• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

09
MRT
2010

XI-19 Leonie Florentina van Ginderen-Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

(1883-1956), melksalonhoudster
en vrouw van een motorhandelaar,
dochter van Frederik, X-12

De jongste dochter van Frits Neomagus en Julia Vosters is Leonie Florentina (Leonie). Zij is van 26 februari 1883, geboorteplaats Nispen.1 Na haar baart de dan 47-jarige moeder Julia nog een zoon Frederik Josephus, maar die wordt amper twee maanden oud (30/6/1887 – 6/9/1887).

Naam

Leonie is de Nederlandse versie van het Franse Leontia, hetgeen ‘sterk als een leeuw’ betekent. Leontia van Rome is een heilige, die rond 484 bij Tunis samen met andere vrouwen de marteldood is gestorven. Er is geen familielid te achterhalen naar wie Leonie kan zijn genoemd. Haar tweede naam, Florentina, komt wel enkele keren in de familie voor, onder meer bij de familie Torfs.
Leonie gaat rond de eeuwwisseling met haar zus Emerence naar Brussel, woont enige tijd in Veerle,2 komt in april l906 naar het ouderlijk huis in Ekeren en gaat in juni 1908 naar Sint-Joost-ten-Noode, een randgemeente van Brussel.3

Ook melksalonhoudster

Leonie staat in 1906 in Ekeren ingeschreven zonder beroep, maar in de notariële akte van 1911 is ze – net als Emma en Emerence –  ‘melksalonhoudster te Brussel’. De akte is opgemaakt na het overlijden van haar vader Frederik. Ze heeft er een relatie met George Feith, een uit Duitsland afkomstig architect. Ze raakt van hem in verwachting. Aldus de herinneringen van haar nicht Emma de Jong-Neomagus. Martha Neomagus-Goedgezelschap, bevestigt de auteur in 2002 van Emerence vernomen te hebben dat Leonie een kind heeft gebaard en afgestaan. Het zou jong zijn overleden. De schrijfwijze van de naam Feith is onzeker.

In verwachting

In die tijd – mei 1904 – sterft de vrouw van Eugène Neomagus, bakker in Oorderen bij Antwerpen. Leonie gaat haar oom Eugène helpen in de bakkerswinkel. Als ze, in verwachting zijnde, te zwaar wordt om nog in de winkel te helpen zonder de klanten te choqueren, brengt ze elders haar kind ter wereld. De familie van George is tegen het huwelijk. In de eerste wereldoorlog verblijven Leonie en George enige tijd bij Clemence in Essen, vanwaar George als Duitser naar Amerika gaat. Leonie’s broer Eugène en diens dochter Julia hebben dat verteld aan Emma de Jong-Neomagus, zo blijkt uit het contact van de auteur met Emma op 26 juni 1984. George en Leonie blijven overigens nog enige tijd met elkaar corresponderen en als ze trouwt stuurt hij haar nog een telegram, zo gaat het verhaal.

Eerste Wereldoorlog

In de Eerste Wereldoorlog gaat Leonie vanuit Brussel weer naar Essen. Haar verblijf – ze is ingeschreven als Leontina – in Essen duurt nu van 5 oktober 1916 tot 27 september 1918, wanneer ze naar Gouda gaat. Leonie woont niet alleen in bij het gezin van haar zus Clemence, dat verder bestaat uit echtgenoot Victor Denissen en dochter Rosalia. Van 28 juni 1915 (komend van de Amsterdamstraat 80 in Borgerhout) tot 10 juni 1919 (vertrekkend naar de Kammenstraat 88 in het centrum van Antwerpen) is ook het gezin van broer Eugène ingeschreven, dus met zijn tweede echtgenote Elisa de Beukelaer en de kinderen uit Eugène´s eerste huwelijk: Eugeen Frederik en Julia Jacoba. De jonge Eugeen vertrekt tussentijds, op 31 juli 1916, naar Borgerhout, Gravinstraat, wellicht in verband met zijn scholing.
Eugène woont tussendoor ook nog in Roosendaal, maar daar maakt de bevolkingsadministratie van Essen geen melding van. Verder woont tussen 1915 en 1920 Alexander Corneel de Beukelaer, koopman in granen, als kostganger bij de familie. Hij is een broer van Elisa.
Clemence, Leonie, hun zuster Emerence en Eugène houden zich in de oorlogsjaren bezig met smokkelpraktijken, waarbij ze enkele keren worden betrapt. Hun zaken komen voor bij de rechtbank in Breda. Zie hiervoor de artikelen XI-15a, XI-17a en XI-18a.

