XII-18 Victor Theodorus Neomagus
(1909-2005), marqueur,
zoon van Victor, XI-14
Peetouders
Terheijden
Holland Amerika Lijn
Victor jr. groeit op in zeehavens. Zijn oudste broer Frits volgt in Rotterdam de zeevaartschool, vertrekt in 1925 naar Java en zal het op de grote vaart tot kapitein brengen. Victor jr. blijft in in Rotterdam en werkt onder meer bij bakker J. Jansse, van wie hij op 20 januari 1927 een getuigschrift ontvangt.1 De datum is vermoedelijk een vergissing, want in het getuigschrift staat dat Victor tot 18 juni 1927 als banketbakkersleerling bij Jansse heeft gewerkt. Hij monstert daarna op 27 juni 1927 als achttienjarige aan bij de Holland Amerika Lijn, de HAL, op het stoomschip Volendam. Hij maakt hierop
zeven reizen en daarna drie op de Nieuw Amsterdam. Zijn naam en de naam van dit schip staan in de uitgave Elementary Seamanship van 1927. De Nieuw Amsterdam is van 1905 tot 1932 in de vaart. Daarna zijn er nog drie
schepen met die naam. De personeelskaart vermeldt bij ‘gedrag’ steeds zg (zeer goed), bij bekwaamheid en ijver zg of g.
Op 26 oktober van dat jaar staat hij op een foto van de sloepenrol (oefening met de reddingsboten) op de Bahama’s, de eilandengroep in het Caribisch gebied ter hoogte van Florida. Victor werkt in de koffiepantry. Volgens de gezinskaart, aanwezig in het gemeentearchief van Rotterdam, is Frits vanaf 19 oktober 1927 formeel ingeschreven bij Swinkels, Asterstraat 80a. Zijn beroep is bed. gr. v., ofwel
bediende grote vaart. Zijn personeelskaart noemt de Violierstraat als zijn huisadres. Die kaart noemt vanaf novermber 1927 de Steenboomscheweg, later Boomsche Steenweg in Antwerpen als adres. Volgens de gezinskaart uit Rotterdam is hij vanaf 28 augustus 1928 bij zijn ouders in Antwerpen ingeschreven.
Victor Noma
De bemanning krijgt in New York collectief ontslag wegens de verkoop van het schip. Het aanmonsterboek in het archief van Rotterdam meldt dat er op 22 mei 1928 zeven man gedeserteerd zijn, onder wie Victor. Dit gegeven staat ook op zijn personeelskaart. Hoe het ook zij, Victor blijft als Victor Noma in New York. Hij heeft het er niet altijd even gemakkelijk. Zo slaapt hij wel eens in Central Park, waar hij een kat als vriend heeft. Wanneer hij honger heeft vraagt Victor bij fast food kitchens of hij kan werken voor voedsel. Bij strenge kou gaat hij naar Central Station. Hij heeft uiteenlopende baantjes. Zo is hij keukenhulp, speelt hij kleine rollen in films en is manusje van alles in de Long Island Yacht Club, waar vermogende leden zich tegoed doen aan kreeft en steaks. ’s Avonds treden er orkesten op. Victor maakt er op 24 oktober 1929 de beurskrach mee. Hij is er bij als jachten worden volgeladen, vertrekken en niet meer terugkeren. Na een afscheidsfeest plegen enkele leden van de Club zelfmoord.
Yacht Club
Mensenredder
Broederdienst
Voor hij zijn reizen naar Amerika maakt, is Victor goedgekeurd voor militaire dienst. Tijdens zijn verblijf in Amerika is hij ingeloot, maar hij weet dat niet. Als hij na vier jaar Amerika met een vriend naar Canada wil reizen, heeft hij papieren nodig. De consul deelt hem mee dat hij wordt gezocht op verdenking van desertie uit het Nederlandse leger en/of onttrekking aan de dienstplicht. Hij gaat met het stoomschip Pennland van de Red Star Line terug naar Europa. Op 14 maart 1933 schrijft hij naar een vriend die in het Metropolititan Hospital in New York ligt, dat hij in Antwerpen is aangekomen, vermoedelijk negen maanden voor de Nederlandse marine moet gaan varen en dan terug gaat naar New York. De kaart komt niet aan en wordt teruggestuurd naar de afzender.
