind Samuel.

De kinderen uit het huwelijk van Jacob en Truitje zijn
– Samuel Jacob, 15 maart 1876
– Abraham, 6 december 1877
– Jansje 17 december 1879
– Joseph (Joop) 29 oktober 1885. Een verloskundige doet op 30 oktober 1885 aangifte van diens geboorte op 29 oktober om drie uur ´s morgens. De familie woont dan aan de Schiedamschedijk en heeft de joodse religie.8

Huwelijk en kinderen

Rond de jaarwisseling 1929-1930 raakt Emma in verwachting van de 21 jaar oudere Joop. Op 6 oktober 1930 komt zoon Jacob (Jac) ter wereld, vernoemd naar grootvader Jacob de Jong. De Banier van 4 oktober 1930 vermeldt hun ondertrouw: Joop is 44, Emma 23 jaar. Kruiskade 14 is nog steeds het adres. Kort daarna, op 22 oktober 1930, trouwen Emma en Joop. Jacob wordt ´gewettigd door huwelijk´.9

Op 16 november 1932 komt er een tweede kind: Anna Geertruida (Annie of Ans), vernoemd naar beide grootmoeders.10. Emma schrijft de auteur in 1982 dat ze op 22 oktober 1929 is getrouwd, dus vóór het verwekking van haar zoon. De huwelijksakte noemt evenwel 22 oktober 1930.  Ze heeft uit schaamte tegenover derden altijd 1929 als huwelijksjaar aangehouden.

Joop en Emma gaan op een gegeven moment het hotel leiden. Ze hebben veel joodse vluchtelingen uit Duitsland als vaste gasten, met name uit artistieke kringen. Emma staat ´s nachts om twaalf uur nog te koken voor de gasten die dan terugkeren van hun optredens.

Crisisjaren

Joop is boekhouder en dat beroep blijft hij ook na de overname van het hotel uitoefenen. De tijden zijn slecht, de concurrentie is groot. Joop en Emma beginnen in februari 1934 (overschrijving 16 februari) aan de Gedempte Botersloot 79b een handel in fruit en comestibles (fijne eetwaren), zoals ook de ouders van Joop die een hebben gehad. Anderhalf jaar later (23 juli 1935) zien we hen (in)wonen in de Jonker Fransstraat 21a, vanaf 8 mei 1936 aan de Crooswijkschekade 9a, vanaf 24 december van dat jaar op nummer 8c, een groot oude herenhuis.11

Moeilijke tijden

Emma de Jong-Neomagus heeft het moeilijk. Een gedwongen huwelijk met een oudere joodse man valt niet goed in de familie. Het valt bovendien niet mee om in de jaren dertig het hoofd boven water te houden. De oorlogsjaren zijn voor het gezin buitengewoon zwaar. Het is gedwongen enkele NSB´ers in huis te nemen die kennelijk niet van de joodse afkomst van Joop op de hoogte zijn. Hij waagt het in die tijd op zolder naar de Engelse radio te luisteren. Joop voelt al lang voor de oorlog de druk van het jood zijn. Hij moet de jodenster dragen, 12 en heeft geen sterk gestel, met name een zwak hart. Het voedsel is schaars. Hij krijgt geen steun van Winterhulp. De eerste oorlogsjaren kennen bovendien strenge winters, en het gezin heeft geen verwarming.

Overlijden Joop

Joop sterft op 1 december 1943, 58 jaar oud, in zijn woning aan de Crooswijkschekade 8c. Emma´s vader Victor is op dat moment bij een neef in Ulicoten – bij Baarle-Nassau – om voedsel te halen. Hij krijgt daar een telegram over het overlijden van zijn schoonzoon. Hij reist direct naar Rotterdam en is zijn dochter en kleinkinderen daar tot steun. Omdat Joop een jood is, heeft zijn weduwe van de onder Duits gezag staande gemeente Rotterdam geen bijstand. Joop wordt als laatste begraven op de joodse begraafplaats. Daarna geeft de Duitse bezetter daarvoor geen toestemming meer. Het begrafenisfonds geeft uitstel van betaling van de kosten van de begrafenis, maar Emma heeft geen geld, ook niet voor een grafsteen. Na de oorlog betaalt Emma de rekening alsnog. Ze ontvangt nooit een oorlogspensioen omdat Joop officieel geen oorlogsslachtoffer is, maar formeel aan hartfalen is overleden.

Doopsel

Hoewel haar familie thuis niet praktiserend katholiek is, laat Emma haar kinderen na het overlijden van Joop ‘omwille van de familie’ rooms-katholiek dopen. Dat gebeurt door de Franciscaner pater Toen in de Paduakerk. De pater spreekt zich in 1954 nogal negatief uit over het feit dat kleinzoon Jacob (Jaap) niet gedoopt is. Zijn moeder Ans breekt daarna definitief met de katholieke kerk.

