• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

X-11 Maria Johanna van Boetzelaer-Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1832-1912), naaister, barones en douairière,
dochter van Daniel, IX-17

Victor Neomagus (1907-2002) uit Oosterhout1 wil nog wel eens opscheppen over zijn vermeende blauwe bloed in relatie tot zijn oudtante Marie, ‘tante Mieke’, de douairière. Welnu, dat blauwe bloed klopt niet, maar dat van de douairière wel. Op 7 maart 1912 overlijdt namelijk, bijna 80 jaar oud, in Teteringen – citaat  uit de overlijdensadvertentie:2  Douairière D.C.C. Baron van Boetzelaer, geboren Maria Johanna Neomagus. Een douairière is een weduwe van adellijke huize.

Overloon

Maria Johanna is geboren op 18 augustus 1832 ‘s middags om vijf uur in Overloon, in die tijd officieel de gemeente Maashees en Overloon, later gemeente Vierlingsbeek, thans gemeente Boxmeer, als dochter van Daniel Neomagus en Anna van Maren. Vader Daniel is 35 jaar en commies tweede klasse. De twee getuigen bij de aangifte zijn de landbouwers Peter Theunissen (54) en Martin Baltussen (55). Ze verklaren niet te kunnen schrijven en ondertekenen de akte niet. Behalve van burgemeester tevens ambtenaar van de burgerlijke stand H. Janssen, staat daarom alleen de handtekening van Daniel onder de akte.3
Maria krijgt, als alle kinderen uit dit gezin van een protestantse vader en een katholieke moeder, het rooms-katholieke doopsel.

Twee meisjes

Na Maria komt in 1835 in Bergeijk nog een meisje ter wereld, Jacoba, dat na acht maanden sterft. Kindersterfte treft het gezin al in 1824, als de twee dagen oude eersteling, Willem, overlijdt. Het gezin telt uiteindelijk één meisje: Maria Johanna, en vier jongens: Willem Cornelis als oudste, Louis, Frederik die na zijn zusje komt, en Godefridus, de jongste.

Naam

Maria Johanna wordt zonder twijfel vernoemd naar haar moeder Jo(h)anna Maria van Maren. De dochter staat in de familie bekend als (oud)tante Marie. Bij de geboorteaangifte van haar eerste twee kinderen, in 1853 en 1854, is sprake van Johanna Maria Neomagus. De voornamen zijn verwisseld. Met opzet of bij vergissing? Hoe het ook zij, ze wil weer heten zoals ze geboren is. Op 5 januari 1865 bekrachtigt de Arrondissementsrechtbank van ‘s-Gravenhage de voornaamwijziging in Maria Johanna.

Huishoudelijke dienst

Van Marie kunnen we slechts gissen dat ze met haar ouders meegaat naar Someren-Lierop, Bergeijk, Leende, Asten en nogmaals Bergeijk, de standplaatsen van haar vader Daniel. Die gaat in 1850 naar Chaam. Victor schrijft in 1936 over zijn tante Marie dat zij de baron in Chaam heeft leren kennen. Marie heeft daar, volgens het bevolkingsregister van haar latere woonplaats Princenhage, wel gewoond, maar kennelijk maar kort, want ze treedt in het vroege voorjaar van 1852 als 19-jarige in dienst van de familie Van Boetzelaer, wonend aan de Lange Vijverberg 4 in ’s-Gravenhage.4 Dat tijdstip is af te leiden van de geboortedatum van haar eerste kind,

Marie Neomagus, foto uit het familiearchief Van Boetzelaer.

5 februari 1853. Dat kind is kennelijk verwekt rond april/mei 1852, en op dat moment moet ze de vader, Dirk van Boetzelaer, dus al kennen. Marie maakt als naaister deel uit van het huishoudelijk personeel in het gezin van het kinderrijke echtpaar Coenraad Carel Vincent (1776-1845), baron Van Boetzelaer, heer van Dubbeldam, ritmeester, kamerheer in buitengewone dienst, agent van ’s rijks schatkist, en Theodora Cornelia Elsabé van Voorst (1782-1840), de tweede van zijn drie vrouwen.

