VIII-20a De dichter van Erp
Willem Neomagus
In het najaar van 2011 ontdekt Gerrit Neomagus het boekje op het internet. Niet helemaal toevallig, want een van de hoofdstukken heet De dichter van Erp. Dat blijkt ‘de heer Neomagus’ te zijn. Dat kan niemand anders zijn dan de oud-schoolmeester en gepensioneerd belastingambtenaar Willem Neomagus (1757-1836), zie VIII-20. Willem brengt zijn levensavond door in zijn geboorteplaats Erp, door Donkersloot omschreven als een vrij welvarend dorp met nagenoeg 1800 inwoners.
Treurrede
Hoogere gave des geestes
Bijzondere verschijning
Hij staat hier zelve voor u
Heer luitenant! ik hoor u;
Hij staat hier zelve voor u.
Wees welkom in het huis van mij,
Gij heeren van de schutterij!
Als ze naar hun kamer en om een maaltijd vragen, zegt Neomagus:
Eet vleesch en brood, drinkt wijn en bier,
Dit strekt mij tot een groot plezier,
Hoe meer gij eet, hoe meer gij drinkt,
Hoe meer ’t u in de beurzen klinkt.
Ik ga mijn dochter Treeske halen.
De linkerdeur; gij kunt niet dwalen.
Des dichters dochter
Donkersloot schrijft kennelijk ook op hoe hij zich ‘Therese, des dichters dochter’ herinnert.
‘Zij liep een aardig eindje naar de veertig, was klein en plat van gestalte, hare gelaatskleur speelde tusschen het gele en zwarte, heure haaren dobberden tussen geel en rood in; terwijl de wenkbraauwen, dank zij de heerlijke cosmatique, deels zwart, deels blaauw, deels bruin waren. Zij had grijze en doffe oogen en deze kozen ieder een bijzondere gezigtslijn. De schier tandelooze mond bewoog zich steeds tot een welwillend glimlachje; maar het was een glimlachje, dat alles behalve betooverde’. En zo gaat Donkersloot nog een tijdje door.
Diner
Een aantal pagina’s verder doet de auteur verslag van een diner waarvoor ook andere officieren zijn genodigd, ‘waarop ook Therese in gele gala verscheen’ en dat ‘al schertsende en drinkende ten einde liep’. Neomagus gooit een fles om, waardoor een glas en een bord breken. Neomagus en Donkersloot beginnen direct over het voorval te dichten, waarbij zij om de beurt een regel toevoegen. Daarna ontstaat er een ruzie-achtige sfeer, mede omdat de dronken Neomagus het laat afweten met zijn dichtkunst.
Einde
Het twaalf pagina’s tellende verhaal eindigt met ‘… totdat eindelijk de slaap, die weldadige hersteller der menschelijke uitspattingen, het hoofd van den opgewonden dichter in den schoot zijner dochter deed zakken, die, door dezen ongewonen last op één punt, het evenwigt verloor, en met den leidsman harer jeugd weldra op den grond lag, welke schok echter niet belette, dat zij, in de armen haars vernederden vaders en in diens beschonken toestand deelende, zeer spoedig met hem insluimerde, in weerwil van het geruchtmakende genoegen, waaraan wij ons nog een geruimen tijd overgaven’.
Treeske of Mientje?
Judith
Een andere omissie in het verhaal is het ontbreken van Willems vrouw Judith, die in 1843 overlijdt, zeven jaar na haar man. Judith kan een poos bij zoon Daniel ingewoond hebben die een zwaar gezin heeft. Zo krijgt Daniel in januari 1835 in Bergeijk een dochter Johanna die daar in september sterft. Op dat moment lopen er nog drie kleine kinderen rond. Hoe het ook zij, de Dichter van Erp is een bijzonder verhaal. Het boek is onder meer te vinden in de BrabantCollectie van de universiteit in Tilburg en in het regionaal historisch archief in Eindhoven. Van de hand van Marius Strijbosch is het artikel Een dichter in Erp in de Nieuwsbrief van de Erpse Heemkundekring Erthepe van december 2012, over Willem Neomagus.
JN