XIII-7 Hendrik Cornelis Neomagus
(1930-2020), leraar en vertaler,
zoon van Cor, XII-2
Gelukkig in Aalsmeer
Grote broer
Baantjes
Hein zit als dienstplichtig militair bij de verbindingstroepen. Na zijn diensttijd werkt hij kort op een melkfabriek in Bleskensgraaf en probeert hij in Engeland wat geld te verdienen. Hij komt terug op een splinternieuwe Raleigh-fiets, in de naoorlogse jaren een bezienswaardigheid. Op – vermoedelijk – dezelfde fiets vertrekt hij naar Frankrijk om druiven te plukken. In de Ardennen breekt zijn voorvork waardoor de reis verder niet doorgaat. Hij komt ’s nachts stilletjes thuis in IJsselstein en verschijnt zonder veel te zeggen en tot ieders verbazing aan het ontbijt. Typisch Hein. Hij wil blijvend naar Engeland om zijn Engels te perfectioneren. Het arbeidsbureau adviseert hem evenwel naar Nieuw-Zeeland te gaan. Dat past beter in het emigratiebeleid van de regering, dat landen als Canada, Australië en Nieuw-Zeeland bij werkzoekenden aanbeveelt.
Bachelor of Arts
Afscheid van vriendin
Koblenz
Vertaler
Beverweerd
De laatste 20 jaar voor zijn pensionering werkt Hein als leraar Engels op de Internationale School Beverweerd bij Werkhoven, op fietsafstand van Zeist en Driebergen. Hij onderhoudt zich met zijn studenten ook over sociale onderwerpen en vraagstukken en, onder meer, met de vraag hoe je in het leven staat. Kasteel Beverweerd is nu – anno 2020 – bekend als de thuisbasis van schilder en kunstvervalser Geert Jan Jansen.
Verpleeghotel
Na zijn pensionering woont hij korte tijd in Amersfoort, daarna in Doorn, in Driebergen en sinds het voorjaar van 2019 in Verpleeghotel Bovenwegen in Zeist. Hein heeft diabetes-2 waarmee hij vanaf zijn 80ste goed heeft kunnen leven door de juiste voeding en veel te fietsen en te lopen, zo meent hij. Na een herseninfarct in 2018 gaat het minder met hem. In de zomer van 2020 gaat zijn gezondheid verder achteruit. Zijn geest blijft sterk, maar zijn lichaam niet. Hij sterft op 28 augustus 2020.
Deel van je vader
Hein woont in Zeist in een instelling op antroposofische grondslag (‘dat merk je niet’) en heeft belangstelling voor het boeddhisme. Hij volgt de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen zoals blijkt uit een paginagrote advertentie van 4 oktober 1997 met een oproep aan regering om iedere vorm van bio-industrie in ons land te verbieden. Hein is een van de ondertekenaars. Hij brengt zijn dagen door met onder meer het lezen van Engelstalige boeken over psychologische onderwerpen waarbij hij probeert zijn eigen verleden te doorgronden. Hein: ‘Ik ben psychisch nog heel wankel. Daarover heb ik veel gelezen. Je bent, of je wilt of niet, een deel van je vader. Door de slechte relatie met mijn vader ben ik in strijd geweest met de helft van mezelf. Ik herken nu het probleem. Maar herkennen is niet de oplossing. Ik heb wel begrip gekregen voor mijn vader. Ook zijn ouders zijn uit elkaar gerukt.’
Hij is overleden…
De dood als vriend
Zijn nicht Jeannette, de oudste dochter van zijn broer Bertus, en degene die hem in zijn laatste levensfase heeft bijgestaan, heeft bij de herdenking de tekst voorgedragen die Hein al op 16 mei 2014 op papier heeft gezet. Hij herinnert aan het bijwonen van de crematie van een vroegere collega en vriendin. Op haar overlijdenskaart leest hij:
Verblijfsvergunning is verlopen
Onbekend het nieuwe oord
Het reisbureautje Vrees & Hopen
Boekte de vlucht; weg is het woord.
Het vervangende motto bij mijn overlijden luidt, zo zegt Hein:
Ontmoetingen, tijd, ruimte en boeken
In het lespakket van de Aardse School
Hebben me een eind op weg geholpen
Ben benieuwd naar de vervolgopleiding.
‘Waarmee ik aangeef dat ik nog niet voor alle door het leven aangeboden examens ben geslaagd en nog erger, dat ik aan veel beproevingen uit vrees voor falen niet ben toegekomen.’ Hein schrijft verder onder meer: ‘Op mijn leeftijd tijdens dit schrijven, bijna 84 jaar, voel ik soms de toenemende zwakte waar de dood wel raad mee weet; ik beschouw hem dan ook als een vriend die aan een proces van ontluistering paal en perk weet te stellen; hoewel ik het wel benauwd zal krijgen als hij met zeis en al aan het voeteneinde staat.’ Het zijn enkele regels uit een lange tekst: twee vol getypte vellen.
Begrafenis
Met als titel Begrafenis heeft Hein ook nog een gedicht van 10 maal 4 versregels nagelaten dat ook bij zijn herdenking is voorgedragen. Daaruit enkele strofen:
Dit leven woei met vreemde winden
Het vond een draai in menig land
Je zou het slordig kunnen noemen
Weinig specie, veel los zand.
Maar nu het doek voorgoed gevallen
’t Geluid verstomd, het beeld verstild
Komt kwade scherpte te vervallen,
Men houdt het eindrapport liefst mild.
Wie luistert naar dit kort bericht:
Hartelijk dank dat jullie kwamen
Mijn vorm is, nièt mijn geest gezwicht
Daarom behoud ik jullie namen.
Aan uitvaartwerkers u gericht
Veel dank wegens de zorgen
Dat de kist op diepte ligt.
Herstel u voor het werk van morgen!!
Straks gaat de natuur hier weer bevelen
De nachtbezoekers treden aan
Konijnen oefenen hun spelen
Genoeglijk glimt een schalkse maan.
Kijk naar de lelies op het veld…
Deze tekst is tot stand gekomen met medewerking van onder anderen broer Gerrit en nichten Jeannette en Heidi. De auteur heeft Hein in Zeist gesproken op 17 mei 2019.↩