De heer des huizes, Coenraad, trouwt eerst op zondag 21 maart 1802 in Den Haag met Charlotte van Gael (1780-1802), die op de trouwdag een levenloze zoon baart en vier dagen later, op 25 maart, sterft. Coenraads derde vrouw, de stiefmoeder van Dirk, is Wilhelmina Christina von Schlaubusch (1786-1847). Ze trouwen in 1844 als Coenraad 68 jaar is en zijn vrouw 58. Coenraad sterft een jaar later, zijn derde vrouw twee jaar later.

Dirk

Coenraad en zijn tweede vrouw krijgen tussen 1806 en 1819 negen kinderen, onder wie vier zonen van wie alle thans in leven zijnde Van Boetzelaers afstammen. Het zevende kind en de derde zoon is Dirk Coenraad Carel, in ’s-Gravenhage geboren op 19 november 1814. Hij is van 1834 tot 1849 (eervol ontslag per 2 mei 1848 met ingang van 1849) tweede en daarna eerste luitenant in het derde bataljon veldartillerie en keert dan kennelijk terug naar het ouderlijk huis. Wanneer Dirk in Marie’s woonplaats Chaam verblijft en waarom is niet bekend. Marie Neomagus komt kort daarna – begin 1852 – bij de Van Boetzelaers in dienst. Marie’s kleinzoon Carel baron Van Boetzelaer schrijft in 1952 aan de 80-jarige Victor Neomagus in Putte:5 Is zij naaister geweest in Den Haag vóór de geboorte van haar oudste zoon, mijn vader? Het was een aardige geschiedenis die u mij schreef over de kennismaking van mijn grootouders, waar ook uw vader een rol6 bij speelde.

Eerste kinderen

Ze krijgt als ongehuwde moeder twee kinderen van Dirk:
  • Johan Carel op 5 februari 1853 in Oosterbeek, gemeente Renkum;
  • Charlotte Maria op 10 februari 1854 in ‘s-Gravenhage.
In het Haagse bevolkingsregister van 1849-1859 komen Maria en haar kinderen overigens niet voor. Het bevolkingsregister van Renkum uit die periode is verloren gegaan.

Geboorteakte

Dat de vóór het huwelijk geboren kinderen van Dirk zijn, blijkt uit de voornamen uit het geslacht Van Boetzelaer en uit het wettigen bij het huwelijk. De geboorteakte van Johan Carel geeft nogal wat informatie. Hij is op zaterdag 5 februari 1853 geboren in Oosterbeek, gemeente Renkum, ten huize van de 41-jarige vroedmeester Cornelis Klaris Aveling. Die geeft het kind aan en verklaart dat de geboorte plaatsheeft ‘in zijne tegenwoordigheid’ en ‘ten zijnen huize’. Verder staat in de akte dat moeder Johanna Maria Neomagus negentien jaren oud is, zonder beroep en wonende te Oosterbeek. In die tijd dienen er twee getuigen aanwezig te zijn bij het opmaken van de akte. Dat kunnen familieleden, collega’s, buren of kennissen zijn, maar ook toevallige aanwezigen of passanten. In dit geval zijn de getuigen de landbouwers Gerrit en Hendrik Jansen. Die blijken op die zevende februari 1853 op het gemeentehuis te zijn omdat Gerrit Jansen ook de geboorte van een kind komt aangeven, zoals blijkt uit de volgende geboorteakte.
De geboorteakte van Johan Carel, die dan nog de achternaam Neomagus krijgt, is later in de marge voorzien van aanvullende informatie. De griffier van de rechtbank in Arnhem verklaart op 8 oktober 1862 dat Dirk heeft gezegd dat hij de vader van het kind is. Dat is kennelijk gebeurd bij gelegenheid van zijn huwelijk op 3 oktober van dat jaar. Dezelfde griffier voegt er op 25 februari 1865 nog een aantal regels over hetzelfde onderwerp aan toe.

