IX-14a Belastingambtenaar Neomagus
Protestant
Vanaf 1800
Tot 1927
Ook Godefridus is vader van een belastingambtenaar: Jan Neomagus (1827-1887), zie X-7, evenals Daniel. Diens zoons Willem (1826-1894), zie X-9, Frits (1836-1910), zie X-12, en Godefridus (1840-1866), zie X-13, treden in het voetspoor van hun vader. Ze zijn als gevolg van afspraken bij het huwelijk van Daniel met Maria van Maren weliswaar katholiek gedoopt, maar het ambtenaar-zijn blijft in de familie. De laatste belastingambtenaar in dienst van het ministerie van Financiën in de katholieke tak is Frits’ zoon Victor Neomagus (1872-1960), zie XI-14, die in 1927 met pensioen gaat.
Hollandse tak
Rangen en functies
Stamlijsten
Convooien en licenten
Douane
Te voet of te paard
Veel leden van de familie Neomagus werken in de liniedienst, dus bij de douane. Die kent commiezen te voet (in 1819: 544 man) en commiezen te paard (221 man). Ze dienen illegale in-, uit- en doorvoer tegen te gaan, controles uit te voeren op de vereiste documenten en op het vervoer langs geoorloofde wegen. Ze mogen zelfstandig een proces-verbaal opstellen. Goederen die onderhevig zijn aan belastingen zijn in de eerste decennia van de 19de eeuw onder meer zout, zeep, drank, tabak, carbon (koolstof), verf, stremsel en essence. Het lijkt me aannemelijk dat een man als Frits Neomagus een commies te paard is geweest. Hoe overbrugt hij anders in 1865 de ruim 20 kilometer van zijn standplaats Bergeijksche Barrière naar Reusel om zijn geliefde Julia Vosters op te zoeken?
Binnendienst
Zwaar werk
Roeier
Poeier
Neveninkomsten
Scheepsmeters
Twee andere scheepsmeters zijn Victor Neomagus (1872-1960), XI-14, die werkzaam is in de havens van Terneuzen, Vlissingen en Rotterdam. En zijn zoon Victor (1909-2005), XII-18, die van 1944 tot 1974 marqueur is in dienst van de stad Antwerpen. Een marqueur is een beëdigd scheepsmeter, scheepsweger en ladingmeester.
Ontvangers
Deurwaarders
Marinus Neomagus (1816-1900), zoon van de laatste Delftse apotheker, is in 1870 in Oosterhout, behalve roeier, deurwaarder en dienstgeleider. Hij stelt zich wel beschikbaar voor de functie van ontvanger, maar krijgt die baan niet. Zijn ongehuwde zoon Jan (1850-1936), XI-2, is vanaf 1876 tot zijn pensionering in 1906 deurwaarder in achtereenvolgens Epe, Vlaardingen, Schagen, Middelburg, Warmond, Katwijk en Delft. Kennelijk wordt een vrijgezel sneller overgeplaatst dan een ambtenaar met een gezin….