• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

XI-17 Clementina Barbara Florentina Denissen-Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1878-1961), molenaarsvrouw en winkelierster,
dochter van Frederik, X-12

De molen van de familie Denissen in Essen, 1907.

Clementina Barbara Florentina Neomagus, roepnaam Clemence, komt op 4 december 1878 in de grensplaats Nispen ter wereld.1 In de papieren staat vaak dat haar geboorteplaats Roosendaal is, of Roosendaal en Nispen, zoals de gemeentenaam dan officieel luidt. Aan de Belgische kant van Nispen ligt Essen. Daar staat de molen van de familie Denissen met de op 25 mei 1873 – in Nispen! – geboren zoon Victor2 met wie ze later trouwt.

Nispen

Nispen is de plaats waar de familie Neomagus-Vosters het langst woont. Commies Frits Neomagus ‘staat’ er van 1 januari 1872 tot 1 mei 1887.3 Zes van de elf kinderen zien in Nispen het levenslicht. Als de familie Neomagus naar Baarle-Nassau verhuist, is Clemence 8 jaar en zal ze de 14-jarige Victor amper bewust gekend hebben. Hoe het ook zij, ze keert in 1907 vanuit Ekeren, waar de familie Neomagus-Vosters dan woont, naar haar geboortestreek terug4 om met Victor Denissen in zee te gaan.

Voornamen

Net als haar zusters krijgt Clemence drie fraaie en welluidende voornamen, veelal afkomstig uit de grote familie van haar moeder Julia Vosters. Ze is op de eerste plaats vernoemd naar haar tante Maria Clementia Vosters, een zus van haar moeder. Haar tweede naam Barbara komt van haar grootmoeder Barbara Vosters-Torfs. De naam Florentina komt van een andere zus van haar moeder: Floor Vosters, kennelijk een geliefde tante, want ook twee andere kinderen dragen haar naam. Clemence betekent de zachtmoedige. De voornaam Clemence komt van de heilige Clemence van Keulen, gestorven in 453. Zij is een gezellin van Ursula van Keulen, bekend van de congregatie van de Ursulinen.

Winkeljuffrouw

Clemence gaat met het gezin mee naar de achtereenvolgende standplaatsen van vader Frits: Baarle-Nassau (1887), Oosterhout (1889) en Wernhout (1993), waar Frits in 1896 met pensioen gaat, om daarna naar Princenhage en Ekeren (Hofstraat) te verhuizen. Clemence is eerst een tijdje winkeljuffrouw in Breda.5 Ze komt daar in oktober 1898 vanuit Ekeren en is dan bijna 20 jaar. Ook haar zusters Floor en Emma wonen rond de eeuwwisseling in Breda. Zij zijn er dienstbode.

Koetsier

Clemence trouwt op 7 mei 1907 in Ekeren met Victor Denissen uit Essen en wordt op 13 juni 1907 in het bevolkingsregister van Essen ingeschreven. De molenaarsfamilie Denissen heeft ook een boerderij en een koetsiersbedrijf aan de Molenheidestraat 156 in Essen. In het bevolkingsregister is sprake van Statiestraat 245 (1900) en Molenheidestraat 1 (1920).

Denissen

De familie Denissen stamt van Essen-Wildert, waar ze al in de zestiende eeuw voorkomt. Leden van de familie wonen later ook in Nispen, dat – ondanks de landsgrens – tot in het begin van de negentiende eeuw één parochie vormt met Essen. Petrus Denissen (3/11/1842 – 29/9/1906), landbouwer, geboren in Nispen, trouwt op 9 juni 1869 met Joanna van den Eijnden (7/4/1838 – 19..), landbouwster, uit de Nieuwstraat in Essen, de straat die naar de grens loopt. De ouders van Petrus zijn Cornelis, bij dat huwelijk 61 jaar, en Cornelia Konings, 57 jaar, beiden uit Nispen en bouwlieden van beroep. De ouders van de bruid heten Petrus van den Eijnden (60) en Dimphina Buysen (60), beiden uit Essen en beiden ook bouwlieden.
In het gezin Denissen – van den Eijnden worden vier kinderen geboren:
  • Maria Elisabeth op 11 april 1871, overleden 21 januari 1879. Petrus Denissen is dan al molenaar, gezien het adres: Molen.
  • Victor Cornelis, geboren 25 mei 1873. De geboorteakte noemt nu als adres: Nieuwstraat.
  • Rosalia Barbara, geboren 3 augustus 1875, adres: Molen, overleden 5 februari 1877.
  • Rosalia Joanna Antonia, geboren 26 november 1877, overleden 26 december 1906.

