• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

V-5 Theodorus Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(ong. 1647 – 1716), predikant,
zoon van Hendrich, IV-1

Hendrich sr. en Margaretha Moll hebben drie zoons, waarvan Theodorus de derde is. 1 Zijn geboortejaar in Orsoy ligt rond 1647, mogelijk iets later, want hij gaat in 1661 naar het Gymnasium Adolfinum in Moers. Hij zit daarna op de Latijnse School in Kleef, gaat op 2 oktober 1666 aan de universiteit van Duisburg2 studeren en op 25 juni 1671 in Utrecht. Daar studeert Theodorus bij de beroemde Gisberto Voetius. De student staat er ingeschreven afkomstig van Orsavia Clevensis, ofwel Orsoy in het Land van Kleef. 3 In 1672 is hij doopgetuige  in Orsoy. Overigens: Theodorus staat in 1671 ook ingeschreven in het Album Studiosorum Franekerensis, ofwel de universiteit van Franeker. Ook dan is hij afkomstig van Orsavaria Clivensis, Orsoy in het Land van Kleef. Mogelijk heeft hij een kort ‘uitstapje’ gemaakt naar Franeker.

Dieden

Theodorus behoort tot de ‘eeuwige proponenten’, de afgestudeerde protestantse theologen die soms lang moeten wachten op een predikantsplaats. Het aanbod is na het eind van de Tachtigjarige Oorlog (1648) namelijk groter dan de vraag. Theodorus Neomagus begint pas in 1677 als predikant in het nietige Dieden, waar hij op 19 september als proponent is beroepen.4 Dat is een Brabants dorpje aan de Maas, sinds 1810 gemeente Demen, Dieden en Langel, sinds 1923 behorend tot de gemeente Ravenstein die in 2003 is opgegaan in de gemeente Oss. Dieden, ooit Dieten, heeft een boeiende geschiedenis. Het aan de H. Laurentius gewijde kerkje is een Romaanse zaalkerk uit de 11de of 12de eeuw, met een eenbeukig tufstenen schip. De toren is van de 15de eeuw. In 1359 behoort Dieden als leen van de hertog van Brabant tot de heren van Bronkhorst, Batenburg en Borculo. In 1369 verrijst er een kasteel, waarvan de slotgracht nog aanwezig is. De laatste Heren van Dieden zijn in het begin van de 19de eeuw leden van de familie Neomagus Singendonck uit Nijmegen, geen familie. In 1399 komt Dieden onder de hertog van Gelre met een onderbreking tussen 1481 en 1492.

Kerkje

Het kerkje van Dieden.

Dieden heeft als Gelderse heerlijkheid al een predikant in 1614. Vanaf 1648 maakt het als hoge heerlijkheid deel uit van de Republiek der Verenigde Nederlanden, behorend tot het kwartier van Nijmegen en het Ambt van Maas-Waal. Namens de Heren van Dieden zorgt een schout voor de dagelijkse gang van zaken. Dieden komt na de Franse inval bij de Bataafse Republiek om in 1815 bij de vorming van het koninkrijk toebedeeld te worden aan de provincie Noord-Brabant.5 Het kerkje van Dieden, waar twee predikanten Neomagus preken – in 1717 ook Johannes Neomagus (VI-1), een oomzegger van Theodorus – is een rijksmonument. Na een periode van verval (alleen de muren staan in 1967 nog overeind) is het in 1970-1971 geconserveerd (dak op het schip, spits op de toren). In 2006 is het eigendom van het Monumentenfonds Brabant dat het als (schilders)atelier heeft verkocht.

Riethoven

De kerk van Riethoven, getekend in 1789.