Oosterbeek

Het is wellicht niet vreemd dat de ongehuwde moeder kennelijk met het oog op haar bevalling en vanwege de schande voor de adellijke familie naar Oosterbeek is ‘verbannen’. Hoewel de dochter die ze één jaar later nog steeds als ongehuwde moeder krijgt, in ’s-Gravenhage ter wereld komt. En wat te denken van het feit dat de min of meer bij toeval in Oosterbeek geboren Johan Carel, na een carrière in Nederlandsch Oost-Indië, zijn levensavond doorbrengt in zijn geboortedorp Oosterbeek en daar op 4 november 1931 sterft.

’s Princenhage

Dirk baron Van Boetzelaer.

Op 4 augustus 1858 koopt Dirk de Heerlijkheid Burgst onder ’s Princenhage van de erfgenamen van mr. Huibert Nahuys van Burgst. ’s Princenhage heet nu Princenhage en maakt deel uit van de gemeente Breda. De protestante Dirk gaat er ongehuwd samenwonen met de katholieke Marie – die ingeschreven is als huishoudster – en de kinderen. De huishouding bestaat verder uit een tuinman, een knecht en een dienstbode. Ze wonen er ruim vier jaar. Dirk zelf staat in het bevolkingsregister als ‘particulier’, hetgeen betekent dat hij zelf in zijn onderhoud voorziet.

De Heerlijkheid Burgst is al bekend vóór 1200. Het huidige landhuis, ooit de woning van de familie Van Boetzelaer-Neomagus, dateert van 1790. Het is een rijksmonument. De bewoner vóór hen is, zoals gezegd, Huibert Gerard Nahuys (1782-1858), die zich baron van Burgst noemt. Hij vervult tal van functies in Nederlands-Indië en is een trouw aanhanger van het Oranjehuis. Al in 1815 vecht hij mee tegen de Fransen. Hij kent het geheim van koning Willem II, die bisexueel is, en beschermt de koning bij de chantagepogingen waaronder hij om die reden heeft te lijden. Op 8 januari 1849 keert Van Nahuys voorgoed terug naar zijn kasteel bij Breda.  Nahuys is ridder in de Militaire Willemsorde, ridder, later commandeur in de orde van de Nederlandse Leeuw en ook ridder van het Legioen van Eer.

Brief

Foto van Marie uit het familiearchief Van Boetzelaer.

 

Als zich in het voorjaar van 1862 een derde kind aandient, gaan Marie en Dirk trouwen. Een huwelijk van een baron met de huisnaaister van de familie, is voor een baron een huwelijk beneden zijn stand, een mésalliance. Dirk houdt van Marie en schrijft zijn oudste broer Christiaan Willem Johan (1806-1872) over zijn voornemen. De brief is gedateerd op zondag 21 september 1862, de eerste dag dat Dirks voorgenomen huwelijk op het gemeentehuis is aangeplakt. Hij schrijft zijn ‘waarde broeder’ op huize Sandwijk in Utrecht onder meer:7

  • Ik bemin teveel de vrouw die mij reeds twee kinderen geschonken heeft om haar te verlaten. De achting en liefde die ik haar toedraag is groot genoeg om haar tot vrouw te nemen. De verzekering van hare genegenheid na zoo vele jaren omgang met haar te hebben gehad doen mij geen oogenblik wankelen in mijn besluit.
  • Het zij U vooreerst genoeg dat ik U de verzekering geve, dat zij van een zacht en goed humeur begaafd is, een edelaardig en goed geplaatst hart heeft, een gezond gestel en een goed verstand haar deel is.
  • Na de vermelding dat Miet ‘Roomsch Catholiek’ gedoopt is, schrijft Dirk: Onze kinderen worden protestantsch en de moeder later denk ik ook. Zij is arm, ten minste bezit geen wereldsch goed. Daarom heb ik Burgst8 verkocht en ga mij netjes te Brussel droogen,9 Rue du Trone 52 aldaar.
  • Dirk vertelt zijn broer hoe het gekomen is dat hij het nog niet wist en schrijft vervolgens: Vergeef mij nu U daarover alvorens niet geraadpleegd te hebben want ik kon vooruit begrijpen dat gij het zoude afkeuren. Evenwel ik mag mij met de hoop vleijen dat gij eerder mijn levenswijze tot nu toe zult berispen dan de herstelling mijner wandaden zult laken.