De zaak loopt met een sisser af, want Victor is vrijgesteld wegens broederdienst. Zijn broer Frits is officier op de grote vaart en dat staat gelijk aan de dienstplicht. Uit een briefkaart van de gemeente Rotterdam, afgestempeld op 16 maart 1933 blijkt zijn vrijstelling. Het besluit tot vrijstelling is van 18 maart. De kaart is gericht aan het adres Grensstraat 140 Oude God. Dat is de wijk in Antwerpen waar Victors ouders dan wonen.2
Ontmoeting
Huwelijk
Martha, eigenlijk naaister van beroep, is op 17 september 1914 geboren in Lebbeke bij Dendermonde, als dochter van Louis Goedgezelschap en Marie Therese Coppens. Goedgezelschap is een echte Lebbeekse familie. Vader Louis werkt er aan het spoor. Victor en Martha trouwen op 10 oktober 1936. De familieband is hecht. Zo fietsen ze op één dag op en neer naar Oosterhout (120 km) voor een bezoek aan oom Poliet, die er een sigarenwinkel heeft, en tante Emma, die er in het klooster zit. Ook in de naoorlogse jaren presteren ze dit nog.
Patisserie Noma
Oorlog
Haven van Antwerpen
Marqueur
Een marqueur is een ‘gezworen meter’, een beëdigd scheepsmeter, scheepsweger en ladingmeester. Als scheepsmeter stelt hij, aan de hand van wat er gelost en geladen wordt, vast hoe groot de lading is van een zeeschip. Als scheepsmeter bepaalt hij ook de inhoud van een binnenvaartschip, waarin de lading wordt overgeheveld. En als ladingmeester zorgt hij voor een zodanige belading van een schip dat het in de goede volgorde kan worden gelost in de havens die het aandoet, zo is de uitleg van Victor zelf.
Zoon
Victor en Martha wonen – voor ze naar Knokke verhuizen – in Groot-Antwerpen op elf verschillende adressen. Victor noteert ze allemaal achterin het trouwboekje, met de datum. In de woning Gitschotellei 196, deelgemeente Mortsel – dat is vlak bij de luchthaven van Antwerpen – krijgen ze op 5 augustus 1947 een zoon: Ronald Victor Frederik, roepnaam Ronnie. Victor en Frederik zijn de namen van zijn vader en grootvader. Volgt XIII-21.
Knokke en Merksem
Lebbeke
Naarmate zij ouder worden, wordt de behoefte aan een aanleunwoning met dienstverlening op zorggebied groter. Temeer omdat Ronald sinds 1996 in Panama woont en broer Pierre en diens vrouw beiden overlijden. In 1997 gaan ze naar een serviceappartement Hof ter Veldeken in Lebbeke, het geboortestadje van Martha, wier enige zus Cesarine er woont, met kinderen en kleinkinderen. Twee van hen werken er: Myriam als verpleegster, Nadia als fysiotherapeute. Daar vieren ze in 2001 hun 65-jarig huwelijksfeest. De burgemeester overhandigt hen namens koning Albert en koningin Paola een herinneringspenning met de afbeelding van het koninklijk paar. Ze zijn dan nog redelijk goed gezond, goed van geest, zitten vol humor en drinken graag een pilsje.
Overlijden Martha
Overlijden Victor
Victor raakt daarna dement. In juli 2005 rijden zoon Ronald en kleindochter Dana hun (groot)vader door het Antwerpse havengebied. Ze bezoeken ook het strand van St. Anneke waar Victor in de oorlog met Martha naar de ‘vliegende bommen’ ging kijken die op de haven vielen. En het ‘peerdsbos’ waar Victor en Martha in de jaren dertig gaan vrijen. Ze hebben er mosseltjes gegeten en er een grote pint bij gedronken. Op de ochtend van donderdag 27 oktober 2005 zet Nadia haar oudoom Victor, na het ontbijt, in een rolstoel, waarin hij enkele minuten later dood wordt aangetroffen. Hij is 96 jaar geworden. Hun beider as is uitgestrooid op het kerkhof van Lebbeke.
De laatsten van hun generatie
Archief zoon Ronald.↩
De Webster Dictionary en de correspondentie van maart 1933 heeft Victor nagelaten aan zijn zoon Ronald.↩
Volgens Martha (2002) is het interieur bewaard in de huidige zuivelwinkel.↩
De auteur bezoekt Victor en Martha daar op 16 juli 1985. In de woning hangen schilderijen van Victor uit de jaren dertig en veertig, gesigneerd met Victor Noma. De Oosterhoutse sigarenwinkelier Victor Neomagus, vader van de auteur en een volle neef van de Victor uit België, verkoopt in de jaren vijftig sigaren onder een eigen merknaam: Victor Noma.↩