Op 19 oktober 1681 gaat Theodorus Neomagus naar de Nederduitse gereformeerde gemeente van Bergeijk, Riethoven en Westerhoven. Tot 1675 is Bergeijk een zelfstandige protestante gemeente, daarna wordt ze samengevoegd met Westerhoven en Riethoven, waartoe ook Borkel en Luyksgestel behoren. De pastorie staat in Riethoven, dan als Rijdhoven geschreven, 550 inwoners groot. De kerk van Riethoven is laatgotisch. De oudste delen zijn van omstreeks 1450. Het houten luihuis bevat een klok uit 1367. Bij de gedwongen overdracht van de kerk aan de protestanten zijn de beelden, kruisen, altaren en zelfs vloeren verwijderd. Bij een visitatie in 1686 wordt vastgesteld dat de kerk synde meer peerdestallen als kercken, zo schrijft Wies van Leeuwen in ‘De 100 mooiste kerken van Noord-Brabant’ (Zwolle 2012). Het aantal protestanten is er op de vingers van één hand te tellen. Er heerst in die periode grote armoede als gevolg van een oorlog met Frankrijk.

Brandstichting

Op 31 juli 1682 koopt Neomagus de pastorie. Eerder, op 18 april 1682, besluit de Raad van State een commissie in te stellen om de waarde van de pastorie te taxeren en Neomagus een toeslag van 60 gulden per jaar te geven voor de huur (in 2015: 670 euro). De Fransen steken het huis in 1688 in brand met al het zich daarin bevindende huisraad en de kerkelijke papieren. Dus ook het hele archief van de protestantse gemeente gaat in vlammen op.6 In 1720 verkoopt dochter Maria, dan predikantsvrouw in Eersel, de plaats waarop de afgebrande pastorie in Riethoven heeft gestaan. Ook in 1747 wordt Riethoven getroffen door een brandschatting van Franse troepen.
In 1689 vraagt Theodorus om teruggave van 28 gulden (= 316 euro) die hij heeft betaald voor de bediening van het H. Avondmaal. Hij stuurt hierover een rekest aan de Raad van State. Rentmeester Beresteijn stelt hierover een advies op. De Raad van State gaat op 23 mei 1689 akkoord met de vergoeding.

Reijs zack

Notarieel stuk uit 1689. De naam Theodorus Neomagus is omcirkeld.

Uit 1689 is een notarieel stuk bewaard waarin Theodorus Neomagus voorkomt. In augustus 1688, zo blijkt uit een akte van 11 oktober, is in Zutphen een synode, een kerkelijke vergadering. Op de terugweg behoren dominee Theodorus van den Broeck uit Geldrop en Neomagus tot de passagiers op een wagen. In Arnhem aangekomen blijkt de ‘reijs zack’ van Neomagus te zijn verdwenen. Een ramp, omdat het boek van de classis Peel- en Kempenland er in zit. In feite is de akte een proces-verbaal van de diefstal. 7 Ook in 1693 bezoekt Theodorus namens de classis de Gelderse Synode, dit keer in Nijmegen. De Raad van State besluit op 16 september hem daarvoor een vergoeding te geven.

Eersel

De kerk van Eersel in 1788.

De classis van Peel en Kempenland beroept Theodorus als opvolger van zijn schoonvader naar de gemeente van Eersel, Duijssel (Duizel) en Steensel. Deze dorpen tellen respectievelijk 800, 250 en 300 inwoners, van wie 27, 4 en 3 protestanten. 8 Theodorus heeft eerder gesolliciteerd naar de protestantse gemeente van Oerle en Zeelst als opvolger van de overleden Casparus Duijts. Op 5 november 1691 is hij beroepen, zoals dat heet. De classis van Peel en Kempenland draagt hem op 7 januari 1692 bij de Raad van State ter benoeming voor. Die stemt daar mee in: …is na deliberatie goetgevonden en verstaen te approberen tot gedaan beroep van Theodorus Neomagus. 

Vacature in Eersel

In een besluit van de Raad van State van 4 juni lezen we dat nog vóór het beroep door de Raad van State is geaccepteerd (op 7 januari) Theodorus’ schoonvader (Bernardus Waterbeeck) is overleden en dat de gemeente van Eersel en Duizel daarna een beroep heeft uitgebracht op Theodorus. De Raad van State stemt daarmee in en besluit de keuze voor Oerle en Zeelst uit te stellen.

