• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

15
JUN
2010

XII-13 Juliana Maria Elisabeth Emma Raemaekers/Van der Kop – Neomagus

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off

 (1911-1981), vrouw van een ambtenaar en van een musicus,

dochter van Poliet, XI-13

Het zevende kind van de Oosterhoutse postbesteller Poliet Neomagus en zijn vrouw Anna Weijermans, sigarenwinkelierster, is het eerste meisje: Juliana Maria Elisabeth Emma, roepnaam Julia. Ze ziet het levenslicht op 19 juni 1911 en is het eerste kind dat geboren is in het pand, dat tot in de jaren zestig het ouderlijk huis is van drie generaties Neomagus: Markt C140, later Markt 7.

Namen

Bij haar doop zijn Johannes Cornelis (Jan) Weijermans (1865-1945) en Juliana Vosters (1840-1920) peter en meter. Oom Jan uit Zuid-Limburg is een broer van Anna Weijermans, Juliana Vosters uit Antwerpen is de grootmoeder van de boreling, weduwe van Frederik (Frits) Neomagus (1836-1910). Julia is naar haar vernoemd. De andere naamgevers zijn vermoedelijk oma Maria Elisabeth Weijermans-Verhoeven (1833-1915) en tante Emma Neomagus (1875-1956).

Huishouding

Julia op een gezinsfoto, 1924.

Julia krijgt twee jaar later een zusje Liesje (1913-1948), een kind met het Syndroom van Down. Julia staat haar moeder al jong bij in de zware huishouding met vijf jongens (de eerstgeborene is jong overleden), een ‘mongooltje’ en een winkel. Bovendien is Anna veel op familiebezoek en ontvangt ze vaak geestelijken, aan wie ze sigaren verkoopt. Julia heeft niettemin de nodige vriendinnen, onder wie Laurine Braat en Cor Vermeer, en trekt veel op met haar broers, met wie ze tot haar dood een goed contact heeft gehouden. De zorg voor Liesje staat overigens voorop.

Verkering

Julia groeit op als een mooie vrouw die verschillende keren ‘verkering’ heeft en van uitgaan houdt. Haar eerste vriend heet Karel, werkzaam in de manufacturenzaak van Raming in Breda. Daar werkt ook Julia’s broer André, vandaar! Een lange en serieuze relatie heeft Julia met een man uit Hilvarenbeek, een garagehouder Kooijmans, maar hij is protestant en daarom komt er een eind aan de relatie. Medio jaren dertig zijn Julia en haar neef Frits ‘stapelgek’ op elkaar. Frits Neomagus (1904-1950) is kapitein op de grote vaart in Nederlands-Indië en heeft periodiek een lange verlofperiode. Hij logeert omstreeks 1935 vaak bij André en zijn vrouw Annie in Breda, speciaal om Julia te kunnen ontmoeten. Op aandrang van enkele tantes, is de relatie tussen neef en nicht beëindigd.1

Henri Raemaekers

In de jaren twintig en dertig verlaten vier jongens het ouderlijk huis. Liesje gaat naar een gesticht. Victor en Julia blijven met hun ouders op de Markt wonen. In 1938 neemt Victor de sigarenzaak over. De ouders gaan naar Antwerpen en Julia gaat met hen mee. Antwerpen is de stad waar al vanaf het eind van de 19de eeuw veel familie woont. Ze betrekken een huurwoning in de Lemméstraat nummer 1.

Trouwfoto van Julia en Henri.

Julia heeft in 1937 bij een van haar bezoeken aan de familie in Antwerpen, bij haar oom Eugène en haar tante Louiza Neomagus-de Beukelaer, een ambtenaar ontmoet, Henri Raemaekers, afkomstig uit Belgisch Limburg. Louiza houdt pensiongasten onder wie de nog vrijgezelle 40-jarige Henri, werkzaam op het stadhuis. Ze trouwen op 22 april 1939 en gaan boven de ouders Neomagus in de Lemméstraat wonen.