Huwelijk

Leonie kan haar latere echtgenoot Jos van Ginderen niet kennen uit hun kindertijd in Nispen, want Leonie verhuist als baby naar Baarle-Nassau en Jos is dan net één jaar oud. Maar vanaf 1907 woont haar zus Clemence in Essen, op een steenworp van Nispen en zeker in de oorlogsjaren is er voldoende gelegenheid elkaar beter te leren kennen, de relatie met Feith ten spijt.

Jos van Ginderen en Leonie Neomagus; rechts Julia Neomagus, een nicht. De foto is vóór 1949 genomen, het jaar van het overlijden van Jos.

Leonie trouwt op dinsdag 22 juli 1919 in Vlissingen4 met Petrus Josephus van Ginderen, roepnaam Jos, afkomstig uit haar geboortedorp Nispen, rijwielhandelaar van beroep. Dat Leonie in Vlissingen trouwt hoeft niet te verbazen. Daar woont haar broer Victor met zijn gezin. Hij is ook getuige, overigens de enige uit de familie. Mogelijk valt de levensloop van Leonie niet goed in de familie en is Victor degene die zich over haar ontfermt. Ze woont van 6 februari tot 23 augustus in Vlissingen om dan voor altijd naar Antwerpen te gaan. De huwelijksakte meldt dat het huwelijk ook is afgekondigd in Gouda, omdat Leonie daar minder dan zes maanden geleden heeft gewoond.

Ze blijkt op 27 september 1918 van Esschen (Essen) naar Gouda te zijn gekomen, vanwaar ze op 23 december 1918 naar Antwerpen gaat. In Gouda5 woont ze bij restauranthouder Gerrit-Jan Koenderink en zijn vrouw Johanna Harmina Brocker aan Spoorwegstraat 10. Daar woont ook Jansje van Mastrigt, verpleegster. Het beroep van Leonie – ook hier ingeschreven als Leontina – ontbreekt.

Fietsen en motoren

Jos van Ginderen heeft in Nispen een zaak in fietsen en motoren in de Dorpsstraat 82. Bij het overlijden van zijn vader in 1911 geeft hij op brievengaarder te zijn. In het adresboek van Roosendaal uit 1915 staat hij als P.J. van Ginderen, brievengaarder en rijwielhandelaar. Als brievengaarder heeft hij aan huis een hulppostkantoor. Jos staat met zijn ouderlijk gezin en met zijn winkel op foto’s in ´Nispen in oude ansichten´ en in ‘Roosendaal en Nispen in grootmoeders tijd’.6 Hij introduceert in Nispen de eerste fiets en de eerste motorfiets.

Mechelsesteenweg 91 Antwerpen, het garagebedrijf van Jos van Ginderen, in 1949 overgenomen door Raphael Ommeganck, in 1970 failliet verklaard. Boven het bedrijf wonen na de oorlog Victor Denissen en Clemence Neomagus, de schoonouders van Raphael.

Het fraaie vooroorlogse briefpapier van Jos van Ginderen.

Hij zet zijn zaak na zijn huwelijk voort in Antwerpen, eerst in de Lange Gastelstraat of Kathelijnevest, daarna aan de Mechelsesteenweg 91. Het briefpapier geeft aan waarin hij handelt: motos, velos en sidecars (zijspannen). Verder levert hij ‘alle vervangstukken’.7

 

Hij laat op 9 juli 1929 een testament opmaken waarin hij alles aan zijn vrouw vermaakt. Van Ginderen doet samen met zijn zwager Cor Heijnen, man van Leonie’s zus Emerence, ook in diamanten. Ze hebben een kleine diamantslijperij naast de motorzaak. Ze gaan om financiële redenen uit elkaar, maar later komt Cor alsnog bij Jos werken in de (motor)zaak. Ook Pierre Neomagus, neef van Leonie, is als verkoper en magazijnbeheerder werkzaam in de zaak.
Na zijn overlijden in 1949 komt de zaak aan de Mechelsesteenweg in handen van Raphael Ommeganck, gehuwd met Rosa(lia) Denissen, schoonzoon van Clemence, de eerdergenoemde zus van Leonie. De zaak wordt na diens faillissement in 1970 opgeheven.

Met de taxi

Uitstapje naar de watervallen van Coo, eind jaren dertig. Van links naar rechts Pol en Martha (XII-19), Leonie, Pierre en Maria (XII-17), Jos van Ginderen en Cor (XII-21) die dan nog niet is getrouwd. Pol, Pierre en Cor werken kortere of langere tijd in de zaak van Jos van Ginderen en hun zus Leonie.

