X-11 Maria Johanna van Boetzelaer-Neomagus
(1832-1912), naaister, barones en douairière,
dochter van Daniel, IX-17
Overloon
Twee meisjes
Naam
Huishoudelijke dienst
Van Marie kunnen we slechts gissen dat ze met haar ouders meegaat naar Someren-Lierop, Bergeijk, Leende, Asten en nogmaals Bergeijk, de standplaatsen van haar vader Daniel. Die gaat in 1850 naar Chaam. Victor schrijft in 1936 over zijn tante Marie dat zij de baron in Chaam heeft leren kennen. Marie heeft daar, volgens het bevolkingsregister van haar latere woonplaats Princenhage, wel gewoond, maar kennelijk maar kort, want ze treedt in het vroege voorjaar van 1852 als 19-jarige in dienst van de familie Van Boetzelaer, wonend aan de Lange Vijverberg 4 in ’s-Gravenhage.4 Dat tijdstip is af te leiden van de geboortedatum van haar eerste kind,
5 februari 1853. Dat kind is kennelijk verwekt rond april/mei 1852, en op dat moment moet ze de vader, Dirk van Boetzelaer, dus al kennen. Marie maakt als naaister deel uit van het huishoudelijk personeel in het gezin van het kinderrijke echtpaar Coenraad Carel Vincent (1776-1845), baron Van Boetzelaer, heer van Dubbeldam, ritmeester, kamerheer in buitengewone dienst, agent van ’s rijks schatkist, en Theodora Cornelia Elsabé van Voorst (1782-1840), de tweede van zijn drie vrouwen.
Dirk
Eerste kinderen
- Johan Carel op 5 februari 1853 in Oosterbeek, gemeente Renkum;
- Charlotte Maria op 10 februari 1854 in ‘s-Gravenhage.
Geboorteakte
Oosterbeek
’s Princenhage
Op 4 augustus 1858 koopt Dirk de Heerlijkheid Burgst onder ’s Princenhage van de erfgenamen van mr. Huibert Nahuys van Burgst. ’s Princenhage heet nu Princenhage en maakt deel uit van de gemeente Breda. De protestante Dirk gaat er ongehuwd samenwonen met de katholieke Marie – die ingeschreven is als huishoudster – en de kinderen. De huishouding bestaat verder uit een tuinman, een knecht en een dienstbode. Ze wonen er ruim vier jaar. Dirk zelf staat in het bevolkingsregister als ‘particulier’, hetgeen betekent dat hij zelf in zijn onderhoud voorziet.
Brief
Als zich in het voorjaar van 1862 een derde kind aandient, gaan Marie en Dirk trouwen. Een huwelijk van een baron met de huisnaaister van de familie, is voor een baron een huwelijk beneden zijn stand, een mésalliance. Dirk houdt van Marie en schrijft zijn oudste broer Christiaan Willem Johan (1806-1872) over zijn voornemen. De brief is gedateerd op zondag 21 september 1862, de eerste dag dat Dirks voorgenomen huwelijk op het gemeentehuis is aangeplakt. Hij schrijft zijn ‘waarde broeder’ op huize Sandwijk in Utrecht onder meer:7
- Ik bemin teveel de vrouw die mij reeds twee kinderen geschonken heeft om haar te verlaten. De achting en liefde die ik haar toedraag is groot genoeg om haar tot vrouw te nemen. De verzekering van hare genegenheid na zoo vele jaren omgang met haar te hebben gehad doen mij geen oogenblik wankelen in mijn besluit.
- Het zij U vooreerst genoeg dat ik U de verzekering geve, dat zij van een zacht en goed humeur begaafd is, een edelaardig en goed geplaatst hart heeft, een gezond gestel en een goed verstand haar deel is.
- Na de vermelding dat Miet ‘Roomsch Catholiek’ gedoopt is, schrijft Dirk: Onze kinderen worden protestantsch en de moeder later denk ik ook. Zij is arm, ten minste bezit geen wereldsch goed. Daarom heb ik Burgst8 verkocht en ga mij netjes te Brussel droogen,9 Rue du Trone 52 aldaar.
- Dirk vertelt zijn broer hoe het gekomen is dat hij het nog niet wist en schrijft vervolgens: Vergeef mij nu U daarover alvorens niet geraadpleegd te hebben want ik kon vooruit begrijpen dat gij het zoude afkeuren. Evenwel ik mag mij met de hoop vleijen dat gij eerder mijn levenswijze tot nu toe zult berispen dan de herstelling mijner wandaden zult laken.
