II Joannes Eusebius Neomagus
(ong. 1515 – 1582) predikant,
zoon van Eusebius, I
Neomagus
Monnik
Joannes Neomagus – hij schrijft zijn voornaam zonder de letter h – is dus een katholiek priester en monnik die als prior aan het hoofd staat van het klooster van de Karmelieten in Moers. Het klooster is in 1441 gesticht door graaf Friedrich III en zijn vrouw Engelberta. De Nederlandse prins Maurits verkoopt het klooster in 1614 voor 22.000 karelsguldens. Later is het een gymnasium waar tal van leden van de familie Neomagus studeren voor zij naar de universiteit gaan. In 1898 is het klooster afgebroken.2
Predikant
Budberg
Graaf Hermanns vader Wilhelm laat de nieuwe religie sinds 1532 in het graafschap toe. Pastoor Tilkens van Budberg preekt in de jaren 1544 tot 1549 al volgens de Lutherse leer. De twee opvolgers van Tilkens zijn tegenstanders van de nieuwe leer. De graaf geeft hen de ruimte hun gang te gaan. Daardoor houdt het katholicisme in Budberg langer stand dan elders in het graafschap. De laatste pastoor, Heinrich Fluinmann, laat zich niet door de graaf verleiden de protestantse leer aan te nemen en blijft tot 1558. Dan kan graaf Hermann de vroegere prior Neomagus als eerste officiële predikant in Budberg benoemen. Budberg is een kleine plaats. In 1500 telt ze 150 communicanten, ofwel volwassen kerkgangers.
Ook in Halen en Homberg blijven de gemeenteleden lang trouw aan de kerk van Rome. De graaf benoemt Neomagus hier in 1571 als eerste dominee.
Stem
De manier waarop graaf Hermann de monnik Neomagus overhaalt is opmerkelijk. De graaf komt op een dag langs de kloosterkerk in Moers, hoort Neomagus zingen en geeft hem de volgende raad: Neomagus, ich habe heute dein Stimme gehört, siehe zu, dass du solche nicht versaufst und halte dich wohl. Ich werde deiner Promotion eingedenk sein.4 Vertaald: ‘Neomagus, ik heb je stem gehoord. Let er op dat je die niet verzuipt en hou je goed. Ik zal je bevordering in gedachten houden.’ Wellicht is verzuipen overdrachtelijk bedoeld in de zin van verdrinken in gezang. De graaf stimuleert Neomagus deel te nemen aan discussies over geloofszaken. Dat doet hij kennelijk tot genoegen van de graaf die hem, zoals gezegd, in 1558 beroept tot predikant in Budberg. Zelf gaat graaf Hermann in 1560 in de parochiekerk van Moers openlijk over naar de nieuwe religie.
Budberg is een moeilijke standplaats. De geestelijkheid van het nabije Rheinberg ziet Neomagus als een afvallige en bezorgt hem een slechte reputatie. Nog in 1732 beklaagt dominee Samuel Neomagus (VII-8), zijn achter-achter-achterkleinzoon, van 1726 tot 1748 predikant in Budberg, zich over de houding van de katholieken van Rheinberg.
Halen en Homberg
Brief uit 1574
Het Fries’ Historisch en Letterkundig Centrum Tresoar in Leeuwarden bezit een in het latijn geschreven brief van Joannes uit 1574. Hij ondertekent met Joannes Neomagus Pastor Homburgensis, ofwel pastor in Homburg. Op de achterkant staan enkele aantekeningen, waaronder J.N. 1574. De brief, het oudst bekende geschrift van een Neomagus, komt uit het archief van S.A. Gabbema 6, een Friese geschiedschrijver (1628-1688) wiens archief bewaard is door de voogden van het Oud Burger Weeshuis en Gabbema Gasthuis. Dat archief is in 1854 naar het Friesch Genootschap gegaan, een voorloper van het huidige archief. Hoe de Fries Gabbema aan een brief uit het archief van het graafschap Moers komt, is niet duidelijk. Mogelijk is het archief in Nederland terechtgekomen nadat het graafschap in 1597 in handen komt van de Oranjes. Willem van Oranje is een zwager van graaf Hermann.
Huwelijk
Zoon
Overlijden
Volgens Van Dale hebben deze woorden dezelfde betekenis.↩
Rosenkranz, Das Evangelische Rheinland, II, p 357; NL 1924, kol 123-124. Brief van de burgemeester van Moers van 25 juni 1936, FAJN.↩
Budberg is officieel Nieder-Budberg; ten zuiden van Hoch-Eemmerich ligt Hohen-Budberg.↩
Mast, 400 Jahre Reformation, p. 11. In een voetnoot verwijst Mast naar het artikel Die pastoren der evangelischen Gemeinde Budberg in de uitgave Land und Leute der Grafschaft Moers, nummer 3, 1925. Zie de afbeelding hierboven.↩
Rotscheidt, Monatshefte 1911, p. 3-14↩
aanvraagnummer 9056 HsMM ↩
Met dank aan classicus dr. Bert Goos uit Zwijndrecht voor de vertaling van het middeleeuws latijn, door bemiddeling van Gerrit Neomagus. ↩
document CVFH24, pag. 104-105↩
Mast, 400 Jahre Reformation, p. 121.↩