Handtekening van Theodorus Neomagus.

Op 28 april heeft de classis van de Raad van State al het advies gegeven in de vacature Waterbeeck een andere predikant te benoemen en daarbij te letten op syn bekquaemheit en stigtelijk leven. Kennelijk voldoet Theodorus aan deze eis.

Zeven ‘ledematen’

De Raad van State stemt op 15 maart 1694 in met de benoeming van Johannes van Oerle tot predikant van Bergeijk en Riethoven in plaats van Theodorus Neomagus. Eerder, op 9 januari 1694, behandelt de Raad een brief van de classis die haar zorgen uit over het feit dat de gemeente van Berkeijk en Riethoven maar zeven ‘ledematen’ telt, te weinig om een kerkenraad samen te stellen. De classis krijgt toestemming een andere predikant beroepen in plaats van Neomagus. Op de eerste pagina van het doopboek van Bergeijk uit 1694 meldt Johan van Oerle dat hij de opvolger is van Theodorus Neomagus, die er van 1681 tot 1693 predikant is geweest.

Opnieuw brandstichting

Het predikantsgezin krijgt ook in Eersel te maken met brandstichting door de Fransen. Zo is er een lijst ende verclaeringe van de schade die ingezetenen van Eersel geleden hebben bij de brand van 9 oktober 1694 door de Fransen. De heere predikant Neomagus zijnde nu ten tweede maele totaliter verbrant een huysinge met achterhuysinge ende aankleve van dijen met alle syn meubelen, ende schade bij denselve geleden ende geëstimeert ter somme van… 9 Het bedrag is niet ingevuld! Theodorus Neomagus en Petrus Waterbeeck, zijn zwager die predikant is in Hapert en Bladel, sturen een verzoekschrift aan de Raad van State om een vergoeding van 300 tot 400 gulden voor de geleden schade (koopkracht van 350 gulden in 2015: 3525 euro). Beiden hebben te maken gehad met door den vijand te zijn gebrant, geplondert en van al het hare berooft. De Raad wijst het verzoek op 5 november af en adviseert een beroep te doen op het Quartier van Kempenland, dat opbrengsten heeft van geestelijke goederen. Men dient de schade op te geven aan de quartierschout. Of dat resultaat heeft gehad is niet bekend. De familie Neomagus gaat daarna in Duizel wonen, vermoedelijk bij de schoonfamilie Waterbeeck op de pastorie. Theodorus heeft wel succes met zijn verzoek van 31 januari 1695 aan Philip Jacob van Borssele, raad en rentmeester-generaal der domeinen die de administratie voert over de goederen van de abt van Echternach, om de ‘glaasen’ (ruiten) van de kerk van Eersel te laten repareren. De Raad van State gaat daar op 5 mei 1695 mee akkoord.

Gunstige ligging

Eersel is, alle ellende ten spijt, een van de grotere dorpen in de Kempen. Het ligt op een zandrug en het transport van goederen is hier aangewezen op landwegen. De Kempen vormen een doorvoergebied. De voerlui oriënteren zich op de kerktorens die in de Kempen dan ook opvallend hoog zijn opgetrokken. 10 Eersel ontwikkelt zich, met Bergeijk en Hilvarenbeek, tot een belangrijk centrum. Zo kopen voerlui vanuit Eersel in ‘s-Hertogenbosch, Heusden en Breda zout, zeep en mout op, om deze te transporteren naar Hasselt, Maastricht, Luik en Keulen. De ligging van Eersel aan internationale handelswegen maakt voor de Neomagi een uitwisseling met familieleden in Baerl ven Orsoy gemakkelijker. Als er in de Kempen een kind op komst is, maken zij tot op hoge leeftijd de lange en ongemakkelijke reis, blijven ongetwijfeld een tijd logeren en treden op als doopgetuigen.