Huwelijk
Brussel
Het gezin gaat snel daarna naar Brussel, waar het derde kind ter wereld komt:
- Theodoor Willem, geboren 16 december 1862, te Ixelles, in het Nederlands Elsene, een deelgemeente van Brussel.11
Bavel
Lang duurt het verblijf in Brussel niet. Op 5 januari 1864 schrijft Dirk zijn zeer waarde broeder! een brief vanuit Ginneken. De familie woont in Bavel, huisnummer 55. Het is kennelijk een boerenhoeve, aangezien in 1894 de bewoners landbouwers zijn. Bavel grenst aan Ginneken. De naam van de gemeente is ´Ginneken en Bavel´, nu gemeente Breda. Het gemeentehuis en de hervormde kerk staan in Ginneken. Dirk dateert zijn brieven in Ginneken.12 Na nieuwjaars- en gezondheidswensen volgt informatie over een financiële zaak, en dan:
- Op een nevensgaand lijstje heb ik de door U gevraagde namen enz. voor Uwe aanteekeningen gesteld. Mijn huwelijk, waarvan ik op dat lijstje geen melding maak, heeft te ’s Princenhage den 3en October 1862 plaats gehad. Het is mij dunkt geen noodzakelijkheid daarvan in de genealogieën melding te maken. Met andere woorden: Dirk vindt het niet nodig dat zijn huwelijk in de familiegeschiedenis een plaats krijgt…
- Schrijvend over zijn gezondheid: Ik heb nogthans geen zeer warm huis maar het bevalt mij nog al in de bewoning en zullen er hoop ik de 3 jaren dat ik het gehuurd heb wel uithouden.
Nog drie kinderen
- Vincent Coenraad, geboren 28 juni 1865, overleden 30 augustus 1865 na eenige maagpijn en bijkomende stuipen. Dirk schrijft zijn broer: De moeder is ontroostbaar en verwekt mij het diepst medelijden.13Broer Willem Neomagus schrijft op rijm lange troostwoorden en een lijkklacht aan zijn zuster.14
- Elisabeth Maria, geboren 28 februari 1867.
- Vincent Lodewijk, geboren 14 juni 1869.15
Welstand
Benoeming
Van Gogh
Foto
In het familiearchief Van Boetzelaer zitten foto’s van Dirk en Marie.19 Die moeten dateren van omstreeks 1880, want Dirk sterft in 1884. Marie, dan rond de vijftig, staat er goed op, het haar achterover (vermoedelijk in een knotje), oorbellen in, het volle gezicht en de hals glad, ernstig van zich afkijkend. Het is ter beoordeling aan de huidige Neomagi om enige herkenning of gelijkenis vast te stellen. Overigens ziet ook de bijna achttien jaar oudere Dirk er voor zijn leeftijd goed uit.
Poëziealbum
In de tweede helft van de 19de eeuw is het heel gebruikelijk dat volwassenen een poëziealbum hebben. In het archief van de familie Van Boetzelaer zit onder meer een poëziealbum van Marie Neomagus.20 Het is geen album met eenvoudige versjes en plaatjes, meer een mapje met verzen en verhaaltjes van Marie zelf en van haar broer Willem Neomagus. Er zijn ook geschriften bij van Dirk. Het zijn veel verhalen met Bijbelse onderwerpen, al of niet overgeschreven kinderversjes (Een knaapje zag een roosje staan), ook Franstalige teksten, romantische verhalen en enkele schetsjes van (onbekende) personen.
Teteringen
Als Dirk in 1884 op 69-jarige leeftijd overlijdt, is Marie 51 jaar. Ze verhuist in 1894 – overschrijving op 22 januari – naar Teteringen en gaat verder door het leven als de douairière Van Boetzelaer. De kinderen zijn nog niet allemaal de deur uit. De jongste, Vincent Lodewijk, is net vijftien jaar als zijn vader sterft. Ze trouwen allemaal tussen 1891 en 1911 en zorgen voor een nog steeds voortlevend nageslacht Van Boetzelaer, waarvan de leden dus Neomagusbloed hebben.
Huwelijken kinderen
- Carel Wessel Lodewijk (1892-1984) die tweemaal trouwt: in 1917 met Susanne Josine van Gelder (1895-1982), uit welk huwelijk twee dochters voortkomen, in 1932 met Henriette Wilhelmina Johanna Waller (1905-1999).
- Maria Wilhelmina (1898), in Zuid-Afrika overleden.
- Corinne Marie Louise (1912)
- Diederik Willem (1914), getrouwd met Gerda van Swaay (1922). Dit echtpaar heeft een zoon.
