VII-19 Alida Neomagus
Comments : Off
(1743-1826), domineesdochter,
kind van Johannes Neomagus, VI-12
Dominee Johannes Neomagus doopt op 20 januari 1743 in de kerk van Nuenen zijn dochter Alida. Ze is in totaal zijn achtste kind en de vierde dochter; van zijn tweede vrouw Ida Helena van de Werk het tweede kind en de eerste dochter. Ze is geboren en ter werelt gebragt op sondag den 13. januarij dezes jaars 1743 namiddaghs om half vier.1 Dat moet gebeurd zijn in de pastorie te Gerwen, waar de familie sinds 1735 woont.
Voornamen
Volgens de traditie dient het oudste meisje genoemd te worden naar de grootmoeder van moederszijde, Judith Cornelisdr Cloosterman. Dat is niet het geval. Vader Neomagus noemt haar naar zijn vrouw Ida, door hem zelf overigens geschreven als IJda. Een negen jaar later geboren dochter krijgt wel de naam Judith.
Alphen
Vader Johannes geeft Alida in 1759 als laatste eigen kind aan huis catechesatie. Op 25 december van dat jaar wordt ze als 16-jarig lidmaat aangenomen.2 Ze gaat daarna naar Rhenoy aan de Linge bij Leerdam, komt in oktober 1763 weer thuis, gaat in maart 1764 naar Haarlem, komt in mei 1771 over uit Bloemendaal en gaat uiteindelijk in oktober 1778 naar broer Bastiaan in Alphen, die daar sinds een jaar predikant is. Alida is dan 35 jaar. Ze woont er na verloop van tijd samen met haar broer Thomas en haar zusters Samuelina en Christina.
Hilvarenbeek
In 1819, bij het afscheid van Bastiaan als predikant, zijn ze nog met drieën – Bastiaan, Christina en Alida – en vestigen zich in Hilvarenbeek. Daar sterft Alida, 83 jaar oud, op 20 april 1826 te 5 uur ’s namiddags, zoals blijkt uit de aangifte op de 21ste. Die aangifte gebeurt niet door haar dan 85-jarige broer Bastiaan, die daarvoor mogelijk te oud is, maar door twee inwoners die als ‘bekenden’ van de overledene worden opgevoerd.
Successie
Het is in de 19de eeuw verplicht om van een overlijden ook aangifte te doen bij de belastingdienst, met het oog op de eventueel te betalen successierechten. Uit de ‘memories van successie’ blijkt dat broer Bastiaan in dit geval wel zelf aangifte doet.3 Op 19 oktober 1826 ondertekent Bastiaan met zijn inmiddels zeer bibberige handtekening een stuk waaruit blijkt dat zijn dan 81-jarige zus Christina, weduwe van Philip de Rooy, voor de helft erfgename is. Zij weigert evenwel mede aangifte te doen. Bastiaan wil zich wel van zijn verplichting kwijten, zoals letterlijk is genoteerd.
Nalatenschap
De nalatenschap omvat onder meer zilverwerk, zoals lepels, een beugeltas en een knipbeugel, met een gezamenlijke waarde van 47,90 gulden en kleding die voor 104,80 gulden te boek staat. Er dient nog een rekening van dokter De Lang van 7,70 gulden in mindering te worden gebracht, benevens de begrafeniskosten van 26 gulden. Zodoende is de nalatenschap 119 gulden waard en daarover hoeven geen rechten te worden betaald. De nalatenschap is in 2015 te waarderen op 1230 euro. De begrafeniskosten zijn met 26 gulden relatief duur. In 2015 is dat zo’n 280 euro.