Huwelijk

De huwelijkssluiting is op 3 oktober 1862 ’s Prinsenhage.10 De hoogzwangere ‘mejufvrouw’ Marie is 30 jaar, de hoogedelgeboren Dirk is 47. Hun beider beroep is particulier. Dirk erkent bij het huwelijk de kinderen van Marie.
Victor Neomagus (1872-1960), zoon van Marie’s broer Frederik, schrijft in 1936 aan zijn heerneef Frits: Van Boetzelaer heeft de familiestamboom der Neomagussen weer in orde zien te krijgen, zodat tante Marie haar eigen familiewapen had. Dien stamboom en wapen schenen voldoende te zijn om het huwelijk niet als een mésailliance aan te merken. Den Hogen Ned. Adel heeft zulks ook nimmer als dusdanig beschouwd.

Brussel

Het gezin gaat snel daarna naar Brussel, waar het derde kind ter wereld komt:

  • Theodoor Willem, geboren 16 december 1862, te Ixelles, in het Nederlands Elsene, een deelgemeente van Brussel.11

Bavel

Lang duurt het verblijf in Brussel niet. Op 5 januari 1864 schrijft Dirk zijn zeer waarde broeder! een brief vanuit Ginneken. De familie woont in Bavel, huisnummer 55. Het is kennelijk een boerenhoeve, aangezien in 1894 de bewoners landbouwers zijn. Bavel grenst aan Ginneken. De naam van de gemeente is ´Ginneken en Bavel´, nu gemeente Breda. Het gemeentehuis en de hervormde kerk staan in Ginneken. Dirk dateert zijn brieven in Ginneken.12 Na nieuwjaars- en gezondheidswensen volgt informatie over een financiële zaak, en dan:

  • Op een nevensgaand lijstje heb ik de door U gevraagde namen enz. voor Uwe aanteekeningen gesteld. Mijn huwelijk, waarvan ik op dat lijstje geen melding maak, heeft te ’s Princenhage den 3en October 1862 plaats gehad. Het is mij dunkt geen noodzakelijkheid daarvan in de genealogieën melding te maken. Met andere woorden: Dirk vindt het niet nodig dat zijn huwelijk in de familiegeschiedenis een plaats krijgt…
  • Schrijvend over zijn gezondheid: Ik heb nogthans geen zeer warm huis maar het bevalt mij nog al in de bewoning en zullen er hoop ik de 3 jaren dat ik het gehuurd heb wel uithouden.

Nog drie kinderen

In de gemeente Ginneken en Bavel worden nog drie kinderen geboren:
  • Vincent Coenraad, geboren 28 juni 1865, overleden 30 augustus 1865 na eenige maagpijn en bijkomende stuipen. Dirk schrijft zijn broer: De moeder is ontroostbaar en verwekt mij het diepst medelijden.13Broer Willem Neomagus schrijft op rijm lange troostwoorden en een lijkklacht aan zijn zuster.14
  • Elisabeth Maria, geboren 28 februari 1867.
  • Vincent Lodewijk, geboren 14 juni 1869.15