- jonkvrouwe Agnes Maria Ortt (1894-1948), in Comano (VS) overleden.
Het zesde kind, Vincent Lodewijk (1869-1962) gaat in 1893 naar Arnhem en in 1894 naar Ede. Hij is rijksontvanger te Heilo, eerder te ’s-Heerenberg, als hij op 16 april 1898 in ‘s-Gravenhage trouwt met Maria Ottina barones van Hugenpoth tot Aerdt (1864-1954) uit ’s-Heerenberg. Vincent is in zijn actieve leven ontvanger der directe belastingen. Het paar krijgt twee kinderen:23
- Rutger Wessel (1899-1979), tweemaal gehuwd, geen kinderen.
- Dirk Coenraad Carel (1901-1982), tweemaal gehuwd, twee dochters.24
’s-Hertogenbosch
Overlijden
Marie sterft op 7 maart 1912 ’s middags om vijf uur in Teteringen, waar de koster van Ginneken en een boomkweker uit Teteringen de volgende dag aangifte doen van haar overlijden. Ze is bij haar man begraven op de hervormde begraafplaats van Ginneken, waar hun namen op één grafsteen staan. De auteur bezoekt het kerkhof op 4 augustus 2004. Via de toegang ‘achterom’ – komend vanaf de Markt vijftig meter voorbij de kerkmuur een hofje links ingaan en dan nogmaals links – is het de eerste grafsteen die men ziet. De tekst is moeilijk leesbaar geworden. De overlijdensadvertentie spreekt van een innig geliefde moeder. Haar kleinzoon Carel van Boetzelaer (1892-1984) schrijft in 1952 aan zijn achterneef Victor Neomagus in Putte, dat hij haar gekend heeft als een lieve en vrolijke, innemende oude dame. De vroegere naaister Marie Neomagus blijft voor de buitenwereld ‘de douairière’ en wordt aangeschreven als ‘hoogwelgeboren vrouwe’, zoals uit een brief van 12 november 1906 blijkt.
Bezoek
Vader van de auteur.↩
FAJN, kopie.↩
RANB, BS Maashees, akte nr. 20 van 20 augustus 1832.↩
GA Breda, BR Princenhage 1850-1859, deel 17, folio 13.↩
FAJN, kopieën van de correspondentie met Victor Neomagus te Putte. Originelen bij J. de Jong, kleinzoon van Victor.↩
Welke rol blijkt wellicht uit de brieven van Victor die de Van Boetzelaers mogelijk bewaren.↩
RA Utrecht, familie-archief Van Boetzelaer, inv.no. 211, kopie in FAJN.↩
Volgens de familiegeschiedenis Van Boezelaer is Burgst in 1864 verkocht aan D. Bauduin.↩
Van Dale zegt dat ‘op het droge zitten’ onder meer betekent: op een zandbank zitten, dus op een plek waar men niet bereikbaar is. Van Dale geeft geen overdrachtelijke betekenissen van het werkwoord dro(o)gen.↩
RANB, BS Princenhage, huwelijksakte en huwelijksbijlagen, kopieën in FAJN.↩
RA Utrecht, familie-archief Van Boetzelaer, in het Frans gesteld uittreksel van 9 mei 1900.↩
GA Breda, BR Ginneken en Bavel, inv.no. 211.↩
idem.↩
idem, inv. no. 276.↩
GA Breda, index BR Ginneken en Bavel, inv.nr 1580, fiche 55, bladnr 149: het gezin wordt op 4 november 1863 ingeschreven vanuit Brussel en woont B (=Bavel) nr. 55.↩
Zie De Vries, 150 jaar Welstand.↩
De Volkskrant van vrijdag 18 december 1998: artikel over de (her)opening van het Breda’s Museum en over het feit dat het museum geen werk van de schilder Van Gogh heeft.↩
Zie deel IV.↩
RA Utrecht, inv.no 281 en 284.↩
RA Utrecht, inv.no. 275 en 276, kopie in FAJN.↩
RANB, BS Ginneken en Bavel, huwelijken 1891, akte 27.↩
Nederlands Adelsboek, diverse jaargangen.↩
De gegevens over kinderen en kleinkinderen zijn ontleend aan de Genealogie Van Galen – Van Boetzelaer, in 2006 op het internet gevonden: http://home.wanadoo.nl/noenvy4↩
GAH, BR 1905-1910, deel N1, folio 78, resp. C1/89.↩
Kopieën in FAJN, originelen bij J. de Jong, kleinzoon van Victor.↩