Huwelijk

Theodorus trouwt, kort na zijn benoeming in Bergeijk en Riethoven, in 1681/1682 in Eersel met Aemilia of Emilia (Emelie) Waterbeeck, dochter van dominee Bernardus Waterbeeck en Johanna of Jenneken Stroombergen. 11 Het huwelijk is in ieder geval gesloten voor 16 december 1682, want dan is Amelia Waterbeecks, hausfrau van Theodorus Nimwegen doopgetuige in Orsoy. Ze heeft als hoogzwangere in weinig comfortabele koetsen de ruim 200 kilometer lange reis gemaakt van Riethoven naar Orsoy en terug. Een maand later bevalt ze van haar eerste kind.

Kinderen

Theodorus en Emilia krijgen vijf kinderen. Achterin het Kerkeboek van Eersel, blz. 273, staat een door schoonzoon Willem Peijpers na diens aantreden een in 1717 opgestelde opsomming van de kinderen van Theodorus. Peijpers noemt het  ‘narigtingh nopens den salr (saliger) predr (prediker) Theodorus Neomagus zijn kinderen’. Hieruit blijkt wie er in Riethoven en wie in Eersel is geboren en voor zover bekend gedoopt. 12
– Samuel, geboren en gedoopt in Riethoven op 17 januari 1683. Volgt VI-4.
– Johannes Bernardus, geboren in Riethoven op 9 maart 1686. Volgt VI-5.
– Hendricus, geboren in Riethoven op 24 november 1688, dezelfde dag gedoopt en in Riethoven overleden op 30 juni 1689.
– Johanna Margarita, geboren en gedoopt op 26 juli 1693 in Eersel. Volgt VI-6.
– Maria, geboren op woensdag 2 november 1695 in Eersel, gedoopt op 6 november. Volgt VI-7.
Ene Seijken is in het predikantsgezin enige tijd in dienst als ‘meid’. In oktober 1694 wordt ze zelf moeder gezien de doop op de 24ste van een kind van Lauwrens en Seijken.

Scriba

In oktober 1703 treedt Theodorus als ‘naburig predikant’ op als lid van een commissie die instemt met de benoeming van Adreas de Jongh tot predikant van Eindhoven. Na het overlijden van dominee Johannes Piscator in april 1703, heeft de proponent Herm. Cuijpers in Eindhoven waargenomen. Die is later predikant in Mierlo. Op 25 november 1708 zegent Theodorus zijn zoon Samuel in als predikant van Vessem, Hoogeloon, Kasteren en Knegsel. Neomagus figureert ook in de vergaderingen van de classis. Op 16 en 17 april 1709 is hij daarin scriba.
We zien Theodorus ook enkele keren bij dopen optreden. Op 1 november 1693 doopt hij in Lage Mierde de jonggestorven Johannes Petrus, zoon van Johannes Neomagus (getrouwd met Margaretha Peijpers), dus een kleinzoon van zijn neef Petrus, burgemeester van Orsoy. Op 17 juli 1695 is hij in Lage Mierde getuige bij de doop van Margaretha Neomagus die in 1720 trouwt met Jan Boebender.
Blijkens stukken van de schepenbank van Eersel is Neomagus in 1697 curator bij het testament van mr. Dirck Vogels. De openbare verkoping van de inventaris van Vogels is op 13 oktober 1698. Neomagus koopt onder meer een brandijser, een copere pan, een stoel en kussens. Neomagus huurt op 11 augustus 1698 een huis van ene Jan Rombouts. 13

Rijke dominee

Kennelijk heeft Elisabeth Waterbeeck of haar man eens 400 gulden geleend van zwager Theodorus Neomagus, want op 13 oktober 1710 passeert bij notaris Heribert van Audenhoven in Oirschot een akte, waarin wordt vastgelegd dat ze de laatste 250 gulden (in 2015: 2217 euro) van die lening heeft terugbetaald. Een van de getuigen is dominee Petrus Waterbeeck uit Hapert. In de notariële archieven komen meer transacties voor betreffende leningen die het predikantsechtpaar verstrekt.
Theodorus Neomagus is kennelijk niet onbemiddeld. Cornelia van Gijsbergen, weduwe van Ericus Duijtz, verklaart hem op 12 januari 1708 ten overstaan van dezelfde notaris 600 gulden schuldig te zijn. 14 Zo’n bedrag komt in 2015 qua koopkracht overeen met 6940 euro.