Welstand

Dirk is onder meer bestuurslid van de Maatschappij tot Bevordering van Welstand, voornamelijk onder Landlieden. Deze maatschappij is rond 1825 een initiatief van vooraanstaande protestanten in Noord-Brabant met de bedoeling boerderijen te verpachten aan uit het noorden overkomende protestantse boeren. Op die manier probeert men de teruggang van de protestantse bevolking in de provincie tegen te gaan.16
Een ander bestuurslid is mr. Willem Jan Both Hendriksen (1780-1853). Diens zus Elisabeth trouwt Christiaan, de oudste broer van Dirk baron Van Boetzelaer. In 1851 geeft de algemene vergadering van de maatschappij toestemming om een proef te nemen met een vaste, gesalarieerde administrateur. Die dient op alle hoeven en de daarop geplaatste gezinnen toezicht te houden. (Christiaan en zijn vrouw komen in 1854 door vererving in het bezit van buitenplaats Sandwijck in De Bilt, nu een rijksmonument en eigendom van Het Utrechts Landschap. Aan de andere kant van de oude rijksweg N237 ligt het Dr. Carel van Boetzelaerpark, in 1930 aangelegd en geschonken aan de gemeente).

Benoeming

Het plan is van Both Hendriksen en – nadat de proef slaagt – wordt met ingang van 1 februari 1861 E. (Engelbertus) Th.J.P. Neomagus (1825-1895) uit (Etten-)Leur benoemd tot administrateur met de titel amanuensis. Deze Bertus Neomagus is klerk bij de belastingen en zeepzieder (zeepfabrikant). Hij stamt uit de Hollandse tak van de familie Neomagus. Het is aannemelijk dat Dirk van Boetzelaer en Marie Neomagus hun verre verwant Bertus Neomagus in 1852/53 via Both Hendriksen leren kennen en dat de familierelatie met hem later, in 1860, een rol speelt bij de benoeming, ook al is Both Hendriksen dan overleden. Hoe het ook zij, in 1861 woont Bertus Neomagus in Breda en Dirk van Boetzelaer in Princenhage, vanaf 1864 in Bavel, dorpen die vergroeid zijn met Breda.

Van Gogh

Terzijde: dominee Vincent van Gogh – de grootvader van de schilder – is van 1828 tot 1866 boekhouder-secretaris van de maatschappij. Hij is van 1822 tot 1853 hervormd predikant in Breda, woont – net als Neomagus – in de binnenstad en kleinzoon Vincent logeert vaak bij zijn grootvader.17 Diens zoon Theo van Gogh, dominee in Nuenen van 1880 tot 1885, wordt in 1882 benoemd tot districtsbestuurder van de maatschappij. Bertus Neomagus trekt veel met beide Van Goghs op en ontmoet nagenoeg zeker ook de schilder Vincent. Bertus Neomagus, de Maatschappij van Welstand en de familie Van Gogh komen afzonderlijk aan de orde.18

Foto

Nog een foto van Marie uit het archief van de Van Boetzelaers.

 

In het familiearchief Van Boetzelaer zitten foto’s van Dirk en Marie.19 Die moeten dateren van omstreeks 1880, want Dirk sterft in 1884. Marie, dan rond de vijftig, staat er goed op, het haar achterover (vermoedelijk in een knotje), oorbellen in, het volle gezicht en de hals glad, ernstig van zich afkijkend. Het is ter beoordeling aan de huidige Neomagi om enige herkenning of gelijkenis vast te stellen. Overigens ziet ook de bijna achttien jaar oudere Dirk er voor zijn leeftijd goed uit.

Poëziealbum

Gedicht van Marie (in 't Frans) met haar handtekening.

In de tweede helft van de 19de eeuw is het heel gebruikelijk dat volwassenen een poëziealbum hebben. In het archief van de familie Van Boetzelaer zit onder meer een poëziealbum van Marie Neomagus.20 Het is geen album met eenvoudige versjes en plaatjes, meer een mapje met verzen en verhaaltjes van Marie zelf en van haar broer Willem Neomagus. Er zijn ook geschriften bij van Dirk. Het zijn veel verhalen met Bijbelse onderwerpen, al of niet overgeschreven kinderversjes (Een knaapje zag een roosje staan), ook Franstalige teksten, romantische verhalen en enkele schetsjes van (onbekende) personen.

De bijdragen van broer Willem bestaat uit nieuwjaarswensen en verjaardagswensen, wensen bij de geboorte van de kinderen. Verder zowel een ’troostwoord’ als een ‘lijkklacht’ bij het overlijden van Vincent Coenraad, die in 1865 twee maanden na de geboorte sterft.

