V-5 Theodorus Neomagus
(ong. 1647 – 1716), predikant,
zoon van Hendrich, IV-1
Dieden
Kerkje
Dieden heeft als Gelderse heerlijkheid al een predikant in 1614. Vanaf 1648 maakt het als hoge heerlijkheid deel uit van de Republiek der Verenigde Nederlanden, behorend tot het kwartier van Nijmegen en het Ambt van Maas-Waal. Namens de Heren van Dieden zorgt een schout voor de dagelijkse gang van zaken. Dieden komt na de Franse inval bij de Bataafse Republiek om in 1815 bij de vorming van het koninkrijk toebedeeld te worden aan de provincie Noord-Brabant.5 Het kerkje van Dieden, waar twee predikanten Neomagus preken – in 1717 ook Johannes Neomagus (VI-1), een oomzegger van Theodorus – is een rijksmonument. Na een periode van verval (alleen de muren staan in 1967 nog overeind) is het in 1970-1971 geconserveerd (dak op het schip, spits op de toren). In 2006 is het eigendom van het Monumentenfonds Brabant dat het als (schilders)atelier heeft verkocht.
Riethoven
Op 19 oktober 1681 gaat Theodorus Neomagus naar de Nederduitse gereformeerde gemeente van Bergeijk, Riethoven en Westerhoven. Tot 1675 is Bergeijk een zelfstandige protestante gemeente, daarna wordt ze samengevoegd met Westerhoven en Riethoven, waartoe ook Borkel en Luyksgestel behoren. De pastorie staat in Riethoven, dan als Rijdhoven geschreven, 550 inwoners groot. De kerk van Riethoven is laatgotisch. De oudste delen zijn van omstreeks 1450. Het houten luihuis bevat een klok uit 1367. Bij de gedwongen overdracht van de kerk aan de protestanten zijn de beelden, kruisen, altaren en zelfs vloeren verwijderd. Bij een visitatie in 1686 wordt vastgesteld dat de kerk synde meer peerdestallen als kercken, zo schrijft Wies van Leeuwen in ‘De 100 mooiste kerken van Noord-Brabant’ (Zwolle 2012). Het aantal protestanten is er op de vingers van één hand te tellen. Er heerst in die periode grote armoede als gevolg van een oorlog met Frankrijk.
Brandstichting
In 1689 vraagt Theodorus om teruggave van 28 gulden (= 316 euro) die hij heeft betaald voor de bediening van het H. Avondmaal. Hij stuurt hierover een rekest aan de Raad van State. Rentmeester Beresteijn stelt hierover een advies op. De Raad van State gaat op 23 mei 1689 akkoord met de vergoeding.
Reijs zack
Uit 1689 is een notarieel stuk bewaard waarin Theodorus Neomagus voorkomt. In augustus 1688, zo blijkt uit een akte van 11 oktober, is in Zutphen een synode, een kerkelijke vergadering. Op de terugweg behoren dominee Theodorus van den Broeck uit Geldrop en Neomagus tot de passagiers op een wagen. In Arnhem aangekomen blijkt de ‘reijs zack’ van Neomagus te zijn verdwenen. Een ramp, omdat het boek van de classis Peel- en Kempenland er in zit. In feite is de akte een proces-verbaal van de diefstal. 7 Ook in 1693 bezoekt Theodorus namens de classis de Gelderse Synode, dit keer in Nijmegen. De Raad van State besluit op 16 september hem daarvoor een vergoeding te geven.
Eersel
De classis van Peel en Kempenland beroept Theodorus als opvolger van zijn schoonvader naar de gemeente van Eersel, Duijssel (Duizel) en Steensel. Deze dorpen tellen respectievelijk 800, 250 en 300 inwoners, van wie 27, 4 en 3 protestanten. 8 Theodorus heeft eerder gesolliciteerd naar de protestantse gemeente van Oerle en Zeelst als opvolger van de overleden Casparus Duijts. Op 5 november 1691 is hij beroepen, zoals dat heet. De classis van Peel en Kempenland draagt hem op 7 januari 1692 bij de Raad van State ter benoeming voor. Die stemt daar mee in: …is na deliberatie goetgevonden en verstaen te approberen tot gedaan beroep van Theodorus Neomagus.
Vacature in Eersel
In een besluit van de Raad van State van 4 juni lezen we dat nog vóór het beroep door de Raad van State is geaccepteerd (op 7 januari) Theodorus’ schoonvader (Bernardus Waterbeeck) is overleden en dat de gemeente van Eersel en Duizel daarna een beroep heeft uitgebracht op Theodorus. De Raad van State stemt daarmee in en besluit de keuze voor Oerle en Zeelst uit te stellen.
Op 28 april heeft de classis van de Raad van State al het advies gegeven in de vacature Waterbeeck een andere predikant te benoemen en daarbij te letten op syn bekquaemheit en stigtelijk leven. Kennelijk voldoet Theodorus aan deze eis.
Zeven ‘ledematen’
Opnieuw brandstichting
Gunstige ligging
Huwelijk
Kinderen
Scriba
Rijke dominee
Overlijdens
Theodorus sterft in Duizel op 15 maart 1716. 15 Hij mag meemaken dat zijn dochter Maria op 6 mei 1714 trouwt met dominee Wilhelmus Peijpers uit Valkenswaard, die hem op 7 november 1717 in Eersel opvolgt. Maar eerst begraaft hij zijn zoon Johannes Bernardus, die op 24 mei 1711 nog maar 25 jaar jong als aankomend predikant in Maastricht komt te overlijden.
Emilia
Een eeuw in Eersel
Regt noemt Theodorus ten onrechte een zoon van Samuel uit Sambeek. Willem Regt (1867-1938) is gemeentearchivaris van Alphen aan den Rijn en legt predikantenlijsten aan: vijfentwintig met de hand volgeschreven banden met gegevens van de predikanten sinds de Reformatie. Nu is de Collectie Regt bij het CBG te raadplegen op micofiches.↩
Website universiteit Duisburg, www.uni-duisburg.de↩
Album Studiosorum Utrecht, kopie FAJN.↩
Taxandria, 1902 p 136. Van Alphens Nieuw Kerkelijk Handboek, bijlage P, p. 254.↩
Sanders, Noord-Brabant tijdens de Republiek, p. 283 en Van Ree-Scholtens, De grensgebieden in het noordoosten van Brabant, p. 281, 282.↩
Taxandria 1902, p 136. In Taxandria 1933 is sprake van de brand in 1689.↩
SA Eindhoven, not. arch. 1240/53, met dank aan Beja Peijpers. Kopie in FAJN.↩
Deze cijfers van 1800 wijken amper af van een eeuw tevoren.↩
Taxandria 1933.↩
Van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant, I, p. 39.↩
NL, LXXVIII (1961), kol. 461.↩
SRE inv nr 8, folio 51, DTB Eersel, dopen 1619-1810. Ook NL 1916, kol 232-234↩
SA Eindhoven, RA Eersel, nrs 49 en 51.↩
SRE, inv. 143, folio 200 en 230.↩
Taxandria, jaargang 1933, houdt het op Eersel. Dat is waarschijnlijk de plaats van de begraving.↩
SAE, doopboek Oerle, inv. 31A.↩