Naar Overijssel

In januari 1945, in de hongerwinter, verhuurt Emma de woning – er is veel woningnood door de bombardementen – en besluit ze met haar kinderen van 14 en 12 jaar naar boeren in Overijssel te lopen. Na tien dagen komen ze aan in Zwolle. De kinderen hebben hun voeten tot op het bot doorgelopen en worden in het ziekenhuis van Zwolle opgenomen en herstellen daarna bij boeren in Ane en Hardenberg. Ze keren na de bevrijding in Rotterdam terug. Zie het afzonderlijke artikel met herinneringen van dochter Ans aan die periode, XII-16a. Zij en haar man  hebben de desbetreffende boerenfamilies in 2003 nog eens bezocht.

Pension Crooswijksekade

Emma, zittend links, naast haar ouders op hun gouden huwelijksfeest in 1953.

Emma gaat nog in diezelfde hongerwinter lopend en liftend terug naar Rotterdam, bang dat haar (huur)huis wordt leeggeroofd. Ze begint in het zeven kamers tellende huis aan de Crooswijksekade een pension. Een vast gast is Jacob Jozef (Jack) Kolthoff (1905-1991), het enige niet in de oorlog omgekomen kind van de hotelier, en ook bakker Meijer, wiens vrouw in een psychiatrische inrichting is opgenomen. Tot de tijdelijke gasten behoort haar neef Leo Neomagus uit Etten-Leur, die als elektricien in de haven werkzaam is, onder meer op het vliegkampschip Karel Doorman. Na haar huwelijk woont ook dochter Ans met man en twee kinderen enkele jaren in. Als Emma´s moeder Anna Neomagus-Baudoin in 1960 weduwe wordt, komt ook zij naar haar dochter in Rotterdam, waar ze in 1966 sterft.

Goudsesingel

Emma De Jong-Neomagus en (rechts) Martha Neomagus-Goedgezelschap, getrouwd met Victor, een broer van Emma.

Van links naar rechts Emma en twee schoonzussen: Martha Neomagus-Verheyden en Maria Neomagus-VandenBroeck.

Bij het bombardement van Rotterdam is de Crooswijkschekade op het nippertje overeind gebleven, maar in de jaren zeventig wordt Emma´s huis alsnog gesloopt om plaats te maken voor een bejaardenhuis. Daarna woont Emma zonder pensiongasten in een appartement aan de Goudsesingel13 Ze krijgt nu wat tijd voor zichzelf. Emma heeft vanaf eind 1971 ouderdomspensioen, heeft wat kunnen sparen en gaat regelmatig met een vriendin of met haar nicht Julia van der Kop-Neomagus op reis. En ze heeft haar (klein)kinderen van tijd tot tijd op bezoek.

Ommoord en Zevenkamp

Emma in 1992.

Vanaf 1986 brengt Emma haar levensavond door in een appartement voor senioren in Huize Boekholt in Rotterdam-Ommoord. ´Ik heb nooit geweten dat de oude dag zo erg kon zijn. Alleen is maar erg. Ik zit hier nu vier jaar en de eerste14 moet nog koffie komen drinken´, schrijft ze op 1 januari 1991 aan haar neef Victor in Oosterhout. Na de verkoop van dit complex is ze in het voorjaar van 1999 gedwongen te verhuizen naar een kamer in zorgcentrum De Vijf Havens in de naburige wijk Zevenkamp. Daar zijn de zaken bouwkundig en anderszins nog niet op orde en Emma onwaardig.

Overlijden Emma

Emma komt er na vijf maanden plotseling te overlijden op donderdag 16 september 1999, drie weken voor haar 93ste verjaardag. Op dinsdag 21 september is er een herdenkingsdienst in het crematorium van Capelle aan den IJssel. Daar spreekt de humanistische uitvaartbegeleider G. Schotsman een in memoriam uit en haalt het oudste kleinkind, Jaap Dorhout, herinneringen op aan de Crooswijksekade, aan het spelen op de grote zolder, aan haar laatjes en kastjes met spulletjes om mee te spelen, aan de uitjes naar de dierentuin, de poffertjeskraam en de Kralingse Plas. ´Nooit was oma iets te veel. Ze was een bijzondere vrouw, een sterke vrouw ook die nooit klaagde´.

Zoon Jacques

Zoon Jacques, geboren op 6 oktober 1930, volgt de hbs en de zeevaartschool, is van 1952 tot 1957 stuurman bij de Holland-Amerika Lijn (HAL) werkt daarna in verschillende ambtelijke functies, onder meer bij het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KNMI) en is tot slot vanaf 1967 nautisch adviseur bij het gemeentelijk havenbedrijf van Rotterdam. Hij trouwt op 27 juli 1979 met gemeenteambtenaar Irma Vermeij, geboren op 8 november 1943 in Lopik. Ze kennen elkaar van de Spaanse les. Irma is de dochter van Hermanus Cornelis Vermeij, chauffeur-monteur, en van Grietje Blonk. Irma heeft een dochter Heidi uit een eerlijk huwelijk met M. Treurniet.
Jacques en Irma krijgen samen een zoon: Jacky. Het gezin woont medio jaren tachtig – Jacques is dan gepensioneerd – aan de Tiendweg langs de rivier de Lek in Schoonhoven, vanaf 1989 in Steenbergen, waar Irma secretaresse is van burgemeester Ger van Wijk 15. Eind jaren ’90 wonen Jacques en Irma in het Friese Haulerwijk, vanaf 1999 in Montolieu bij Carcassone in Zuid-Frankrijk 16 en in de jaren ’10 van de nieuwe eeuw in Spanje. Daar overlijdt Irma in 2016 en Jacques op 1 oktober 2017.