Teteringen

Aangifte van het overlijden van Dirk door zijn 'neef' Bertus Neomagus.

Als Dirk in 1884 op 69-jarige leeftijd overlijdt, is Marie 51 jaar. Ze verhuist in 1894 – overschrijving op 22 januari – naar Teteringen en gaat verder door het leven als de douairière Van Boetzelaer. De kinderen zijn nog niet allemaal de deur uit. De jongste, Vincent Lodewijk, is net vijftien jaar als zijn vader sterft. Ze trouwen allemaal tussen 1891 en 1911 en zorgen voor een nog steeds voortlevend nageslacht Van Boetzelaer, waarvan de leden dus Neomagusbloed hebben.

Huwelijken kinderen

De oudste, Johan Carel (1853-1943), vertrekt op 18 december 1873 naar Delft en trouwt op 19 oktober 1891 in ‘s-Gravenhage met de Anna Maria Jacoba Josina de Winter (1865-1931). Hij is controleur eerste klasse bij het binnenlands bestuur op de bezittingen Buiten Java en Madoera, later assistent-resident. Bij het huwelijk is de 66-jarige Engelbertus Neomagus uit Breda een van de getuigen. Hij wordt ‘neef van de bruidegom’ genoemd, hetgeen niet juist is. Zij krijgen twee kinderen:
  • Carel Wessel Lodewijk (1892-1984) die tweemaal trouwt: in 1917 met Susanne Josine van Gelder (1895-1982), uit welk huwelijk twee dochters voortkomen, in 1932 met Henriette Wilhelmina Johanna Waller (1905-1999).
  • Maria Wilhelmina (1898), in Zuid-Afrika overleden.
Nummer twee, Charlotte Maria (1854-1945), verblijft in 1898 vijf maanden in het Belgische Comblain au Pont, aan de Ourthe ten zuiden van Luik. Ze trouwt op 23 maart 1899 in Teteringen op 45-jarige leeftijd met haar neef, de 51-jarige jonkheer Anton Lodewijk van Schuylenburch (1848-1916), heer van Bommenede (bij Brouwershaven op Schouwen-Duivenland) en Ulenpas (Hoog-Keppel in de Achterhoek), afstammeling van de Engelse prinses Mary Tudor.21 Charlotte sterft in Bilthoven op 1 februari 1945, 90 jaar oud. Hun grafsteen op de begraafplaats Brandenburg ligt vlak bij de steen die herinnert aan (ex-)notaris Johan Neomagus, lid van de Hollandse tak.
Twee keer eerder is een verbintenis Van Boetzelaer/Van Schuylenburch tot stand gekomen. In 1837 trouwen Dirks zus Wilhelmina Aletta van Boetzelaer (1817-1898) en Louis van Schuylenburch (1808-1880), in 1864 trouwt hun dochter Johanna Charlotta van Schuylenburch met haar achterneef Godfried Hendrik Leonard van Boetzelaer, een zoon van Christiaan Willem Johan van Boetzelaer, zoon van Dirks oudste broer, en van Elisabeth Charlotta Petronella Both Hendriksen, zus van Willem Jan Both Hendriksen, die we eerder zijn tegengekomen bij de Maatschappij van Welstand.

 

