XII-13 Juliana Maria Elisabeth Emma Raemaekers/Van der Kop – Neomagus
(1911-1981), vrouw van een ambtenaar en van een musicus,
dochter van Poliet, XI-13
Namen
Huishouding
Julia krijgt twee jaar later een zusje Liesje (1913-1948), een kind met het Syndroom van Down. Julia staat haar moeder al jong bij in de zware huishouding met vijf jongens (de eerstgeborene is jong overleden), een ‘mongooltje’ en een winkel. Bovendien is Anna veel op familiebezoek en ontvangt ze vaak geestelijken, aan wie ze sigaren verkoopt. Julia heeft niettemin de nodige vriendinnen, onder wie Laurine Braat en Cor Vermeer, en trekt veel op met haar broers, met wie ze tot haar dood een goed contact heeft gehouden. De zorg voor Liesje staat overigens voorop.
Verkering
Henri Raemaekers
Julia heeft in 1937 bij een van haar bezoeken aan de familie in Antwerpen, bij haar oom Eugène en haar tante Louiza Neomagus-de Beukelaer, een ambtenaar ontmoet, Henri Raemaekers, afkomstig uit Belgisch Limburg. Louiza houdt pensiongasten onder wie de nog vrijgezelle 40-jarige Henri, werkzaam op het stadhuis. Ze trouwen op 22 april 1939 en gaan boven de ouders Neomagus in de Lemméstraat wonen.
Familie Raemaekers
Karakters
Ouders
Logeetjes
Op reis
Ad van de Kop
Op een van deze reizen ontmoet Julia haar tweede echtgenoot: Ad van de Kop. Ad, voluit Adam, is geboren in Middelburg op 20 december 1899 als zoon van Jan Pieter van de Kop en van Antonetta Corstina Jacquet.
Familie Van de Kop
Leden van de familie Van de Kop wonen al vóór de Franse tijd in Middelburg. Zij hebben beroepen als schoenmaker, barbier, lijkdienaar en schilder. Jan Pieter van de Kop en Antonetta Jacquet hebben nog een zoon, Joannes Huibregt, in Middelburg geboren op 16 december 1898 en net als zijn vader schilder van beroep. Hij trouwt met Martina Luijendijk en overlijdt al op 34-jarige leeftijd in Koudekerke, op 5 juni 1933. Jan Pieter op zijn beurt is de zoon van de lijkdienaar Joannes Huibregt en Elizabeth Ponse. De voornamen Jo(h)annes en Huibregt of Huibrechs gaan ver terug in de familie.6
Verzorgster
Julia en Ad
reizen veel. Ad is een man met een vrolijk, opgewekt karakter, een grote tegenstelling tot Henri. Op een van de reizen krijgt Adam een ongeluk – hij krijgt de nog openstaande deur van een wegrijdende trein tegen zich aan – waarna hij met een minder goed functionerende arm verder moet. Het paar neemt verpleegkundige Anne van den Eynde in dienst als verzorgster. Op 12 december 1974 schrijft Julia dat ze van 12 januari tot 30 maart 1975 naar Las Palmas gaan en bij welke notaris haar testament ligt, met de toevoeging dat de obligaties in een verzegelde envelop zitten en niet aangegeven zijn bij de belastingen.
Ziek
Ukkel
Cruises
Overlijden
Testament
Verdeling boedel
Gelovig
Julia Neomagus heeft een door-en-door roomse opvoeding gekregen en is haar hele leven erg vroom en (bij)gelovig gebleven. Ze bewaart tot haar dood de heiligenprentjes uit haar jeugdjaren, en ook die ze later krijgt van haar heerbroer Frits uit Jeruzalem (1930) en haar kloostertante Emma uit Oosterhout. Ze heeft een relikwie van Theresia van het Kind Jezus (1923), bidt tot Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw en houdt nog in juli 1978 een noveen ter ere van broeder Isodoor van de H. Jozef. In Julia’s missaal (kerkboek) zitten tal van bid- en gedachtenisprentjes van familieleden.
De informatie over Karel en Frits komt uit de herinnering van Annie Neomagus-Vlamings, in 1985 opgetekend door de auteur. De informatie over Kooijmans is van Berry Neomagus-van Riel, moeder van de auteur.↩
Hun grafsteen ligt op het kerkhof van Molenbeersel.↩
De omschrijving van Henri komt van zijn bidprentje, FAJN. In de familie noemt men hem ook wel ‘Hendrik Fluweel’.↩
Zie ook het relaas over het telegram met de tekst ‘Vader overleden, overkomst gewenst, Julia’ XI-13c↩
Overleden in 2004, haar broer is Witte Pater.↩
De gegevens komen uit het ISIS-internetprogramma van het Zeeuws Archief in Middelburg.↩