Leonie en Jos van Ginderen hebben geen kinderen en zijn rijk. Zij veroorloven zich in de na-oorlogse jaren op zondag een taxi te nemen om naar hun zus Emma te gaan in het slotklooster van de Benedictinessen in Oosterhout, en naar hun neef Victor8 die er een sigarenzaak heeft. De taxi(chauffeur) moet het gehele bezoek wachten om ’s avonds laat weer terug te keren naar Antwerpen. Bij een van die bezoeken krijgt de auteur bij gelegenheid van zijn eerste communie in oktober 1946 een step op luchtbanden, voor die tijd een uniek cadeau.

Overlijdens

Jos van Ginderen laat ook anderen van zijn rijkdom genieten. Volgens het bidprentje is hij goed van hart, minzaam, mild en helpt hij allen die in nood zijn, troost nodig hebben en tot hem komen. Hij is rechtzinnig en oprecht en verwerft de achting van allen die hem van dichtbij kennen. Hij overlijdt op 29 maart 1949.
Leonie gaat na het overlijden van haar man naar ‘het gesticht voor ouderlingen’ St. Jozef in de Sleutelstraat 22 in het centrum van Antwerpen. Ze komt ook daarna nog regelmatig naar Oosterhout. Ze is een alleraardigste en beminnelijke tante. Ze sterft op 8 mei 1956 in het rusthuis. Op 11 mei is de ‘plechtige lijkdienst’ in de nabijgelegen Andreaskerk, waarna de begrafenis plaatsheeft op het Schoonselhof, zoals men in Antwerpen zegt.  Schoonselhof is dé begraafplaats van Antwerpen, gelegen aan de zuidkant van de stad op de grens met deelgemeente Wilrijk.

Nalatenschap

Op 20 mei 1957 passeert bij notaris Hermans in Antwerpen de akte die de nalatenschap van Leonie regelt. Zij heeft bij testament van 3 april 1953 een twintigtal familieleden aangewezen die ieder een twintigste deel krijgen. Daarbij hoort ook de opbrengst van het openbaar verkochte pand aan de Mechelsesteenweg 91, dat voor twee miljoen francs van de hand gaat. Het testament is ook interessant omdat het precies de namen, geboortedata en beroepen noemt van een groot deel van de dan levende familieleden.9
  1. Victor Neomagus, markeerder, Dumortierstraat 15 te Hove (zoon van haar broer Victor uit Putte)
  2. Frits Neomagus, pastijbakker, Bresstraat 10 te Antwerpen (zoon van haar broer Eugène uit Putte)
  3. Pol Neomagus, diamantbewerker, Alphons de Cockstraat 34 te Antwerpen (zoon van haar broer Victor)
  4. Pierre Neomagus, mechanieker, Rysheuvelstraat 74 te Berchem (zoon van haar broer Victor), tevens handelend als voogd over de minderjarige kinderen van Pierre’s broer Frits:
    • Nicole Neomagus, Pastoor Michielstraat 21 te Mortsel
    • Anita Neomagus, Rysheuvelstraat 18 te Berchem
  5. Dré Neomagus, bedrijfschef, Hugo Verrieststraat 2 te Waalwijk (zoon van haar broer Poliet uit Oosterhout)
  6. Julia Neomagus, Canadalaan 170 te Antwerpen (dochter van haar broer Eugène)
  7. Emma Neomagus, Crooswijcksekade 8c te Rotterdam (dochter van haar broer Victor)
  8. Leo Neomagus, electrieker, Becramming 88a te Rotterdam (zoon van haar broer Poliet)
  9. Ignaat Neomagus, handelsvertegenwoordiger, Anton der Kinderenlaan 26 te ‘s-Hertogenbosch (idem)
  10. Victor Neomagus, handelaar, Markt 7 te Oosterhout (idem)
  11. Julia Neomagus, Lange Lozanastraat 141 te Antwerpen (dochter van haar broer Poliet)
  12. Frits Neomagus, priester, Via Aurelia 269 te Rome (zoon van haar broer Poliet).
Er staat ook een aantal ‘onbekenden’ op de lijst:
  • Antonius van Ekelen, manufacturier uit Heerle bij Roosendaal
  • Joannes van Eekelen, kleermaker uit Nispen
  • Antonetta van Eekelen uit Roosendaal
  • Adriana Hectors-Hellemons uit Nispen
  • Antonius Hellemons, bediende uit Nispen
  • Cornelis Hellemons, smid uit Nispen
  • Anna Hellemons, kloosterzuster uit Leiden.
Het betreft allemaal personen geboren tussen 1897 en 1908, familieleden van Van Ginderen.
Tot slot staat op de lijst:
  • Alois Staes, steenhouwer, Pastoor Michielsstraat 21 te Mortsel. Hij treedt eveneens op als toeziend voogd over de twee meisjes Nicole en Anita Neomagus, stiefdochter en dochter van de overleden Frits Neomagus (zoon van Victor uit Putte), weduwnaar van een zus van Alois Staes.