Theodoor Willem (1862-1946), het derde kind, gaat in Teteringen het huis uit op 30 maart 1899, is onder meer gelegerd in Utrecht, Gorinchem en ’s-Hertogenbosch, komt in 1911 weer thuis en trouwt in dat jaar in ‘s-Gravenhage met Helen Corinne Margaret barones Collot d’Escury (1877-1965). Theodoor is majoor bij de artillerie. Het echtpaar krijgt in Teteringen twee kinderen alvorens het gezin zich in 1916 definitief in ’s-Gravenhage vestigt:
  • Corinne Marie Louise (1912)
  • Diederik Willem (1914), getrouwd met Gerda van Swaay (1922). Dit echtpaar heeft een zoon.
Elisabeth Maria (1867-1914) is het vijfde kind. (Nummer vier sterft in de wieg). Ze trouwt op 1 oktober 1891 in Ginneken met jonkheer Willem Antonie Ortt (1868-1946) uit Haarlem. Ze wordt overigens eerst op 16 februari 1893 uitgeschreven naar ‘s-Gravenhage. Van 1899 tot 1905 woont het paar in Teteringen. Ortt is vanaf 1905 eerste luitenant, daarna kapitein bij de artillerie in Hellevoetsluis en vervolgens directeur van de inrichting Zandbergen bij Amersfoort.22 Het paar heeft een in ’s-Gravenhage geboren dochter:
  • jonkvrouwe Agnes Maria Ortt (1894-1948), in Comano (VS) overleden.
Elisabeth sterft op 20 februari 1914 op Huize Zandbergen. Hij hertrouwt op 3 december 1914 met Johanna Hillegonda Cornelia Sluiter, op 17 augustus 1880 geboren in Nijehaske.

Detail van de trouwkaart van Marie's zoon Vincent.

Het zesde kind, Vincent Lodewijk (1869-1962) gaat in 1893 naar Arnhem en in 1894 naar Ede. Hij is rijksontvanger te Heilo, eerder te ’s-Heerenberg, als hij op 16 april 1898 in ‘s-Gravenhage trouwt met Maria Ottina barones van Hugenpoth tot Aerdt (1864-1954) uit ’s-Heerenberg. Vincent is in zijn actieve leven ontvanger der directe belastingen. Het paar krijgt twee kinderen:23

  • Rutger Wessel (1899-1979), tweemaal gehuwd, geen kinderen.
  • Dirk Coenraad Carel (1901-1982), tweemaal gehuwd, twee dochters.24

’s-Hertogenbosch

Marie woont ook nog even in ’s-Hertogenbosch. Dat weten we uit een brief van de gemeentesecretaris van Teteringen van november 1905. Ze woont vanaf 14 juli 1905 aan de Kloostersingel 70 bij de architect Hornebrink en zijn gezin, bestaande uit ouders, vijf kinderen en zijn schoonmoeder. Het is een nieuwe woning in de wijk ’t Zand, die vanaf de eeuwwisseling in aanbouw is. De singel heet nu Van der Does de Willeboissingel, naar een Bossche burgemeester. Bij de naamsverandering zijn kennelijk ook de huisnummers gewijzigd, want er bestaat geen Van der Does de Willeboissingel nummer 70. De kloostergebouwen waarnaar de singel oorspronkelijk is genoemd, staan er nog! Marie gaat kennelijk naar de Brabantse hoofdstad omwille van haar zoon Theodoor Willem, die als kapitein van de artillerie op 20 mei 1903 van Gorinchem naar ’s-Hertogenbosch gaat en inwoning vindt bij het gezin van een collega, jonkheer Ewoud Storm van ’s-Gravezande, aan de Hinthamerstraat C46.25 Op 27 april 1911 wordt Marie weer in Teteringen ingeschreven, op het adres Baronielaan 47. Haar eerdere adressen zijn I60 en I248d.

Overlijden

Overlijdensadvertentie van Maria Neomagus.

Grafsteen van Dirk en Maria.

Protestantse kerk van Ginneken met begraafplaats.

Marie sterft op 7 maart 1912 ’s middags om vijf uur in Teteringen, waar de koster van Ginneken en een boomkweker uit Teteringen de volgende dag aangifte doen van haar overlijden. Ze is bij haar man begraven op de hervormde begraafplaats van Ginneken, waar hun namen op één grafsteen staan. De auteur bezoekt het kerkhof op 4 augustus 2004. Via de toegang ‘achterom’ – komend vanaf de Markt vijftig meter voorbij de kerkmuur een hofje links ingaan en dan nogmaals links – is het de eerste grafsteen die men ziet. De tekst is moeilijk leesbaar geworden. De overlijdensadvertentie spreekt van een innig geliefde moeder. Haar kleinzoon Carel van Boetzelaer (1892-1984) schrijft in 1952 aan zijn achterneef Victor Neomagus in Putte, dat hij haar gekend heeft als een lieve en vrolijke, innemende oude dame. De vroegere naaister Marie Neomagus blijft voor de buitenwereld ‘de douairière’ en wordt aangeschreven als ‘hoogwelgeboren vrouwe’, zoals uit een brief van 12 november 1906 blijkt.