Molen

Daisy Ommeganck-Pillot, weduwe van Robert Ommeganck die een kleinzoon is van Clemence Denissen-Neomagus, poseert in 2009 bij een schilderij van de molen van Denissen in Essen.

De molen van de familie Denissen is een bezitting geweest van de abdij van Tongerlo. Na de Franse tijd komt dit kloosterbezit in particuliere handen. Van omstreeks 1870 tot 1922 zijn Petrus Denissen en diens zoon Victor de molenaars. Zij wonen in het molenhuis, dat zo’n tweehonderd meter van de molen staat.

Dochter Rosa

Petrus Denissen overlijdt op 29 september 1906, 64 jaar oud, en Victors overgebleven zus Rosalia is pas 29 jaar als ze op 26 december 1906 sterft. Twee dochters zijn al jong overleden. Clemence Neomagus komt dus in 1907 in een molenaarshuis dat bewoond wordt door Victor en diens moeder Joanna. De dochter die op 13 mei 1910 ter wereld komt, krijgt de namen Rosalia, Juliana, Joanna, roepnaam Rosa. Rosalia, naar de in 1906 overleden tante, Juliana naar haar dan 69-jarige grootmoeder Juliana Neomagus-Vosters, Joanna naar haar dan 72-jarige grootmoeder van vaderszijde.

Peetouders

Victor en Clemence zijn twee weken na hun huwelijk in Oosterhout bij Breda de peetoom en -tante van de op 21 mei 1907 geboren Victor, zoon van Poliet, broer van Clemence. In Terheijden bij Breda ziet op 28 augustus 1909 nog een Victor het levenslicht, een zoon van een andere broer van Clemence: Victor sr. Victor Denissen en Clemence Neomagus zijn ook de peetoom en -tante van deze Victor. De 92-jarige Victor (uit Terheijden) vertelt dit bij een bezoek aan Lebbeke in april 2002. Ook de 94-jarige Victor uit Oosterhout, vader van de auteur, is dan nog in leven. Victor uit Oosterhout sterft in 2002, Victor uit Lebbeke in 2005.

Smokkel

In de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 is België in oorlog, terwijl Nederland neutraal is. België heeft een tekort aan levensmiddelen. In het Belgische Essen wonen Clemence en haar gezin en de bij haar inwonende zus Leonie7 en broer Eugène met zijn gezin. Eugene woont ook enige tijd aan de andere kant van de grens in Roosendaal, evenals zijn zus Emerence.8 Een levendig grensverkeer ligt dus voor de hand. Op 21 december 1916 betrapt de commandant van het detachement Nispen van de Koninklijke Marechaussee, de wachtmeester Justus Clausen, Clemence en Leonie vlak voor de grens.9

Rijtuig

Ansichtkaart van het grenskantoor in Nispen.

Rond 18 uur op die dag gaan Clemence, haar zesjarige dochtertje Rosa, Leonie en ene Rosina van Gool (25), vermoedelijk een goede bekende, wellicht de huishoudelijke hulp, per rijtuig terug naar Essen. Niet zo vreemd, want Clemence heeft thuis een koetsiersbedrijf. Op de Nispenseweg, zo’n 150 meter voor de grensovergang, houdt de wachtmeester hen aan, …..en bleek mij dat de in dat rijtuig gezeten zijnde personen ten uitvoer verboden artikelen bij zich hadden, en aangezien zij mij zeer onnatuurlijk dik gekleed voorkwamen…... , zo staat in het proces-verbaal. De zaak komt voor bij de rechtbank in Breda, die hen bij verrassing vrijspreekt. De auteur wint met deze geschiedenis van de smokkelende douaniersdochters in september 1998 de eerste prijs bij een verhalenwedstrijd, uitgeschreven door het RANB bij gelegenheid van een genealogische dag. Zie het artikel Smokkelende douaniersdochters vrijgesproken, XI-17a.

Den Draad

Reconstructie van 'den draad' aan de grens bij Hamont.