Dochter Ans

Een vriend van Jacques is Ype Dorhout, een collega bij de HAL. Tijdens zijn studie woont Ype in het pension van Emma de Jong, waar hij een oogje laat vallen op dochter Ans. Ze raakt van hem in verwachting. Ype Tjeertse Jan Dorhout, op 20 april 1929 in Amsterdam geboren, en Anna Geertruida de Jong, geboren op 16 november 1932 in Rotterdam, trouwen op 15 april 1953 in Rotterdam. Het huwelijk wordt gesloten met instemming van een kantonrechter omdat de ouders van Ype geen toestemming verlenen. 17
Ype zit zeven jaar als stuurman op de grote vaart en besluit omwille van zijn gezin een baan aan de vaste wal te zoeken. Die vindt hij in 1956 in Amsterdam en in 1962 in het Friese Drachten, waar hij tot zijn pre-vut op 57,5-jarige leeftijd technicus is bij Philips. Hij sterft op 17 november 2006. Ans en Ype krijgen drie kinderen:
– Jacob Johan Ype (Jaap), op 14 oktober 1953 in Rotterdam geboren.
– Ype Joseph, op 17 maart 1956 in Rotterdam geboren.
– Emma Carola Marie (Kary), op 12 oktober 1957 in Amsterdam geboren.

Schilderij van Ans op haar rouwkaart.

Schilderen is een belangrijke hobby van Ans. Zo worden alle kamers van het hotel dat zoon Jaap enige tijd in Drachten heeft, voorzien van een schilderij van Ans.
Ans overlijdt op 20 juni 2021, 88 jaar oud, in verpleeghuis Stellinghave te Oosterwolde. Ze heeft dan acht kleinkinderen en drie achterkleinkinderen. Op haar rouwkaart wordt ze omschreven als lief en zorgzaam. Op de rouwkaart staat een schilderij van Ans.

  1. Uit een brief van Emma de Jong aan de auteur, 24 oktober 1982.↩

  2. Zo vertelt Emma’s dochter Ans in 2003.↩

  3. GA Rotterdam, gezinskaart 84. Als beroep is vermeld ´huishoudster´. Boven het adres Kruiskade staat in  een ander handschrift Violierstraat 35, het laatste adres waar het gezin woont.↩

  4. GA Rotterdam, bevolkingsregister. De auteur heeft niet verder teruggezocht.↩

  5. GA Rotterdam, bevolkingsregister 1862-1880, microfiche 146-1528.↩

  6. Volgens het bevolkingsregister vertoeft Jacob in december 1869, hij is dan 18 jaar, in de ´gevangenis voor jeugdige veroordeelden´ aan de Korte Hoogstraat.↩

  7. GA Rotterdam, huwelijksakte 266 op kaart B39.↩

  8. GA Rotterdam, burgerlijke stand 1885, folio 82, kaart 60, akte 264.↩

  9. GA Rotterdam, gezinskaart J333, reconstructie 18 november 1953↩

  10. GA Rotterdam: burgerlijke stand↩

  11. GA Rotterdam, gezinskaart J333. Bij de Jonker Fransstraat en de Crooswijkschekade  9a staat ´inwonend´ op de gezinskaart↩

  12. De inkwartiering van NSB’ers is kennelijk van voor die tijd↩

  13. De auteur – voorlichter in de gemeente Oss en lid van de Vereniging van Voorlichtingsambtenaren,  VVA – stuurt in oktober 1982 een brief naar Emma de Jong aan de Goudsesingel. De brief komt  ongeopend terug met een begeleidend briefje van Anja de Jong, voorlichter in Rotterdam en ook lid van  de VVA, waar ze elkaar van kennen. Emma de Jong blijkt verhuisd te zijn en Anja de Jong is de nieuwe  bewoonster…..↩

  14. De eerste van de broers, neven en nichten bedoelt ze waarschijnlijk.↩

  15. Van Wijk is een goede bekende van de auteur die hoofd van afdeling Voorlichting van de gemeente Oss is in de tijd dat Van Wijk er wethouder is ↩

  16. De auteur bezoekt hen daar in 2004 ↩

  17. Tot 1970 dienen de ouders toestemming te verlenen als de bruidegom nog geen 30 jaar is. De ouders geven hun toestemming niet omdat met name de moeder van Ype een ‘rijke partij’ voor haar zoon in gedachten heeft, vertelt Ans in 2003. Dorhout is van oorsprong een aanzienlijke Friese familie.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.