Bezoek

Leopold Neomagus (1902-1982), kleinzoon van Marie’s broer Frederik, bezoekt zijn oudtante Marie met witte handschoentjes aan. Leo(pold), oom van de auteur, vertelt hem dit in de jaren zeventig. Van Eugène (1874-1959), zoon van Marie’s broer Frederik, gaat het verhaal dat hij na een bezoek bij zijn tante uitgaat met haar dienstbode, en niet meer terug mag komen. Zijn broer Victor (1872-1960) daarentegen wordt een ‘heer’ bevonden en blijft welkom! Hij is het ook die later met Carel van Boetzelaer, kleinzoon van Victors tante Marie, correspondeert.26 Maria, Marie, wordt in de familie ook wel tante Mieke genoemd.

  1. Vader van de auteur.↩

  2. FAJN, kopie.↩

  3. RANB, BS Maashees, akte nr. 20 van 20 augustus 1832.↩

  4. GA Breda, BR Princenhage 1850-1859, deel 17, folio 13.↩

  5. FAJN, kopieën van de correspondentie met Victor Neomagus te Putte. Originelen bij J. de Jong, kleinzoon van Victor.↩

  6. Welke rol blijkt wellicht uit de brieven van Victor die de Van Boetzelaers mogelijk bewaren.↩

  7. RA Utrecht, familie-archief Van Boetzelaer, inv.no. 211, kopie in FAJN.↩

  8. Volgens de familiegeschiedenis Van Boezelaer is Burgst in 1864 verkocht aan D. Bauduin.↩

  9. Van Dale zegt dat ‘op het droge zitten’ onder meer betekent: op een zandbank zitten, dus op een plek waar men niet bereikbaar is. Van Dale geeft geen overdrachtelijke betekenissen van het werkwoord dro(o)gen.↩

  10. RANB, BS Princenhage, huwelijksakte en huwelijksbijlagen, kopieën in FAJN.↩

  11. RA Utrecht, familie-archief Van Boetzelaer, in het Frans gesteld uittreksel van 9 mei 1900.↩

  12. GA Breda, BR Ginneken en Bavel, inv.no. 211.↩

  13. idem.↩

  14. idem, inv. no. 276.↩

  15. GA Breda, index BR Ginneken en Bavel, inv.nr 1580, fiche 55, bladnr 149: het gezin wordt op 4 november 1863 ingeschreven vanuit Brussel en woont B (=Bavel) nr. 55.↩

  16. Zie De Vries, 150 jaar Welstand.↩

  17. De Volkskrant van vrijdag 18 december 1998: artikel over de (her)opening van het Breda’s Museum en over het feit dat het museum geen werk van de schilder Van Gogh heeft.↩

  18. Zie deel IV.↩

  19. RA Utrecht, inv.no 281 en 284.↩

  20. RA Utrecht, inv.no. 275 en 276, kopie in FAJN.↩

  21. Zie www.worldroots.com↩

  22. RANB, BS Ginneken en Bavel, huwelijken 1891, akte 27.↩

  23. Nederlands Adelsboek, diverse jaargangen.↩

  24. De gegevens over kinderen en kleinkinderen zijn ontleend aan de Genealogie Van Galen – Van Boetzelaer, in 2006 op het internet gevonden: http://home.wanadoo.nl/noenvy4↩

  25. GAH, BR 1905-1910, deel N1, folio 78, resp. C1/89.↩

  26. Kopieën in FAJN, originelen bij J. de Jong, kleinzoon van Victor.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.