Familie Raemaekers

Dyonisius Henri Raemaekers, op 20 mei 1897 geboren in Molenbeersel, is de zoon van Servaes Raemaekers (1857-1935) en van Maria Gertrudis Goijens (1859-1951).2 Servaes Raemaekers is van 1880 tot 1926 gemeentesecretaris van Molenbeersel. Zoon Henri heeft zijn beroep niet van een vreemde en brengt het als ambtenaar ook ver. Als hij met pensioen gaat is hij bureelhoofd, ridder in de orde van Leopold II, ridder in de Kroonorde en drager van het Burgerlijk Kruis 1ste klas.

Karakters

Julia is een hartelijke, zorgzame en extroverte persoonlijkheid, een echte Antwerpse ‘madam’, ’s morgens urenlang in ochtendjas en met krulspelden rondlopend, ’s middags sjiek gekleed voor een stadsbezoek. Henri is een minzaam man, vriendelijk, goedaardig en rechtzinnig, een voorbeeld van eerlijkheid, rechtvaardigheid, eenvoud, werkzaamheid en verdraagzaamheid.3

Ouders

Als Poliet en Anna niet meer zelfstandig kunnen wonen4, gaan ze naar een bejaardenhuis in Kalmthout. Julia bezoekt hen daar regelmatig. Hetzelfde geldt voor haar jongste zusje Liesje, die verstandelijk beperkt is en in een tehuis in Duffel woont. Binnen enkele jaren moet Julia van alle drie afscheid nemen. Vader Poliet sterft op 13 augustus 1948, Liesje op 12 november 1948, moeder Anna op 1 februari 1951.

Logeetjes

Julia en Henri wonen inmiddels in een appartement in de Lange Lozanastraat, later in de Lange Leemstraat. Met name op het eerste adres zijn tal van neefjes en nichtjes in de loop van de jaren uit logeren geweest. Ook de auteur logeert in de jaren veertig en vijftig enkele keren bij zijn oom Henri en tante Julia. Ze neemt hen mee naar andere familieleden en bij zomers weer is het strand van Sint Anneke aan de Schelde een geliefde plek. Julia moet zich ook veel genoegens ontzeggen, want ze is al relatief jong diabeticus. Ze gaat overigens soms wel met Henri op vakantie, onder meer met de bus naar de Franse Rivièra.

Op reis

Henri sterft op 14 maart 1965 in Antwerpen-Berchem. Julia is dan nog geen 54 jaar en begint aan een ‘inhaalslag’. Met goede vriendinnen als Annie Degenhart uit Den Haag 5 en soms ook met haar nicht Emma de Jong-Neomagus uit Rotterdam, gaat ze op reis. Ze bezoekt voormalig Joegoslavië, de Canarische eilanden, Marokko, diverse bestemmingen in Spanje en in Italië onder meer Rome, waar haar priester-broer Frits secretaris is van de generaal van de Witte Paters. Ook bezoekt ze in Jeruzalem het klooster van de Witte Paters, waar Frits in het begin van de jaren dertig verblijft.

Ad van de Kop

Uit het trouwboekje van Julia en Ad.

Ad van der Kop, violist.

Op een van deze reizen ontmoet Julia haar tweede echtgenoot: Ad van de Kop. Ad, voluit Adam, is geboren in Middelburg op 20 december 1899 als zoon van Jan Pieter van de Kop en van Antonetta Corstina Jacquet.

Hij is rustend beroepsmusicus. Julia en Ad trouwen op 23 december 1968 in Antwerpen onder huwelijksvoorwaarden. Adam is uit zijn eerste echt met Auguste Franziska Wunderl gescheiden. De erg roomse Julia wil ook graag kerkelijk trouwen, maar dat kan officieel niet, want Ad is protestants en gescheiden. Op 14 april 1969 heeft in de Jozefkerk in Antwerpen alsnog een oecumenische huwelijksdienst plaats. Dat Adam eerder is getrouwd en een zoon heeft, vertelt ze aanvankelijk – uit schaamte? – niet aan de familie.