De Duitse bezetters hebben veel last van het intensieve grensverkeer tussen het bezette België en het neutrale Nederland: smokkelhandel, infiltratie van spionnen en verzetsstrijders. Zij leggen daarom tussen de zomer van 1915 en de zomer van 1916 dicht tegen de Nederlandse grens, op Belgisch grondgebied, van Vaals tot Westmalle (Zeeuws-Vlaanderen) een versperring aan. Die bestaat uit drie rijen met (prikkel)draden. Op de middelste draden staat een stroom van 2000 Volt, dodelijk voor ieder die met de draden in contact komt. Honderden mensen komen om het leven bij pogingen dit ‘ijzeren gordijn’ , ook wel genoemd ‘den draad’, te passeren.

Omdat de grens ten noorden van Antwerpen sterk golft, wordt de versperring daar meer landinwaarts aangelegd. Zodoende liggen tal van dorpen, waaronder Essen, in een soort niemandsland. De aan beide zijden van de grens in Essen en Roosendaal wonende leden van de familie Neomagus hoeven de versperring niet te passeren als ze elkaar willen ontmoeten. In Hamont, vlak over de grens bij Budel, staat een monument dat herinnert aan de elektrische draadversperring in vorm van een vijftig meter lange reconstructie (foto). Ook bij Zondereigen, bij Baarle-Nassau, staat een monument dat aan ‘den draad’ herinnert.

Antwerpen

Naamkaartje van Mr & Mme V. Denissen-Neomagus.

Als koetsier bezoekt Victor vaak feesten en daarbij drinkt hij (te) veel. Hij belooft bij het huwelijk niet meer te drinken. Het lukt hem niet. Hij verkoopt in 1922 zijn zaak, begint in Antwerpen een kruidenierswinkel aan de Scheldestraat 71 en ziet dan kans om zijn drankzucht in te tomen, zo weet Emma de Jong-Neomagus, voor wie Clemence en Victor een tante en een oom zijn. Op 6 april 1922 verlaten Victor, Clemence en Rosa het molenaarshuis in Essen. De nieuwe eigenaar laat de molen slopen.

Mechelsesteenweg

Clemence in 1929, uitsnede uit de familiefoto.

Victor Denissen in 1929.

Clemence en haar man wonen later in de Edelinckstraat 13 in Antwerpen en vervolgens op een appartement boven het garagebedrijf (fietsen en motoren) aan de Mechelsesteenweg 89 in Antwerpen, eigendom van haar jongste zus Leonie en haar man Jos van Ginderen, na diens overlijden in 1949 overgenomen door dochter Rosa Denissen en haar man Raphael Ommeganck. Na het behalen van zijn hbs-diploma in 1958 bezoekt de auteur zijn oudtante Clemence en oudoom Victor op de Mechelsesteenweg. Als zoon van hun petekind krijgt hij 100 francs ten geschenke, in die tijd zo’n f 7,50.

Overlijdens

Clemence en Victor blijven tot het najaar van 1960 zelfstandig wonen ‘op het hoogste verdiep’, en gaan dan naar een zorgcentrum in Stabroek, niet ver van Essen. Daar overlijden ze kort na elkaar in januari 1961, zij op 4 januari, hij op 21 januari. Dan leven alleen nog zus Emerence (gestorven in 1962) en schoonzus Anna Neomagus-Baudoin (1966).

Bidprentje van Rosa

Dochter Rosa sterft op 14 juli 2007 in woon- en zorgcentrum – ‘ouderlingentehuis’ – Vesalius in Brasschaat. Ze is 97 jaar oud geworden en het laatste familielid van haar generatie. Rosa overleeft haar man Raphael 33 jaar. Hij sterft op 4 september 1974 in Antwerpen.


  1. RANB, BS Roosendaal en Nispen; FAJN, bidprentje.↩

  2. FAJN, bidprentje.↩

  3. ARA, stamlijst departement van Financiën, kopie in FAJN.↩

  4. FAJN, gegevens van BR Ekeren.↩

  5. GA Breda, register van inwonenden 1890-1899, adres Karrestraat 21, een bekende (winkel)straat.↩

  6. Het adres staat in een proces-verbaal, zie hierna.↩

  7. Zie ook het artikel Het geheim van Leonie, XI-19a.↩

  8. Zie voor meer details ook de hoofdstukken over EugèneXI-15, en Leonie, XI-19.↩

  9. RANB, strafzaken AR Breda, index 116.01.02, delict 56.2, inv. 558, rol 7488, kopie van het proces-verbaal in FAJN.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.