• Home
  • Genealogie
    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie
  • Nieuws
  • Weblinks
  • Contact
  • Colofon

Blog Post

19
FEB
2013

X-10a Het KNIL

Posted By : Jos Neomagus
Comments : Off
Tussen 1825 en 1830 woedt op Java een hevige strijd tussen inlandse vorsten en het Nederlandse gezag: de Java-oorlog. Om Indië, het rijke bezit in de Oost, te beschermen tegen buitenlandse concurrenten en plaatselijke onruststokers, richt het gloednieuwe Koninkrijk der Nederlanden in 1830 een speciale troepenmacht op. Vanaf 1836 is de naam daarvan Koninklijk Nederlands-Indisch Leger, KNIL. Het valt niet onder het ministerie van Oorlog, dat dienstplichtigen kan oproepen, maar onder het ministerie van Koloniën. Het Indisch Leger is een beroepsleger, samengesteld uit Europese, West-Afrikaanse en inheemse vrijwilligers onder aanvoering van Europese officieren. De Afrikanen zijn in feite slaven uit de Nederlandse bezittingen op de Goudkust, tegenwoordig Ghana, Nigeria, Benin en Togo.1

Harderwijk

De manschappen worden geworven, geselecteerd, ‘afgericht’ en verscheept via de Nederlandse thuisbasis van het KNIL. Dat is het Koloniaal Werfdepot in Harderwijk, vanaf 1890 de Koloniale Reserve in Nijmegen. Harderwijk heeft in de 19de eeuw ook een militair hospitaal, gespecialiseerd in venerische en tropische ziektes, en een opvang voor verlofgangers. In Harderwijk is overigens al vanaf 1815 een ‘depot voor coloniale troupes’ gevestigd, en wel in het gebouw van de voormalige Provinciale Munt, tot in de Tachtigjarige Oorlog het klooster Clarendale van de Grauwe Susteren. In de Franse tijd moet de Munt sluiten (1806), waarna Harderwijk ook zijn Gelderse Universiteit verliest (1811). Dank zij de lobby van de burgemeester van het snel in verval rakende stadje, wordt de Munt in 1815 de Oranje-Gelderlandkazerne voor militairen die naar de koloniën gaan. Als De Gelderse Munt is het nu een woongebouw.

Geen zondagsrust

Het voormalig Koloniaal Werfdepot in Harderwijk, nu een appartementencomplex.

Het Koloniaal Werfdepot werft veel jongemannen die niet eerder onder de wapenen zijn geweest en vaak analfabeet zijn. Ze weten amper waarvoor zij tekenen, waarvoor ze naar Indië gaan en wat Indië inhoudt. Daarnaast worden onder meer veroordeelde gevangenen lid van het KNIL. Zij hebben de keuze tussen een lang verblijf in de cel of een contractperiode in Indië. De streng protestantse inwoners van Harderwijk zien intussen dat de zondagsrust en alles wat de Harderwijkers heilig is, wordt geschonden. Er zijn dan ook weinig sociale contacten, maar economisch leeft het stadje op. De vrijwilligers die voor het KNIL tekenen, ontvangen namelijk handgeld en wie een vrijwilliger aanbrengt krijgt een premie. De vrijwilligers verblijven vaak maandenlang in Harderwijk voor zij naar Indië vertrekken en geven hun handgeld dan grotendeels uit. Winkeliers, hotelhouders, kroegbazen en bordeelhouders beleven gouden tijden. Louis Neomagus verblijft overigens maar kort in Harderwijk: van 7 tot 22 mei 1855, mogelijk omdat hij er al een paar maanden diensttijd heeft opzitten..

Inscheping

De reis naar Indië begint met de inscheping in weinig comfortabele en vaak onveilige zeilscheepjes die op het strand van de Zuiderzee liggen. De reis van Louis Neomagus gaat naar Rotterdam, vanwaar hij via Hellevoetsluis naar Indië gaat. Na de aansluiting van Harderwijk op het spoorwegnet (1863) en de aanleg van het Noordzeekanaal (1876) en de Nieuwe Waterweg (1872) gaan de manschappen per trein naar Amsterdam of Rotterdam om daar ingescheept te worden.

Maanden onderweg

De tocht naar Indië per zeilschip duurt drie tot vijf maanden en voert via Kaap de Goede Hoop. Rond 1870 doet het stoomschip zijn intrede en loopt de route via het Suezkanaal, zodat de reis dan minder dan zes weken duurt. Louis Neomagus heeft de oude lange route afgelegd. De ‘mindere rangen’ worden ondergebracht in ruimtes die te laag zijn om rechtop te staan, zonder voldoende slaapgelegenheid, met erbarmelijk voedsel, nauwelijks wasgelegenheid en één stel bovenkleding. Louis Neomagus stinkt dus een uur in de wind, net als zijn collega’s. Hij heeft de slechtste periode in de geschiedenis van het KNIL meegemaakt.

Zware dienst

Tussen 1815 en 1940 wagen ongeveer 180.000 Europese vrijwilligers de sprong naar Indië. Armoede is de voornaamste drijfveer zijn. Het handgeld lokt. Een handgeld van 20 gulden in 1855 komt overeen met ongeveer 465 gulden in het jaar 2000. De dienst is zwaar. Klimaat, ziekten en oorlogshandelingen eisen hun tol. In het begin van de 19de eeuw zijn er van een detachement van honderd koloniale rekruten na afloop van zes contractjaren gemiddeld nog 48 in leven!
Het KNIL is bij Koninklijk Besluit per 26 juli 1950 opgeheven.

  1. Dit artikel is mede gebaseerd op de boeken Het vergeten korps en Soldaten Overzee.↩

About the Author

Social Share

    Categorieën

    • Inleidend deel
    • Eerste generaties
    • Delftse apothekers Neomagus
    • Nuenese predikant Neomagus
    • Protestantse Hollandse tak
    • De protestantse Brabantse tak
    • De katholieke Brabantse tak
    • Neomagus, geen familie

    Recente aanvullingen

    • XIII-23 Anna Josephina Martha Van Camp-Neomagus 8 november 2021
    • XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus 12 april 2021
    • Aanvullingen per 15 januari 2021 15 januari 2021
    Copyright © 2010 Neomagus.nl. Alle rechten voorbehouden.