Familie Van de Kop

Julia en Ad in februari 1974 op de Pico de Bandama op Gran Canaria.

Leden van de familie Van de Kop wonen al vóór de Franse tijd in Middelburg. Zij hebben beroepen als schoenmaker, barbier, lijkdienaar en schilder. Jan Pieter van de Kop en Antonetta Jacquet hebben nog een zoon, Joannes Huibregt, in Middelburg geboren op 16 december 1898 en net als zijn vader schilder van beroep. Hij trouwt met Martina Luijendijk en overlijdt al op 34-jarige leeftijd in Koudekerke, op 5 juni 1933. Jan Pieter op zijn beurt is de zoon van de lijkdienaar Joannes Huibregt en Elizabeth Ponse. De voornamen Jo(h)annes en Huibregt of Huibrechs gaan ver terug in de familie.6

Verzorgster

Julia en Ad

Aan beide zijden volgeschreven briefkaart van 12 december 1974 van Julia aan haar broer Victor en diens vrouw Berry. Het gaat onder meer over de aanstaande vakantie van Julia en Ad naar Las Palmas en over het feit dat bij een notaris een verzegelde envelop met obligaties is gedeponeerd, voor het geval beiden komen te overlijden.

reizen veel. Ad is een man met een vrolijk, opgewekt karakter, een grote tegenstelling tot Henri. Op een van de reizen krijgt Adam een ongeluk – hij krijgt de nog openstaande deur van  een wegrijdende trein tegen zich aan – waarna hij met een minder goed functionerende arm verder moet. Het paar neemt verpleegkundige Anne van den Eynde in dienst als verzorgster. Op 12 december 1974 schrijft Julia dat ze van 12 januari tot 30 maart 1975 naar Las Palmas gaan en bij welke notaris haar testament ligt, met de toevoeging dat de obligaties in een verzegelde envelop zitten en niet aangegeven zijn bij de belastingen.

Ziek

Op tweede paasdag 1975 gaat Adam (weer) naar het Vincentiusziekenhuis. Ik zie hem niet graag hier weggaan, uit ons appartement. Ik weet dat hij niet meer terugkomt en dat valt geweldig zwaar. Ik heb met Henri het zelfde meegemaakt. Die momenten maken je jaren ouder, maar het is nu eenmaal Gods wil, schrijft ze op 6 april 1975 aan Berry en Victor in Oosterhout. Uit de brief blijkt, dat Adam bestraald wordt.

Ukkel

Julia is al bezig met ‘na de dood’, want ze schrijft over Adams wensen: een crematie en de rouwkaart pas daarna versturen. Adam van de Kop overlijdt op 17 april 1975. In de hervormde kerk aan de Bexstraat in Antwerpen  is de rouwdienst, de crematie heeft plaats in Ukkel bij Brussel. De as is verstrooid op de verspreidingsweide van Schoonselhof in Antwerpen. De rouwkaart met deze informatie is van 22 april. Op Julia’s voordeur zit dit naambordje: ‘A. van de Kop Raemaekers Neomagus’. Ze krijgt pensioen van twee mannen en de post mag zich niet vergissen….

Cruises

Julia heeft maar enkele jaren kunnen genieten van het reizen met haar tweede man. Ze pakt na zijn overlijden de draad weer op en kan zich, dank zij twee pensioenen, permitteren nu wereldreizen te maken op cruiseschepen. Zo komt ze onder meer in Amerika en in het Verre Oosten. Op een van deze reizen raakt ze enige tijd in coma. Geleidelijk aan gaat haar gezondheidstoestand achteruit. In bijna al haar bewaard gebleven brieven, niet alleen die van haar laatste jaren, schrijft ze over haar gezondheid en de gezondheid van anderen.