Overlijdens

Kerk van Duizel in 1788. Nu staat alleen de toren er nog.

Theodorus sterft in Duizel op 15 maart 1716. 15 Hij mag meemaken dat zijn dochter Maria op 6 mei 1714 trouwt met dominee Wilhelmus Peijpers uit Valkenswaard, die hem op 7 november 1717 in Eersel opvolgt. Maar eerst begraaft hij zijn zoon Johannes Bernardus, die op 24 mei 1711 nog maar 25 jaar jong als aankomend predikant in Maastricht komt te overlijden.

Emilia

De overlijdensdatum van moeder Emilia staat niet in de registers van Eersel. Ze is in ieder geval op 9 april 1702 getuige bij de doop van France Margaretha, dochter van Johannes van Flodrop, schoolmeester in Oerle, en diens vrouw Geertruij Verhagen. 16 In geen stuk is te vinden dat Emilia vóór haar man sterft. Het ligt voor de hand dat Emilia als weduwe bij een van haar kinderen intrekt, maar haar overlijden of begraving is ook niet geregistreerd in Lage Mierde, ‘s-Hertogenbosch of Valkenswaard, waar die kinderen wonen. Haar schoonzoon Willem Peijpers noemt haar niet in het lidmatenregister dat hij bij zijn aantreden in Eersel aanlegt. Emilia is kennelijk voor november 1717 overleden of uit Eersel vertrokken.

Een eeuw in Eersel

Zoals Theodorus als schoonzoon Bernardus Waterbeeck is opgevolgd, zo is Theodorus’ opvolger in Eersel dus zijn schoonzoon Wilhelmus Peijpers (VI-7), die er tot zijn dood in 1748 blijft. Protestants Eersel is zodoende van 1654 tot 1748, nagenoeg een eeuw, in handen van dezelfde familie.

  1. Regt noemt Theodorus ten onrechte een zoon van Samuel uit Sambeek. Willem Regt (1867-1938) is gemeentearchivaris van Alphen aan den Rijn en legt predikantenlijsten aan: vijfentwintig met de hand volgeschreven banden met gegevens van de predikanten sinds de Reformatie. Nu is de Collectie Regt bij het CBG te raadplegen op micofiches.↩

  2. Website universiteit Duisburg, www.uni-duisburg.de↩

  3. Album Studiosorum Utrecht, kopie FAJN.↩

  4. Taxandria, 1902  p 136. Van Alphens Nieuw Kerkelijk Handboek, bijlage P, p. 254.↩

  5. infoSanders, Noord-Brabant tijdens de Republiek, p. 283 en Van Ree-Scholtens, De grensgebieden in het noordoosten van Brabant, p. 281, 282.↩

  6. infoTaxandria 1902, p 136. In Taxandria 1933 is sprake van de brand in 1689.↩

  7. SA Eindhoven, not. arch. 1240/53, met dank aan Beja Peijpers. Kopie in FAJN.↩

  8. Deze cijfers van 1800 wijken amper af van een eeuw tevoren.↩

  9. Taxandria 1933.↩

  10. Van den Eerenbeemt, Geschiedenis van Noord-Brabant, I,  p. 39.↩

  11. NL, LXXVIII (1961), kol. 461.↩

  12. SRE inv nr 8, folio 51,  DTB Eersel, dopen 1619-1810. Ook NL 1916, kol 232-234↩

  13. SA Eindhoven, RA Eersel, nrs 49 en 51.↩

  14. SRE, inv. 143, folio 200 en 230.↩

  15. Taxandria, jaargang 1933, houdt het op Eersel. Dat is waarschijnlijk de plaats van de begraving.↩

  16. SAE, doopboek Oerle, inv. 31A.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.