Voorschot

Er is uiteindelijk bijna 1,5 miljoen francs te verdelen. De negentien ‘volle’ erfgenamen ontvangen na aftrek van de (wisselende) successierechten bedragen tussen 58.000 en 63.000 francs. De beide meisjes ieder de helft. Alois Staes ontvangt niets; hij staat alleen op de lijst als toeziend voogd. Overigens blijkt uit het overzicht van de notaris, dat velen al een voorschot hebben gekregen: Victor uit Oosterhout en Frits uit Rome ieder 25.000 francs, Leo en Ignaat ieder 20.000 francs. Dat voorschot wordt in mindering gebracht. Julia en Dré hebben het volle pond tegoed.

Niet iedereen

De vraag kan worden gesteld, waarom Leonie juist deze 21 personen heeft willen bedenken. Immers, haar neef Cor uit Antwerpen en haar nicht Marie uit Engeland, beiden kinderen van haar bij het opmaken van het testament nog in leven zijnde broer Victor uit Putte zijn er niet bij. Evenmin als haar zus Emerence, die dan ook nog in leven is. En ook haar nicht Rosa, dochter van haar zus Clemence, missen we. Terwijl de kinderen van haar broers Poliet en Eugène wel allen profiteren. De saamhorigheid onder de kinderen uit de jaren twintig en dertig heeft plaatsgemaakt voor tweespalt, waarbij al dan niet legaal verworven rijkdom, maar ook (liefdes)relaties een rol spelen. Uiteenlopende verhalen doen in de familie de ronde.

Van Ginderen

Leonie trouwt dus op 36-jarige leeftijd haar vroegere dorpsgenoot, de 37-jarige Jos van Ginderen. Zijn vader is Adrianus van Ginderen (1849-1911), winkelier, zoon van Josephus van Ginderen, arbeider, en Petronella Nieuwlaat, arbeidster. Adrianus trouwt op 2 juli 1879 de uit Fijnaart afkomstige Bastiana Deijkers (1839-1924), dochter van Pieter Deijkers en Catharina van Wasbeek. Het is voor Catharina haar tweede huwelijk. Eerder, op 1 mei 1865, huwt ze in Standdaarbuiten Antonius van Eekelen (1836-1877), bij wie ze twee kinderen heeft:

1. Cornelis van Eekelen (1866-1927), kleermaker te Nispen, gehuwd met Catharina Weijers (1871-1941) uit Batenburg. Die op hun beurt drie kinderen hebben:

      • Antonetta Adriana Maria, geboren 23 oktober 1897
      • Antonius Johannes Henricus, geboren 29 juli 1900
      • Johannes Gerardus, geboren 17 augustus 1905.

    2. Catharina van Eekelen (1868-1931), gehuwd met Adrianus Hellemons (1863-1932). Zij hebben vijf kinderen:

      • Adriana, 1898
      • Cornelis, 1900
      • Maria, 1904-1910
      • Anna, 1906
      • Antonius, 1908.
In het tweede huwelijk, met Adrianus van Ginderen, worden geboren
  • Elisabeth Petronella Maria, geb. 2 april 1880
  • Petrus Josephus (Jos), geb. 29 mei 1882, getrouwd met Leonie Neomagus.
De drie leden van de familie Van Eekelen en de vier van de familie Hellemons, die bedacht worden in het testament van Leonie van Ginderen-Neomagus, zijn dus kinderen van de halfbroer en halfzus van haar man Jos van Ginderen. Diens moeder Bastiana overlijdt in Nispen op 9 januari 1924, 84 jaar oud.

  1. RANB, BS Roosendaal en Nispen.↩

  2. Veerle ligt vlak bij Eynthout (Eindhout), de geboorteplaats van haar moeder, en vlak bij Tescenderlo (Tessenderlo), de geboorteplaats van haar grootmoeder. Ze woont er kennelijk enige tijd bij familie.↩

  3. FAJN, gegevens van BR Ekeren.↩

  4. Rijksarchief Zeeland↩

  5. Streekarchief Hollands-Midden Gouda, bevolkingsregisters, film A28 1916-1922, blad 1-290, fiche 5.↩

  6. Europesche Uitgeverij Zaltbommel, 1992.↩

  7. Origineel briefpapier in FAJN, met dank aan Gregory Ommegenack.↩

  8. Vader van de auteur.↩

  9. FAJN, doorslag van het origineel. De nummering is van de notaris. De voornamen zijn de roepnamen.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.