Overlijden

Julia overlijdt op 28 december 1981 in het Vincentiusziekenhuis te Antwerpen. De uitvaartdienst is op 4 januari in de Jozefkerk, waarna de crematie plaats heeft in Breda. In de kerstperiode zijn zoveel mensen overleden, dat het crematorium in Ukkel geen plaats heeft. Antwerpen heeft zo’n voorziening dan nog niet. De uitvaartstoet moet zodoende, in een tijd dat Europa nog geen open grenzen kent en de douane nog volop controleert, met het lichaam van Julia de grens over naar Nederland….

Testament

Op 29 december 1980 maakt Julia een testament op en herroept daarbij al haar vorige testamenten. Daarin geeft ze aan welke personen, behalve haar broers, welke bedragen en goederen krijgen. Het gaat om goede kennissen, petekinderen en de verzorgster. Verder zegt ze dat haar inboedel moet worden verdeeld onder de kinderen van haar broers. De notaris verdeelt de franken die Julia achterlaat onder haar broers of hun rechthebbenden.

Verdeling boedel

Een veilingmeester maakt een inventaris op van de inboedel en op 8 maart 1982 komen de neven en nichten in het appartement van de overledene bijeen: Leo, Frits, Annie, Jos, Coby, Jetty, Boy, Rob en Mieke. De Chippendale-eetkamer met een vitrine met zilver gaat bij voorbaat naar Leo, zo heeft Julia apart vastgelegd, zodat de rest wordt verdeeld onder acht neven en nichten. Ze trekken allemaal een nummer om de volgorde te bepalen waarin ze een stuk uit de lijst mogen kiezen. Jos trekt nummer 1 en kiest het duurste stuk, een antieke Friese staartklok die op 40.000 frank is geschat. Nummer 8 mag twee keer kiezen en zo gaat men weer naar nummer 1, die ook weer twee keer mag kiezen. De ‘zitting’ duurt uren; het huis móet leeg. Dit gedenkwaardig samenzijn eindigt met het afrekenen van 30 procent successierechten – Jos moet 19.000 franks betalen, overeenkomend met 1045 gulden of 474 euro – en het volstouwen van de auto’s. De grenzen zijn zoals gezegd nog niet open, maar niemand wordt aangehouden…..

Gelovig

Prentje van Jezus in de kribbe, op 23 december 1930 door Julia's heerbroer Frits aan haar verstuurd vanuit Jerusalem met achterop 'Heilig Kerstfeest en Zalig Nieuwjaar'.

Julia Neomagus heeft een door-en-door roomse opvoeding gekregen en is haar hele leven erg vroom en (bij)gelovig gebleven. Ze bewaart tot haar dood de heiligenprentjes uit haar jeugdjaren, en ook die ze later krijgt van haar heerbroer Frits uit Jeruzalem (1930) en haar kloostertante Emma uit Oosterhout. Ze heeft een relikwie van Theresia van het Kind Jezus (1923), bidt tot Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw en houdt nog in juli 1978 een noveen ter ere van broeder Isodoor van de H. Jozef. In Julia’s missaal (kerkboek) zitten tal van bid- en gedachtenisprentjes van familieleden.


  1. De informatie over Karel en Frits komt uit de herinnering van Annie Neomagus-Vlamings, in 1985 opgetekend door de auteur. De informatie over Kooijmans is van Berry Neomagus-van Riel, moeder van de auteur.↩

  2. Hun grafsteen ligt op het kerkhof van Molenbeersel.↩

  3. De omschrijving van Henri komt van zijn bidprentje, FAJN. In de familie noemt men hem ook wel ‘Hendrik Fluweel’.↩

  4. Zie ook het relaas over het telegram met de tekst ‘Vader overleden, overkomst gewenst, Julia’ XI-13c↩

  5. Overleden in 2004, haar broer is Witte Pater.↩

  6. De gegevens komen uit het ISIS-internetprogramma van het Zeeuws Archief in Middelburg.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.